Hank Denmore: Moord in lichtdruk (53)
Hank Denmore
Moord in lichtdruk
drieënvijftig
Piepend ging de kamerdeur open. Als een broedse hen kwam de hospita met een glanzend gelakt houten dienblad de kamer binnenstomen.
‘Jullie blieven zeker wel een kopje thee!’
Zonder verder iets te vragen kregen Evelyne en Simmons elk een kopje toegeschoven. Omdat de hospita bleef zitten moest Evelyne haar kopje slappe thee wel opdrinken. Er ontstond een lange onaangename stilte.
Ten langen leste zei Evelyne: ‘Meneer Simmons, ik heb straks een dringende afspraak. Ik houd u aan uw woord, daarmee is voor mij de kous af.’
De hospita keek nieuwsgierig Simmons aan. Die haalde opgelucht adem en bracht Evelyne naar de voordeur. Terug in zijn kamer vroeg de hospita onmiddellijk: ‘Welk woord moet u houden? Ik zag wel dat u opgelucht was. Een hospita ziet zoiets meteen. Als mijn man zaliger iets gedaan had wat niet in de haak was, haalde hij ook altijd opgelucht adem als hij het mij had opgebiecht.’
Simmons dacht razendsnel na: ‘Ik heb moeten beloven dat ik over een paar dagen mijn pols in het ziekenhuis laat controleren.’
‘Die mevrouw, ook al heb se kapsones, weet wat goed voor u is. Ik had precies hetzelfde tegen u willen zeggen, maar die kakmadam is me voor geweest.’
De hospita zette de theekopjes weer op het dienblad en laveerde de kamer uit.
‘God zij dank, die zijn weg. Duizend dollar als beloning! Nou, dan kennen ze Ebson Simmons niet. Ze bedoelen zeker honderd-vijftig-duizend dollar!’ Hij liep naar een kast en haalde een versleten sporttas te voorschijn. Na het openritsen van de tas werd een brede wollen shawl zichtbaar. Door de enorme spanning stak Ebson zijn tong uit. Toen de shawl uit de tas was gehaald werden vijftien bundeltjes van elk tien briefjes van duizend dollar zichtbaar. Met trillende handen nam hij er een bundeltje uit om het met gesloten ogen te kussen.
Ze zeggen wel dat geld niet stinkt, maar van hem mocht het naar rotte eieren stinken, dan vond hij dat nog heerlijk.
Die ga ik eens veilig opbergen en niet in mijn kamer, die hospita maakt niet voor niets zo graag mijn kamer schoon! Regelmatig merk ik dat ze tussen mijn spullen heeft zitten neuzen.
Behalve een paar boekjes met foto’s van nogal blote dames heb ik niets van waarde, sorry Ebson, had ik niets van waarde.
Fluitend ritste hij de tas weer dicht en trok zijn jas aan. Het leven had voor hem opeens weer zin. Wat kon hij allemaal doen met die smak geld? Een nieuwe auto kopen? Nee, hij moest zijn oude wagen inruilen tegen een goede tweedehandse, anders viel het te veel op. En nu kon hij eindelijk eens naar Europa vliegen. De universiteiten van Parijs en Milaan waren een Walhalla voor hem. Hij zou een paar maanden onbetaald verlof vragen, zogenaamd om aan te sterken. Dan wekte dat bij Sperry geen achterdocht op.
Eerst moest hij het geld veilig opbergen. Niet op een bank deponeren, met zoveel geld vroeg men altijd waar dat vandaan kwam. Het als spaarcentjes opgeven kon ook niet, dan moest hij een spaarbankboekje kunnen laten zien.
Op Central Station waren veilige safeloketten wist hij. Je betaalde de huur per dag, week of zelfs voor een jaar. Niemand vroeg je iets en de loketten waren gegarandeerd veilig, zelfs de belastingdienst kon er zonder jouw sleutel niet in.
Hij nam de bus naar het Central, maar stapte een paar haltes eerder uit. In een parkje stonden een paar banken. Eentje was vrij, daar ging hij even zitten. De hele omgeving vergetend en genietend van wat hij allemaal met het vele geld kon doen, ritste hij de tas open en nam er een bundeltje bankbiljetten uit.
Hank Denmore: Moord in lichtdruk
kempis.nl poetry magazine
(wordt vervolgd)
More in: -Moord in lichtdruk