Or see the index
Het 4e Feest der Poëzie – Project Diepenbrock – zondagavond 23 november 2014 – CMA-Zaal, Amsterdam
Menno Wigman ontvangt 1e exemplaar nieuwe editie handgemaakt poëzieperiodiek Avantgaerde met CD
Unieke, toegankelijke avond brengt jonge dichters en musici samen op het podium met gedichten op muziek
Project Diepenbrock
Deze 4e editie van het Feest der Poëzie heet ‘Project Diepenbrock’. Alphons Diepenbrock (1862 tot 1921) was een van de bekendste Nederlandse componisten van zijn tijd. Hij heeft veel gedichten van zijn tijdgenoten, zoals Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel en Herman Gorter, getoonzet; deze prachtige liederen worden nu helaas nauwelijks meer uitgevoerd. Het Feest der Poëzie zet de Nederlandse liedtraditie voort door uit muziekbibliotheken het opgraven en uitvoeren van vergeten liederen op teksten van bekende Nederlandse dichters uit de late 19e en begin 20e eeuw.
Dit Feest der Poëzie maakt op een unieke manier de verbinding tussen heden en verleden: verschillende musici en bands hebben gedichten uit de nieuwe, op het Feest te presenteren editie van handgemaakt poëzieperiodiek Avantgaerde te getoonzet. Deze komen samen met voordrachten door de dichters zelf op een CD die bijgevoegd wordt aan Avantgaerde, en gaan in première op de avond zelf. Daarnaast hebben de musici door Diepenbrock getoonzette gedichten opnieuw op muziek gezet en beleven we die avond ook daarvan de eerste uitvoering.
Programma: Menno Wigman, jonge musici en dichters
Eregast is voormalig stadsdichter van Amsterdam en veelgelauwerde dichter, bloemlezer en essayist Menno Wigman, die eigen gedichten en een vertaling van Rainer Maria Rilke heeft bijgedragen aan de nieuwe Avantgaerde. Hij zal deze en andere gedichten uit eigen werk voordragen.
Muziek neemt tijdens deze editie van het Feest der Poëzie een centrale plaats in. Daarom treden, met nieuwe composities op gedichten uit Avantgaerde en ander eigen werk, op: Susanne Winkler (sopraan) en Daan van de Velde (pianist) met een liedprogramma van de hand van componist Hinse Mutter; chansontrio En Vrac met bekende chansons en eigentijdse theaterliederen; en eclectische rockband Forty Dollar Baby met een bijzondere mengeling van vele instrumenten, klanken en teksten.
Ook de dichters van Avantgaerde Mieke van Zonneveld (winnares Turing Poëzieprijs 2014), Lennard van Rij en Simon Mulder ook voordragen uit hun bijdrage aan de nieuwe Avantgaerde.
Verder kunt u een presentatie verwachten van Muze Poëzie-app.
De CMA-Zaal: decadent industrieel theater
Dit alles in de CMA-Zaal in Amsterdam-Oost; een oude fabriekshal van de Oostergasfabriek, industriëel erfgoed uit het einde van de negentiende eeuw, omgetoverd tot decadent theater met veel rode gordijnen, rood pluche, donker hout en een brandende haard. Tevens boekverkoop en signering.
Praktische informatie
Datum, tijd: 23 november 2014; zaal open: 19:45; aanvang: 20:15.
Entree: 11 euro/9 euro (kortingstarief: scholier/student/CJP/Stadspas/65+/donateur)
Locatie: CMA-zaal, Paradijsplein 1, Amsterdam (bij station Amsterdam Muiderpoort)
Reserveren is niet noodzakelijk, maar wel gewenst en mogelijk via de website www.feestderpoezie.nl.
Rondom het Feest der Poëzie: een serie workshops over dicht- en voordrachtskunst
Rondom het Feest der Poëzie kunt u deelnemen aan een serie workshops rondom gedichten lezen, schrijven en voordragen, interessant voor iedereen die zich in de poëzie begeeft of wil begeven: jong dichttalent, gevorderde poëzie-lezers en zeker ook iedereen die voor het eerst wil kennismaken met de dichtkunst.
Locatie: Huis de Pinto, Sint Antoniesbreestraat 69, Amsterdam
Datum/Tijd: zaterdag 15, 22 en 29 november, 14:00 – 16:30 uur
Prijs: 10,- euro (betaling ter plekke)(studenten/65+/CJP/Stadspas: 7,- euro)
Passepartout: 25,- euro (studenten/65+CJP/Stadspas: 16,- euro) (betaling bij 1e workshop)
Inschrijven: info@feestderpoezie.nl
Maximaal 7 deelnemers per workshop.
– Jos Versteegen, dichter, liedschrijver en schrijfdocent, geeft een workshop over het schrijven van poëzie naar aanleiding van zijn boek De bliksem in je pen. Muzikaliteit en emoties in je werk brengen en beeldend schrijven zijn enkele van de onderwerpen die aan bod zullen komen op zaterdagmiddag 15 november, 14:00-16:30 uur.
– Simon Mulder, dichter, voordrachts-kunstenaar en docent klassieke talen, geeft een workshop voordrachtskunst. Met verschillende benaderingen en technieken leert u uw gedichten en/of die van door u bewonderde dichters over te brengen op uw publiek, op zaterdagmiddag 22 november, 14:00 uur-17:00 uur. De workshop wordt afgesloten met een openbare voordracht in de Leeszaal.
– Wilt u lezend en schrijvend kennismaken met de vormvaste dichtkunst (gedichten met een vast metrum en rijmschema) van Klassieke Oudheid tot nu)? Dan geeft Simon Mulder u een interessante introductie in de ambachtelijke kant van de dichtkunst, waarbij u ook zelf aan de slag gaat, op zaterdagmiddag 29 november, 14:00-16:30 uur
# Meer info website Feest der Poëzie
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Feest der Poëzie, Gorter, Herman, Kloos, Willem, Literary Events, Lodewijk van Deyssel, THEATRE, Wigman, Menno, Wilde, Oscar
CONCERT VOOR DE FÜHRER verscheen eerder bij Uitgeverij De Geus. Deze derde druk werd gepubliceerd door Uitgeverij Léon van Dorp.
Het boek is opnieuw verschenen vanwege de herdenking in september van Operatie Market Garden, een geallieerd offensief in september 1944 om Nederland te bevrijden. Het was deels een mislukking omdat de laatste brug een brug te ver bleek en het westen van Nederland te maken kreeg met de hongerwinter.
Vlak voordat de geallieerden in september 1944 Operatie Market Garden inzetten, wordt de jonge Duitse soldaat Hermann tijdens een verkenningspatrouille alleen op onderzoek uitgestuurd. Hij bevindt zich, in de buurt van Grave, op bekend terrein. Zijn Nederlandse moeder komt er vandaan en hij is er vaak op vakantie geweest bij zijn grootouders.
De onverwachte geallieerde aanval brengt Hermann letterlijk tussen twee vuren: dat van de vijand die niet zijn persoonlijke vijand is en dat van het Duitse leger dat hem, als gedwongen lid van de Hitlerjugend, tegen zijn wil in het leger heeft ingelijfd.
Hermann vlucht een kerk binnen. Het orgel in de gewijde ruimte doet hem de oorlog even vergeten. Als hij het instrument aanraakt weet hij het: dit is het orgel waarop hij zijn leven lang al wilde spelen. Hij neemt plaats achter het orgel en speelt. Het wordt een concert voor zichzelf en voor zijn vriend en medesoldaat Manfred Reifsche, het wonderkind op de piano. Herinneringen aan zijn jeugd vermengen zich met gedachten aan Manfred, die als deserteur omgekomen is door het vuurpeloton.
Terwijl buiten de oorlog in alle hevigheid woedt, levert Hermann een innerlijke strijd met een gebeurtenis die zijn jonge leven zo zwaar heeft getekend dat hij niet meer aan het noodlot kan ontkomen.
Het verhaal is gebaseerd op een ware gebeurtenis in het kleine dorp Velp bij Grave.
Concert voor de Führer
Ton van Reen
ISBN: 978-90-79226-17-7
Pagina’s: 88|softcover|€ 9,95
# website Uitgeverij Léon van Dorp
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive Q-R, Reen, Ton van, Ton van Reen
The Sorrows of Young Werther (68) by J.W. von Goethe
A recollection of that mysterious estrangement which had lately
subsisted between herself and Albert, and which she could never
thoroughly understand, was now beyond measure painful to her. Even the
prudent and the good have before now hesitated to explain their mutual
differences, and have dwelt in silence upon their imaginary grievances,
until circumstances have become so entangled, that in that critical
juncture, when a calm explanation would have saved all parties, an
understanding was impossible. And thus if domestic confidence had been
earlier established between them, if love and kind forbearance had
mutually animated and expanded their hearts, it might not, perhaps, even
yet have been too late to save our friend.
But we must not forget one remarkable circumstance. We may observe from
the character of Werther’s correspondence, that he had never affected
to conceal his anxious desire to quit this world. He had often discussed
the subject with Albert; and, between the latter and Charlotte, it had
not unfrequently formed a topic of conversation. Albert was so opposed
to the very idea of such an action, that, with a degree of irritation
unusual in him, he had more than once given Werther to understand that
he doubted the seriousness of his threats, and not only turned them into
ridicule, but caused Charlotte to share his feelings of incredulity.
Her heart was thus tranquillised when she felt disposed to view
the melancholy subject in a serious point of view, though she never
communicated to her husband the apprehensions she sometimes experienced.
Albert, upon his return, was received by Charlotte with ill-concealed
embarrassment. He was himself out of humour; his business was
unfinished; and he had just discovered that the neighbouring official
with whom he had to deal, was an obstinate and narrow-minded personage.
Many things had occurred to irritate him.
He inquired whether anything had happened during his absence, and
Charlotte hastily answered that Werther had been there on the evening
previously. He then inquired for his letters, and was answered that
several packages had been left in his study. He thereon retired, leaving
Charlotte alone.
The presence of the being she loved and honoured produced a new
impression on her heart. The recollection of his generosity, kindness,
and affection had calmed her agitation: a secret impulse prompted her
to follow him; she took her work and went to his study, as was often
her custom. He was busily employed opening and reading his letters.
It seemed as if the contents of some were disagreeable. She asked some
questions: he gave short answers, and sat down to write.
Several hours passed in this manner, and Charlotte’s feelings became
more and more melancholy. She felt the extreme difficulty of explaining
to her husband, under any circumstances, the weight that lay upon her
heart; and her depression became every moment greater, in proportion as
she endeavoured to hide her grief, and to conceal her tears.
The Sorrows of Young Werther (Die Leiden des jungen Werther) by J.W. von Goethe. Translated by R.D. Boylan.
To be continued
fleursdumal.nl magazine
More in: -Die Leiden des jungen Werther, Goethe, Johann Wolfgang von
Exposition
Sade. Attaquer le soleil
au musée d’Orsay
du 14 octobre 2014 au 25 janvier 2015
A l’occasion du bicentenaire de la mort d’Alphonse Donatien de Sade (1740-1814), le musée d’Orsay consacre à l’auteur une exposition qui met en lumière la révolution de la représentation ouverte par ses textes. Participez à notre tirage au sort et gagnez peut-être deux invitations !
Alphonse Donatien de Sade (1740-1814) a bouleversé l’histoire de la littérature comme celle des arts, de manière clandestine d’abord puis en devenant un véritable mythe. L’œuvre du «Divin Marquis» remet en cause de manière radicale les questions de limite, proportion, débordement, les notions de beauté, de laideur, de sublime et l’image du corps. Il débarrasse de manière radicale le regard de tous ses présupposés religieux, idéologiques, moraux, sociaux.
Suivant l’analyse d’Annie Le Brun, spécialiste de Sade et commissaire invitée, l’exposition met en lumière la révolution de la représentation ouverte par les textes de l’écrivain. Seront abordés les thèmes de la férocité et de la singularité du désir, de l’écart, de l’extrême, du bizarre et du monstrueux, du désir comme principe d’excès et de recomposition imaginaire du monde, à travers des oeuvres de Goya, Géricault, Ingres, Rops, Rodin, Picasso…
Autour de cette exposition, le musée d’Orsay organise également :
une conférence inaugurale, avec Annie Le Brun, écrivain, et Laurence des Cars, directrice du musée de l’Orangerie. Le 17 octobre à 12h.
des lectures-spectacles «Les voix de Sade», mises en scène par Benjamin Lazar, le 6 novembre à 20h et le 14 décembre à 16h.
un café littéraire «Après Sade : de Flaubert à Apollinaire », le 9 novembre à 16h.
Sade au cinéma : une série de projections, du 14 au 30 novembre 2014.
des journées de visites-conférences «Les métamorphoses du désir, de Watteau à Picasso» (Musée du Louvre/Musée d’Orsay).
enfin, en partenariat avec les Éditions Gallimard et le Cercle de la Pléiade, une table ronde, «Éditer Sade : de l’enfer à la Pléiade», une évocation des épisodes marquants d’une diffusion sous le manteau des écrits du marquis de Sade et des nombreuses éditions établies dans la clandestinité, de son interdiction au XIXe siècle à sa sortie dans la collection de La Pléiade en 1990, en passant par l’édition qu’en fit en 1947 Jean-Jacques Pauvert, à qui cette soirée rendra hommage. Avec Antoine Gallimard, Michel Delon, Annie Le Brun et Frédéric Martin, le 11 décembre à 19h.
Sade. Attacking the Sun
Donatien Alphonse François de Sade (1740–1814) completely transformed the history of both literature and the arts, first as an underground writer, and later by becoming a veritable legend in his lifetime.
The Divin Marquis’s work is a radical questioning of issues of limits, proportion, excess, notions of beauty, ugliness, the sublime and the body image. He takes the way we look at things and sweeps away all our religious, ideological, moral and social presuppositions.
Following the analysis of the writer Annie Le Brun, a specialist of Sade, the exhibition will be focusing on the revolution of representation opened up by the author’s writings. Topics addressed will be the ferocity and singularity of desire, deviation, extremes, the weird and the monstrous, desire as a principle of excess and imaginary recomposition of the world, through works by Goya, Gericault, Ingres, Rops, Rodin, Picasso…
The violent nature of some of the works and documents may shock some visitors.
# More information on website musée d’Orsay
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: - Book Lovers, Art & Literature News, Marquis de Sade
VPRO Boeken
zondag 16 november, NPO 1, 11.20 uur
Philip Huff & Wessel te Gussinklo
Schrijver Philip Huff (1984) vertelt over zijn laatste roman ‘Boek van de doden‘, over Felix Post. Nog net geen dertig, dwaalt deze man de week vóór Kerst door Amsterdam.
Ook te gast is Wessel te Gussinklo (1941), over zijn nieuwste roman ‘Zeer helder licht‘. Hierin beschrijft Te Gussinklo een episode uit het leven van Wander, een beetje aan lagerwal geraakte man van 31 zonder geld, baan, diploma’s of huis.
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News
Na edities rond Pessoa, Lorca en Slauerhoff staat van in november 2014 tijdens de vierde ‘Literaire Meesters’-editie de Amerikaan Ernest Hemingway (1899-1961) centraal.
Hemingway was getuige van diverse sleutelmomenten in de geschiedenis van de twintigste eeuw. Hij diende in WOI als ambulancebroeder, deed verslag van de Spaanse Burgeroorlog en was tijdens WOII getuige van D-Day. Over zijn ervaringen schreef hij indrukwekkende romans als For whom the bell tolls en A farewell to arms.
Literaire Meester 2014: Hemingway
24 november t/m 4 december 2014 Utrecht
Zijn stijl is uniek: met sobere en trefzekere zinnen beschrijft hij markante personages, vaak afkomstig uit de marges van de samenleving. In 1952 verscheen zijn meest beroemde boek The old man and the sea; een in alle opzichten volmaakte novelle over de eeuwige strijd tussen de mens en de natuur. In 1954 ontving Hemingway de Nobelprijs voor de Literatuur.
Literaire Meesters: Het festival ‘Literaire Meesters’ presenteert tweejaarlijks een exclusief programma rond meesters uit de wereldliteratuur. In filmvertoningen, theatervoorstellingen, lezingen, literaire diners en muziek krijgt de bezoeker een compleet en vaak verrassend beeld van deze literaire grootheden.
Monty Python-lid Michael Palin treedt op 24 november exclusief voor Literaire Meesters 2014 op tijdens de openingsavond van het festival ‘In het spoor van Hemingway’. In een speciale lezing volgt Palin met zijn gebruikelijke dosis humor en gevoel voor detail de schrijver, jager, vrouwenversierder Hemingway op avontuurlijke reizen langs onder andere de Afrikaanse savanne, het stierenrennen in Pamplona en het marlijn vissen op Key West.
Hemingways gezocht!
Ernest-hemingway-look-alike-contest-cover
Ieder jaar treden in Key West (Florida, waar Hemingway jaren woonde) meer dan honderd bebaarde mannen met buikjes in safari-outfits en coltruien aan voor de Hemingway look-alike wedstrijd. Een traditie die navolging verdient! Tijdens de Literaire Nachtclub op 4 december nemen de beste Hemingways het tegen elkaar op. Ben/ken jij de beste ‘Papa’ van Nederland? Doe mee en wellicht win jij die felbegeerde Hemingway Bokaal.
# Zie programma op website Literaire Meesters
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Ernest Hemingway
De slager stak zijn mes tussen riem en voorschoot en liep naar de stal die naast zijn winkel lag. Met een krijgshaftige blik in zijn ogen verdween hij naar binnen, kwam direct daarna met een krijsend varken buiten. Hij sleurde het dier mee aan een touw dat om de voorpoten was geslagen. Het varken kon onmogelijk vluchten. Het was zelfs nauwelijks in staat om te lopen, waardoor het op een haast koddige wijze, als een circusbeest, op knieën en kont vooruitschoof. Een varken in sluipgang, als een tijger op prooi. Op weg naar zijn eigen dood. Met welk recht gaf de slager het dier prijs aan zo’n zielige vertoning? Had hij zelf meer hersens? Kon hij een beest zomaar voor joker zetten, door het voor de ogen van ieder ander op het plein de laatste fratsen te laten maken, alvorens het de dood in te jagen?
Waarschijnlijk had het dier de hele nacht zo ruw vastgebonden in de stal gelegen. Het zag er uitgeput uit door het geworstel met het touw en leek te verrekken van honger en angst. De slager bond het varken aan een paal, midden onder het vooruit springende afdak van de stal. De vloer was daar glad gecementeerd en liep af, zodat spoelwater en overtollig bloed weg konden stromen in een zinkputje dat stonk naar de dood. In de tijd dat de slager een emmer lauw water over het varken goot en met een harde borstel stront en ander vuil verwijderde, vrat de zon het laatste restje dauw van het gras en hees hij zich steeds hoger in de blauwe lucht. Weer gilde het zieke kind. Een korte, harde kreet die als een zweepslag over het plein klonk. Vaker riep de jongen nu, een naam gillend die onverstaanbaar bleef. De naam van een van die boze wezens in zijn droom? Misschien was dat gedrocht zijn vader wel. De timmerman was wakker geworden en brulde luid tegen de jongen dat hij zijn bek moest houden, dat hij nog wilde slapen. Over het hele plein was te horen hoe de man tekeerging. De bruut! Alsof je zomaar kon schreeuwen tegen een kind dat ziek was en zich door God en iedereen verlaten dacht.
De woedende timmerman had een enorme kater aan de vorige avond overgehouden. Hij had het gevoel dat alle hamers die hij bezat op zijn kop klopten, zonder dat hij ze kon stoppen. Wat moest die jongen hem wakker schreeuwen! Het was toch nog nacht, godverdomme! Dan hoorde zo’n jong zijn bek te houden en te slapen. Als zijn moeder er nou nog was. Die had hem wel stil weten te krijgen met wat gesmoes. Ook een rotstreek van haar om hem met de jongen alleen te laten. Om er zomaar op een kwade dag, niet lang geleden, de brui aan te geven. Tussen koken en afwas af te nokken voor de eeuwige reis. Waarmee je in dit christelijke dorp toch ook niet veel verder kwam dan een paar honderd meter gaans. Af te leggen in een kist. Al of niet gepolitoerd. Vanbinnen met zwarte zijde bekleed, of niet. Met een metalen crucifix op het midden van het deksel. En, voor hen die het betalen konden, koperen schroeven met een kruis op de kop aan elke hoek en een vracht bloemen op de koop toe. Tweehonderd meter. De afstand van je eigen voordeur, in het geval van de timmerman de poort van zijn werkplaats, tot aan je plaatsje op het kerkhof. Een lekkere plek onder de groene linden. Voor het geld dat die reis kostte, zou je ook betere dingen kunnen doen dan het aan Joachim Andrade, die zak van een pastoor, geven. Die kocht er toch maar wijn voor. Elke week een krat. Net of er niks beters bestond. Nee, dan hij, de timmerman! Voor al het geld dat die begrafenis hem had gekost, zou hij maandenlang genoeg jenever hebben kunnen kopen om er gesmeerd op te lopen. Dan had hij al die tijd, in plaats van het ene na het andere karwei te klaren, mooi in een hoop houtkrullen kunnen blijven liggen. Lekker de ene na de andere fles leeg lurkend. De timmerman rilde van genot, alleen al bij de gedachte aan die hele sloot drank.
De jongen hield op met schreeuwen. Het vrat aan het hart van Céleste. Radeloos rende ze naar buiten. Niet om naar het varken te kijken, dat toch niet meer te redden was, noch naar de als twee druppels water op het varken lijkende messentrekker. Maar om beter naar de jongen te kunnen luisteren, die af en toe, met zwakke stem nog maar, om iets leek te vragen. De boer, die terugkwam van het weiland, zag verwonderd dat de cafémeid naar de werkplaats liep. Alsof ineens alle angst voor de dronken timmerman van haar was afgevallen. Gedwongen door een onzichtbare kracht. Met grote ogen, maar zonder iets te zien. Niet de boer. Niet eens Kaffa. Ook de slager, die van zijn werk opkeek, zag dat Céleste de luiken voor het raam van de jongen opende en probeerde de ruit in te drukken.
Ton van Reen: Landverbeuren (09)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
The Sorrows of Young Werther (67) by J.W. von Goethe
Charlotte had slept little during the past night. All her apprehensions
were realised in a way that she could neither foresee nor avoid. Her
blood was boiling in her veins, and a thousand painful sensations rent
her pure heart. Was it the ardour of Werther’s passionate embraces that
she felt within her bosom? Was it anger at his daring? Was it the sad
comparison of her present condition with former days of innocence,
tranquillity, and self-confidence? How could she approach her husband,
and confess a scene which she had no reason to conceal, and which she
yet felt, nevertheless, unwilling to avow? They had preserved so long a
silence toward each other and should she be the first to break it by so
unexpected a discovery? She feared that the mere statement of Werther’s
visit would trouble him, and his distress would be heightened by her
perfect candour. She wished that he could see her in her true light, and
judge her without prejudice; but was she anxious that he should read her
inmost soul? On the other hand, could she deceive a being to whom all
her thoughts had ever been exposed as clearly as crystal, and from whom
no sentiment had ever been concealed? These reflections made her anxious
and thoughtful. Her mind still dwelt on Werther, who was now lost to
her, but whom she could not bring herself to resign, and for whom she
knew nothing was left but despair if she should be lost to him for ever.
The Sorrows of Young Werther (Die Leiden des jungen Werther) by J.W. von Goethe. Translated by R.D. Boylan.
To be continued
fleursdumal.nl magazine
More in: -Die Leiden des jungen Werther, Goethe, Johann Wolfgang von
Nausicaa Marbe &
Adriaan van Dis
in VPRO Boeken
Adriaan van Dis vertelt over zijn nieuwste boek ‘Ik kom terug’. Hierin begint een moeder na een lang leven van zwijgen en buitensluiten opeens te praten tegen haar zoon; aarzelende ontboezemingen over grensoverschrijdende liefde, verraad en drie oorlogen.
Ook te gast is Nausicaa Marbe over haar nieuwste boek ‘Smeergeld’, over een stadsarchitect die zijn baan verliest omdat hij een fraude ontdekt.
Nausicaa Marbe & Adriaan van Dis
VPRO Boeken
zondag 9 november 2014
NPO 1, 11.20 uur
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News
Stefan Zweig
(1881-1942)
Meine Liebe
Ich hasse Frauen mit dem satten Lächeln,
Das nur Erfahrung und Gewohnheit gibt,
Die prahlerisch gereifte Reize fächeln. –
Ich hasse den, der solche Schönheit liebt.
Aus stillen Augen will ich Funken schlagen
Bis sie in heißer Liebeslust erglühn,
Will blassen Mädchen meine Träume sagen,
Durch deren Parke ihre Bilder ziehn.
Will Glieder fühlen, die es nicht verspürten,
Daß sie dem Leben schon herangereift,
Die Lippen schmiegen auf die unberührten,
Die nie ein tatgewordner Wunsch gestreift.
Ich will nur elfenzarte Finger küssen,
Durch die das Blut mit blassem Leuchten rinnt,
Ich liebe Mädchen, die nicht Wahrheit wissen,
Ein armes, stilles lebensfremdes Kind.
Doch dieser weiß ich tausend Seligkeiten
Aus unverbrauchter Jugend heißer Glut,
Um ihre Glieder will ich Königspurpur breiten
Wenn sie im Banne meiner Arme ruht.
Sie will ich dann das Glück der Liebe lehren,
Das weit hinauf in Himmelsfernen trägt,
Sowie von opferflammenden Altären
Die Lohe jauchzend zu den Sternen schlägt …
Stefan Zweig poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive Y-Z, Stefan Zweig, Zweig, Stefan
HOOFDSTUK 2. Slager Azurri stond voor zijn winkel. Breeduit. Een vals lachje op zijn gezicht. In zijn handen een spekmes dat flikkerde in het zonlicht terwijl hij het wette op de granieten dorpel. Het veroorzaakte een snerpend geluid, waarvan de tanden je uit de bek vielen. Kaffa hield zijn mes in de aanslag. Zijn hart bonkte hoog in de keel. Die vent met die rotsmoel zou het wel eens op hem gemunt kunnen hebben. Hij haatte de slager. Tenslotte had de man nog pas gisteravond gedreigd hem het dorp uit te gooien. Wie met beesten omgaat, gaat erop lijken, zei men. Deze woorden sloegen zeker op Azurri. Al had hij een vrouw die er best wezen mocht en kinderen die juweeltjes voor de ogen waren, zelf had hij het voorkomen van een varken. Een rond en goed gemest zwijn met de kop van een kampioensbeer.
Azurri zag Kaffa, maar keek over hem heen. Hij deed of die kerel lucht voor hem was. Gisteravond had die gek een berg geld bij zich gehad. Toen was hij doorgezakt in de kroeg. Hij had voor zijn doen een meer dan gewone hoeveelheid jenever door zijn keel laten lopen. Daar had de slager van staan te kijken. Normaal had die gek nooit geld op zak. Hoe kwam hij aan zoveel poen? Dat kon nooit in de haak zijn. Aangeschoten en nogal vrolijk was Kaffa met de dorpelingen gaan praten. En ook met de slager, met wie hij anders nooit een woord wisselde. Die pikte dat niet. In een overmoedige bui had Azurri gedreigd Kaffa het dorp uit te gooien. Het was net niet tot vechten gekomen omdat die cafémeid ertussen was gesprongen. Ook wel omdat de slager, hoewel hij dat nooit zou toegeven, weinig zin had met de vuisten van Kaffa kennis te maken. Tenslotte was die vent ijzersterk. En niemand was gevaarlijker dan een dronken gek. Wie in dit dorp durfde in zijn eentje Kaffa aan te pakken? In heel Solde toch niemand zeker! Je moest bezopen of krankzinnig zijn, alleen al om erover te praten. Legde je Kaffa wat in de weg, dan had je zelf kans eronderdoor te gaan. Misschien zou die knaap wel uit zichzelf oprotten. Op een goede dag moest het hem toch gaan vervelen om daar maar onder die boom te zitten en met zijn mes te spelen. Waarom zat hij altijd op het plein? Dag en nacht zat hij onder de meidoorn. Als een koning. Zich heel goed bewust van het feit dat hij kampioen landverbeuren van Solde was. Bijna doorlopend speelde hij met zijn mes. Een uitdaging voor het hele dorp, vooral voor de slager, die zelf graag kampioen zou willen zijn. Azurri, die ook goed met een mes om kon gaan, zou best een partijtje landverbeuren tegen Kaffa willen spelen, alleen al om hem eens goed af te troeven.
Dat uitgerekend die gek de beste speler van Solde was, moest maar eens afgelopen zijn. Vooral sinds die cafémeid zich het lot van Kaffa aantrok, was hij niet meer van het plein af te branden. Wat zag zo’n meid in die vent? Die twee gingen al lang met elkaar om. Kon je dat vrijen noemen? Zou Kaffa daar behoefte aan hebben? Was hij wel eens geil? Zou Céleste wel eens wat uithalen met hem? Toch een stuk om van te watertanden, die meid. Ze zou elke rijke vent aan de haak kunnen slaan. Kerels met duiten wilden best een mooi wijf om mee te pronken. En een mooi wijf, dat was ze. Wat een tieten. Wat een lijf. En dan die bek. Een prachtige, brutale bek. Vreemd dat die meid er niet naar taalde om haar kansen op een mooi en gemakkelijk leven te grijpen. Ze bleef in Solde hangen, alsof daar de wereld voor haar ophield. En als er al een kerel naar haar lonkte, deed ze of hij lucht was. Kaffa zag dat hij op dit moment geen gevaar van de slager te duchten had. Terwijl hij Azurri goed in de gaten bleef houden, ging hij verder met het spel. Mikte het mes in het land van de linkerhand en pikte een flink stuk in ten gunste van de rechter.
Ton van Reen: Landverbeuren (08)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van
The Sorrows of Young Werther (66) by J.W. von Goethe
“I knew that I was dear to you; I saw it in your first entrancing look,
knew it by the first pressure of your hand; but when I was absent from
you, when I saw Albert at your side, my doubts and fears returned.
“Do you remember the flowers you sent me, when, at that crowded
assembly, you could neither speak nor extend your hand to me? Half the
night I was on my knees before those flowers, and I regarded them as the
pledges of your love; but those impressions grew fainter, and were at
length effaced.
“Everything passes away; but a whole eternity could not extinguish the
living flame which was yesterday kindled by your lips, and which now
burns within me. She loves me! These arms have encircled her waist,
these lips have trembled upon hers. She is mine! Yes, Charlotte, you are
mine for ever!
“And what do they mean by saying Albert is your husband? He may be so
for this world; and in this world it is a sin to love you, to wish
to tear you from his embrace. Yes, it is a crime; and I suffer the
punishment, but I have enjoyed the full delight of my sin. I have
inhaled a balm that has revived my soul. From this hour you are mine;
yes, Charlotte, you are mine! I go before you. I go to my Father and to
your Father. I will pour out my sorrows before him, and he will give me
comfort till you arrive. Then will I fly to meet you. I will claim you,
and remain your eternal embrace, in the presence of the Almighty.
“I do not dream, I do not rave. Drawing nearer to the grave my
perceptions become clearer. We shall exist; we shall see each other
again; we shall behold your mother; I shall behold her, and expose to
her my inmost heart. Your mother–your image!”
About eleven o’clock Werther asked his servant if Albert had returned.
He answered, “Yes;” for he had seen him pass on horseback: upon which
Werther sent him the following note, unsealed:
“Be so good as to lend me your pistols for a journey. Adieu.”
The Sorrows of Young Werther (Die Leiden des jungen Werther) by J.W. von Goethe. Translated by R.D. Boylan.
To be continued
fleursdumal.nl magazine
More in: -Die Leiden des jungen Werther, Goethe, Johann Wolfgang von
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature