Portrait of E.
The short and desperate life of E.
(the girl nobody noticed on November 4, 1990)
rubbing shoulders, smiling dreamily,
with a thought bubble above her head saying:
“I said I would NOT tear up”.
E. tied a ligature around her neck,
strangled herself in a similar fashion
as many times before.
Although on suicide watch,
in the short time she was unobserved
she did ENOUGH to starve herself of oxygen,
trigger brain damage.
In a vegetative state,
transferred to hospital,
she would not recover
A nightmare of guilt to follow
A decision to switch her off
life support was made seven days later.
THE END
justifies the means.
Julia Origo
(from: Escape, 1991)
More in: Origo, Julia
Jef van Kempen
My Lai
Het was een ongewone tijd.
Een goede lijkenscore
daar draaide het om,
daar werd niet stiekem
over gedaan.
Zo’n oorlog was het.
We sneden de oren af
van vrouwen en kinderen
en hingen die aan een ketting
om onze nek.
Zo’n oorlog was het.
Het was een ongewone tijd.
Uit: Laatste bedrijf, gedichten 1966-2006
More in: Kempen, Jef van
Poem of the week february 7, 2008
Oscar Wilde (1854-1900)
Yet each man kills the thing he loves,
By each let this be heard,
Some do it with a bitter look,
Some with a flattering word,
The coward does it with a kiss,
The brave man with a sword!
Some kill their love when they are young,
And some when they are old;
Some strangle with the hands of Lust,
Some with the hands of Gold:
The kindest use a knife, because
The dead so soon grow cold.
Some love too little, some too long,
Some sell, and others buy;
Some do the deed with many tears,
And some without a sigh:
For each man kills the thing he loves,
Yet each man does not die.
From :The Ballad Of Reading Gaol
More in: Archive W-X, Wilde, Oscar
A N T O N Y K O K 1 9 2 3
Jagadada
hoho
papadee hoho mamadee
héhé
HO!
héhé papadee héhé mamadee
hoho.
héhé
gaga
héhé
gaga
JA!
héhé papadee héhé mamadee
gaga
jaja
ga mee
mamadee
héhé
Ga mee jaja. Ga mee jaja
weljajaja
weljagaga
weljagaga
weljaga
GA!
Want olala aha aha jaja gaga
‘t wordt jajaja aha aha
áááááh!!!
DADA
!
kemp=mag poetry magazine
© Erven Antony Kok
More in: *Concrete + Visual Poetry K-O, Dada, Kok, Antony, Visual & Concrete Poetry
EEN RYNE EN SUYVERE MAAGD
Vrouwen in mannenkleren (1/4)
Door Jef van Kempen
Omdat al eerder "Vrouwen sig in den Krygs-Dienst met Lof en Eer gequeeten hebben", had Maria van Antwerpen zich ook als soldaat laten ronselen. "Op die manier kan ik ook best een ryne en suyvere Maagd blyven."
Maria was 21 jaar oud toen ze in 1751 in haar geboortestad Breda gevangen werd gezet. Ze had ruim 5 jaar in het leger gediend. Zoals ze tijdens haar proces verklaarde, was ze een vrouw die zich "in de natuur een manspersoon voelde".
De historici Rudolf Dekker en Lotte van de Pol hebben in hun in 1989 verschenen studie Vrouwen in mannenkleren de geschiedenis van 120 vrouwen die tussen 1500 en 1800 in West-Europa als man leefden, weten te achterhalen. Dat is vermoedelijk het topje van de ijsberg. Veel jonge vrouwen, verstoten, op de vlucht, op zoek naar avontuur, zochten hun heil in een leven als soldaat of matroos. En was er een betere manier om de avances van mannen te ontlopen dan door zelf man te worden?
Gelijktijdig met Maria van Antwerpen zat in dezelfde militaire gevangenis, op de hoek van de St. Janstraat en de Halstraat in Breda, Franciscus Lievens Kersteman ingesloten.
Kersteman (1728-1792) was jurist en een berucht oplichter. Hij zou meer dan 10 jaar van zijn leven in een gevangeniscel doorbrengen. Maar Kersteman was bovenal een getalenteerd schrijver. Hij tekende het levensverhaal van Maria in de gevangenis op en publiceerde het als de roman: De Bredasche Heldinne. Travestietenliteratuur was in die tijd een populair genre. Veel schrijvers, dichters en liedjeszangers hebben zich op dit onderwerp gestort.
Kersteman verklaarde aan het eind van zijn leven dat De Bredasche Heldinne hem: "Een fraaie stuiver gelds in den zak bragt".
Maria van Antwerpen had zich laten inspireren door verhalen over Bredase vrouwen die haar waren voorgegaan als vrouwelijke travestiet zoals de roemruchte piraat Mary Read. In de St. Janstraat, vlakbij de gevangenis, had de vader van Maria een buurvrouw gekend met een veelbewogen travestietenverleden: Lies Weyerman. Haar meisjesnaam was Elisabeth Sommuruell. Haar verhaal begint in 1669, in een herberg aan de Heuvel in Tilburg. Met een moord.
(Brabants Dagblad, 28 november 2002)
More in: Jef van Kempen, TRAVESTY & POETRY
JACOB CAMPO WEYERMAN
DE CASANOVA VAN BREDA
door Jef van Kempen
Op 9 maart 1747 overleed Jacob Campo Weyerman in de Gevangenpoort in Den Haag. Weyerman was schrijver, dichter en schilder. Maar ook een rokkenjager, hartenbreker en oplichter. Hij werd in 1677 geboren in een legerkamp bij Charleroi waar zijn moeder, de roemruchte vrouwelijke travestiet Elisabeth Sommuruell, marketentster was. Zijn vader Hendrick Weyerman was ruiter in het leger van stadhouder Willem III.
In 1680 vestigden zijn ouders zich in Breda. Zijn moeder en tante hadden lange tijd een eethuis aan de Grote Markt. Rond 1703 verlaat Jacob Breda: Vaar wel myn Land, myn Zanggodin, / Myn Schulden, en myn wufte Min. Daarna is het spoor van deze Casanova avant la lettre, soms moeilijk te volgen. Volgens de overlevering is sprake van talloze schuldeisers, liefdesavonturen en buitenechtelijke kinderen. Niet alleen in Breda, maar ook in Antwerpen, Parijs, Londen, Den Haag, Rotterdam en Amsterdam.
Zijn literaire nalatenschap geeft blijk van een groot satirisch talent. Weyerman was medewerker van obscure tijdschriften als: “De Rotterdamsche Hermes”, “Het Oog in het Zeil” en “De reizende Chinees”. Zijn bekendste werken zijn De Historie des Pausdoms (1725), De Levens-beschryvingen der Nederlandsche Konst-schilders en Konst-schilderessen (1729) en Den vrolyke Tuchtheer (1730). En wat te denken van een titel als: De geest van Jacob Campo Weyerman, of Nieuwe en aardige invallende Gedachten, zynde een vermakelyk Rommel Zootjen en verscheyde ouwe en nieuwe Kost, opgedist voor jonge Lieden, oude Droomers, en Snuffelaars. Gedrukt voor de Nieuwsgierige op het Eylandt Foppassie.
Door tijdgenoten en biografen is hij een “Brabantschen bordeelschuimer” en een “Een deugniet uit beginsel” genoemd. De mooiste kwalificatie is misschien nog wel: “Een struikrover met de pen”. Om van zijn schulden af te komen, greep Weyerman naar het middel van chantage. In zijn tijdschriften en pamfletten strooide hij lasterlijke praatjes rond over invloedrijke mensen. Vervolgens stuurde hij zijn slachtoffers een brief met een verzoek tot betaling, om zijn lastercampagne te laten ophouden. Een poging tot chantage van een bestuurslid van de V.O.C. werd hem noodlottig. In 1739 werd Jacob Campo Weyerman door het Hof van Holland tot levenslang veroordeeld. (Brabants Dagblad, 24 april 2003)
More in: Jef van Kempen, TRAVESTY & POETRY
S l u i s 3
Hoog in de lucht drijft een schip
tussen eikenhouten deuren.
Roerloos als de reiger wacht
de visser op zijn prooi,
staart met koele blik
in het zwarte water van
de waterval.
Zijn vrouw wast
-keer op keer-
zijn auto blinkend blauw
en wit en blauw.
Aan het hek spuwen
oude mannen gal,
vertellen duizend en één
verhalen over het leven
en over de dood
(voor zover van belang).
Geruisloos waait een meisje
voorbij,
helling op, helling af, verdwijnt,
met fiets en al, achter een muur
van populieren
(komt zij ooit terug?)
Een late hond likt het asfalt
terwijl zijn baas de sterren zoekt.
Ver weg huilt een kind wanhopig
om de moeder
(komt zij ooit terug?)
Dan slaat hij toe
-oog om oog, tand om tand-
doodt opgewekt zijn prooi.
Hoog in de lucht drijft een schip
tussen eikenhouten deuren.
De schipper, roerloos op de brug,
ziet de visser bij de waterval
en achter hem weet hij de doden,
zij aan zij, steen na steen.
Het wachten is op de nacht
(die altijd komt).
Jef van Kempen
(Geschreven Stad, 1999)
kemp=mag poetry magazine
More in: Kempen, Jef van
Antony Kok 1917
S t o k p a a r d j e
naar Schumann’s ‘Kinderscenen’
Stokkestokkestek stokkestokkestek
stokkestokkestek paardje.
Stokkestokkestek stokkestokkestek,
waar is je staartje?
‘k Weet van geen staartje af.
‘k Loop hup hop flink in draf.
Huppehuppehop huppehuppehop
Huppehuppehop huppehuppehop
Stokkestokkestek paardje,
waar is je staartje?
Stokkestokkestek paardje.
Waar is je staartje?
kemp=mag poetry magazine
More in: Kok, Antony
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature