Or see the index
Stedelijk Museum Schiedam presenteert dit najaar Adya en Otto. Pioniers binnen de avant-garde, een tentoonstelling over het bijzondere leven en werk van het kunstenaarsechtpaar Otto van Rees (1884-1957) en Adya van Rees-Dutilh (1876-1959).
Ze zijn in hun vroege jaren, als pril gezin, omringd door bekende kunstenaars als Arp, Mondriaan en Picasso. In deze tijd leveren zij een unieke bijdrage aan beeldbepalende stromingen zoals dada en kubisme en het ontstaan van abstracte kunst. Adya en Otto waren al tijdens hun leven bekend in toonaangevende kringen van kenners en kunstenaars. Toch is hun werk nog relatief onbekend bij het grote publiek.
Als wegbereiders van de 20ste-eeuwse moderne kunst krijgen deze kunstenaars in Stedelijk Museum Schiedam alsnog een eerbetoon. Met ruim zeventig werken uit hun pionierende jaren is voor het eerst sinds bijna vijftig jaar een groot overzicht van Adya en Otto samen in een tentoonstelling te zien. Met speciale aandacht voor Adya, die als vrouwelijke kunstenaar in de door mannen gedomineerde kunstgeschiedenis van de twintigste eeuw niet de waardering heeft gekregen die ze verdient.
Adya Dutilh (1876 – 1959) en Otto van Rees (1884 – 1957) ontmoeten elkaar rond 1902 in Blaricum waar Otto’s vader een landbouwkolonie heeft gesticht. Adya is acht jaar ouder dan Otto en heeft gedegen teken- en schilderlessen gevolgd in Brussel. Otto maakt zijn HBS-opleiding niet af, maar krijgt wel schilderlessen. Op aanraden van kunstenaar Jan Toorop vertrekt Otto in 1904 naar Parijs, al snel gevolgd door Adya. Daar wonen ze, te midden van internationale avant-garde kunstenaars, in het ateliergebouw Bateau-Lavoir in Montmartre en later op diverse adressen in kunstenaarswijk Montparnasse.
Publicatie Otto & Adya. Pioniers binnen de avant-garde: Bij de tentoonstelling verschijnt de publicatie Otto & Adya van Rees. Pioniers binnen de avant-garde, van de auteur Irène Lesparre op initiatief van de Van Rees Stichting in samenwerking met Waanders Uitgevers. Het boek is gericht op de periode waarin het werk van zowel Otto als Adya een dynamische ontwikkeling naar abstractie doormaakt, voortkomend uit cloisonnisme, kubisme en dada. De aandacht die onder andere besteed wordt aan de reacties op hun werk door recensenten, publiek en kunstbroeders schept een duidelijk beeld van hun pionierspositie. Prijs €24,95.
Adya en Otto
Pioniers binnen de avant-garde
Stedelijk Museum Schiedam
28 september 2024 t/m 2 maart 2025
Stedelijk Museum Schiedam
Hoogstraat 112
3111 HL Schiedam
+31 (0)10 246 3666
info@stedelijkmuseumschiedam.nl
www.stedelijkmuseumschiedam.nl
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Adya & Otto van Rees, Archive Q-R, Art & Literature News, Dada, Dadaïsme, Exhibition Archive, Expressionism, Expressionisme, Kubisme, Modernisme
Pour la première fois en France depuis 1953, le Centre Pompidou consacre une exposition au cubisme au travers d’un vaste panorama de l’histoire du mouvement à Paris entre 1907 et 1917.
L’originalité du projet consiste à élargir la vision traditionnellement concentrée sur les grands noms du mouvement, Georges Braque, Juan Gris, Fernand Léger et Pablo Picasso, aux cubistes secondaires, comme Gleizes et Metzinger, ou différents tels Robert et Sonia Delaunay, Marcel Duchamp ou Francis Picabia, qui exposaient dans les salons officiels parisiens lorsque les pionniers réservaient leurs créations expérimentales à un seul jeune marchand inconnu, Daniel-Henry Kahnweiler.
Riche de trois cents œuvres et de documents significatifs de son rayonnement, la présentation s’articule chronologiquement en quatorze chapitres où se détachent des chefs-d’œuvre comme le Portrait de Gertrude Stein (1905-1906) ou ceux d’Ambroise Vollard (1909) et de Daniel-Henry Kahnweiler (1910) par Picasso et des ensembles de peintures et de sculptures, jamais réunies. Elles mettent en valeur l’évolution à rebondissements du cubisme, remontant aux sources primitivistes (avec des sculptures tribales collectionnées par les artistes), et à la fascination des cubistes pour Gauguin et Cézanne. Elles reflètent la progression formelle du mouvement, d’une première étape cézannienne (avec la présence de l’exceptionnelle nature morte de Picasso, Pains et compotier sur une table, 1909) vers une transcription analytique hermétique (1910-1912) transformée en version plus synthétique (1913-1917), qui marque le retour de la représentation et de la couleur.
La part la plus révolutionnaire du cubisme – l’invention des papiers collés, des collages et des constructions de Braque, Picasso, Gris et Henri Laurens – est représentée par des grandes icônes de l’art du 20e siècle, comme la Nature morte à la chaise cannée de Picasso (1912) ou sa Guitare en tôle et fils de fer (1914). D’autres aspects illustrent l’importance et le prestige de la constellation cubiste : les liens avec la littérature sont retracés dans une salle dédiée aux critiques et aux poètes, incarnés par les portraits les plus marquants de Max Jacob ou d’Apollinaire, par le Douanier Rousseau et Marie Laurencin, les éditions Kahnweiler de livres cubistes, la collaboration entre les Delaunay et Blaise Cendrars autour de La Prose du Transsibérien en 1913, etc. La tragédie de la Grande Guerre (1914-1918) qui mobilise ou exile les artistes et leurs soutiens est retracée par des œuvres des artistes du front (Raymond Duchamp-Villon, Fernand Léger) ou de l’arrière parce qu’étrangers (Pablo Picasso, Cartes à jouer, verres, bouteille de rhum, « Vive la France », 1914-1915) qui témoignent de l’inévitable stérilisation du mouvement frappé par l’histoire (Marc Chagall, Les Portes du cimetière, 1917). La fin du parcours témoigne à la fois de la renaissance des rescapés comme Braque (La Musicienne, 1917-1918) et de l’influence exercée par le cubisme sur ses contemporains, comme Henri Matisse (Porte-fenêtre à Collioure, 1914) et ses héritiers abstraits (Piet Mondrian, Composition n°IV, 1914), Kasimir Malévitch, Croix noire, 1915 ou contestataires (Marcel Duchamp, Roue de bicyclette, 1913/1964), tous tributaires de la révolution cubiste.
Avec le soutien exceptionnel du Musée national Picasso-Paris
L’exposition est coproduite avec le Kunstmuseum de Bâle
Expositions
Le cubisme
17 oct. 2018 – 25 févr. 2019 de 11h à 21h
Galerie 1 – Centre Pompidou, Paris
Centre Pompidou
Place Georges Pompidou, 75004 Paris
# Le Cubisme
Exposition Centre Pompidou
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Art Criticism, Exhibition Archive, Gertrude Stein, Kubisme, Marcel Duchamp, Pablo Picasso, Piet Mondriaan, Sculpture
A literary retrospective of a crucial period in modernism—the transition from Dada to Surrealism––via portraits and encounters with its literary lions, including Joyce, Proust, Reverdy, Apollinaire, Crevel and more by the co-founder of the Paris surrealist group.
Poet Alan Bernheimer provides a long overdue English translation of this French literary classic—Lost Profiles is a retrospective of a crucial period in modernism, written by co-founder of the Surrealist Movement.
Opening with a reminiscence of the international Dada movement in the late 1910s and its transformation into the beginnings of surrealism, Lost Profiles then proceeds to usher its readers into encounters with a variety of literary lions.
We meet an elegant Marcel Proust, renting five adjoining rooms at an expensive hotel to “contain” the silence needed to produce Remembrance of Things Past; an exhausted James Joyce putting himself through grueling translation sessions for Finnegans Wake; and an enigmatic Apollinaire in search of the ultimate objet trouvé.
Soupault sketches lively portraits of surrealist precursors like Pierre Reverdy and Blaise Cendrars, a moving account of his tragic fellow surrealist René Crevel, and the story of his unlikely friendship with right-wing anti-Vichy critic George Bernanos.
The collection ends with essays on two modernist forerunners, Charles Baudelaire and Henri Rousseau. With an afterword by Ron Padgett recounting his meeting with Soupault in the mid 70’s and a preface by André Breton biographer Mark Polizzotti, Lost Profiles confirms Soupault’s place in the vanguard of twentieth-century literature.
Philippe Soupault (1897-1990) served in the French army during WWI and subsequently joined the Dada movement. In 1919, he collaborated with André Breton on the automatic text Les Champs magnétiques, launching the surrealist movement. In the years that followed, he wrote novels and journalism, directed Radio Tunis in Tunisia, and worked for UNESCO.
Lost Profiles
Memoirs of Cubism, Dada, and Surrealism
Philippe Soupault
Translated by Alan Bernheimer
Foreword by Mark Polizzotti
Afterword by Ron Padgett
Paperback – $13.95
Pages:112 – 2016
City Lights Publishers
ISBN978-0-87286-727-7
“(…) a brief account by a perceptive writer who was on the scene when modernity was young.”, Robert Fulford
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive S-T, Art & Literature News, Art Criticism, Cendrars, Blaise, DADA, Dadaïsme, EXPERIMENTAL POETRY, EXPRESSIONISM, DADA & DE STIJL, SURREALISM, Kubisme, SURREALISM, Surrealisme
The Bauhaus #itsalldesign
Art & Design Atomium Museum (ADAM)
16 maart – 11 juni 2017
Met The Bauhaus #itsalldesign is het Art & Design Atomium Museum [ADAM] verheugd om voor het eerst in haar jonge geschiedenis een tentoonstelling van het Vitra Design Museum te mogen verwelkomen. Deze retrospectieve biedt een complete kijk op het design van de Bauhaus-beweging. De tentoonstelling omvat tal van werken waarvan de meesten nooit eerder getoond werden, uit verschillende domeinen zoals design, architectuur, kunst, film en fotografie. Tegelijkertijd maakt ze ook een parallel tussen het design van het Bauhaus en de huidige tendensen en creaties op het vlak van design, kunst en architectuur. The Bauhaus #itsalldesign toont op die manier hoe actueel deze legendarische culturele instelling nog altijd is. De belangrijke figuren van het Bauhaus worden tentoongesteld zoals Marianne Brandt, Marcel Breuer, Lyonel Feininger, Walter Gropius en Wassily Kandinsky. De hedendaagse bijdrages komen onder andere van Olaf Nicolai, Adrian Sauer, Enzo Mari, Lord Norman Foster, Opendesk, Konstantin Grcic, Hella Jongerius, Alberto Meda en Jerszy Seymour.
Het doel van het “Staatliches Bauhaus”, dat in 1919 in Weimar werd opgericht door Walter Gropius, was een nieuw soort designers op te leiden. Studenten aan het Bauhaus moesten de ambachtelijke en artistieke grondbeginselen kennen, maar net zo goed de menselijke psyche, het perceptieproces, de ergonomie en de techniek – een beroepsprofiel waaraan designers vandaag nog altijd beantwoorden. Volgens het Bauhaus is de ontwerper belast met een zeer ruime, complete missie: hij is niet alleen verantwoordelijk voor het ontwerp van objecten die tegemoet komen aan de behoeften van het dagelijks leven, hij dient ook actief deel te nemen aan de transformatie van de maatschappij. Op die manier tekende het Bauhaus een allesomvattende visie op design uit, die vandaag opnieuw volop omarmd wordt. Termen als Social Design, Open Design of “design thinking” getuigen van een hernieuwde discussie over de vraag hoe ontwerpers hun werken opnieuw in een grotere context kunnen integreren en de maatschappij kunnen helpen heruitvinden.
Vanuit deze zeer actuele invalshoek toont de tentoonstelling het Bauhaus als een complexe, rijkgelaagde beweging, als een “labo van modernisme” dat nog altijd zeer aanwezig is in de designtendensen. De tentoonstelling bestaat uit vier delen met elk een aparte thematiek en begint met een overzicht van de historische en sociale context van het Bauhaus. Het tweede deel toont iconische werken van de beweging, maar ook miskende designobjecten en verkent het creatieproces – tussen kunst, ambacht, techniek en industrie. De thematiek van de ruimte komt aan bod in het derde deel en onderstreept het aantal kunstenaars dat zich aansloot bij de manier waarop het Bauhaus design formuleerde. Dit gold voor theatermakers, architecten die een reflectie rond minimalistische woningen voorstelden en kunstenaars die kleurtheorieën en ruimtelijke modellen ontwikkelden. Het Bauhaus komt hier naar voren als de eerste “totaalervaring” op het vlak van het artistieke modernisme, dat het design wil betrekken bij alle aspecten van het leven. Het vierde deel van de tentoonstelling focust op de communicatiestrategie van het Bauhaus, gaande van de typografie over de tentoonstellingen tot de experimentele artistieke foto’s en films. Hierbij wordt ook ingegaan op de vaak systematische manier waarop werd gewerkt aan de vorming van een mythe en een imago die vandaag nog altijd met de beweging worden geassocieerd.
In de hele expositie worden de actualiteit en de hedendaagse verankering van het Bauhaus onderstreept door historische werken van de periode van het Bauhaus parallel te tonen met die van hedendaagse designers. Zo worden de per computer vervaardigde meubelen van Minale Maede en Front voorgesteld, evenals het Hartz IV-Möbel van Van Bo Le-Mentzel, maar ook manifesten van designers als Hella Jongerius en Opendesk, interviews met ontwerpers als Lord Norman Foster, Enzo Mari, Sauerbruch Hutton en Jason Wu artistiek directeur van Boss Womanswear- of hommages aan het Bauhaus van designers zoals Mike Meiré, Studio Miro en Dokter and Misses. De reikwijdte van de invloed van het Bauhaus is duidelijk zichtbaar, van de auto-ontwerpen van Mercedes-Benz tot de meubelserie Pipe (2009) van Konstantin Grcic voor Muji en Thonet, geïnspireerd door Marcel Breuer. Opmerkelijk zijn ook de vier projecten die speciaal voor de tentoonstelling werden gemaakt door Adrian Sauer, kunstenaar uit Leipzig, Olaf Nicolai, conceptueel kunstenaar, evenals de kunstenaars en auteurs Joseph Grima en Philipp Oswalt.
De confrontatie tussen historische en hedendaagse werken werpt een nieuw licht op het design van de Bauhaus- beweging. Ze spreekt het cliché tegen dat wat men “Bauhaus-design” noemt vooral minimalistisch, koud en geometrisch is en toont daarentegen hoe de ontwerpers afkomstig van deze beweging een grote interesse hadden voor de sociale context, voor experimenten en voor het productieproces. Enerzijds wordt duidelijk dat tal van hedendaagse debatten op een verrassende manier aansluiten bij die van het Bauhaus, of het nu gaat om de mogelijkheden die worden geboden door de nieuwe productiemiddelen en materialen, de rol van de designer in de samenleving of de voordelen van multidisciplinair werk. Anderzijds blijkt dat het Bauhaus, door het uitbreiden van het begrip design, er mee voor gezorgd heeft dat het design zo alomtegenwoordig is in onze hedendaagse samenleving, een fenomeen dat al aangegeven wordt door de ondertitel van de tentoonstelling: The Bauhaus #itsalldesign.
In het kader van The Bauhaus #itsalldesign wordt een catalogus van meer dan 400 pagina’s uitgegeven, bestaande uit een gedetailleerd, rijkelijk geïllustreerd gedeelte evenals essays van gerenommeerde auteurs, met name Arthur Rüegg en Jan Boelen, en een glossarium met de belangrijkste begrippen van het Bauhaus-design. De hedendaagse visie van het Bauhaus wordt benadrukt door talrijke artikels van vermaarde designers, kunstenaars en architecten uit de hele wereld, onder wie Lord Norman Foster, Tobias Rehberger, Arik Levy en Hella Jongerius, die ideeën, projecten en thesissen voorstellen waaruit blijkt hoe actueel het Bauhaus wel is.
The Bauhaus #itsalldesign is een tentoonstelling van het Vitra Design Museum en de Kunst- und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland (Bundeskunsthalle).
The Bauhaus #itsalldesign
van 16 maart tot en met 11 juni 2017 in het
Art & Design Atomium Museum – ADAM.
Belgiëplein 1, 1020 Brussel (Laken)
Het Art & Design Atomium Museum bevindt zich in het noordelijke deel van de stad Brussel, op 5 minuten wandelen van het metrostation Heizel/Heysel (lijn 6) en recht tegenover Paleis 5 van de Heizel, op 100m van het Atomium.
Van 16 maart tot en met 11 juni 2017 in het Art & Design Atomium Museum – ADAM.
# meer info op website Art & Design Atomium Museum (ADAM)
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Bauhaus, Bauhaus, Constuctivisme, DANCE & PERFORMANCE, De Stijl, Design, DICTIONARY OF IDEAS, Exhibition Archive, Fashion, FDM in Berlin, Galerie Deutschland, Kubisme, Modernisme, Photography, Theo van Doesburg
Rondom 1920 vinden de nieuwe kunststromingen De Stijl en Dada hun weg naar Drachten door een bijzondere vriendschap tussen architect en schilder Theo van Doesburg en twee broers uit Drachten: Evert en Thijs Rinsema.
Theo van Doesburg
Theo van Doesburg is een van de oprichters van De Stijl, een belangrijke avant-garde beweging in Europa. De Stijl omvat een groep kunstenaars die nieuwe eisen stelt aan alle vormen van kunst, maar vooral aan architectuur. Uitgangspunt is dat vorm en materiaal worden teruggebracht tot de meeste elementaire constructie. Kleur wordt gebruikt om de lijnen van de architectuur te doorbreken en om een evenwicht te brengen tussen horizontaal en verticaal.
Gebroeders Rinsema
Evert Rinsema is dichter. In 1920 verschijnen zijn aforismen ‘Verzamelde volzinnen’ als uitgave van De Stijl. Thijs Rinsema is schilder. Hij schildert het liefst eenvoudige alledaagse voorwerpen die hij modelleert naar de principes van het kubisme en De Stijl. Thijs is net als zijn broer Evert autodidact. Evert en Thijs Rinsema leren de Duitse dadaïst Kurt Schwitters kennen via Theo van Doesburg. In het voorjaar van 1923 staat er een kleine advertentie in de Drachtster Courant met de tekst: ‘Een Dada avond, door K. Schwitters, vrijdag 13 april, 8 uur ’s avonds, entree Fl. 1,-. De Phoenix in Drachten’. Het is een kleine maar opvallende advertentie, die net als het Dada-affiche van Van Doesburg, is gedrukt in een mengeling van hoofdletters en kleine letters. Die avond klinkt de Ur-sonate van Kurt Schwitters.
Door de vriendschap met de gebroeders Rinsema komt Theo van Doesburg in contact met de gemeente-architect Cees Rienks de Boer. Theo van Doesburg ontwerpt voor 16 middenstandswoningen aan de Torenstraat en de Landbouwwinterschool een kleuroplossing. Ook ontwerpt Van Doesburg op verzoek van De Boer glas-in-loodramen voor de Christelijke ULO en de Landbouwwinterschool.
Museum Dr8888
Museum Dr8888 bezit een belangrijke verzameling werken van deze roemruchte avant-gardestromingen van de 20ste eeuw. Deze collectie mag zich tegenwoordig ook verheugen in internationale belangstelling. In 2009 en 2010 waren een groot aantal werken van Van Doesburg en Schwitters te zien in exposities in de Tate Modern in Londen en Centre Pompidou in Parijs.
100 jaar De Stijl
In 2017 is het honderd jaar geleden dat de Nederlandse kunstbeweging De Stijl is opgericht. Nederland viert dit met het themajaar Mondriaan tot Dutch Design. 100 jaar De Stijl. Gedurende het hele jaar vinden er door heel Nederland tal van inspirerende tentoonstellingen en evenementen plaats. Van 29 januari t/m 2 april 2017 vindt de eerste grote tentoonstelling in het kader van 100 jaar de Stijl plaats in Museum Dr8888: César Domela, De Stijl in kunst en typografie. Naast Museum Dr8888 doen ook Keramiekmuseum Princessehof Leeuwarden en de voormalig Rijksluchtvaartschool in Eelde als vertegenwoordigers van Noord-Nederland mee.
Exposities Museum Dr8888 in 2017
César Domela: De Stijl in kunst en typografie
28 januari – 2 april 2017
César Domela was een Nederlands kunstschilder, graficus, fotograaf, typograaf en lid van kunstbeweging De Stijl. Museum Dr8888 toont een dwarsdoorsnede van het werk van deze creatieve duizendpoot.
De Stijl in Drachten: Theo van Doesburg, kleur in architectuur
16 april – 25 juni 2017
Deze tentoonstelling bestaat uit o.a. kleurontwerpen, glas-in-loodramen, schilderijen en poëzie van kunstenaars als Theo van Doesburg, Thijs Rinsema en Evert Rinsema. Bijna alle ontwerpen van Theo van Doesburg in Drachten voor het eerst bij elkaar te zien.
De Stijl en expressionisme in de tropen: Sandberg, Rietveld, Chris en Lucila Engels op Curaçao
9 juli 2017 – 17 september 2017
Expositie van de projecten die Gerrit Rietveld heeft uitgevoerd op Curaçao. Daar heeft hij o.a. het interieur van Villa Stroomzigt mede ontworpen en een tehuis voor kinderen met een beperking. Daarnaast een uitgebreide selectie werken uit de collectie van kunstenaarsechtpaar Chris en Lucila Engels en hun adviseur en vriend Willem Sandberg.
Museum Dr8888 en RLS Eelde: De Stijl & constructivisme in Noord-Nederland
30 september 2017- 7 januari 2018
Een overzicht van (Stijl)kunstenaars die actief waren tijdens het Interbellum in Noord-Nederland, maar ook hedendaagse kunstenaars uit die zich laten inspireren door De Stijl en het constructivisme. In Drachten ligt het accent op De Stijl in ontwerp en architectuur. In RLS Eelde hedendaagse kunst geïnspireerd op De Stijl en constructivisme, met o.a. Jan van der Ploeg en Krijn de Koning.
Dada & 100 jaar Kunstbeweging DE STIJL in Museum Dr8888
Vier exposities in 2017
Museum Drachten (Dr8888)
Museumplein 2
Drachten 9203 DD
tel. 0512 515 647
# Meer informatie op website Dr8888
fleursdumal.nl magazine
More in: Antony Kok, Art & Literature News, Bauhaus, Bauhaus, César Domela, Constructivism, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Ploeg, De Stijl, Design, Doesburg, Theo van, Dutch Landscapes, Evert en Thijs Rinsema, Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Futurism, Futurisme, Gerrit Rietveld, Gerrit Rietveld, Kok, Antony, Kubisme, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Piet Mondriaan, Piet Mondriaan, Schwitters, Kurt, Theo van Doesburg, Theo van Doesburg, Werkman, Hendrik Nicolaas
Avant-gardes ’20-’60
Hoogtepunten uit de collectie van
het Stedelijk Museum te zien in het
Van Gogh Museum
26 juni t/m 23 augustus 2009
In de aanloop naar de heropening in het voorjaar van 2010 is het Stedelijk Museum van 26 juni tot en met 23 augustus 2009 opnieuw te gast in het Van Gogh Museum. De expositie Avant-gardes ‘20 / ‘60 toont hoogtepunten uit de collectie van het Stedelijk Museum uit de jaren ‘20 en de jaren ‘60 van de vorige eeuw: roerige decennia met veel verschuivingen, ook in de kunst. Deze jaren werden gekenmerkt door een grote experimenteerdrift binnen de beeldende kunst. Kunstenaars maakten grensverleggend werk, met nieuwe middelen. Zij beschouwden zich als de voorlopers en vernieuwers, of letterlijk als de ‘avant-garde’ van de beeldende kunst en van de maatschappij. Circa 70 belangrijke werken van onder meer Pablo Picasso, Piet Mondriaan, Kazimir Malevich, Luciano Fontana, Yves Klein, Roy Lichtenstein en Andy Warhol zijn te zien in de tentoonstellingsvleugel van het Van Gogh Museum.
Gerrit Rietveld: Roodblauwe stoel, 1918- 1923
Stedelijk Museum Amsterdam
Avant-gardes ‘20
In de jaren ‘20 speelde de avant-garde zich nog vrijwel exclusief in Europa af. Picasso, Mondriaan, Van Doesburg, Schwitters en Malevich behoren tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de avant-garde van die tijd. Parijs bleef het centrum van de vernieuwingen dat het al sinds lang was, met onder meer het late kubisme van Picasso en het surrealisme van bijvoorbeeld Max Ernst. In West-Europa speelde Nederland een rol, waar in plaatsen als Leiden en Utrecht De Stijl bloeide. Maar ook in steden als Berlijn, Dessau en Hannover bestond met onder meer Dada en het Bauhaus een radicaal nieuw kunstbegrip. Veel verder naar het oosten, in Moskou en Leningrad, ontstonden revolutionaire stromingen die als Russisch constructivisme bekend staan.
Theo van Doesburg: Affiche Kleine Dadasoirée, 1922
Stedelijk Museum Amsterdam
Avant-gardes ‘60
Veertig jaar later vonden belangrijke ontwikkelingen binnen de avant-garde juist ook in Amerika plaats, met name in New York en Los Angeles. In het land van de onbegrensde mogelijkheden ontstonden stromingen als pop art, minimal art en post-minimal art, met kunstenaars als Andy Warhol, Carl Andre en Robert Morris. In West-Europa bleef Parijs belangrijk, met vertegenwoordigers van het nouveau réalisme, en kwam het zakelijke vormgebruik van kunstenaarsgroepen Zero en Nul naar voren in Duitsland en Nederland. Steden waaronder Düsseldorf, Keulen en Amsterdam speelden hierin een belangrijke rol.
De rol van het Stedelijk Museum – Amsterdam vervulde na de Tweede Wereldoorlog een brugfunctie: veel Amerikaanse kunstenaars realiseerden hier hun eerste museale presentaties en wisten zo voet aan de grond in West-Europa te krijgen. Het Stedelijk Museum speelde daarbij veelal een verbindende rol en slaagde erin een toonaangevende collectie op te bouwen. Het merendeel van de getoonde werken was tot 5 jaar geleden dan ook vaak te zien in de vaste opstelling van het Stedelijk Museum.
Naar het nieuwe Stedelijk Museum – Het Stedelijk Museum wordt op dit moment gerenoveerd en uitgebreid met spectaculaire nieuwbouw van Benthem Crouwel Architekten. De heropening van het Stedelijk Museum staat gepland voor maart/april 2010. Tot die tijd beweegt het door Amsterdam met projecten en tentoonstellingen, onder de noemer Stedelijk in de Stad.
Kazimir Malevich: Suprematist painting (Rood kruis op zwarte cirkel), 1921-1927
Stedelijk Museum Amsterdam
fleursdumal.nl magazine – magazine for art & literature
More in: Andy Warhol, Bauhaus, Bauhaus, Constructivism, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Ploeg, De Stijl, Exhibition Archive, Expressionism, Futurism, Futurisme, Gerrit Rietveld, Kubisme, Modernisme, Piet Mondriaan, Surrealism, Surrealisme, Theo van Doesburg, Vincent van Gogh, Yves Klein, ZERO art
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature