Esther Porcelijn
Gedetineerd
Help help, mijn acquisitie is op,
het tocht hier, een bries als natte vaatdoeken van moeder.
Mijn veters zijn weg, ik wil heus niks ergs doen.
Naast mij schreeuwt er een, of is het dáárnaast?
Peinzen over het peinzen, zeven streepjes op de muur,
nog zoveel te gaan, niets anders dan buiten.
Als vroeger, in vorige tijden, een klop op de deur,
Borden puree en blinde vinken uit ogen samengeperst.
Kwijnen wil ik, maar er is teveel daglicht tussen de tralies.
Een cake met een vijl van mijn vriendin,
ik heb nog geen post.
Het ruikt hier naar niks, niet eens naar niets.
Er huilt er een onder me, of is het dááronder?
Ik voel me als een kudde wolven
mee huilen, maar er is teveel daglicht tussen de tralies
Het wc-papier raakt maar niet op
mijn kleding blijft schoon.
Geen streek kan ik uithalen
meteen iemand in de buurt met een zacht woord,
een begripvolle stem.
En de zeep blijft aangevuld.
Nooit alleen in de douche met een ander die wat wilt.
Mijn tv doet het.
Een film op, over Amerikaanse gedetineerden,
ik wil met ze meeleven,
sympathiseren,
huilen als wolven,
een verbond sluiten.
Maar er is teveel licht tussen de tralies
en mijn acquisitie is op.
Esther Porcelijn poëzie
kempis.nl poetry magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Camera obscura: Angel
fleursdumal.nl magazine
More in: Camera Obscura
François Villon
(1431-1463?)
Ballade des menus propos
Je congnois bien mousches en laict,
Je congnois a la robe l’homme,
Je congnois le beau temps du lait,
Je congnois au pommier la pomme,
Je congnois l’arbre a veoir la gomme,
Je congnois quant tout est de mesmes,
Je congnois qui besoigne ou chomme,
Je congnois tout fors que moy mesmes.
Je congnois pourpoint au colet,
Je congnois le moyne a la gonne,
Je congnois le maistre au varlet,
Je congnois au voile la nonne,
Je congnois quant parleur gergonne,
Je congnois fols nourris de cresmes,
Je congnois le vin a la tonne,
Je congnois tout fors que moy mesmes.
Je congnois cheval et mulet,
Je congnois leur charges et leur somme,
Je congnois Bietrix et Belet,
Je congnois gect qui nombre assomme,
Je congnois visïon et somme,
Je congnois la faulte des Boesmes,
Je congnois le pouoir de Romme,
Je congnois tout fors que moy mesmes.
Prince, je congnois tout en somme,
Je congnois colorez et blesmes,
Je congnois Mort, qui tout consomme,
Je congnois tout fors que moy mesmes.
François Villon poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive U-V
Edgar Allan Poe
(1809-1849)
Spirits Of The Dead
Thy soul shall find itself alone
‘Mid dark thoughts of the grey tomb-stone;
Not one, of all the crowd, to pry
Into thine hour of secrecy.
Be silent in that solitude,
Which is not loneliness- for then
The spirits of the dead, who stood
In life before thee, are again
In death around thee, and their will
Shall overshadow thee; be still.
The night, though clear, shall frown,
And the stars shall not look down
From their high thrones in the Heaven
With light like hope to mortals given,
But their red orbs, without beam,
To thy weariness shall seem
As a burning and a fever
Which would cling to thee for ever.
Now are thoughts thou shalt not banish,
Now are visions ne’er to vanish;
From thy spirit shall they pass
No more, like dew-drop from the grass.
The breeze, the breath of God, is still,
And the mist upon the hill
Shadowy, shadowy, yet unbroken,
Is a symbol and a token.
How it hangs upon the trees,
A mystery of mysteries!
Edgar Allan Poe poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Poe, Edgar Allan
Letterenhuis Antwerpen
Soldatenbrieven Snoek-Pernath
28.5.2011 – 10.7.2011
Vijftig jaar geleden verscheen de bundel ‘Soldatenbrieven’. Ontdek een aantal van de ‘brieven’ in een kleine presentatie in het Letterenhuis in Antwerpen.
In 1961 verscheen Soldatenbrieven van Paul Snoek en Hugues C. Pernath. Deze bundel bestaat uit proza en poëzie in briefvorm.
De experimentele dichters Snoek en Pernath leerden elkaar kennen in 1955 als redacteuren van het avant-gardetijdschrift gard sivik, waarvan Gust Gils de initiatiefnemer was.
Pernath had op zijn zestiende vrijwillig dienst genomen in het Belgische leger, Snoek werd in juli 1957 opgeroepen voor zijn legerdienst. Beroepsmilitair Pernath en dienstplichtige Snoek begonnen in die periode aan een literair project dat bestond uit experimentele poëzie in briefvorm. Een keuze uit deze correspondentie werd in 1961 gepubliceerd in Soldatenbrieven.
De vijftigste verjaardag van het verschijnen van de bundel is aanleiding voor een kleine presentatie in het Letterenhuis. U ontdekt er meer over beide dichters en krijgt originelen van teksten uit Soldatenbrieven te zien. Uit een aantal van de échte brieven die Snoek en Pernath elkaar schreven, leert u meer over hun literaire bezigheden en plannen.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive S-T, Pernath, Hughues C.
Iver Johnson revolvers are like toys:
they shoot straight and kill
Visual poetry: Ready Made’s ◊ kempis.nl poetry magazine
More in: - Objets Trouvés (Ready-Mades)
Alfred de Musset
(1810-1857)
Vision
Je vis d’abord sur moi des fantômes étranges
Traîner de longs habits ;
Je ne sais si c’étaient des femmes ou des anges !
Leurs manteaux m’inondaient avec leurs belles franges
De nacre et de rubis.
Comme on brise une armure au tranchant d’une lame,
Comme un hardi marin
Brise le golfe bleu qui se fend sous sa rame,
Ainsi leurs robes d’or, en grands sillons de flamme,
Brisaient la nuit d’airain !
Ils volaient ! – Mon rideau, vieux spectre en sentinelle,
Les regardait passer.
Dans leurs yeux de velours éclatait leur prunelle ;
J’entendais chuchoter les plumes de leur aile,
Qui venaient me froisser.
Ils volaient ! – Mais la troupe, aux lambris suspendue,
Esprits capricieux,
Bondissait tout à coup, puis, tout à coup perdue,
S’enfuyait dans la nuit, comme une flèche ardue
Qui s’enfuit dans les cieux !
Ils volaient ! – Je voyais leur noire chevelure,
Où l’ébène en ruisseaux
Pleurait, me caresser de sa longue frôlure ;
Pendant que d’un baiser je sentais la brûlure
Jusqu’au fond de mes os.
Dieu tout-puissant ! j’ai vu les sylphides craintives
Qui meurent au soleil !
J’ai vu les beaux pieds nus des nymphes fugitives !
J’ai vu les seins ardents des dryades rétives,
Aux cuisses de vermeil !
Rien, non, rien ne valait ce baiser d’ambroisie,
Plus frais que le matin !
Plus pur que le regard d’un oeil d’Andalousie !
Plus doux que le parler d’une femme d’Asie,
Aux lèvres de satin !
Oh ! qui que vous soyez, sur ma tête abaissées,
Ombres aux corps flottants !
Laissez, oh ! laissez-moi vous tenir enlacées,
Boire dans vos baisers des amours insensées,
Goutte à goutte et longtemps !
Oh ! venez ! nous mettrons dans l’alcôve soyeuse
Une lampe d’argent.
Venez ! la nuit est triste et la lampe joyeuse !
Blonde ou noire, venez ; nonchalante ou rieuse,
Coeur naïf ou changeant !
Venez ! nous verserons des roses dans ma couche ;
Car les parfums sont doux !
Et la sultane, au soir, se parfume la bouche ;
Lorsqu’elle va quitter sa robe et sa babouche
Pour son lit de bambous !
Hélas ! de belles nuits le ciel nous est avare
Autant que de beaux jours !
Entendez-vous gémir la harpe de Ferrare,
Et sous des doigts divins palpiter la guitare ?
Venez, ô mes amours !
Mais rien ne reste plus que l’ombre froide et nue,
Où craquent les cloisons.
J’entends des chants hurler, comme un enfant qu’on tue ;
Et la lune en croissant découpe, dans la rue,
Les angles des maisons.
Alfred de Musset poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Musset, Alfred de
DODE VOGEL
Een dode vogel
in een droog landschap
De nagels in een laatste kramp
vastgeklemd rond de tak
houden hem overeind in de zon
Kleurige vleugels
bedekken zijn lege lijf
de witte oogkassen
door de wind leeggevreten
Hij is de wachter
die waarschuwt voor de dood
Ton van Reen
Ton van Reen: De naam van het mes. Afrikaanse gedichten In 2007 verschenen onder de titel: De straat is van de mannen bij BnM Uitgevers in De Contrabas reeks. ISBN 9789077907993 – 56 pagina’s – paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: -De naam van het mes
Henry David Thoreau
(1817-1862)
The Summer Rain
My books I’d fain cast off, I cannot read,
‘Twixt every page my thoughts go stray at large
Down in the meadow, where is richer feed,
And will not mind to hit their proper targe.
Plutarch was good, and so was Homer too,
Our Shakespeare’s life were rich to live again,
What Plutarch read, that was not good nor true,
Nor Shakespeare’s books, unless his books were men.
Here while I lie beneath this walnut bough,
What care I for the Greeks or for Troy town,
If juster battles are enacted now
Between the ants upon this hummock’s crown?
Bid Homer wait till I the issue learn,
If red or black the gods will favor most,
Or yonder Ajax will the phalanx turn,
Struggling to heave some rock against the host.
Tell Shakespeare to attend some leisure hour,
For now I’ve business with this drop of dew,
And see you not, the clouds prepare a shower–
I’ll meet him shortly when the sky is blue.
This bed of herd’s grass and wild oats was spread
Last year with nicer skill than monarchs use.
A clover tuft is pillow for my head,
And violets quite overtop my shoes.
And now the cordial clouds have shut all in,
And gently swells the wind to say all’s well;
The scattered drops are falling fast and thin,
Some in the pool, some in the flower-bell.
I am well drenched upon my bed of oats;
But see that globe come rolling down its stem,
Now like a lonely planet there it floats,
And now it sinks into my garment’s hem.
Drip drip the trees for all the country round,
And richness rare distills from every bough;
The wind alone it is makes every sound,
Shaking down crystals on the leaves below.
For shame the sun will never show himself,
Who could not with his beams e’er melt me so;
My dripping locks–they would become an elf,
Who in a beaded coat does gayly go.
Henry David Thoreau poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: 4SEASONS#Summer, Archive S-T, Henry David Thoreau
Owner of a lonely heart
mens dom
loeder natuur
wie ik liefheb
wil ik weten
ik, wat je
noemt no match
in haar lijf stijl
leven met haar
engelen haar
demonen
uit den bose boxen
knalt een castraat
Bennie Spekken
Bennie spekken woont en werkt in Leeuwarden. Hij publiceerde eerder o.a. in: Krakatau, Brakke Hond, Opspraak en Hard Gras.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive S-T, Spekken, Bennie
William Shakespeare
(1564-1616)
THE SONNETS
80
O how I faint when I of you do write,
Knowing a better spirit doth use your name,
And in the praise thereof spends all his might,
To make me tongue-tied speaking of your fame.
But since your worth (wide as the ocean is)
The humble as the proudest sail doth bear,
My saucy bark (inferior far to his)
On your broad main doth wilfully appear.
Your shallowest help will hold me up afloat,
Whilst he upon your soundless deep doth ride,
Or (being wrecked) I am a worthless boat,
He of tall building, and of goodly pride.
Then if he thrive and I be cast away,
The worst was this, my love was my decay.
kempis.nl poetry magazine
More in: -Shakespeare Sonnets
AI WEIWEI in DE PONT
i.s.m. het Louisiana Museum, Denemarken
De tentoonstelling van Ai Weiwei die Museum De Pont in Tilburg voor het voorjaar van 2012 gepland heeft, wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met het Louisiana museum in Humlebaek, Denemarken (18 november 2011-12 februari 2012). De voorbereiding wordt inmiddels ernstig belemmerd doordat de kunstenaar is vastgezet door de Chinese autoriteiten en er geen enkel contact met hem mogelijk is. In samenspraak met de collega’s in Denemarken en enkele van Weiwei’s assistenten die in het Westen verblijven is besloten de tentoonstelling toch doorgang te laten vinden, er van uitgaande dat het juist nu belangrijk is zijn werk onder de aandacht te (blijven) brengen.
Ai Weiwei is op 3 april 2011 gearresteerd. Teken de petitie waarmee de vrijlating van Ai Weiwei wordt gevraagd: TEKEN PETITIE VRIJLATING AI WEIWEI
fleursdumal.nl magazine
More in: Ai Weiwei, Exhibition Archive, REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature