Or see the index
De beste Nederlandstalige dichtbundels van het afgelopen jaar zijn die van Pieter Boskma, Geert van Istendael, Ilja Leonard Pfeijffer, Toon Tellegen en Maud Vanhauwaert.
Zij maken daarmee kans op de VSB Poëzieprijs 2016. Juryvoorzitter Kees ’t Hart maakte zojuist de namen van de vijf genomineerden bekend in VPRO ’s Nooit meer slapen op NPO Radio 1. De VSB Poëzieprijs is de belangrijkste prijs voor Nederlandstalige poëzie en bekroont jaarlijks de beste bundel van het afgelopen jaar met een bedrag van 25.000 euro. De uitreiking van de VSB Poëzieprijs 2016 vindt op 27 januari a.s. in Groningen plaats en is daarmee het eerste hoogtepunt in de Poëzieweek 2016.
De dichters ontvangen hun nominatie voor de volgende bundels:
Pieter Boskma, voor de bundel ‘Zelf’
Uitgeverij De Bezige Bij, 2014
Geert van Istendael, voor de bundel ‘Het was wat was’
Uitgeverij Atlas Contact, 2015
Ilja Leonard Pfeijffer, voor de bundel ‘Idyllen’
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2015
Toon Tellegen, voor de bundel ‘De werkelijkheid’
Uitgeverij Querido, 2014
Maud Vanhauwaert, voor de bundel ‘Wij zijn evenwijdig’
Uitgeverij Querido, 2014
Totaal van 114 inzendingen illustreert vitaliteit van de poëzie: De jury van de VSB Poëzieprijs 2016 boog zich dit jaar over 114 dichtbundels, zeven bundels meer dan vorig jaar. Uit de zeer diverse en kwalitatief hoogstaande inzendingen spreekt ontegenzeggelijk de vitaliteit van de poëzie. Vertrouwde thema’s als de zoektocht naar de eigen identiteit, het spel met werkelijkheid en verbeelding en het verlangen naar taalkunst ontbraken niet. Daarnaast viel de jury een tendens op van expliciet politiek engagement in de vorm van kritische reflectie op de economische en ecologische crises. Ook werd opvallend veel gebruik gemaakt van het werk van voorgangers: veel dichters putten dankbaar uit het enorme reservoir aan vormen, beelden en stijlen om op toch weer verrassende wijze betekenis te geven aan de wereld van vandaag. De jury heeft met genoegen de vijf bundels die binnen dit bonte gezelschap uitblinken door originaliteit, kracht en poëtische schoonheid met een nominatie beloond.
VSB Poëzieprijs op tournee: Voorafgaand aan de uitreiking van de VSB Poëzieprijs 2016 presenteren de vijf kans hebbende dichters hun genomineerde bundels op verschillende Vlaamse en Nederlandse podia, o.a. in Rotterdam, Gent, Den Haag, Antwerpen, Arnhem, Utrecht en Amsterdam. Kijk voor alle data en locaties op www.vsbpoëzieprijs.nl.
Over de Poëzieweek / 28 januari – 3 februari 2016: Sinds 2013 bundelen bekende poëzie-evenementen als Gedichtendag, de VSB Poëzieprijs, de Dichter des Vaderlands en de Turing Gedichtenwedstrijd hun krachten in de Poëzieweek. Met de bundeling van activiteiten willen de partners een groter bereik creëren voor poëzie. De Poëzieweek is een Nederlands-Vlaamse samenwerking van Poetry International, Poëziecentrum, Stichting Lezen Vlaanderen, Stichting Lezen Nederland, Nederlands Letterenfonds, Poëzieclub, Stichting CPNB en Boek.be, met steun van de Nederlandse Taalunie.
# MEER INFO WEBSITE VSB POËZIEPRIJS
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, POETRY ARCHIVE, Toon Tellegen
Literaire heldenverering heeft in Nederland een bescheiden traditie. Als we op zoek gaan naar de waardering voor schrijvers dan zien we vooral aandacht voor het werk zelf maar minder voor de persoon van de schrijver. Bescheidenheid, belangrijk onderdeel van de mentalité collective, heeft geleid tot een geringe heldenverering in de vorm van literaire gedenktekens. ‘Niets is dwazer dan in koper op een plein te staan’ is in dit verband een veelzeggend citaat van niemand minder dan de grote schrijver en humanist uit de vijftiende eeuw Erasmus. We komen uit de traditie van ‘het gaat niet om de schrijver maar om zijn werk, niet de zanger maar zijn lied is van belang’.
Schrijversbeelden.nl probeert hierin verandering te brengen. Auteurs moeten vooral gelezen worden, maar er mag daarnaast wel meer aandacht komen voor de drie-dimensionale gedenktekens van onze literatuur. Beelden van schrijvers als uiting van oprechte verering en waardering voor oorspronkelijkheid en talent. Met schrijvers in brons of steen plaatsen we hen op het voetstuk dat zij verdienen. Bovendien zijn de sculpturen in de vorm van borstbeelden en portretbustes decoratief en verfraaien zij bibliotheek en boekenkast.
Schrijversbeelden.nl heeft een ruime en unieke selectie beelden van beroemde auteurs; dit betreft zowel Nederlandse schrijvers als schrijvers uit het buitenland. Schrijversbeelden.nl produceert replica’s van bestaande beelden maar brengt ook nieuw werk op de markt. In samenwerking met kunstenaars wordt gewerkt aan beelden en gedenktekens waarmee waardering voor schrijvers en literatuur tot uiting wordt gebracht.
# Meer informatie op website schrijversbeelden.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, Art & Literature News, Museum of Literary Treasures, Sculpture
Frans Kellendonk overleed in 1990 op negenendertigjarige leeftijd. Hij was schrijver, anglist en vertaler. Daarnaast was hij jarenlang redacteur en medewerker van De Revisor. Voor Bouwval ontving hij de Anton Wachterprijs, voor Mystiek lichaam de Bordewijkprijs. Kellendonks werk wordt alom gerekend tot het beste dat in het moderne Nederlands is geschreven.
Een kwarteeuw na zijn overlijden staat zijn schrijverschap nog altijd volop in de belangstelling, getuige onder meer de publicatie van De brieven, waarin voor het eerst de persoonlijke correspondentie van Kellendonk te lezen is. En met het Verzameld werk, bezorgd door Jaap Goedegebuure en Rick Honings.
Het eerste deel van het Verzameld werk omvat Kellendonks romans, van zijn debuut Bouwval tot aan zijn laatste roman, Mystiek lichaam, en zijn verhalen. In het tweede deel zijn essays, kritieken, reisverhalen en een ruime keuze uit de ongebundelde artikelen, aangevuld met een bibliografie, een biografische schets en enkele interviews.
Auteur: Frans Kellendonk
Verzameld werk – 2 delen in cassette
Romans en verhalen / Essays en artikelen
Uitgeverij Querido
isbn 9789021400327
Hardcover € 59,99
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Frans Kellendonk, Jaap Goedegebuure
Met ontblote bovenlijven liepen de mannen langs het bed en de kraaien. Hadden een paar opmerkingen over voor de vrouwen in het zwart die ze wel of niet konden uitstaan, meestal niet. Want in hun zwarte kleren zagen de kraaien er nauwelijks vrouwelijk uit. Hun doodse rouwjurken maakten hen eerder afschrikwekkend dan aantrekkelijk, voorzover ze nog over een lichaam beschikten dat een vent aansprak. Ze deden er ook niet veel aan om er goed uit te zien. Getrouwd waren ze toch. Daar konden hun kerels niets meer aan veranderen.
Nu het avond werd, kwamen de mannen zoals gewoonlijk uit het hele dorp in de caféhof bij elkaar. In kleine groepjes stonden ze te praten. Of zaten ze op hun hurken en speelden met hun messen. Spelletjes landverbeuren. Over het dorp trok de weeë geur van de vuren op de velden, waar elke avond in de oogsttijd het droge aardappelloof in brand werd gestoken. De rook was hinderlijk, doch beloofde een gezellig einde van de dag. Vooral als het weer wilde meewerken, veroorzaakte de in hun keel brandende lucht veel dorst en die zette het volk tot drinken aan. Dat had vaak een algemene vrolijkheid tot gevolg. De oogsttijd had toch altijd al een feestelijk karakter. De jongen in zijn bed kreeg het moeilijk door de kwalijke dampen. Hij hoestte veel en spuwde klodders bloed over de beddensprei uit. Tot ergernis van de kraaien, wie het gedoe van de jongen begon te vervelen. Meer en meer hing zijn aanwezigheid hen de strot uit. Het zag ernaar uit dat het kind hen voor de gek hield. Veertien dagen niet eten, almaar bloed spuwen en dan nog niet dood. Dat was te gek. Dat hadden ze nooit eerder meegemaakt. En dan al die vuile was en narigheid! Om het uur schone lakens. Welke vrouw zou daar niet knettergek van worden? Plotseling werd de avondrust verstoord door de boskat, die krijsend uit de werkplaats van de timmerman vloog en brandend over het plein buitelde. Het krijsen van de met zichzelf vechtende kat deed de mensen de haren te berge rijzen. Met de dood in het lijf rolde de kermende bal vuur over het plein, maar de vlammen doofden niet en sloegen steeds weer op uit het kleine lijf. Met een vuile grijns op zijn gezicht zat de timmerman achter het dier aan. Met een lat sloeg hij op de brandende kat in, de hemel prijzend dat hij weer een van die verrekte dieren van de jongen te pakken had gekregen. Het dier was zo dom geweest om zich in de werkplaats te verbergen.
Als de kat haar hersens had gebruikt, had ze kunnen weten dat de timmerman haar daar ooit zou vinden, in de olie zou soppen en in de fik zou steken. Ze was niet meer te redden. De jongen in bed hoorde zijn kat huilen. Hij schoot overeind en gilde. Sloeg wild met zijn armen. Zag in een heldere vlaag zijn getemde boskat, door het dodelijke vuur omarmd. Hij riep het beest. De kat herkende zijn stem en zette koers naar het bed, een brandend spoor achterlatend, en vloog met een vaart op dekens en sprei. Bij het zien van dit eigenlijk ontroerende tafereel vielen de kraaien in onmacht. De jongen kwam onder de lakens uit en drukte de kat tegen zich aan. Met het dier in zijn armen viel hij uit bed. De toegesnelde mannen hadden al hun kracht nodig om de kat uit de armen van de jongen los te trekken en het vuur uit zijn pyjama te slaan. De jongen, die al zoveel had geleden, kende de pijn van het vuur niet meer. Alleen de pijn van verlatenheid en ellende, die hem in het krijsen van zijn boskat zo had getroffen. Hij gilde hard en sloeg met een kracht van zich af die men hem niet meer had toebedacht. Kaffa was van zijn plaats opgevlogen. Hij zag de hopeloze strijd van de kat. De tranen sprongen in zijn ogen. Om de kat uit zijn lijden te verlossen dacht hij niet lang na, greep het dier en sloeg het tegen de meidoorn de hersens in. Toen richtte hij zijn aandacht op de timmerman. De bruut moest maken dat hij wegkwam, want Kaffa leek in staat hem af te maken. De man vluchtte zijn werkplaats in en deed voor de zekerheid de deur achter zich op slot.
Ton van Reen: Landverbeuren (58)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
Zelfs opoe Ramesz leek ervan te schrikken en greep met beide handen naar haar oren. De bakker laadde het overgebleven brood uit de wagen en joeg het paard naar de wei. Voor hem zat de dagtaak erop. Ook de slager sloot de deur van zijn winkel en droeg het vlees uit de toonbank naar de kelder.
Daarna deed hij de stal op slot, waarin hij de biggen had ondergebracht die de volgende dag de varkenshemel in zouden gaan. Hij haalde een fles bier uit de keuken en ging op de stoep voor zijn winkel zitten uitblazen, zijn schort nog voor, zijn kleding onder de bloedvlekken. Alleen opoe Ramesz bracht nog wat leven op het plein door zo nu en dan op haar stoofje te stampen. Ze bracht meer vrolijke geluiden voort dan anders. Ze leek plotseling veel plezier in het leven te hebben. Meer dan de vier kaarters die nu te dronken waren om nog te kunnen spelen en die versuft in hun stoelen hingen en op hun kleren kwijlden. De oude mannen wisten van de wereld geen kwaad meer. Voelden zich nauwelijks nog aanwezig op het plein. En hadden er helemaal geen idee van dat dicht bij hen een kind op sterven lag. De jongen was wakker geworden door het rammelen van de bakkerskar. Hij huilde. De kraaien, die hier en daar een praatje stonden te maken, keerden terug naar het bed. Ze zagen dat hij rochelde en bloed spuwde. De witte sprei zat onder de rode vlekken. Dat wekte de ergernis van de vrouwen op. De jongen bezorgde hun veel hoofdbrekens. Hij hoorde er netjes bij te liggen, al lag hij dan op sterven. Ook het oog wilde wat. En daarom verschoonden ze voor de zoveelste keer zijn lakens. In Solde hoorde men proper te sterven, zelfs zo’n bengel van een jongen.
De boeren kwamen thuis van het land. Ze reden hun karren de schuren in en stapelden de zakken aardappels op. Anderen dreven hun koeien naar de pomp. Traag sjokten de dieren naar de drinkgoot, moe en lusteloos alsof ze het leven ook maar moesten uitdienen. Net of ze er weet van hadden dat ze ooit, in moten verdeeld, in de winkel van slager Azurri zouden eindigen. Zelfs het koele water bleek niet bij machte de duistere voorgevoelens uit hun koppen te verdrijven. Ze hieven hun staart op, plaatsten hun achterpoten uit elkaar en zeikten terwijl ze hun pensen vol zopen. Daarna liepen ze uit zichzelf naar de stallen, waar ze werden gemolken en aan kettingen werden gelegd. Plotseling zag Kaffa dat een van de koeien vreemd met haar kop draaide, door de benen zakte en met het schuim op de bek op de grond viel. Kaffa liet zijn mes vallen, rende naar de koe en knielde erbij neer. De tong hing uit de bek. De ogen draaiden. Ook de slager zag dat de koe het te kwaad had. Wat mankeerde dat beest? Mond-en-klauwzeer? Miltvuur? Azurri zag het met welgevallen. De koe was reddeloos verloren, ook al zou de boer al het mogelijke doen om het dier op te lappen. Een koe die erbij ging liggen, had zich al overgegeven aan de dood. Met een kennersblik schatte de slager dat het beest nog enkele dagen te leven had. Wellicht zou hij het al eerder onder het mes krijgen. Voor een koopje. Als boeren hem vee aanboden dat spoedig dood zou gaan, kon hij best een stuk onder de prijs betalen. Ze konden er toch nergens anders mee heen. Met een ziek dier was niet te leuren. De boer, die blijkbaar nog niet wilde weten dat de koe verloren was, knuppelde het dier genadeloos overeind en sloeg het de stal in. Na hun werk wasten de mannen zich bij de pompbak. Ze waren moe. Het koele water friste hen op. Ze praatten opgewekt. Dagelijkse praat over de oogst, de beesten, de prijs van de melk, en vooral de droogte die het maar niet liet afweten. Ze letten niet op het zieke kind dat hun luidruchtige taal goed kon horen maar niet meer de betekenis ervan begreep. Niemand kon het die boeren kwalijk nemen dat ze weinig interesse voor de jongen toonden. Tenslotte lag hij al weken zo. En wie zei dat hij doodging?
Ton van Reen: Landverbeuren (57)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
De wraak van Vondel van Frank van Pamelen is een literair labyrint dat teruggaat naar de tijd van Vondel, naar de rederijkers uit de zeventiende eeuw en hun opvolgers. Op twaalf plaatsen in Amsterdam hebben zij sporen nagelaten, aanwijzingen die leiden naar het best bewaarde geheim uit de vaderlandse geschiedenis. Een geheim met gevolgen voor de troonswisseling. Aan journalist Maaike van Reede de taak om het mysterie op te lossen. Ze belandt in een doolhof van dichtregels en cryptische verwijzingen en heeft nog achttien uur tot de troonswisseling. De wraak van Vondel is voor de lezers van Dan Brown en IV van Arjen Lubach.
Frank van Pamelen werd op 17 juni 1965 geboren in Terneuzen, studeerde Letteren aan de Katholieke Universiteit Brabant en is schrijver, dichter en kleinkunstenaar. Hij woont met vrouw en dochters in Tilburg. Van Pamelen schrijft cabaretpogramma’s, musicals, jeugdboeken, kinderliedjes, columns, gedichten en teksten voor radio en televisie.
Zijn werk was te horen en te lezen bij o.a. De Tweede Ronde, Brabants Dagblad, Trouw, Ook Dat Nog (KRO), VOF de Kunst, Vroege Vogels (VARA), NRC Next, Theater van het Sentiment (KRO), Dit is de Dag (EO) en Cappuccino (NCRV).
Zijn boeken verschijnen bij Ambo|Anthos (literaire thriller), Leopold (jeugdboeken) en Nijgh & Van Ditmar (light verse).
De wraak van Vondel
Een eeuwenoud mysterie, een apotheose in Amsterdam rond de troonswisseling van 2013
€ 19,99
Auteur: Frank van Pamelen
ISBN 9789026329906
Uitgever Ambo/Anthos Uitgevers
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive O-P, Art & Literature News, Frank van Pamelen, LIGHT VERSE, Thrillers
Toneelgroep De Appel presenteert van 18 november tot en met 24 maart Het Heijermans Festival. Een festival met als rode draad Herman Heijermans en de zee. Iedereen kent Herman Heijermans van Op hoop van zegen en Kniertje, maar Heijermans is meer dan ‘de vis wordt duur betaald’. Hij publiceerde ook haarscherpe columns, schetsen onder pseudoniem Samuel Falkland en artikelen waarin hij de maatschappij genadeloos analyseerde.
Al ruim 40 jaar heeft Toneelgroep De Appel haar thuis op een steenworp afstand van de haven en de zee. De thematiek van Op hoop van zegen (1900) zit diep geworteld in de Scheveningse ziel. Daarom brengt De Appel dit prachtige stuk, dat in ons collectief geheugen zit, naar de plek waar het gespeeld hoort te worden.
Regisseur Arie de Mol heeft een grote bewondering voor Heijermans. Hij regisseerde eerder de stukken Ora et labora en De opgaande zon van Heijermans.
Met de spelers werd een twintigtal eenakters (kort toneelstuk) van Heijermans gelezen. Onontgonnen pareltjes die weinig of nooit gespeeld werden, van kluchtige schetsen tot intieme drama’s. Regisseurs David Geysen, Annechien de Vocht en de spelersgroep presenteren zes van deze eenakters, die te zien zijn in het programma 6x Heijermans.
Pieternel Bollmann regisseert Pitten dat gespeeld wordt door amateurspelers uit Scheveningen. En dan volgen er nog kleinere projecten zoals Op weg naar Heijermans een avond met Heijermansbiograaf Hans Goedkoop, Op weg naar de zee met Anna Rottier en Waanzee avond met schrijver Robert Haasnoot.
Vanaf januari volgen er voorstellingen waarin een hoofdrol is weggelegd voor de zee: de onvoorspelbaarheid van de zee, de zee als inspiratiebron en prikkel van de menselijke verbeelding. We verwachten o.a. de gastvoorstelling De dood en de zee van het muziektheatercollectief Volksoperahuis, de familievoorstelling 20.000 mijlen onder zee (8+) geregisseerd door Annechien de Vocht en de collagevoorstelling Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld!, regie David Geysen. Maar ook lezingen, tentoonstellingen en activiteiten voor en door Scheveningers.
auteur: Herman Heijermans
regie: Arie de Mol
decor en kostuums: Theo Tienhooven
licht: Gé Wegman
muziek: Ruud van der Pluijm
dramaturgie: Alain Pringels, Mart-Jan Zegers
spel: Isabella Chapel, Abe Dijkman, Lore Dijkman, Bart van den Donker, Beaudil Elzenga, Gitta Fleuren, David Geysen, Geert de Jong, Judith Linssen, Hugo Maerten, Bob Schwarze, Martijn van der Veen, Iwan Walhain, Jessie Wilms
speelperiode woensdag 18 november t/m zondag 20 maart 2016
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Herman Heijermans, THEATRE
Jan Schoonhoven
Auteur:Antoon Melissen
Uitgever:nai010
ISBN: 978-94-6208-248-9
Deze publicatie schetst voor het eerst een compleet beeld van Schoonhovens fascinerende oeuvre
Tentoonstellingen Stedelijk Museum, Schiedam en Het Prinsenhof, Delft, 31 oktober 2015 – 14 Februari 2016
Met veel uniek materiaal, waaronder correspondentie met kunstenaar-vrienden en schetsen
Jan Schoonhoven (1914–1994) is wereldberoemd geworden met zijn sculpturale reliëfs en werken op papier. Bijna veertig jaar lang werkte Schoonhoven aan de ontwikkeling van zijn reliëfs uit papier-maché, papier en karton – naast zijn baan als ambtenaar bij de PTT.
Deze monografie plaatst Jan Schoonhoven voor het eerst in een internationale context, als een actieve en invloedrijke speler in de Europese naoorlogse ontwikkelingen in de kunst. De vroege jaren komen uitgebreid aan bod: de invloed van bijvoorbeeld Paul Klee en Jackson Pollock, en zijn deelname aan de Nederlandse Informele Groep, eind jaren vijftig. Ook Schoonhovens betrokkenheid bij de Nederlandse Nul-groep en de internationale ZERO-beweging wordt belicht. De monografie toont bovendien dat Schoonhovens oeuvre zich bleef ontwikkelen, ook in de jaren na ‘Nul’.
Deze monografie met veel tot nu toe onbekende werken en foto’s werpt nieuw licht op werk en leven van deze twintigste-eeuwse ‘meester van het wit’.Antoon Melissen is kunsthistoricus en auteur van publicaties met een nadruk op Nederlandse kunst van de late jaren vijftig, zestig en zeventig in een Europese context.
ISBN 978-94-6208-248-9 |39,95E | Antoon Melissen | design: Studio Joost Grootens | Nederlands | hardcover | 24 x 28 cm | 192 pag. | geillustreerd (160 kleur) | in samenwerking met: Stichting Jan Schoonhoven | met steun van: Stichting Charema, Fonds 21, De Gijselaar-Hintzenfonds, Stichting Harten Fonds
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Jan Schoonhoven
Het mooiste internationale literatuurfestival van Nederland | donderdag 14 t/m zondag 17 januari 2016 in Den Haag
Winternachten Festival van donderdag 14 t/m zondag 17 januari 2016 in Den Haag
Het Winternachten Festival neemt in januari 2016 vier dagen lang bezit van de podia van Theater aan het Spui en Filmhuis Den Haag. Hieronder het programma met tijden en toegangsprijzen.
De kaartverkoop is van start gegaan – met vroegboekkorting op tickets voor de grote festivalavonden op vrijdag 15 en zaterdag 16 januari.
Te gast zijn:
ADONIS | TARIQ ALI | JOSÉ EDUARDO AGUALUSA | ALAA AL ASWANI |JOANNA BATOR | ABDELKADER BENALI | WIM BRANDS | MIRCEA CARTARESCU | JUNG CHANG | JENNIFER CLEMENT | ADRIAAN VAN DIS | RENATE DORRESTEIN | GYÖRGI DRAGOMÁN | SLAVENKA DRAKULIĆ | MIRA FETICU | RODAAN AL GALIDI | PETINA GAPPAH | DAAN HEERMA VAN VOSS | KRISTIEN HEMMERECHTS | TOINE HEIJMANS | STINE JENSEN | KARL OVE KNAUSGÅRD | HERMAN KOCH | ANDREJ KOERKOV | MICHEL KRIELAARS | MICHAEL KRÜGER | GEERT MAK | NEEL MUKHERJEE | SUSAN NEIMAN | JAMAL OUARIACHI | CONNIE PALMEN | ILJA LEONARD PFEIFFER | JEROEN VAN ROOIJ | INGE SCHILPEROORD | RUNA SVETLIKOVA | P.F. THOMÉSE | MAUD VANHAUWAERT | ANNELIES VERBEKE | ANNA WOLTZ e.v.a.
Muziek:
GUY DANEL | DJ SOCRATES | DICK VAN DER HARST | HELMUT LOTTI | GERSON MAIN | WIM SEGERS | TYPHOON | FLOREJAN VERSCHUEREN | REINIER VOET | LIESELOT DE WILDE |
FESTIVALPROGRAMMA
donderdag 14 januari vanaf 20:00 uur (€ 15/ UITpas € 12,50/CJP, studenten, Ooievaarspas € 7,50)
OPENING NIGHT de vrijheid van meningsuiting staat centraal op deze avond, met de Free the Word!-speech door Jung Chang (Wilde Zwanen) en de uitreiking van de Oxfam Novib PEN Award for Freedom of Expression
vrijdag 15 januari vanaf 20:00 uur (€ 28,50/€ 26/€ 14,25)*
FRIDAY NIGHT UNLIMITED grote gevarieerde festivalavond met tientallen programma’s met heel veel schrijvers. Met één ticket toegang tot alle programma-onderdelen, muziekoptredens en festivalfilms
zaterdag 16 januari 14:30-15:45 (€ 15/€ 12,50/€ 7,50)**
WIM BRANDS INTERVIEWT KARL OVE KNAUSGÅRD
zaterdag 16 januari 16:15-17:30 (€ 15/€ 12,50/€ 7,50)**
LEESCLUB WIM BRANDS over Vrouw, het 6de deel van de serie Mijn Strijd van Karl Ove Knausgård
zaterdag 16 januari 14:30-15:45 (€ 15/€ 12,50/€ 7,50)**
NRC LEESCLUB LIVE over Lucifer van Connie Palmen
zaterdag 16 januari 16:15-17:30 (€ 15/€ 12,50/€ 7,50)**
ANNA LUYTEN INTERVIEWT CONNIE PALMEN
zaterdag 16 januari vanaf 20:00 (€ 28,50/€ 26/€ 14,25)*
SATURDAY NIGHT UNLIMITED grote gevarieerde festivalavond met tientallen programma’s met heel veel schrijvers. Met één ticket toegang tot alle programma-onderdelen, muziekoptredens en festivalfilms
zondag 17 januari 10:00-11:30 (vrije toegang na aanmelding)
VPRO’s OVT LIVE vanuit de gezellige foyer van festivallocatie Theater aan het Spui: de radio-uitzending met publiek van dit populaire programma over de actualiteit van de geschiedenis
zondag 17 januari 14:00-16:00 (€ 15/€ 12,50/€ 7,50)
HET SCHRIJVERSFEEST de feestelijke afsluiting van het festival is een programma rond de Nederlandse literatuur en de uitreiking van de Jan Campert-prijzen, waaronder de Constantijn Huygens-prijs voor Adriaan van Dis voor zijn gehele oeuvre
# meer informatie op website writersunlimited/winternachten
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, Art & Literature News, MUSIC, Renate Dorrestein, THEATRE, Winternachten
Hoofdstuk 9 – Inmiddels verstreek de middag. De zon was over zijn hoogste punt heen. De schaduwen begonnen langer te worden. Was vroeg in de middag het dorpsplein een en al zon, met alleen schaduw recht onder de meidoorn, nu was de schaduw overal.
Voor opoe Ramesz was er in de buurt van haar huis geen plekje meer om in de zon te zitten. Haar gezicht stond dan ook erg ontevreden en ze zat te rillen van de kou. Jacob Ramesz, die het spelletje landverbeuren had verloren, maar dat goed kon verwerken omdat hij nooit op een overwinning had gerekend, liep naar zijn deurgat terug. Naar dat mens dat hem al jaren op zijn zenuwen werkte. Die klit aan zijn lijf. Dat zo iemand maar bleef leven. Vroeger, godverdomme, toen was het anders. Toen hoefde hij maar met zijn vingers te knippen om haar van de ene naar de andere hoek van zijn kot te laten kruipen. Dat mens hing daar maar in haar stoel. Levenloos, maar vast van plan het nog jaren vol te houden. Wat een ellende! Drie keer al had ze op het kantje gelegen. Drie keer had ze de genade der stervenden ontvangen, maar telkens had ze het overleefd. En alle keren was ze met veel zorg door kerk en buurt omgeven geweest. Terwijl ze zich anders nooit iets van haar aantrokken, hadden de kraaien haar toen hartstikke verwend. Moest je toch eens horen hoe ze met haar poten op het stoofje zat te roffelen om hem te dwingen het ding bij te vullen. Gottegot, dat moest dan maar weer. Jacob deed zijn plicht. Als hij haar liet verrekken, zou het volk van Solde hem pas echt uitspuwen. Daar paste hij voor. Hij liet zich het dorp niet uit jagen. Hij dook in het achterhuis om de laatste kolen bij elkaar te schrapen. Er was nog brandstof voor een paar dagen. Dan zou ze het zonder moeten doen.
Hij was benieuwd hoe ze daarop zou reageren. Zou ze gaan schreeuwen? Hysterisch worden? Zo zat opoe Ramesz even later weer boven haar rokende stoofje te glimlachen. De walm trok onder haar rokken en kroop tussen kraag en mouwen naar buiten. Ze was er zo aan gewend geraakt dat ze er niet eens meer van hoefde te hoesten. Ze hoorde de timmerman maar zag hem niet, omdat haar hersens de beelden die haar ogen opvingen door de molen haalden. De omgeving voor haar veranderend in steeds andere, maar steeds verkeerd in elkaar gezette legpuzzels. Waarin zelfs zij, opoe Ramesz zelf, met haar eigen stoofje, dan weer hier, dan weer daar zat. In de meidoorn of op de tafel van de kaarters. Tegen de gevel van de kerk of onder het bed van de jongen. Soms broederlijk naast de tamme buizerd of tot aan haar strot in de spoelbak. Nooit voor haar deur. Ze zat er met haar rug naartoe, zodat haar eigen huis en haar eigen vent nooit in het verwarde legpatroon van haar waarnemingen voorkwamen. Haar warme stoofje maakte haar weer zo opgewekt dat ze naar iedereen leek te lachen.
Ondertussen had de timmerman, zo goed en zo kwaad als hij kon, het gat in het dak van de kerk gedicht. Hij ging naar binnen om de pastoor aan te spreken over het resterende deel van zijn loon, maar Joachim Andrade gaf niet thuis. In extase lag hij op de trappen voor het altaar te bidden. Iedereen in Solde wist dat je hem in deze houding niet mocht storen, omdat zijn hemelse verrukking dan binnen één tel kon omslaan in aardse gramschap. Wel vreemd dat men hem altijd aantrof in gebed als men iets van hem nodig had. Als het op geld aankwam, had die pastoor altijd wel wat om een mens aan het lijntje te houden. De timmerman vloekte, maar begreep dat er op dit moment geen cent voor hem in het vat zat. Hij zwoer nooit meer een hand voor die verdomde zwartrok uit te steken. Teleurgesteld verzamelde hij zijn gereedschap, nam zijn ladder op de nek en sjouwde terug naar de werkplaats. Hij zette de ladder binnen en plofte als een zak in een hoop houtkrullen. Hij snakte naar drank, maar hij was zo moe als een hond en bleef van louter ellende liggen. Nu het tegen de avond liep, leek het of alle geluiden wat dichter in elkaar schoven. Het geratel van de bakkerskar die het plein op reed, klonk dan ook des te harder op. Het knarsen van de wielen over het grind drong scherp in alle hoeken door.
Ton van Reen: Landverbeuren (56)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
Op 26 november verschijnt Vuur! bij Uitgeverij Atlas Contact: een bloemlezing van A.H.J. Dautzenberg van Nederlandstalige schrijvers die het maatschappelijk engagement niet schuwden. De verschijning van Vuur! wordt donderdagmiddag 26 november tijdens het Wintertuinfestival gevierd met een speciaal symposium gewijd aan engagement in de kunsten.
Naast A.H.J. Dautzenberg zijn onder andere Kristien Hemmerechts, Wunderbaum en Eva Meijer te gast.
Aan alle sprekers van de middag is de taak opgelegd om het publiek met hun vuur aan te steken. A.H.J. Dautzenberg opent het symposium. Kristien Hemmerechts probeert haar engagement over te dragen. Theatergezelschap Wunderbaum betreedt het podium om te laten zien dat engagement niet alleen in literatuur hoeft te bestaan. De band betonfraktion zorgt voor muzikale opschudding en Diederik Stapel leidt het publiek door de middag. Tijdens het symposium zullen ook de ‘vuurstenen’ worden ingewijd, twee originele plavuizen uit het gangpad van het huis van Multatuli in Rangbasbitung, waar hij als assistent-resident van Lebak woonde en werkte. Na het symposium worden de stenen in de collectie van het Multatulihuis opgenomen.
U bent van harte uitgenodigd om het symposium op donderdag 26 november bij te wonen. Kaarten voor het symposium kunt u kopen via www.wintertuinfestival.nl/donderdag
A.H.J. Dautzenberg debuteerde in 2010 met de absurdistische verhalenbundel Vogels met zwarte poten kun je niet vreten. Sindsdien schreef hij verschillende romans en verhalenbundels waarin hij journalistieke en morele dilemma’s aansnijdt en geldt hij als een van de meest controversiële schrijvers van Nederland.
Kristien Hemmerechts publiceerde talloze romans en ontving onder meer de Frans Kellendonkprijs voor haar gehele oeuvre. Recente werken als De vrouw die de honden eten gaf, waarin ze in de huid kroop van de ex-vrouw van Dutroux, en Alles verandert, waarin ze de sekse van de personages uit In ongenade van Coetzee verwisselt, deden veel stof opwaaien.
Beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter Eva Meijer probeert het publiek aan te steken met het engagement uit haar roman Dagpauwoog, waarin het dierenactivisme centraal staat.
Theatergezelschap Wunderbaum betreedt het podium om te laten zien dat engagement niet alleen in literatuur hoeft te bestaan. Wunderbaum maakt voorstellingen over actuele thema’s. Het gehele oeuvre werd in 2007 bekroond met de Mary Dresselhuysprijs.
De band Betonfraktion zorgt voor muzikale opschudding en Dautzenbergs goede vriend Diederik Stapel leidt het publiek door de middag.
Vuur! Symposium over engagement in de kunsten met A.H.J. Dautzenberg
Datum: donderdag 26 november 2015
Locatie: CC3, Mercatorpad 1, Radboud Universiteit, Nijmegen
Aanvang: 16.00u, Zaal open: 15.45u
Entree: € 6 / € 3 (CJP-/ studentenpas)
Meer info en kaartverkoop: www.wintertuinfestival.nl/donderdag
Over Vuur! De Nederlandse en Vlaamse literatuur heeft de nodige hemelbestormers voortgebracht. Schrijvers die niet met hun rug naar de samenleving gingen staan, maar die meenden dat hun ideeën en geschriften het verschil konden maken. Hun vervoering leverde bezielde boeken op. In Vuur! bloemleest A.H.J. Dautzenberg Nederlandstalige schrijvers die het maatschappelijk engagement niet schuwden. Van Multatuli tot Dimitri Verhulst, van Herman Heijermans tot Kristien Hemmerechts. In een tijd waarin engagement een vies woord lijkt, maar waarin schrijvers ook regelmatig te weinig maatschappelijke betrokkenheid verweten wordt, is Vuur! een hommage én een aansporing.
fleursdumal.nl magazine
More in: A.H.J. Dautzenberg, Archive C-D, Art & Literature News, MONTAIGNE, Wintertuin Festival
Stefan Zweig
(1881-1942)
Die Nacht der Gnaden
Ein Reigen Sonette
I.
Ein schwarzer Flor umkränzte die Gelände.
Wie Boote segelten am Himmelsmeer
Die letzten lauen Abendwolken her
Und gossen Schattenschleier um die Wände.
Das Zimmer dunkelte. Die heißen Hände
Der beiden lagen willenlos und schwer
In ihrem Schoß und suchten sich nicht mehr.
Die leeren Worte waren längst zu Ende.
Sie bebten beide. Und ein Schweigen kam
Mit banger Schwüle. Er hielt sie umfangen
Und flehte ohne Wort: “Sei mein! Sei mein!”
Sie zitterte. Die Blüte junger Scham
Wuchs purpurn über ihre blassen Wangen,
Und Tränen stammelten: “Es darf nicht sein.”
II.
Da ließ er sie: “Ich will dich nicht betören.
Sei du nur mein, wenn du es längst schon bist.
Nicht eine Gabe sollst du mir gewähren,
Gib mir nur das, was lang mein eigen ist.
Sei mein, so wie sich mit den Sternenchören
Der Himmel flutend in die Nacht ergießt,
Und Seligkeiten werden uns gehören,
Durch die der Strom der Ewigkeiten fließt.
Willst du den Kelch der Sünde nicht nur nippen
Und ganz dein Sein an eine Nacht verschwenden,
So wird bis an die Grenze deiner Tage
Ein Leuchten sprühn von ungeahnten Bränden
Aus dieser Nacht!” – Wie eine bange Klage
Umfing ein zartes Lächeln ihre Lippen:
III.
“Was alle andern Schmach und Sünde nennen,
Wär mir ein Pfad zu lichten Seligkeiten,
Wenn nur auf meinem Mund, dem schmerzgeweihten,
Die roten Male deiner Küsse brennen.
Doch du bist Horcher in die Ewigkeiten,
Von denen mich die dunklen Wolken trennen.
Mich ließ nur Sehnsucht meine Jugend kennen
Und nicht die Träume, die zum Lichte leiten.
Drum will ich mich nicht deinem Willen senken,
Ob auch ein jeder Puls in meinen Gliedern
Mit seiner Sehnsucht dir schon angehört.
Ich bin zu arm, dir Liebe zu erwidern,
Und bin zu stolz, um Armut zu verschenken,
Denn sieh: Ich weiß, ich bin nicht deiner wert!”
IV.
Da sprach er sanft – und wie von Orgeldröhnen
War seine Stimme wundersam bewegt -:
“Wer so wie du den Glanz der Güte trägt,
Ist auserwählt, ein Leben licht zu krönen.
Oh fühlst du nicht, wie in verwandten Tönen
In uns der rasche Takt des Blutes schlägt
Und wilde Flamme in der Tiefe regt,
Um sich in unserm Einklang zu versöhnen?
Ich glüh in dir, du glühst in meinem Leben,
Zu neuer Einheit drängt dein junger Schoß
Und will den Ewigkeiten sich vermählen.
Sei mein! Erst wenn uns übermächtig groß
Die Schauer eigner Schöpfungslust durchbeben,
Rauscht eine Welt in unsern freien Seelen.”
V.
So sprach er glühend. Und sie beide standen
Im Bann des Blutes, wortlos wie verzagte
Verlorne Pilger nah den lichten Landen,
Wo schon das Frührot der Erfüllung tagte.
Dann kam ein Seufzen … als ob Weinen klagte …
Ein Knistern wie von sinkenden Gewanden …
Ein banger Ruf … Und als sein Auge fragte,
Ob sie der Sehnsucht wildes Wort verstanden,
Ward jählings Glanz in seinen Blick getragen,
Wie Glanz von Firnen … Aus dem Dunkel blühte
Gleich einer Lilie schlank und nackt ihr Leib.
Da schwieg sein Herz. Er wußte nicht zu sagen,
Wie ein Gebet durchdrang ihn ihre Güte,
Und diese Nacht ward sie ihm Gott und Weib.
VI.
Ihm aber war in dieser Nacht der Gnaden,
Als fühlte er die Welt zum erstenmal.
Er sah die Sterne auf beglänzten Pfaden
Wie Boten wandeln durch den Himmelssaal,
Sah weit das Leuchten über den Gestaden,
Der Morgenröte purpurblassen Strahl,
Fühlte die Winde, wie sie duftbeladen
Sich wiegten in den Wipfeln ohne Zahl,
Sah Frucht und Blüte über den Geländen
Und Saat und Segen. Erst in dieser Nacht
Ward ihm das Wunder aller Schöpfung wahr.
Und wie ein Kind, das in die Welt erwacht,
Nahm er aus diesen milden Frauenhänden
Die neue Pracht, die längst sein eigen war.
Stefan Zweig poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Y-Z, Stefan Zweig, Zweig, Stefan
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature