MARCEL BROODTHAERS,
MARCEL BROODTHAERS
door FREDDY DE VREE
Was de Belgische beeldende kunstenaar MARCEL BROODTHEARS [1924-1976] een surrealist, een dadaïst of toch vooral een volbloed ironicus? De meningen zijn verdeeld. Ongetwijfeld is de ongrijpbare Broodthaers een van de meest intrigerende en invloedrijke figuren uit de vaderlandse kunstgeschiedenis. Soms oogt zijn werk bedrieglijk eenvoudig. Opgebouwd aan de hand van de allernoodzakelijkste objecten [steenkool, eieren, mosselen, friet] wordt het vaak gemerkt door de kleuren van de Belgische vlag. Ander werk blijft dan weer even mysterieus als zijn schepper. In het nu heruitgegeven mozaïekachtige essay Marcel Broodthaers, Marcel Broodthaers, dat algauw een cultstatus kreeg, vatte Freddy de Vree voor het eerst Broodthaers’ oeuvre in al zijn nuances. Hij verwerkte ook lange gesprekken met de kunstenaar en zijn vrouw Maria Gilissen. Ludo Bekkers schreef een nawoord.
FREDDY DE VREE [1939-2004] publiceerde vanaf de jaren zestig talloze essays, vertalingen, prozateksten, pastiches en gedichten. Dertig jaar lang was hij een toonaangevend producer voor Radio 3, het huidige Radio Klara. Hij stond ook bekend als een groot kenner en vriend van auteurs als Hugo Claus en Willem Frederik Hermans [over wie hij in 2002 het hommageboek ‘De aardigste man ter wereld’ publiceerde]. Verder schreef hij monografieën over beeldende kunstenaars als Pierre Alechinsky, Andy Warhol, Roland Topor en Marcel Broodthaers. Voor zijn poëzie ontving De Vree in 1972 de Prijs van de Vlaamse Poëzie en in 1976 de Arkprijs van het Vrije Woord.
MARCEL BROODTHAERS, MARCEL BROODTHAERS door FREDDY DE VREE Op 16-05-2011 verschijnt een heruitgave bij Uitgeverij Voetnoot als deel 8 in de serie Belgica, een reeks kortere teksten en verhalen uit de Vlaamse en Franstalige Belgische literatuur. De serie Belgica staat onder redactie van Dirk Leyman, € 8,00 Paperback , 2011
fleursdumal.nl magazine
More in: Exhibition Archive, Historia Belgica, Marcel Broodthaers
Driving three zebras and one horse
museum of natural history
fleursdumal.nl magazine
More in: Riding a Zebra
Stoney Pete
Vleespotten
Echo’s van de Exodus
doorgalmen mijn bestaan
op vrijdag ben ik Mozes
roepend: laat mijn volk gaan
maar op maandag ben ik weer Farao
mijn eigen heer
of slaaf van mijn ratio –
komt op hetzelfde neer –
en blijkt mijn vlucht een baan
Stoney Pete (1970) studeerde filosofie in Rotterdam, waar hij in 2001 ook promoveerde. Sindsdien werkt hij als redacteur voor een grote maatschappelijke organisatie. Hij is getrouwd en wordt vader. Zijn poëtische en filosofische inspanningen vinden tegenwoordig hun neerslag op twee websites: www.peterjaccosas.blog.com & www.vanishingmediator.blog.com
Stoney Pete poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Pete, Stoney
Robert Burns
(1759-1796)
A Red, Red Rose
O, my luve’s like a red, red rose,
That’s newly sprung in June:
O, my luve’s like the melodie,
That’s sweetly play’d in tune.
As fair art thou, my bonnie lass,
So deep in luve am I:
And I will luve thee still, my dear,
‘Till a’ the seas gang dry.
‘Till a’ the seas gang dry, my dear,
And the rocks melt wi’ the sun:
I will luve thee still, my dear,
While the sands o’ life shall run.
And fare thee weel, my only luve!
And fare thee weel a-while!
And I will come again, my luve,
Tho’ it were ten thousand mile.
Robert Burns
Een rode, rode roos
Mijn lief is ’n rode, rode roos
Net uit de knop zo schoon:
Mijn lief is ’n zoete melodie
Gespeeld op zuivere toon.
Zo mooi als jij bent, deerne fraai,
Zoveel houd ik van jou:
En ik bemin je nog, mijn lief,
Tot zee verdrogen zou.
Tot zee verdrogen zou, mijn lief,
En zon de rotsen sloopt:
En ik bemin je nog, mijn lief,
Als ’t levenszand verloopt.
Vaarwel voor nu, enige schat,
Vaarwel voor korte duur!
En ik kom eens weerom, mijn schat,
Al reisde ik duizend uur.
Vertaling: Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Bestorm mijn hart bevat een dwarsdoorsnede van vier eeuwen lyrische Engelse dichtkunst. Dichters uit de zestiende tot en met de negentiende eeuw dichter onder andere over liefde, natuur, dood en religie. Niet alleen de Nederlandse vertaling is in deze bundel te vinden, maar ook de originele Engelse versie. Deze prachtige bloemlezing, met gedichten van onder anderen Shakespeare, Milton, Pope en Wordsworth, is samengesteld en vertaald door Cornelis W. Schoneveld. Hij is vele jaren docent historische Engelse letterkunde en vertaalwetenschapper aan de Universiteit van Leiden geweest.
Meer vertalingen van Cornelis W. Schoneveld binnenkort op deze site in de rubriek:
Cornelis W. Schoneveld, poetry in translation
kempis.nl poetry magazine
More in: Burns, Burns, Robert
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
drieënvijftig
Piepend ging de kamerdeur open. Als een broedse hen kwam de hospita met een glanzend gelakt houten dienblad de kamer binnenstomen.
‘Jullie blieven zeker wel een kopje thee!’
Zonder verder iets te vragen kregen Evelyne en Simmons elk een kopje toegeschoven. Omdat de hospita bleef zitten moest Evelyne haar kopje slappe thee wel opdrinken. Er ontstond een lange onaangename stilte.
Ten langen leste zei Evelyne: ‘Meneer Simmons, ik heb straks een dringende afspraak. Ik houd u aan uw woord, daarmee is voor mij de kous af.’
De hospita keek nieuwsgierig Simmons aan. Die haalde opgelucht adem en bracht Evelyne naar de voordeur. Terug in zijn kamer vroeg de hospita onmiddellijk: ‘Welk woord moet u houden? Ik zag wel dat u opgelucht was. Een hospita ziet zoiets meteen. Als mijn man zaliger iets gedaan had wat niet in de haak was, haalde hij ook altijd opgelucht adem als hij het mij had opgebiecht.’
Simmons dacht razendsnel na: ‘Ik heb moeten beloven dat ik over een paar dagen mijn pols in het ziekenhuis laat controleren.’
‘Die mevrouw, ook al heb se kapsones, weet wat goed voor u is. Ik had precies hetzelfde tegen u willen zeggen, maar die kakmadam is me voor geweest.’
De hospita zette de theekopjes weer op het dienblad en laveerde de kamer uit.
‘God zij dank, die zijn weg. Duizend dollar als beloning! Nou, dan kennen ze Ebson Simmons niet. Ze bedoelen zeker honderd-vijftig-duizend dollar!’ Hij liep naar een kast en haalde een versleten sporttas te voorschijn. Na het openritsen van de tas werd een brede wollen shawl zichtbaar. Door de enorme spanning stak Ebson zijn tong uit. Toen de shawl uit de tas was gehaald werden vijftien bundeltjes van elk tien briefjes van duizend dollar zichtbaar. Met trillende handen nam hij er een bundeltje uit om het met gesloten ogen te kussen.
Ze zeggen wel dat geld niet stinkt, maar van hem mocht het naar rotte eieren stinken, dan vond hij dat nog heerlijk.
Die ga ik eens veilig opbergen en niet in mijn kamer, die hospita maakt niet voor niets zo graag mijn kamer schoon! Regelmatig merk ik dat ze tussen mijn spullen heeft zitten neuzen.
Behalve een paar boekjes met foto’s van nogal blote dames heb ik niets van waarde, sorry Ebson, had ik niets van waarde.
Fluitend ritste hij de tas weer dicht en trok zijn jas aan. Het leven had voor hem opeens weer zin. Wat kon hij allemaal doen met die smak geld? Een nieuwe auto kopen? Nee, hij moest zijn oude wagen inruilen tegen een goede tweedehandse, anders viel het te veel op. En nu kon hij eindelijk eens naar Europa vliegen. De universiteiten van Parijs en Milaan waren een Walhalla voor hem. Hij zou een paar maanden onbetaald verlof vragen, zogenaamd om aan te sterken. Dan wekte dat bij Sperry geen achterdocht op.
Eerst moest hij het geld veilig opbergen. Niet op een bank deponeren, met zoveel geld vroeg men altijd waar dat vandaan kwam. Het als spaarcentjes opgeven kon ook niet, dan moest hij een spaarbankboekje kunnen laten zien.
Op Central Station waren veilige safeloketten wist hij. Je betaalde de huur per dag, week of zelfs voor een jaar. Niemand vroeg je iets en de loketten waren gegarandeerd veilig, zelfs de belastingdienst kon er zonder jouw sleutel niet in.
Hij nam de bus naar het Central, maar stapte een paar haltes eerder uit. In een parkje stonden een paar banken. Eentje was vrij, daar ging hij even zitten. De hele omgeving vergetend en genietend van wat hij allemaal met het vele geld kon doen, ritste hij de tas open en nam er een bundeltje bankbiljetten uit.
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk
SLAAP
Een man hurkt tegen een boom
hij slaapt, het hoofd in zijn handen
de kin steunt op een knie
hij leunt naar voren
alsof hij stokt in de beweging
waarin hij langzaam voorover valt
Zijn lichaam beweegt
gelijkmatig mee met zijn adem
zijn schaduw trilt mee met het licht
dat de hemel in een fijn raster
over hem zeeft
Heel even wordt zijn huid aangeraakt
door de wind
met een ruk richt hij het hoofd op
strijkt de droom uit zijn gezicht
en kijkt om zich heen
De wind die hem heeft beroerd
voelt zich betrapt
en houdt zich stil
Ton van Reen
Ton van Reen: De naam van het mes. Afrikaanse gedichten
In 2007 verschenen onder de titel: De straat is van de mannen
bij BnM Uitgevers in De Contrabas reeks.
ISBN 9789077907993 – 56 pagina’s – paperback
kempis.nl poetry magazine
More in: -De naam van het mes, Ton van Reen
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature