Art Amsterdam 2010: Een Nieuwe Richting
Van 26 tot en met 30 mei 2010 vindt de 26ste editie plaats van Art Amsterdam, de grootste beurs voor hedendaagse en moderne kunst in Nederland. Naast de top van de Nederlandse galeriewereld is er een internationaal aanbod met galeries uit onder meer België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Denemarken, Italië, China en Korea. Art Amsterdam 2010 wordt gehouden in de Parkhal van Amsterdam RAI.
Dit is de eerste beurs van Edo Dijksterhuis als directeur en hij heeft gekozen voor een nieuwe richting. Het deelnemersveld van 129 galeries telt niet minder dan 21 nieuwkomers, waaronder Vegas Gallery en Charlie Smith uit Groot-Brittannië, Locuslux uit België, Hartwig Rugen en dr Julius uit Duitsland en C-Space uit China. Het aandeel buitenlandse deelnemers ligt op een kwart. De centrale tentoonstelling is vervangen door het programma-onderdeel No Holds Barred. Er is voor het eerst in de geschiedenis van de beurs een uitgebreid programma voor verzamelaars. De website wordt actief ingezet om bezoekers voorafgaand en tijdens Art Amsterdam te informeren over het aanbod en de activiteiten op de beursvloer.
‘No Holds Barred’
Galeriehouders met ideeën voor uitzinnige, ongehoorde of spectaculaire presentaties kunnen zich uitleven in No Holds Barred. De naam van dit programma-onderdeel, dat de voormalige centrale tentoonstelling vervangt, is ontleend aan het Amerikaanse (show)worstelen. No Holds Barred betekent dat er geen regels zijn en dat alle grepen zijn toegestaan. Op Art Amsterdam geldt: er worden geen grenzen gesteld aan de presentaties. Alles mag, alles kan. Een fotocollage, een performance, een installatie, een conceptueel werk, een film – niets is onmogelijk en alles is toegestaan, zolang het maar past binnen een arena van 25 vierkante meter. Een internationale jury, bestaande uit curator Creixell Espilla-Gilart (1978), criticus David Ulrichs (1978) en verzamelaar Alexander Ramselaar (1968), selecteert de zestien beste voorstellen. Deze worden gerealiseerd op vier plaatsen in de hal.
Art Amsterdam van 26 t.m. 30 mei 2010
fleursdumal.nl magazine
More in: Exhibition Archive
Alice De Chambrier
(1861-1882)
Chanson Du Soir
Sur nos fronts déployant ses ailes,
La nuit aux yeux rêveurs étend
Son voile émaillé d’étincelles
Comme la robe d’un sultan.
Le lac enveloppe ses grèves
D’un long baiser rempli d’amour:
Le monde s’abandonne aux rêves
Qui naissent au déclin du jour.
L’âme s’envole sur la trace
D’un nuage au reflet vermeil,
Qui fuit tout joyeux dans l’espace
A la poursuite du soleil.
Elle franchit les monts tranquilles,
Qui vont songeurs dans l’infini
Perdre leurs sommets immobiles
Où les grands aigles font leur nid.
Elle sourit aux vertes plaines
Où paissent les troupeaux joyeux,
Écoute les chansons lointaines
Qui montent dans l’azur des cieux;
Elle se penche sur les rives
Des grands fleuves au bord glissant,
Et dont les ondes fugitives
A l’inconnu vont en dansant;
Elle effleure les sombres plages
Où, contre les rochers géants,
Viennent avec des cris sauvages
Mourir les flots des océans;
Elle erre sur les forêts vierges,
Passe au-dessus des hauts palmiers
Dont les troncs droits semblent les cierges
D’un temple aux immenses piliers….
Et, quittant les terres connues,
Elle s’en va, d’un seul élan,
Au delà des rapides nues,
Dans le grand ciel étincelant.
Puis elle s’arrête, indécise,
Croyant reconnaître, égaré
Dans un murmure de la brise,
Un timbre de voix adoré….
Doux souvenir d’êtres qu’elle aime,
Partis pour des lieux inconnus,
Et qui, depuis l’heure suprême,
Ne sont, hélas! pas revenus!…
Et l’âme, triste, se réveille,
Frissonnant dans l’ombre du soir:
Le nuage à l’aile vermeille
A disparu dans le ciel noir…
1880
Alice De Chambrier poetry
Chanson Du Soir
• fleursdumal.nl magazine
More in: Alice De Chambrier, Archive C-D, Chambrier, Alice De
Der mooie vrouwen ongeduld
door Leo van der Sterren
een oordeel zouden zij niet vellen zeggen
zij matigen zij zich niet aan zelfs verre
van dat althans niet expliciet maar impliciet
en onbewust belichamen de mooie vrouwen de
opinie zijn de vleesgeworden mening
en over alles los of vast verstrekken zij een
onuitgesproken standpunt door mime en
expressie door gelaatstrek en gebaar
maar wel steeds machtloos makend mooi
dat moet ook want die mooie vrouwen
bezitten minder tijd van levendheid
dan de gesteven stervelingen hun
hoeveelheid ongeduld rijst vele malen hoger
dan die van de gemene mensen daardoor
komen zij ongevoelig over soms dat doen
ze niet expres dat heeft te maken met
hun handicap hun schoonheid waardoor
hun leven spannender is dan de levens
van de gesteven stervelingen wie mooi
is heeft meer dinges te verliezen dan wie
cosmetisch bij de middelmaten zit of in
de kosmos van de ondergrondse strata
vergeef het mooie vrouwendom de driften en
de oordeelsvorming zonder fundament
vergeef hen het grondloze ongeduld
een mooie vrouw heelalt veel meer
dan de gesteven stervelingen atmosferen
Leo van der Sterren poetry
kempis poetry magazine
More in: Sterren, Leo van der
Museum De Pont Tilburg
Giuseppe Penone
Nelle Mani – In de Handen
tekeningen en sculpturen
29 mei tm 26 september 2010
Giuseppe Penone (Garessio, Italië, 1947) was de jongste vertegenwoordiger van een groep Italiaanse kunstenaars die aan het einde van de jaren zestig onder de noemer arte povera (‘arme kunst’) bijeen werd gebracht. Een van de kenmerken van hun kunst was het gebruik van alledaagse en weinig kostbare materialen. De informele en levendig uitziende kunstwerken werden wel gezien als een reactie op de toenemende abstrahering en verontmenselijking van met name de Amerikaanse kunst van die periode. Tot de thema’s van de arte povera behoorden de wortels van de cultuur en het leven, verschillende bronnen van energie, en vooral energie als oerkracht. Penone is de enige in wiens werk de natuur het belangrijkste motief was. Met de groeikracht van de natuur en in het bijzonder die van bomen, lijkt hij nog steeds in een intense en obsessieve relatie te staan.
In 1968 omarmde Giuseppe Penone de stam van een boom. Het raakvlak van zijn lichaam met de boom markeerde hij met ijzerdraad dat aan de stam werd vastgeklemd. Tijdens de groei van de boom werd het ijzerdraad in de bast ingekapseld, waardoor de contouren van Penone’s lichaam ten slotte als litteken op de stam zichtbaar bleven. In dit vroege werk zijn vrijwel alle belangrijke thema’s van Penone’s kunst al aanwezig: zijn intense en sensuele relatie met de natuur; het belang van de aanraking en daarmee van de huid en de vingers; het groeiproces en het aspect van tijd dat daarmee verbonden is.
Heel bekend zijn de Alberi (Bomen), waarmee Penone al in 1968 begon. Steeds haalt hij uit rechthoekige houten balken of uit een afgehakte dikke boomstam de grillige levensvorm van de boom weer tevoorschijn. Door de jaarringen weg te schillen en daarbij de knoesten te volgen, treedt de vorm die de boom op een bepaald moment van zijn leven bezat opnieuw naar voren. Wie deze werken eenmaal heeft gezien zal voortaan bij iedere gerooide stam en bij iedere willekeurige balk die hij als bouwmateriaal aantreft, beseffen dat daarin in feite tal van bomen schuilgaan.
De laatste jaren werkt Penone ook met marmer. Zoals hij de verborgen levensstructuur in houten balken ontbloot, zo maakt hij ook de donkere aderen in het marmer zichtbaar door de witte steen eromheen weg te hakken. Het is alsof het koude marmer een organisch innerlijk bezit, als waren de grillige zwarte aderen de levensaderen van de steen. Anders dan een wetenschappelijk analist of patholoog-anatoom, die een dood wezen door het uiteen te rafelen als het ware nog doder maakt, brengt Penone de dode materie juist tot leven. De grillige structuren die zich losmaken uit de steen vertonen een opmerkelijke overeenkomst met takken die in hun groei zijn verstrengeld of met de anatomie van over en om elkaar heen grijpende pezen en spieren.
De tentoonstelling in De Pont beslaat de laatste 40 jaar en bevat sleutelwerken uit alle werkgroepen: fotografie, tekeningen en sculpturen.
fleursdumal.nl magazine
More in: Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Sculpture
Joris-Karl Huysmans
(1849-1907)
Le Drageoir aux épices (1874)
IV. Déclaration d’amour
Je sens sourdre dans mon âme une indicible rage, quand je pense à toi, Ninon. Qu’une fille à qui sa mère a dit: Tu es jeune, tu es belle, tu es vierge, cela se vend; que cette fille se livre à un libertin riche et tombe de degré en degré aux excès les plus dégradants, je l’excuse; qu’une fille se donne par amour à un homme qui, après l’avoir mise enceinte, l’abandonne comme un lâche qu’il est; que cette fille s’étale devant le premier venu pour nourrir son enfant, celle-là, je la plains; mais qu’une fille bien élevée, qui est à même de gagner honnêtement sa vie, se roule, de propos délibéré, dans toutes les fanges et dans toutes les sanies, celle-là, je la hais et je la méprise.
Entends-tu, ribaude infâme, je te hais, je te méprise… et je t’aime!
kempis poetry magazine
More in: -Le Drageoir aux épices, Huysmans, J.-K.
PIERRE KEMP
Een leven
door Wiel Kusters
Een van de boeiendste eenlingen uit de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw is de dichter Pierre Kemp (1886-1967). Vanuit zijn Maastrichtse ‘dichterkluisje’, ver van het door hem verafschuwde artistieke leven, bereikte hij met zijn even vitale als melancholische poëzie de harten van zeer veel schrijvende en lezende Nederlanders. In 1956 werd hem de Constantijn Huygensprijs toegekend, in 1958 volgde de P.C. Hooftprijs. Het op de achterzijde van deze prospectus geciteerde gedicht ‘Bloem’ is typerend voor Pierre Kemps blijmoedigheid. Maar uit zijn pen vloeiden ook regels als:
CRITISCH
Ik voel mij door het licht verplicht
te leven,
maar eer ik me aan die plicht om ’t licht
wil geven,
moet ik weten, of het nog anders is
dan in brand gevlogen duisternis
Wie was Pierre Kemp? Hoe werd deze ‘Man in het Zwart’, die werkte op het loonbureau van een Zuid-Limburgse steenkolenmijn, een van ’s lands kleurrijkste dichters? Wiel Kusters schreef een biografie van Pierre Kemp, rijk aan interpretaties van levensfeiten, poëzie en de samenhang daartussen. Hij brengt veel nieuwe gegevens boven water, onder andere over Kemps Muzen. En over het dichterlijke spel dat Kemp zijn leven lang wilde spelen, naast en in het dagelijks bestaan, omdat één leven niet genoeg kon zijn.
Wiel Kusters (1947) heeft niet alleen naam gemaakt als dichter, maar ook als schrijver over literatuur. Bij Vantilt verscheen van hem in 2008 Koolhaas’ dieren.
Over Koolhaas’ dieren: ‘De vele heldere literaire analyses maken Koolhaas’ dieren tot een waardevol boek. (L.H. Wiener, NRC Handelsblad)
UITGEVERIJ VANTILT – ISBN 9789460040443 – NUR 321
Gebonden, geillustreerd, deels in kleur, 14×22 cm, ±800 pagina’s
± € 39,95 | verschijnt mei 2010
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive K-L, Archive K-L, Kemp, Pierre, Wiel Kusters
Sor Juana Ines de la Cruz
(1651-1695)
Hombres
Hombres necios que acusáis
a la mujer sin razón,
sin ver que sois la ocasión
de lo mismo que culpáis:
si con ansia sin igual
solicitáis su desdén,
¿por qué quereis que obren bien
si las incitáis al mal?
Combatís su resistencia
y luego, con gravedad,
decís que fue liviandad
lo que hizo la diligencia.
Parecer quiere el denuedo
de vuestro parecer loco,
al niño que pone el coco
y luego le tiene miedo.
Queréis, con presunción necia,
hallar a la que buscáis,
para pretendida, Thais,
y en la posesión, Lucrecia
¿Qué humor puede ser más raro
que el que, falto de consejo,
el mismo empaña el espejo
y siente que no esté claro?
Con el favor y el desdén
tenéis condición igual,
quejándoos, si os tratan mal,
burlándoos, si os quieren bien.
Opinión, ninguna gana:
pues la que más se recata,
si no os admite, es ingrata,
y si os admite, es liviana
Siempre tan necios andáis
que, con desigual nivel,
a una culpáis por crüel
y a otra por fácil culpáis.
¿Pues cómo ha de estar templada
la que vuestro amor pretende,
si la que es ingrata, ofende,
y la que es fácil, enfada?
Mas, entre el enfado y pena
que vuestro gusto refiere,
bien haya la que no os quiere
y quejaos en hora buena.
Dan vuestras amantes penas
a sus libertades alas,
y después de hacerlas malas
las queréis hallar muy buenas.
¿Cuál mayor culpa ha tenido
en una pasión errada:
la que cae de rogada
o el que ruega de caído?
¿O cuál es más de culpar,
aunque cualquiera mal haga:
la que peca por la paga
o el que paga por pecar?
Pues ¿para quée os espantáis
de la culpa que tenéis?
Queredlas cual las hacéis
o hacedlas cual las buscáis.
Dejad de solicitar,
y después, con más razón,
acusaréis la afición
de la que os fuere a rogar.
Bien con muchas armas fundo
que lidia vuestra arrogancia,
pues en promesa e instancia
juntáis diablo, carne y mundo.
You Men
Silly, you men-so very adept
at wrongly faulting womankind,
not seeing you’re alone to blame
for faults you plant in woman’s mind.
After you’ve won by urgent plea
the right to tarnish her good name,
you still expect her to behave—
you, that coaxed her into shame.
You batter her resistance down
and then, all righteousness, proclaim
that feminine frivolity,
not your persistence, is to blame.
When it comes to bravely posturing,
your witlessness must take the prize:
you’re the child that makes a bogeyman,
and then recoils in fear and cries.
Presumptuous beyond belief,
you’d have the woman you pursue
be Thais when you’re courting her,
Lucretia once she falls to you.
For plain default of common sense,
could any action be so queer
as oneself to cloud the mirror,
then complain that it’s not clear?
Whether you’re favored or disdained,
nothing can leave you satisfied.
You whimper if you’re turned away,
you sneer if you’ve been gratified.
With you, no woman can hope to score;
whichever way, she’s bound to lose;
spurning you, she’s ungrateful—
succumbing, you call her lewd.
Your folly is always the same:
you apply a single rule
to the one you accuse of looseness
and the one you brand as cruel.
What happy mean could there be
for the woman who catches your eye,
if, unresponsive, she offends,
yet whose complaisance you decry?
Still, whether it’s torment or anger—
and both ways you’ve yourselves to blame—
God bless the woman who won’t have you,
no matter how loud you complain.
It’s your persistent entreaties
that change her from timid to bold.
Having made her thereby naughty,
you would have her good as gold.
So where does the greater guilt lie
for a passion that should not be:
with the man who pleads out of baseness
or the woman debased by his plea?
Or which is more to be blamed—
though both will have cause for chagrin:
the woman who sins for money
or the man who pays money to sin?
So why are you men all so stunned
at the thought you’re all guilty alike?
Either like them for what you’ve made them
or make of them what you can like.
If you’d give up pursuing them,
you’d discover, without a doubt,
you’ve a stronger case to make
against those who seek you out.
I well know what powerful arms
you wield in pressing for evil:
your arrogance is allied
with the world, the flesh, and the devil!
Sor Juana Ines de la Cruz poetry
kempis poetry magazine
More in: Archive C-D, Archive I-J
Museum HET DOLHUYS Haarlem
Nationaal Museum van de Psychiatrie
LOUWES versus MEIJERS
18 februari t/m 27 juni 2010
Een historische ontmoeting in foto’s
Ter gelegenheid van het vijfjarige bestaan van Het Dolhuys, het nationaal museum van de psychiatrie, is fotograaf Annaleen Louwes als gastcurator het archief ingedoken om historische foto’s van het museum te combineren met haar eigentijdse werk.
Tijdens haar zoektocht stuitte zij op uniek beeldmateriaal van psychiater Frederik Salomon Meijers, die begin 20e eeuw portretten maakte van psychiatrische patiënten. De beelden behoren tot de oudste foto’s van psychiatrische patiënten in Nederland. De geselecteerde werken van Louwes en Meijers zijn gebundeld in een boekje dat speciaal voor het lustrumfeest wordt uitgegeven.
De fotograaf en de psychiater fotografeerden hun modellen vanuit een verschillende invalshoek. Meijers wilde het psychiatrische ziektebeeld vastleggen van zijn patiënten. Voor Louwes doet het er helemaal niet toe of iemand gek of normaal is: zij wil hen zo puur mogelijk laten zien. Haar modellen komen van de straat, uit gevangenissen en psychiatrische ziekenhuizen.
Toch hebben de foto’s overeenkomsten. De kwetsbare uitstraling van de geportretteerden slaat een brug in de tijd waardoor de foto’s van Louwes en Meijers vaak naadloos in elkaar overgaan. De tentoonstelling past goed in het jubilerende Dolhuys dat in zijn vaste collectie aangeeft dat de grens tussen normaal en abnormaal vaak flinterdun is.
De tentoonstelling is te zien van 18 februari t/m 27 juni 2010.
Het Dolhuys, Schotersingel 2, 2021 GE Haarlem,
fleursdumal.nl magazine
More in: Dutch Landscapes
W i l l e m K l o o s
(1859-1938)
Ik heb geliefd
Ik heb geliefd met het alinnigst wezen
Van mijne ziel zovele lange jaren
Lang, al wat daar heerlijk hoogschoon gerezen
Naast mij en om mij trok door het stage staren
Van mijn uitdromende ogen naar ’t rondwaren
Van schoonheid om mij, of niet een van dezen
De alenige onvolprezene zou wezen,
Die mijn zou zijn in de ongeboren jaren.
Toen kwaamt gij, enige, en gij waart het, maar,
O, dat de golf, die van mij uit zou breken,
Terug moest slaan op ’t hart mijn, slaand het stom
Juist in die stond, toen gij met trots gebaar
Zeidet: ‘k wil zó. Wee mij, ik kon niet spreken
En gij gingt heen en keert u niet meer om.
kempis poetry magazine
More in: Kloos, Willem
Gedicht Tjitske Jansen op gevel in Gilze-Rijen
In de gemeente Gilze-Rijen is in een serie van zes gevelgedichten het vierde gedicht aangebracht.
Het gaat om het gedicht ‘Er was iemand’ van Tjitske Jansen (Barneveld 1971)
uit: Koerikoeloem. Amsterdam 2007
Plaats: Gilze
Ridderstraat 43
Gevelgedichten’ is een project van Hanneke van Kempen, Louis Chamuleau
en Jan de Jong namens de kunstcommissie Gilze en Rijen. De vormgeving
van de gedichten is van Frank Hermens (Hermens Concepts & Creations,
Rijen), het schilderwerk van Suk-Won Buter (Schildersbedrijf Buter,
Rijen). Met dank aan de eigenaren van de panden met de gevels achter de
gedichten.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive I-J, Hanneke van Kempen, Jansen, Tjitske, Street Art
John Frederick Freeman
(1880 – 1929)
More Than Sweet
The noisy fire,
The drumming wind,
The creaking trees,
And all that hum
Of summer air
And all the long inquietude
Of breaking seas—-
Sweet and delightful are
In loneliness.
But more than these
The quiet light
From the morn’s sun
And night’s astonished moon,
Falling gently upon breaking seas.
Such quietness
Another beauty is–
Ah, and those stars
So gravely still
More than light, than beauty pour
Upon the strangeness
Of the heart’s breaking seas.
John Frederick Freeman poetry
kempis poetry magazine
More in: Archive E-F
Pierre Kemp bij zijn huis in de Turennestraat.
Foto Henri de Bouter, 1961. Letterkundig museum.
Bonnefantenmuseum Maastricht
Pierre Kemp
Nobel oud kind !
30.05 – 29.08.2010
‘Lang voordat Pierre Kemp op een nogal unieke manier naam maakte in de Nederlandse literatuur’, aldus Kemp-vorser Fred van Leeuwen, ‘was hij schilder. Daarna is hij een schrijvende schilder geworden. Toen een schilderende schrijver. En tenslotte een schrijver die zelfs niet meer wilde schilderen.’
Kemps meest eigenzinnige schilderwerk ontstond in de periode tussen 1929 en 1935. Geïnspireerd door het symbolisme en Duits expressionisme hanteerde Kemp een helder kleurgebruik en een fantasierijke, naïeve beeldtaal, die niet erg aansloten bij het werk van zijn tijdgenoten. In 1935 stopte Kemp definitief met schilderen.
De collectie van het Bonnefanten omvat het grootste deel van Kemps beeldende oeuvre. Bij gelegenheid van de presentatie op zondag 30 mei in Centre Ceramique van de biografie: Pierre Kemp. Een leven, van de hand van dichter en hoogleraar letterkunde Wiel Kusters opent op de derde verdieping van het Bonnefantenmuseum een overzicht van werken van de beeldend kunstenaar Pierre Kemp. In de tentoonstelling zijn een veertigtal olieverfschilderijtjes, werken op papier en schetsboekjes te zien, alsmede archief- en ander documentatiemateriaal over zijn beeldende oeuvre en persoonlijke leven.
Bij zijn jarenlange onderzoek kwam Wiel Kusters op het spoor van een twaalftal werken op papier die met grote waarschijnlijkheid kunnen worden toegeschreven aan Pierre Kemp. Deze pastels werden aangetroffen in de nalatenschap van pater J. van Well, S.J. die het de jonge Kemp mogelijk had gemaakt afscheid te nemen van de Societe Ceramique, waar hij als plateelschilder werkte, om zich een jaar lang toe te leggen op de verdere ontwikkeling van zijn talent. Van de oogst van dit schilderjaar is tot nu toe niets teruggevonden, maar de nu opgedoken werken hebben er vrijwel zeker deel van uitgemaakt.
Pierre Kemp (1886-1967) werd in 1959 bekroond met de Staatsprijs voor Letterkunde, de P.C. Hooftprijs, en daarmee gecanoniseerd als een van de grote Nederlandse dichters van de twintigste eeuw. Het grootste deel van zijn leven heeft Kemp in Maastricht doorgebracht, afgezien van een verblijf van nog geen jaar in Amsterdam, als leerling-journalist bij het dagblad De Tijd (1915), en natuurlijk ook van de vele uren die hij werkzaam was als loonadminstrateur bij de steenkolenmijn Laura in Eygelshoven (1916-1945).
Pierre Kemp, Concerns, 1941
Olieverf op karton 54,4 x 46,1 cm
Rondom de tentoonstellingen worden er een aantal rondleidingen georganiseerd, inclusief focusrondleidingen door Wiel Kusters, auteur “Pierre Kemp. Een leven” (zondag 6 juni om 15.00 uur) en door conservator Paula van den Bosch, samensteller van de tentoonstelling (zondag 4 juli om 15.00 uur). De focusrondleidingen duren een uur en zijn gratis op vertoon van een geldig entreebewijs. Reserveren: reservations@bonnefanten.nl
Vanaf juli 2010 zullen een reeks zomerworkshops voor kinderen georganiseerd worden rondom het werk van Pierre Kemp: Dichterlijke doeken ! van 27 t/m 30 juli en van 24 t/m 27 augustus.
Op zondag 30 mei vindt er een speciale middag rond Pierre Kemp plaats in Centre Ceramique en het Bonnefantenmuseum. De dag zal als volgt worden ingevuld:
14.00 uur: WIEL KUSTERS’ nieuwe biografie van Pierre Kemp – ‘een van de boeiendste eenlingen uit de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw’ – (Pierre Kemp. Een leven, Nijmegen: Vantilt) zal ten doop gehouden worden. Dr. Jan de Roder (Universiteit Maastricht) houdt een korte inleiding en voert een gesprek met de biograaf. Voorts zal er muziek van Hendrik Andriessen ten gehore gebracht worden, op tekst van Kemp.
16.00 uur: In het Bonnefantenmuseum zal aansluitend de tentoonstelling van het werk van Kemp worden geopend. In de tentoonstelling zijn een veertigtal olieverfschilderijtjes, werken op papier en schetsboekjes te zien, alsmede archief- en ander documentatiemateriaal over zijn beeldende oeuvre en persoonlijke leven.
Naast zijn beeldende oeuvre wordt ook hierin een korte film over de dichter-schilder uit 1967 vertoond. Deze film is meer dan veertig jaar niet meer te zien geweest. Zij bevat de enige bewegende beelden die er van de dichter bestaan.
Pierre Kemp, Landschap met dame, dood en duivel,
1939 Olieverf op karton 50,2 x 40,2 cm
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, Kemp, Pierre
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature