New

  1. Bert Bevers: Arbeiterstadt
  2. O. Henry (William Sydney Porter): The Gift of the Magi. A Christmas story
  3. Emily Pauline Johnson: A Cry from an Indian Wife
  4. Bluebird by Lesbia Harford
  5. Prix Goncourt du premier roman (2023) pour “L’Âge de détruire” van Pauline Peyrade
  6. W.B. Yeats: ‘Easter 1916’
  7. Paul Bezembinder: Nostalgie
  8. Anne Provoost: Decem. Ongelegenheidsgedichten voor asielverstrekkers
  9. J.H. Leopold: O, als ik dood zal zijn
  10. Paul Bezembinder: Na de dag
  11. ‘Il y a’ poème par Guillaume Apollinaire
  12. Eugene Field: At the Door
  13. J.H. Leopold: Ik ben een zwerver overal
  14. My window pane is broken by Lesbia Harford
  15. Van Gogh: Poets and Lovers in The National Gallery London
  16. Eugene Field: The Advertiser
  17. CROSSING BORDER – International Literature & Music Festival The Hague
  18. Expositie Adya en Otto van Rees in het Stedelijk Museum Schiedam
  19. Machinist’s Song by Lesbia Harford
  20. “Art says things that history cannot”: Beatriz González in De Pont Museum
  21. Georg Trakl: Nähe des Todes
  22. W.B. Yeats: Song of the Old Mother
  23. Bert Bevers: Großstadtstraße
  24. Lesbia Harford: I was sad
  25. I Shall not Care by Sara Teasdale
  26. Bert Bevers: Bahnhofshalle
  27. Guillaume Apollinaire: Aubade chantée à Laetare l’an passé
  28. Oscar Wilde: Symphony In Yellow
  29. That Librarian: The Fight Against Book Banning in America by Amanda Jones
  30. When You Are Old and grey by William Butler Yeats
  31. Katy Hessel: The Story of Art without Men
  32. Alice Loxton: Eighteen. A History of Britain in 18 Young Lives
  33. Oscar Wilde: Ballade De Marguerite
  34. Anita Berber: Kokain
  35. Arthur Rimbaud: Bannières de mai

Categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·

 

  1. Subscribe to new material: RSS

Ton van Reen: DE MOORD XVII

demoordXXX

 

Ton van Reen

DE MOORD XVII

Alice dook in het water. Ik trok mijn kleren uit en zwom haar achterna. Ik kon haar niet inhalen. Ze zwom veel sneller dan ik. Ze was ook veel groter. Ik kon nog maar pas zwem­men. Wel kon ik goed onder water kijken. Het water scheen groen. Als je dan de handen voor je ogen hield waren je vingers dik en blauw. Net opgezet.

Daarna lieten we ons drogen in het gras. Ik ging met mijn hoofd op haar borst liggen die zacht was. Ik voelde haar tepels tegen mijn gezicht. Ze sloeg een arm om me heen.

Later kleedden we ons aan en liepen we terug door het Woud. We kwamen het spook tegen. Het liep in gewone kleren. Niet met een naakt be­schilderd bovenlijf zoals de dag ervoor. Het spook liep als een eerzame burgemeester door het woud. Hij stel­de zich voor aan Alice. Dacht on­dertussen vreemde dingen over Alice en zichzelf. We praatten over Cherubijn en het verhuizen. Alice was blij, klap­te in de handen en danste in het rond. ‘Dan ste­ken we de wagen in brand,’ juichte ze.

De burgemeester reed weer weg in zijn mooie auto die vast van de geallieerden was geweest.

Laat in de middag kwamen we thuis. We riepen de melker en zeiden dat hij moest kiezen tussen ons en de koeien. Hij koos voor ons. Alice haalde Cherubijn uit bed. Ze vertelde hem over de Licht­stad Kork en het beloofde huis. Cherubijn keek of hij het hoorde donderen. Hij had nog nooit ge­dacht aan een huis om in te wonen.

De melker beloofde een paard te huren om voor de wagen te spannen. We stuurden hem er direct op uit. Hij was zo terug met het paard. De boer van wie de koeien waren, was blij dat hij het paard kon verhuren om de wagen van Cheru­bijn te laten vertrekken. Hij verdacht ons ervan melk te ste­len. Zo zijn boeren.

De volgende morgen zouden we gaan. Het was al avond. We gingen naar de kermis. Met de hele familie. Met zijn vijven, Cherubijn, Alice, de melker, de marmot en ik.

Voor de melker hadden we nog geen slaapplaats. We zouden wel zien of we de dekenzak zo groot konden maken dat we er met zijn vieren in konden liggen.

(wordt vervolgd)

kempis.nl poetry magazine

More in: - De moord

Alfons Petzold: An einen Dichter

petzoldalfons 03

Alfons Petzold

(1882-1923)

An einen Dichter

 

Tausend Jahre sind nicht viel,

nur ein Schritt ins Land der Ferne,

kreisendes Minutenspiel

für die Sonne und die Sterne.

 

Weiser, der ins Dunkel sinnt

um die Gottheit zu erfassen,

deine Stunde läuft wie Wind

durch die Stille fremder Gassen.

 

Aber mitten in dem Braus

deiner Tage sollst du sinnen.

Doppelt wird dann in dein Haus

wundersame Weisheit rinnen.

 

In der Bogenlampen Licht

und der Räder wildem Drehen

wird dir wie ein Psalmgedicht

Deine Ewigkeit erstehen.

 

Alfons Petzold poetry

Aus der Sammlung Der Dornbusch

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Petzold, Alfons

Carina van der Walt: Vragen

waltcarinavander 01

Carina van der Walt

vragen

 

wat mag ik vragen

mag ik vragen

                      wat is uw naam

                      wanneer gaan we iets doen

                      waar zullen we afspreken

                      waar zijn we aan begonnen

 

wat mag ik zeggen

mag ik zeggen

                       voor u ben ik nog zonder naam

                       nu is niet goed, misschien later

                       hier is niet goed, misschien daar

                       we zeggen te laat hoe nu verder

 

of is het beter om te zwijgen 

 

mag ik iets voorstellen

iets zoals

              laten we tutoyeren

              laten we geen duidelijke tijd afspreken

              laten we geen aantoonbare plek bedenken

              misschien kunnen we altijd opnieuw beginnen

 

mag ik iets achterhouden

iets onthouden zoals

                                tussen ons mag dit geen naam meer hebben

                                er is geen tijd om te beminnen en geen tijd om te haten

                                misschien verzin ik een open raam om iets te vertellen:

                                wat is was er allang en wat zal zijn is alweer voorbij

 

Carina van der Walt (1960) werd geboren in Welkom Zuid-Afrika en studeerde Nederlands en Afrikaans. In 2003 kwam zij via een uitwisselingsprogramma op de UVT voor haar master in vergelijkend poëzie (2004). Als dichteres publiceerde zij de bundel Seeverse (2000, in eigen beheer) en Woorden over Beelden  (dec. 2012, Uitgeverij Smit van 1876, Venlo). Haar Ars poetica is gepubliceerd in Literator (april 2012), een gerenommeerd Zuid-Afrikaanse literaire tijdschrift. Vier van haar gedichten waren afgelopen najaar tegelijkertijd tentoongesteld in Tilburg (Twiet Twiet) en Johannesburg (Melville Poetry Festival).  In het voorjaar van 2013 zullen van haar gedichten opgenomen worden in twee bloemlezingen in Zuid-Afrika:  Afrikaanse gedichten in Nuwe Stemme 5 en Nederlandse gedichten in Theater van de Verloren Tijd.

Carina van der Walt poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive W-X, Walt, Carina van der

Edmund Spenser: My Love Is Like To Ice

spenseredmund 01

Edmund Spenser

(1552-1599)

My Love Is Like To Ice

 

My love is like to ice, and I to fire:

How comes it then that this her cold so great

Is not dissolved through my so hot desire,

But harder grows the more I her entreat?

Or how comes it that my exceeding heat

Is not allayed by her heart-frozen cold,

But that I burn much more in boiling sweat,

And feel my flames augmented manifold?

What more miraculous thing may be told,

That fire, which all things melts, should harden ice,

And ice, which is congeal’s with senseless cold,

Should kindle fire by wonderful device?

Such is the power of love in gentle mind,

That it can alter all the course of kind.

 

Edmund Spenser poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive S-T, Spenser, Edmund

Ton van Reen: DE MOORD XVI

demoordXXX

 

Ton van Reen

DE MOORD XVI

In het dorp kochten we brood, boter en suiker en van de winkelier kregen we nog kaas en eieren, omdat Alice tegen hem lachte. Toen we terugkwamen stond Cherubijn in de deur. Hij keek verbaasd naar Alice. Hij was vlug over zijn verbazing heen toen Alice de tafel opruimde, eieren bakte en brood smeerde. Binnen de kortst mogelijke tijd was het de gewoonte dat Alice voortaan het brood zou smeren en de wagen schoon zou houden. Ook voor de melker smeerde Alice boter­hammen. Doordat we elkaar hadden ontmoet, waren we een gezin geworden.

Zo zaten we uitgebreid te eten, met zijn vieren om de tafel. De marmot lag in de deuropening. We waren één familie. Ieder van ons besefte dat het niet anders kon. We waren tevreden. En dat staat gewone mensen goed.

Na het eten ging de melker terug naar de wei, beklopte weer de koeien. Nog steeds dacht ik dat het iets te maken had met zíjn of met hún spijs­verte­ring. Cherubijn ging op bed liggen en de marmot kroop in de mand nadat hij klaver, paarde­bloemen en ochtendgras had gevre­ten.

Alice en ik liepen hand in hand naar het Woud van Tubbs. Onderweg deden we spelletjes. Zinnen maken met woorden die met dezelfde letter begin­nen. Ik won. Ik zei: ‘Wie weet waar Willem Wil­lems woont. Willem Willems woont waar Willem Willems’ moeder woont.’ Alice zei dat moeder fout was. Moeder moest met een W beginnen. Volgens mij was het niet fout en hoorde het woord moeder bij Willem. Het was Willemsmoeder. Maar volgens Alice klopte het niet. Ik wist het niet meer. Ik had zelf geen moeder. Ik kon niet weten in hoeverre een moeder bij Willem hoorde. Zelf kwam Alice niet ver. Ze zei: ‘Bakker Bos bakt bruin brood.’

We deden nog veel meer spelletjes onder het lopen. Bij­voor­beeld: ‘koning Karel had geen bro­od, daarom sloeg hij een van zijn soldaten dood.’ Dat deden we met een takje. Bij ieder woord wees je een blaadje aan. Het blaadje dat je aanwees bij ‘dood’ moest eraf. Dat was dan de dode soldaat die door koning Karel en de andere soldaten werd opgegeten. Zo ging je door totdat er nog één blaadje aan het takje zat. Dat was koning Karel.

Zo spelend bereikten we het Woud van Tubbs. Het was er koel en het rook er lekker. De zon kon niet door het loof van de bomen heen schijnen. Ze kleurde de bovenste bladeren van de bomen tot een licht­gevende deken. Ik had weleens gehoord van ‘gouden licht’, maar dit licht was zilver, ter­wijl je groen verwachtte omdat de doorschijnende bladeren groen waren.

Ik vond een mooi mierenhol. Alice toonde echter geen enkele interesse. Ze hield niet van mieren. Volgens haar leken ze op spin­nen. Ze ging in het gras liggen, de ogen dicht.

Achter het Woud van Tubbs liep de rivier het Lange Rak. Later liepen we erheen door het mos waar we bij iedere pas tot de enkels in wegzak­ten. Dat was fijn. Het was of je over een heel dik tapijt liep.

De rivier schitterde in de zon. Je kon niet in het water kijken, of je moest je vooroverbuigen zodat je met je gezicht bijna het water raakte. Ik gooide stenen in het water. Het spatte hoog op als een fontein. Alice wilde zwemmen. Ze kleedde zich uit. Naakt. Haar lichaam was mooi. Even dacht ik aan het vuile lijf van de Gore Kana waarop mijn ouwe bok Kaïn hijgend lag klaar te komen.

(wordt vervolgd)

kempis.nl poetry magazine

More in: - De moord

Thomas Hardy: Ah, Are You Digging on My Grave?

hardythomas 01

Thomas Hardy

(1840-1928)

Ah, Are You Digging on My Grave?

 

“Ah, are you digging on my grave

My loved one? — planting rue?”

— “No, yesterday he went to wed

One of the brightest wealth has bred.

‘It cannot hurt her now,’ he said,

‘That I should not be true.'”

 

“Then who is digging on my grave?

My nearest dearest kin?”

— “Ah, no; they sit and think, ‘What use!

What good will planting flowers produce?

No tendance of her mound can loose

Her spirit from Death’s gin.’ “

 

“But some one digs upon my grave?

My enemy? — prodding sly?”

— “Nay: when she heard you had passed the Gate

That shuts on all flesh soon or late,

She thought you no more worth her hate,

And cares not where you lie.”

 

“Then, who is digging on my grave?

Say — since I have not guessed!”

— “O it is I, my mistress dear,

Your little dog, who still lives near,

And much I hope my movements here

Have not disturbed your rest?”

 

“Ah yes! You dig upon my grave . . .

Why flashed it not on me

That one true heart was left behind!

What feeling do we ever find

To equal among human kind

A dog’s fidelity!”

 

“Mistress, I dug upon your grave

To bury a bone, in case

I should be hungry near this spot

When passing on my daily trot.

I am sorry, but I quite forgot

It was your resting-place.”

 

Thomas Hardy poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive G-H, Hardy, Thomas

Frank Wedekind: An Elka

Frank Wedekind

(1864-1918)

An Elka

 

Elka, länger kann ich mich nicht halten,

Meine Sinne toben allzu wild;

Und in allen weiblichen Gestalten

Seh ich schon dein Götterbild!

Auch im Traum bist du mir schon erschienen,

Dich entkleidend; oh wie ward mir da!

Schwindlig ward mir hinter den Gardinen,

Als ich deinen Busen sah.

Meine beiden Knie wurden brüchig,

Von der Stirne triefte mir das Fett.

Als das Hemd du abgetan, da schlich ich

Wonneschauernd an dein Bett.

Mach, daß dieser Traum sich bald erfülle;

Mach, erhabne Königin,

Daß bei dir ich vor Behagen brülle,

Nicht vor Wut, weil ich dir ferne bin.

 

Frank Wedekind poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive W-X, Frank Wedekind

Anne Stevenson: Re-Reading Jane

annestevenson 00

Anne Stevenson

(1933)

Re-Reading Jane

 

To women in contemporary voice and dislocation

she is closely invisible, almost an annoyance.

Why do we turn to her sampler squares for solace?

Nothing she saw was free of snobbery or class.

Yet the needlework of these needle eyes . . .

We are pricked to tears by the justice of her violence:

Emma on Box Hill, rude to poor Miss Bates,

by Mr Knightley’s Were she your equal in situation —

but consider how far this is from being the case

shamed into compassion, and in shame, a grace.

 

Or wicked Wickham and selfish pretty Willoughby,

their vice, pure avarice which, displacing love,

defiled the honour marriages should be made of.

She punished them with very silly wives.

Novels of manners? Hymenal theology!

Six little circles of hell with attendant humours.

For what do we live but to make sport of our neighbours

And laugh at them in our turn? The philosophy

paused at the door of Mr. Bennet’s century;

The Garden of Eden’s still there in the grounds of Pemberley.

austenjane 11 

The amazing epitaph’s “benevolence of heart”

precedes “the extraordinary endowments of her mind”

and would have pleased her, who was not unkind.

Dear votary of order, sense, clear art,

and irresistible fun, please pitch our lives

outside self-pity we have wrapped them in,

and show us how absurd we’d look to you.

You know the mischief poetry could do.

Yet when Anne Elliot spoke of its misfortune

to be seldom safely enjoyed by those who

enjoyed it completely, she spoke for you.

 

[This poem refers to the memorial to Jane Austen in Winchester Cathedral.]

Anne Stevenson poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive A-B, Archive S-T, Austen, Jane

Literaire avond ‘Dichterbij’ in Theater De Nieuwe Vorst Tilburg

flyerdichterbij01

Literaire avond  “Dichterbij”

Donderdag 17 januari 2013

Theater De Nieuwe Vorst Tilburg

Op donderdag 17 januari organiseren stadsdichter Esther Porcelijn en Verse Pookoe de eerste editie van een nieuwe maandelijkse literaire avond genaamd: ‘Dichterbij’.

De eerste editie zal plaatsvinden in de Rode Salon van Theater De Nieuwe Vorst.

De avond zal een combinatie zijn van proza, poëzie en muziek met dichters en andere woordkunstenaars uit Tilburg en de rest van het land.

Zowel beginnend talent als ervaren schrijvers krijgen de kans om het podium te betreden.

Na de sluiting van Ruimte-X en het stoppen van Aardige Jongens, voelde Esther Porcelijn en Verse Pookoe zich geroepen om de literaire wereld van Tilburg in beweging te houden en ook een nieuw publiek aan te spreken met deze nieuwe avonden.

In deze eerste editie zullen onder anderen te zien zijn:  Arnoud Rigter, Oowtje Ananas, Daan Taks, Martin Beversluis, Amber-Helena Reisig en Simon Mulder. Als afsluiter zal de band “The Liszt” optreden (Robert-Jan Gruijthuijzen, Ronald Herregraven, Tim Ruterink, Tom Delforterie).

De presentatie zal in handen zijn van de stadsdichter.

Locatie: Theater De Nieuwe Vorst Tilburg

Donderdag 17 januari 2013

Entree: Gratis

Aanvang: 19.30

fleursdumal.nl magazine

More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther

Esther Porcelijn: NUT(S)

estherporcelijn19 kempis

foto jef van kempen

Esther Porcelijn

NUT(S)

Ja. Ik geef het toe: Ik studeer filosofie. Guilty!! (zoals Peter Griffin het zegt in Family Guy). Ik ben die persoon die het advies van de ouders in de wind geslagen heeft en toch naar de toneelschool is gegaan en daarna naar het Departement Wijsbegeerte aan de UvT.

Ik weet het, je hoeft geen open deuren in te trappen: Ik ben geen advocaat of econoom aan het worden, Ergo: ik word niet erg rijk. Voor sommigen nog Ergoër: Ik volg geen nuttige studie. Ik ben voor velen dé vleeswording van de Linkse Kerk en beoefen dé linkse hobby der linkse hobby’s. Daarbij denken veel mensen dat filosofie vaag en esoterisch is; een studie waar je gewoon wat kletst over van alles en daar een 10 voor krijgt. Dus ik ben ook nog eens een vage linkse hobby-hippie.

Errug!! Pauper plebs. Nog erger misschien wel: Een toekomstige uitkeringstrekker en hoe dan ook een subsidieslurper. Nog Erruger!! Wow!

Op het departement woedt, tussen de studenten, onder leiding van enkelen die de moed echt stevig in de schoenen is gezakt, al een tijd een discussie, of een monoloog.. nee toch een discussie.

Daarin gaat het vaak over het nut van onze studie en van het vak van een filosoof. Tijdens lange gesprekken maakt iemand nét iets te vaak de grap: “Ach, we vinden een baan ondanks de filosofie, niet dankzíj.”

Dan, als iemand het zat wordt gaat het argumentenkanon aan. Nu zou ik de argumenten kunnen opnoemen, bijvoorbeeld dat o.a. Nederlandse politici, Amerikaanse presidenten, beroemde kunstenaars, journalisten en CEO’s van grote bedrijven filosofie hebben gestudeerd, maar dat is anekdotische argumentatie, en we weten allemaal dat een aantal individuele voorbeelden nog geen goed argument maakt.

Ik zou ook kunnen beginnen over hoe de democratie volledig is uitgedacht door filosofen en hoe de vrijheid die wij nu genieten alleen maar kan bestaan doordat een paar goede denkers de grenzen van die vrijheid hebben uitgedacht. Maar dan zou ik mijn professoren klakkeloos napraten, en in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, en meer van dat soort powerpoint-uitspraken. Of hoe exacte wetenschap ook niet exact is, voor als iemand beweert dat wat wij doen niet empirisch toetsbaar is en dus maar geklets. Maar dat is ook niks, iemand anders met hetzelfde probleem opzadelen als jijzelf. Misschien zou ik iets kunnen zeggen over communicatie- of vrijetijdswetenschappen, dat die studies pas écht nutteloos zijn, maar daar heeft niemand wat aan, laat staan dat het een argument is voor wat dan ook.

Beter kan ik iets proberen te zeggen, of nee, te duiden, wat betreft de termen ‘links’ en ‘nut’, alleen denk ik dat we daar toch een lang gesprek voor nodig hebben waarin we het vast ook zouden hebben over hoe wat ‘men’ vindt helemaal niet altijd waar hoeft te zijn, en over de invloed van de media en andere joop.nl onderwerpen.

Ik zou mijzelf fiks kunnen verdedigen uit pissigheid waaruit blijkt dat ik mij juist veel aantrek van wat men vindt, meer nog dan die abstracte groep ‘velen’ waar ik het over heb. Ik zou dan als ik echt boos word iets kunnen roepen als: “Alsof jij met je heftige hang naar rijkdom en dikke status echt gelukkig wordt of ook maar ergens verstand van kan hebben.”

Als ik dat zou doen dan zou ik dingen zeggen die ik helemaal niet vind en mij alleen maar meer stereotiep maken dan ik ben. Bovenal zou het de domste drogreden zijn. Ad hominem. Dat is pas echt errug. Ai.

Esther Porcelijn

(27) studeert filosofie aan de Universiteit van Tilburg. Ze is bovendien actrice en stadsdichter.  Eerder gepubliceerd in UNIVERS 2012.

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther

Alfons Petzold: In der Streikversammlung

petzoldalfons 01

Alfons Petzold

(1882-1923)

In der Streikversammlung

 

Rasende Gesichte

seh’ ich rings im Saal und warte drauf,

daß sich Qual und Zorn zu einer Tat verdichte.

 

Fäuste brechen

aus der schwarzen Wolke Not hervor,

einer droht mit Niederhau’n und Stechen.

 

Nur der oben

auf dem rotumhängten Podium

ist von kühler Ruhe ganz umwoben.

 

Und sein Wille,

der als Wort von seinem Munde strömt,

wandelt Blitz und Sturm in schwere Stille.

 

 

Alfons Petzold poetry

Aus der Sammlung Der Dornbusch

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Petzold, Alfons

Vincent Berquez: Autumn in Hampstead

Vincent Berquez© painting: Autumn in Hampstead

kempis.nl poetry magazine

More in: 4SEASONS#Autumn, Berquez, Vincent, Vincent Berquez

« Read more | Previous »

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature