Or see the index
Peu de noms évoquent autant le mystère, la sensualité et l’intrigue que celui de Mata Hari. Son histoire est vraie, mais elle comporte tous les ingrédients d’un grand film d’aventure : ambition, argent, sexe, pouvoir et mort tragique…
Mère de famille, danseuse nue, espionne et femme fatale, Mata Hari a traversé plusieurs vies avant d’accéder au rang de personnage légendaire. Fusillée en 1917, elle a continué de vivre dans l’imaginaire collectif, devenant un mythe dont se sont emparés le cinéma et la publicité.
Première star mondiale, dont le nom sonne comme une marque, elle a inventé le strip-tease, créé un style vestimentaire et inauguré l’ère du renseignement technologique, puisque ce sont les interceptions de la tour Eiffel qui ont Iivré les secrets de l’«agent H 21». Une histoire folle d’une grande modernité.
À partir des archives de la Défense et d’une abondante documentation, Bruno Fuligni révèle la captivante histoire d’une vie faite d’amour, de mensonges et de subterfuges, la vie d’une femme dont le nom est devenu le symbole de l’espionnage au féminin.
Bruno Fuligni
Mata Hari. Les vies insolentes de l’agent H 21
Albums hors série, Gallimard Loisirs
Parution : 12-10-2017
192 pages, ill.,
sous couverture illustrée,
195 x 255 mm, cartonné
Genre : Albums illustrés Thème : histoire
Sous-thème : Temps présent (1914 – XXe s.)
ISBN : 9782742448012
Gencode : 9782742448012
Prix €35,00
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive E-F, Art & Literature News, CRIME & PUNISHMENT, FDM in Paris, Mata Hari, WAR & PEACE
Now in paperback, this National Book Award-winning debut poetry collection is a meditation on the black female figure through time.
Robin Coste Lewis’s electrifying collection is a triptych that begins and ends with lyric poems meditating on the roles desire and race play in the construction of the self.
In the center of the collection is the title poem, “Voyage of the Sable Venus,” an amazing narrative made up entirely of titles of artworks from ancient times to the present–titles that feature or in some way comment on the black female figure in Western art.
Bracketed by Lewis’s own autobiographical poems, “Voyage” is a tender and shocking meditation on the fragmentary mysteries of stereotype, juxtaposing our names for things with what we actually see and know. A new understanding of biography and the self, this collection questions just where, historically, do ideas about the black female figure truly begin–five hundred years ago, five thousand, or even longer? And what role did art play in this ancient, often heinous story?
Here we meet a poet who adores her culture and the beauty to be found within it. Yet she is also a cultural critic alert to the nuances of race and desire–how they define us all, including her own sometimes painful history.
Lewis’s book is a thrilling aesthetic anthem to the complexity of race–a full embrace of its pleasure and horror, in equal parts.
Robin Coste Lewis, the winner of the National Book Award for Voyage of the Sable Venus, is the poet laureate of Los Angeles. She is writer-in-residence at the University of Southern California, as well as a Cave Canem fellow and a fellow of the Los Angeles Institute for the Humanities. She received her BA from Hampshire College, her MFA in poetry from New York University, an MTS in Sanskrit and comparative religious literature from the Divinity School at Harvard University, and a PhD in poetry and visual studies from the University of Southern California. Lewis was born in Compton, California; her family is from New Orleans.
Voyage of the Sable Venus
and Other Poems
By Robin Coste Lewis
Paperback
$19.95
Published by Knopf
Nov. 2017
176 Page
ISBN 9781101911204
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive K-L, Archive K-L, Art & Literature News
`Hé, Kemp, kom ook op het dak!’ roept Mels, hoewel hij goed weet dat Kemp hoogtevrees heeft. `Je krijgt een kwartje als je bij ons in de goot durft te komen!’
Ze lachen als Kemp met een rooie kop verder loopt. Kemp met zijn witte benen! Kemp met zijn broek die altijd iets te kort is waardoor je de randen van de pijpen van zijn onderbroek kan zien, wat wel heel erg meisjesachtig is.
`Kemp, ben je een jongen of een meisje?’ roept Tijger. `Heb je roze pyjama’s?’ Ze lachen zich een breuk.
Kemp die altijd naar koud vlees ruikt. De hele klas ruikt ernaar. Kemp met zijn bloedeloze gezicht. Kemp die kan fluiten door het spleetje tussen zijn voortanden: dat is dan ook het enige waar hij goed in is. Kemp het onderdeurtje.
Ton van Reen: Het diepste blauw (009)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van
An exploration of the world’s most famous and challenging song cycle, Schubert’s Winter Journey (Winterreise), by a leading interpreter of the work, who teases out the themes—literary, historical, psychological—that weave through the twenty-four songs that make up this legendary masterpiece.
Completed in the last months of the young Schubert’s life, Winterreise has come to be considered the single greatest piece of music in the history of Lieder. Deceptively laconic—these twenty-four short poems set to music for voice and piano are performed uninterrupted in little more than an hour—it nonetheless has an emotional depth and power that no music of its kind has ever equaled.
A young man, rejected by his beloved, leaves the house where he has been living and walks out into snow and darkness. As he wanders away from the village and into the empty countryside, he experiences a cascade of emotions—loss, grief, anger, and acute loneliness, shot through with only fleeting moments of hope—until the landscape he inhabits becomes one of alienation and despair.
Originally intended to be sung to an intimate gathering, performances of Winterreise now pack the greatest concert halls around the world.
Drawing equally on his vast experience performing this work (he has sung it more than one hundred times), on his musical knowledge, and on his training as a scholar, Bostridge teases out the enigmas and subtle meanings of each of the twenty-four lyrics to explore for us the world
Schubert inhabited, his biography and psychological makeup, the historical and political pressures within which he became one of the world’s greatest composers, and the continuing resonances and affinities that our ears still detect today, making Schubert’s wanderer our mirror.
Ian Bostridge performs regularly throughout Europe, North America and the Far East to outstanding critical acclaim. He read Modern History at Oxford and received a D.Phil in 1990. He is the author of Witchcraft and Its Transformations c.1650-c.1750 and A Singer’s Notebook. He is Humanitas Professor of Music at the University of Oxford and a regular contributor to The Guardian and the TLS. He is married to the writer and critic Lucasta Miller. They live in London with their two children.
Schubert’s Winter Journey
Anatomy of an Obsession
By Ian Bostridge
Paperback
Published on Jan 02, 2018
Published by Vintage
528 Pages
$22.00
ISBN 9780525431800
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: # Music Archive, - Book Lovers, - Book News, 4SEASONS#Winter, Archive A-B, Art & Literature News
Op de brief die hij naar Mary Wilkington heeft gestuurd, heeft hij nooit antwoord gehad. Natuurlijk was het stom om de brief in het Nederlands te schrijven. En als ze hem al had kunnen laten vertalen, dan moet ze zich rot geschrokken zijn van zijn bewering dat haar vaders ziel in hem voortleefde.
De zin `omdat Johns ziel in mij verder leeft, voel ik me verantwoordelijk voor u en uw zus’ had hij weg moeten laten. Die aanmatigende woorden heeft hij zijn hele leven onthouden. Toen hij twaalf was kon hij zulke ernstige gedachten hebben, denkend dat volwassenen zo dachten. Nu weet hij dat kinderen die volwassenen imiteren, zo dodelijk serieus kunnen zijn dat juist hun ernst hun kind-zijn verraadt.
Hoe hebben de talloze verhalen die hij in zijn jeugd heeft gehoord hem gevormd? De wonderlijke verhalen die hij hoorde van zijn beide grootvaders, de geschiedenissen die Tijger, Thija en hijzelf bij elkaar fantaseerden. Verhalen waarin de realiteit verstrikt was geraakt met de fantasie. Alles wat hij zich herinnerde, had net zo goed waar als gedroomd kunnen zijn.
Is de Mels die in zijn hoofd huist dezelfde als de Mels die hier in bed ligt? Was het voorbestemd dat hij hier zou eindigen, onder de plek waar Wilkington op bed heeft gelegen? Hij kan er met niemand over praten. Niemand zal begrijpen waarover hij het heeft. Mary Wilkington moet hem voor gek hebben versleten. Lizet is er te nuchter voor. Ze droomt niet eens. Ze weet niet wat fantasie is. En zijn dochter heeft zich afgesloten van zijn droomwereld.
Hij luistert naar het tikken in de goot. Een vogel pikt in de bij elkaar gewaaide bladeren. De rottende troep in de goot trekt vogels aan. Merels leven van het kleine ongedierte in afval. De goot zit al jaren verstopt. Vroeger maakte hij hem elk najaar schoon, als de bladeren waren gevallen, maar altijd vóór het invallen van de vorst. Sinds hij niet meer kan lopen, is er niemand meer op het dak geweest. Hij vindt het prettig de vogels zo dichtbij te horen. Het is goed zo. Hij maakt er zich niet meer druk om.
Erger is dat er pannen kapot zijn. In het plafond zitten donkere lekgaten. Vroeger smeerde hij de plekken in met witkalk. De lekken zijn terug. Groter. Hij had die gipsplaten door steviger spul moeten vervangen. Jaar na jaar heeft hij het uitgesteld.
In de laatste maanden heeft zich een geheimzinnige donkerbruine landkaart op het plafond gevormd die hem doet denken aan de landkaarten van zijn grootvader Rudolf. De schoolkaart van Azië. Cambodja, Vietnam, Mongolië. Namen die op de kaft van sprookjesboeken zouden kunnen staan. Koningen van Cambodja. Vissers van Vietnam. Ruiters van Mongolië.
Zelfs in het donker is de kaart in de witte vlakte van het plafond te zien. Vaag toont ze de kusten van een zee, die na elke regenbui iets groter wordt. In elke vierkante centimeter van de landkaart, die in werkelijkheid honderden vierkante kilometers is, leven miljoenen zeedieren. De branding loopt uit op de stranden. Mensen wandelen langs de vloedlijn of vluchten weg voor het opdringende water.
Hij volgt de lijnen van de rivieren op de kaart. Brede stromen waaieren uit in rivierdelta’s. Schepen drijven naar zee. Hij kan ze heel dichtbij halen, alsof hij in zijn hoofd een enorme microscoop heeft, zodat hij zelfs kan zien wat de lading is. Steenkool. Cement. Grind. Of feestvierende mensen op een cruiseschip, stomdronken van verveling. Hij kan hun ogen zelfs uitvergroten en ziet daarin de angst die hen bij elkaar houdt. Er is geen grotere leegte dan in het hoofd van mensen die niets te doen hebben. Dat heeft hij in het revalidatiecentrum gezien. Mensen die wachten op niets omdat ze niets meer te winnen hebben. Ogen die tergend langzaam leeg raken.
De donkere vlekken zijn steden en dorpen. Daar ergens ligt ook zijn eigen dorp aan de rand van de Wijer, de beek die verderop met een rivier samenvloeit die naar zee stroomt. Op de landkaart is zijn dorp niet groter dan een speldenprik. Vandaag of morgen zal het net als alle land verzwolgen worden door het water. Als het buiten waait en de wind de klimop langs de gevel laat ritselen, hoort hij het schreeuwen van de mensen die verdrinken. Zo moeten de uitverkorenen op de ark van Noach het schreeuwen hebben gehoord van de mensen die verdoemd waren omdat ze God niet welgevallig waren. God ontleent zijn macht aan zwarte sprookjes.
Vooral in de dagen dat hij verward is, beleeft hij verhalen. Als in een roes. De dokter zegt dat het komt door een storing in het evenwichtsorgaan. Het is aangetast door een tekort aan bloed, met als gevolg verstoorde zenuwen.
In de dagen dat hij verward is, is de tijd zoek, weet hij niet of het ochtend of avond is. Soms, als zijn hoofd ruist, is het of hij luistert naar een ander. Iemand buiten zijn lijf. Dat kan dagen aanhouden. Dagen dat er niets met hem aan te vangen is en ze hem niet eens aankleden. Bij vlagen is hij zich zo weinig bewust van wat er gebeurt, dat hij niet eens merkt dat hij van bed wordt getild, op de pot wordt gezet en terug in bed wordt gestopt. Soms levert het tekort aan bloed in zijn hersenen hem buien van verstrooidheid op. Dan gaat hij rommelen in de hoofdstukken van het boek dat hij wil schrijven over de geschiedenis van de meelfabriek en husselt alles door elkaar. Lizet kan het allemaal niets schelen. Als hij weer normaal kan denken, treft hij op zijn tafel een puinhoop aan die hij opnieuw moet ordenen. Het hindert de voortgang van het werk enorm. Soms heeft hij hele verscheurde hoofdstukken uit de prullenbak moeten vissen en aan elkaar moeten plakken omdat hij ze had weggegooid. Een enkel hoofdstuk is verdwenen omdat Lizet gewoon de prullenbak had geleegd in de vuilcontainer.
De dokter zegt dat de ader in zijn hals moet worden verwijd, maar dat zoiets veel risico met zich meebrengt. En eigenlijk wil hij het ook niet. Die vaak terugkerende verwardheid in zijn hoofd levert ook mooie beelden op. Beelden waaraan hij hecht, zoals het beeld van de landkaart boven zijn hoofd en de geheime zee. Het is een klein plezier dat hij voor zichzelf alleen heeft. Nog één zo’n storm, waarbij er pannen van het dak waaien, en hij zal met bed en al het huis uit drijven. Door de tuinen die zijn ingenomen door de Wijer, de beek die zichzelf ver boven haar normale hoogte uittilt, en het dorp, dat ze vele jaren heeft gestreeld, met man en muis verzwelgt.
Het beeld van een allesverzwelgende vloed komt vaak terug in zijn hoofd. Hij is niet uitverkoren voor de reddende ark, maar drijft met het kolkende water mee. Het laatste wat hij ziet voor hij ondergaat, zijn Thija en Tijger, aan boord van de boot. Tijger heeft het gezicht van Noach. Thija is zichzelf. Mels roept om hulp, maar de anderen horen hem niet. Ze kijken alleen maar naar elkaar. Om de ramp te voorkomen moeten de kapotte pannen worden vervangen. Wie in het dorp kan een dak repareren? Toen ze nog jongens waren, repareerden Tijger en hij alle daken in de straat. Na elke flinke storm dansten ze als circusartiesten door de goten en over de daknokken om de weggewaaide pannen te vervangen. Zo lenig als apen. Door hun gewaagde kunstjes lieten ze de harten van hun moeders stilstaan.
Vooral als Kemp in de buurt was, haalden ze kunststukjes uit. Om de zoon van de slager uit te dagen.
Hij herinnert zich nog precies hoe Kemp altijd naar hen stond te kijken als hij en Tijger in de goot stonden en langs de dakramen omhoogklommen naar de nok van het dak om de scheefgewaaide pannen bij de schoorsteen recht te leggen of een kauwennest uit het rookkanaal te halen. De piepende jongen gooiden ze vanaf het dak op straat dood en ze beschoten de woedend rondvliegende ouders met hun katapulten. Heksenvogels waren het. Duivels in zwarte pakken. Luchtratten. Voor elke kauw die ze doodden, kregen ze vijf cent beloning. En van de boer aan wie ze de dode dieren verkochten, kregen ze ook een stuiver. De boer hing de vogels, met uitgespreide vleugels, aan een lange paal tussen de erwten of in het koren, als waarschuwing voor de soortgenoten dat ze een rooftocht naar het veld met de dood zouden moeten bekopen.
Wat had Mels zich geërgerd toen Kemp, net vijftien, met kop en schouders boven hem uitgroeide. Twintig geworden had Kemp de slagerij van zijn vader overgenomen. Toen was hij al zo sterk dat hij met de blote vuist in één klap een varken kon doodslaan. Zo sterk dat hij Mels volkomen kon negeren.
Ton van Reen: Het diepste blauw (008)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van
Dat poëzie niet moeilijk hoeft te zijn, bewijst Perdu jaarlijks op Gedichtendag. Niet door zich op die dag te beperken tot de eenvoudigste poëzie, maar juist door de poëzie in al haar diversiteit aan te bieden op een manier die vooral de nieuwsgierigheid prikkelt.
Podiumbeesten en prevelaars, anekdotici en hermetici, vaklui en avonturiers, groentjes en grijsaards: ze staan naast elkaar en door elkaar op deze nieuwe editie van de 30 + 30 Dichtersmarathon. Zestig zeer uiteenlopende dichters komen in ongeveer tweeënhalf uur voorbij.
Het concept is uitermate eenvoudig: dertig Nederlandse dichters lezen elk drie gedichten voor: twee van henzelf en één van een zelfverkozen collega uit het buitenland. Bij het voorlezen wordt de poëzie niet onderbroken door aan- of afkondigingen, bio- of bibliografische informatie of entr’actes en intermezzo’s.
Zo kan de aandacht van de luisteraar zich volledig op de poëzie zelf richten, die zich aan hem presenteert als een constante stroom in een onverbiddelijk ritme van ruim tweeënhalf uur.
Wiens aandacht toch even verslapt, haakt zo weer aan bij de eerstvolgende dichter. Een uitstekende gelegenheid om je onder te dompelen in poëzie uit Nederland en de rest van de wereld.
Met Radna Fabias, Peggy Verzett, Samuel Vriezen, Arno van Vlierberghe, Yi Fong Au, Martje Wijers, Peter Prins, Maarten van der Graaff, Kira Wuck, Jonathan Griffioen, Marc van der Holst, Lucie Berjoan, Isabel Verhulst, Roos Vlogman, Mathijs Tratsaert, Esmé van den Boom, Asha Karami, Meliza de Vries, Edna Azulay, Nguyễn Nam Chi, Shida Boukhizou, Michael Tedja, Zaii, Omar El Allali, Flora Woudstra, Raj Mohan, Divya Nadkarni, Mariana Hirschfeld & Anne-Fleur van der Heijden
donderdag 25 jan 2018 19:45
30+30 Dichtersmarathon 2018
Aanvang: 19:45 uur
Deuren open: 19:15 uur
Entree: 10 / 7 euro (korting)
Vanwege verwachte drukte s.v.p. uw ticket(s) tijdig kopen.
# meer info op website perdu.nl
dichtersmarathon
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, Art & Literature News, Literary Events, LITERARY MAGAZINES, MODERN POETRY, POETRY ARCHIVE
Soms hoort hij de Engelse piloot zuchten. Onderscheidt hij fragmenten van woorden. Dan luistert hij zo scherp dat zijn oren ervan gaan suizen en hij ten slotte alleen nog zijn eigen lijf hoort. Het ruisen van zijn bloed. Dan is het alsof de ziel van John Wilkington in hem is opgenomen.
Hij vertelt Thija en Tijger erover.
Voor Tijger is dood, dood. Maar Thija zegt dat de ziel het eeuwige leven heeft en dat die piloot daar best kan blijven wonen en dat hij niet beter weet dan dat het kleine zolderkamertje de hemel is. Maar dat het ook mogelijk is dat hij bezit neemt van Mels. Hij is niet voor niets in hetzelfde huis geboren. Thija heeft een boek over India, waar mensen leven die in reïncarnatie geloven. Hun ziel gaat over in een nieuw leven. Soms in een nieuw geboren mens, of in een dier. Ze zegt dat elke nieuwe vorm van leven hoort bij de cyclus van leven die elke ziel te gaan heeft voordat hij volmaakt is en in het nirwana kan worden opgenomen. Dat is de eeuwige staat van volmaaktheid en geluk.
`Kan ik in een rups veranderen?’ vraagt Tijger.
`Dat kan’, zegt Thija.
`Dan word ik een rups’, zegt Tijger. `Dan heb ik nog een tweede leven extra, als vlinder.’
`Zoals wij tellen, tellen ze in het hiernamaals niet’, zegt Thija.
Hoe vaker ze erover praten, hoe meer Mels gelooft dat hij is voorbestemd om het afgebroken leven van John Wilkington te vervolgen. Dat hij de opdrachten moet uitvoeren die Wilkington voor zijn leven had meegekregen maar niet meer kon uitvoeren. Het komt hem ook goed uit. Hoe meer John Wilkington bezit van hem neemt, hoe boeiender hij voor Thija wordt. Dat ze beiden in het voortbestaan van de ziel geloven, geeft hem een voorsprong op Tijger.
Omdat hij geen foto van John heeft, bestudeert hij de gezichten van diens kinderen en vergelijkt ze met foto’s van zichzelf. Het is alsof de meisjes op hem lijken, vooral op de foto die gemaakt is op de dag dat hij zijn eerste communie deed. Dezelfde donkere blik. Dezelfde neus. Hetzelfde kuiltje in de wang, bij hem zit het links, maar bij de meisjes zit het rechts, maar dat komt misschien omdat het meisjes zijn.
Komt het door de ziel van John Wilkington dat hij zich zo vaak in zijn dromen te pletter vliegt tegen de silo? Stuurt John Wilkington zelfs zijn dromen?
Om te testen hoeveel hij John Wilkington is, moet hij contact zien te krijgen met de meisjes op de foto. Minutenlang staart hij in hun ogen. Tot hij voelt dat ze terugkijken. Vooral met Mary, de oudste, heeft hij contact. Als hij haar aanstaart, weet hij zeker dat zij op dat moment ook aan hem denkt. Moet hij haar een brief sturen over de ziel van haar vader die in hem huist? Ongeveer negentien jaar moet ze nu zijn. Misschien vindt ze het belachelijk om zoiets te horen van een jongen van twaalf.
Ton van Reen: Het diepste blauw (007)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van
Le Quartier est une petite ville de banlieue où se croisent les destins de quatre femmes. Mariette, recluse dans son appartement, qui ressasse sa vie gâchée en buvant du vin rouge.
Aline, l’infirmière à domicile, qui la soigne et l’écoute. Suzanne, la petite Blanche, amante éplorée d’un caïd assassiné. Mame Baby, idole des femmes du Quartier, dont la mort est auréolée de mystère.
À travers la voix d’Aline, de retour dans le Quartier qu’elle a fui sept ans auparavant, les liens secrets qui unissent les quatre héroïnes se dessinent…
La fin de Mame Baby raconte avant tout, avec finesse, grâce et passion, l’art qu’ont les femmes de prendre soin les unes des autres, de se haïr et de s’aimer.
Gaël Octavia
La fin de Mame Baby
Collection Continents Noirs, Gallimard
Parution : 31-08-2017
176 pages
140 x 205 mm
Genre : Romans
Pays : Martinique
Époque : XXIe siècle
ISBN : 9782072737015
Gencode : 9782072737015
Prix € 16,00
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive O-P, Art & Literature News
A moving collection of autobiographical essays from a Russian poet and refugee of the Bolshevik Revolution.
Marina Tsvetaeva ranks with Anna Akhmatova, Osip Mandelstam, and Boris Pasternak as one of Russia’s greatest twentieth-century poets. Her suicide at the age of forty-eight was the tragic culmination of a life buffeted by political upheaval.
The essays collected in this volume are based on diaries she kept during the turbulent years of the Revolution and Civil War.
In them she records conversations of women in the markets, soldiers and peasants on the train traveling from the Crimea to Moscow in October 1917, fighting in the streets of Moscow, a frantic scramble with co-workers to dig frozen potatoes out of a cellar, and poetry readings organized by a newly minted Soviet bohemia.
Alone in Moscow with two small children, no income, and a missing husband, Tsvetaeva struggled to feed her daughters (one of whom died of malnutrition in an orphanage), find employment in the Soviet bureaucracy, and keep writing poetry. Her keen and ruthless eye observes with compassion and humor—bringing the social, economic, and cultural chaos of the period to life. These autobiographical writings not only give a vivid eyewitness account of Russian history but provide vital insights into the workings of Tsvetaeva’s unique poetics.
Includes black and white photographs.
Earthly Signs
Moscow Diaries, 1917-1922
By Marina Tsvetaeva
Translated by Jamey Gambrell
Poetry
Paperback
Dec 05, 2017
288 Pages
Paperback
$17.95
Published by NYRB Classics
ISBN 9781681371627
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Achmatova, Anna, Archive S-T, Archive S-T, Art & Literature News, Mandelstam, Osip, Pasternak, Boris, REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS, Tsvetaeva, Marina
Bullets into Bells is a powerful call to end American gun violence from celebrated poets and those most impacted
Focused intensively on the crisis of gun violence in America, this volume brings together poems by dozens of our best-known poets, including Billy Collins, Patricia Smith, Natalie Diaz, Ocean Vuong, Danez Smith, Brenda Hillman, Natasha Threthewey, Robert Hass, Naomi Shihab Nye, Juan Felipe Herrera, Mark Doty, Rita Dove, and Yusef Komunyakaa.
Each poem is followed by a response from a gun violence prevention activist, political figure, survivor, or concerned individual, including Nobel Peace Prize laureate Jody Williams; Senator Christopher Murphy; Moms Demand Action founder Shannon Watts; survivors of the Columbine, Sandy Hook, Charleston Emmanuel AME, and Virginia Tech shootings; and Samaria Rice, mother of Tamir, and Lucy McBath, mother of Jordan Davis.
The result is a stunning collection of poems and prose that speaks directly to the heart and a persuasive and moving testament to the urgent need for gun control.
Bullets into Bells
Poets & Citizens Respond to Gun Violence
Foreword by Gabrielle Giffords
Introduction by Colum McCann
Edited by Brian Clements, Alexandra Teague and Dean Rader
Category: Poetry
Paperback
Dec 05, 2017
208 Pages
$15.00
Published by Beacon Press
ISBN 9780807025581
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Art & Literature News, CRIME & PUNISHMENT, MUSEUM OF PUBLIC PROTEST, Ocean Vuong, POETRY ARCHIVE
Hij luistert naar het getrippel van de muizen onder de pannen. Ze rennen over het plafond, dat bestaat uit platen van gips dat gemengd is met stro.
Er wonen niet alleen muizen op zolder, er huist ook de ziel van een Engelse piloot die daar in de oorlog verborgen werd gehouden. Zijn vliegtuig had de silo van de meelfabriek geschampt en was verderop aan de rand van het dorp neergestort. Hij was gewond. Een paar maanden heeft hij onder de pannen geleefd, wachtend op de mannen die hem zouden komen ophalen. Er kwam niemand. Op een ochtend vond Mels’ moeder de piloot, toen ze hem het ontbijt ging brengen, dood op zijn strobed.
John Wilkington heette hij. Mels’ moeder heeft het vaak verteld. Het was een knappe kerel, die steeds over zijn thuis had gesproken. Na de oorlog had ze een brief gestuurd naar het adres dat ze in zijn zakboekje had gevonden. Er was een brief teruggekomen van de weduwe van Wilkington, met een foto. Wilkingtons vrouw, met twee kinderen. Meisjes van zeven en vijf met strikken in het haar. Mary en Maud. Ze zaten in rieten stoelen aan de rand van een vijver. De weduwe had geschreven dat ze de foto eigenlijk voor John had laten maken, met de bedoeling die naar hem op te sturen, maar voor het zover was, hadden ze het bericht van zijn dood ontvangen. Nu was de foto voor de mensen die John in zijn laatste dagen hadden verzorgd.
Moeder had de foto ingelijst en in de kamer op de schouw gezet, tussen de portretten van overleden familieleden. Mels had het altijd vreemd gevonden dat ze wél een portret hadden van Wilkingtons vrouw en kinderen maar geen van de man zelf, hoewel hij toch, omdat hij hier in huis was gestorven, gezien werd als iemand van de familie.
Ton van Reen: Het diepste blauw (006)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van
Wüsste man nichts von Jan Wagners lyrischem Werk, man würde überhaupt nur noch Essays von ihm lesen wollen.
Ob er über Bibliotheken, Buchhandlungen, Lyrik oder Kunst schreibt, ob er literarische Postkarten aus Rom oder Los Angeles sendet oder die Epiphanie eines Rosmarins im schwäbischen Garten feiert – man glaubt diesem charmanten Geschichtenerzähler alles.
Es bleibt kaum Zeit, die rhetorische Fingerfertigkeit zu bewundern, mit der da zwischen souveräner Gelehrsamkeit unerwartet die nächste Anekdote aus dem Ärmel gezogen wird, und man kann nicht anders als staunen über die Trouvaillen, die Jan Wagner von seinen Entdeckungsreisen quer durch Epochen und Kontinente mitbringt.
Jan Wagner, 1971 in Hamburg geboren, lebt in Berlin. 2001 erschien sein erster Gedichtband Probebohrung im Himmel. Es folgten Guerickes Sperling (2004), Achtzehn Pasteten (2007), Australien (2010), Die Eulenhasser in den Hallenhäusern (2012) und zuletzt der Sammelband Selbstporträt mit Bienenschwarm (2016). Zudem ist er Mitherausgeber der Minnesang-Anthologie Unmögliche Liebe (Die Kunst des Minnesangs in neuen Übertragungen, 2017). Für seine Lyrik wurde Jan Wagner vielfach ausgezeichnet. Mit seinem Gedichtband Regentonnenvariationen (2014) gewann er 2015 den Preis der Leipziger Buchmesse, außerdem wurde er 2017 mit dem Georg-Büchner-Preis ausgezeichnet.
Jan Wagner:
Der verschlossene Raum.
Beiläufige Prosa
EAN: 9783446254756
ISBN: 3446254757
Libri: 2557154
Hanser Berlin
2017 – 268 Seiten
gebunden € 22,00
new books
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive W-X, Archive W-X, Art & Literature News
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature