Or see the index
Museum De Fundatie Zwolle t/m 18 september 2016
In 1955 ontmoette Karel Appel zijn muze. Machteld was een jonge vrouw met stijl, een mannequin die van boeken hield, een anker in zijn turbulente leven. In 1970 overleed ze, slechts 35 jaar oud.
Focuspunt in de kabinettentoonstelling ‘Machteld – De muze van Karel Appel’ is het monumentale portret dat Appel in 1962 van zijn grote liefde schilderde. Daarnaast is L’Oiseau Barbare uit 1961 te zien, een beschilderde olijfstronk in de vorm van een vogel. Beide werken komen uit de collectie van de architect Karel Sijmons en zijn vrouw Tony. Aan de hand van brieven en foto’s krijgt de bezoeker een uniek inzicht in de bijzondere relatie van het echtpaar met Karel en Machteld Appel. Dochter Babette Cremer-Sijmons bracht de documenten samen in een boek en haalde herinneringen op aan de vrouw die ook haar inspireerde.
Over Karel en Machteld Appel verscheen een publicatie van de hand van Babette Sijmons: “In de turbulente sfeer [rond Karel Appel], met woest paletmes en kwast was altijd de stille aanwezigheid te vinden in de vorm van Machteld, die – als zij niet hoefde te werken als vaste mannequin van Cristobal Balanciaga – een eiland van kalmte uitstraalde. Onverstoorbaar op de achtergrond las zij haar boeken en gaf af en toe de schilder zacht commentaar.”
De Muze van Karel Appel
door Babette Sijmons
64 pagina’s, 17 x 24 cm,
35 illustraties in kleur en 22 in zwart-wit,
Nederlands/Engels
ISBN 978 94 6262 073 5
€ 17,50
Museum de Fundatie
Blijmarkt 20
8011 NE Zwolle
Telefoon: 0572 388188
info@museumdefundatie.nl
# Meer informatie via website Museum de Fundatie
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Exhibition Archive, Karel Appel, The Ideal Woman
Prominente schrijvers en illustratoren onder aanvoering van Adriaan van Dis roepen in een brandbrief de minister van OCW, Jet Bussemaker, op haar verantwoordelijkheid voor het Letterkundig Museum te nemen.
Zij wijzen erop dat de collectie van het Letterkundig Museum tot stand komt doordat schrijvers en illustratoren hun archieven, respectievelijk illustraties ruimhartig aan het museum schenken. Dat schept verplichtingen, aldus onder andere Abdelkader Benali, Remco Campert, Anna Enquist, A.F.Th. van der Heijden, Guus Kuijer, Astrid H. Roemer, Jan Terlouw, Thé Tjong-Khing en de Erven Harry Mulisch en Nescio.
Ook 40 hoogleraren, biografen, literatuuronderzoekers en critici hebben, op initiatief van Marita Mathijsen, zich in een alarmerende brief gericht tot de minister om aandacht te vragen voor de penibele situatie van het Letterkundig Museum.
Minister Bussemaker moet het Letterkundig Museum in staat stellen zijn taak verantwoord uit te oefenen. De huidige financiële middelen van het gerenommeerde instituut zijn nu ontoereikend, ondanks het hoge eigen inkomstenpercentage. Gedreven door het maatschappelijk belang van literatuur, ontplooit het Letterkundig Museum uiteenlopende activiteiten om zijn schatten toegankelijk te maken voor de wetenschap, het onderwijs en het algemene publiek. Zo lanceerde het eerder dit jaar het succesvolle en prijswinnende Literatuurmuseum.nl, maar dit door fondsen gefinancierde initiatief dreigt nu door geldgebrek te verdwijnen.
Na de buitensporige korting van 25%, waardoor noodgedwongen 30% van het personeel ontslagen werd, kan het Letterkundig Museum zijn taak als hoeder van het nationaal literair erfgoed niet waarmaken. Het ‘Rijksmuseum voor Literatuur’ ontbeert zelfs een hoofd Collecties. Waardevolle onderzoeksprojecten met universiteiten komen niet van de grond, belangwekkende handschriften kunnen niet worden verworven en voor digitalisering is geen cent beschikbaar. Ook het Kinderboekenmuseum, dat deel uitmaakt van het Letterkundig Museum en een belangrijke educatieve missie heeft, is in de knel gekomen.
Eerder al luidde directeur Aad Meinderts in o.a. De Telegraaf, NRC Handelsblad en de Volkskrant de noodklok, en deze week betoogde Vrij Nederland: ‘Handen af van Letterkundig Museum!’
Letterkundig Museum
Prins Willem-Alexanderhof 5
2595 BE Den Haag
telefoon: 070-333 96 66
fax: 070-3477941
e-mail: info@letterkundigmuseum.nl
Postadres
Postbus 90515
2509 LM Den Haag
Schrijvers op de bres
16-6-2016
# website Letterkundig Museum
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, Art & Literature News, Literaire sporen, Museum of Literary Treasures
Onder de titels Wilden en Nieuwe Wilden presenteren Museum de Fundatie en het Groninger Museum tot en met 18 september 2016 een dubbeltentoonstelling gewijd aan het 20ste-eeuwse expressionisme in Duitsland. In Museum de Fundatie staat het expressionisme uit het begin van de eeuw centraal, het Groninger Museum toont het neo-expressionisme uit de jaren ’80. Meer dan een halve eeuw scheidt de beide bewegingen, toch is er bij alle verschillen een duidelijke gemene deler: artistieke vrijheid zonder compromis.
Artistieke conventies en academische regels werden ingeruild voor subjectieve ervaringen. In Duitsland manifesteerde het expressionisme zich aan het begin van de twintigste eeuw in het werk van leden van de kunstenaarsgroeperingen ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’. Met hun compromisloze visie veranderden kunstenaars als Alexej von Jawlensky, Wassily Kandinsky, Emil Nolde, Ernst Ludwig Kirchner, August Macke, Franz Marc en Max Pechstein voorgoed het gezicht van de moderne kunst. De expositie WILDEN – Expressionisme van ‘Brücke’ & ‘Der Blaue Reiter’, toont met zo’n 100 werken het eerste grote museale overzicht in Nederland van Duitse expressionistische schilderkunst.
Niet de buitenwereld maar de binnenwereld, daar ging het de expressionisten om. Kunst als uitdrukking van emotie en innerlijke beleving.
De baanbrekende kunst van het expressionisme was de weerslag van sociale en wetenschappelijke veranderingen in de jaren vóór en vlak na de Eerste Wereldoorlog in Duitsland. De oprukkende industrialisering, de explosief groeiende steden, de ‘ontgoddelijking’ van de samenleving – “God is dood”, zei Nietzsche –, de ontdekking van het onderbewuste en de opkomst van de psychoanalyse, alsook de ontwikkeling van de kwantummechanica en relativiteitstheorie zetten het vertrouwde mens- en wereldbeeld op zijn kop. Oude zekerheden vielen weg en een nieuwe, grotendeels (nog) onbekende realiteit diende zich aan. De unieke positie van de mens in de schepping werd betwijfeld. De expressionistische kunstenaars keerden zich tegen het materialistische vooruitgangsdenken, dat vooral zakelijk en rationeel was. Zij richtten zich voortaan op de geestelijke wereld die achter de materie schuilging en wilden de band tussen mens en natuur herstellen.
De expressionisten stonden kritisch tegenover het onpersoonlijke stadsleven en verheerlijkten de eenvoud van het platteland. Zogenaamd primitieve volkeren werden als de ware erfgenamen van het verloren paradijs tot voorbeeld genomen, zowel in leven als in kunst. Geen materialisme en burgerlijkheid, maar originaliteit en echt contact. In artistieke zin was het expressionisme een reactie op het inmiddels als gezapig betitelde impressionisme, dat – letterlijk – oppervlakkig werd bevonden door zijn focus op de buitenkant van de wereld. Kunstenaars van ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’, opgericht in respectievelijk in 1905 in Dresden en in 1911 in München, hielden zich juist bezig met het innerlijk en met de oorspronkelijke, geestelijke eenheid van mensen, dieren en planten. Zij wilden niet de optische realiteit weergeven, maar de subjectieve ervaring van de mens in zijn natuurlijke omgeving. Bevrijd van de noodzaak zich te houden aan de werkelijkheid zochten de Duitse expressionisten naar alternatieve methoden om hun visie uit te dragen. Ongekend felle kleuren en krachtige vormen werden de dragers van ideeën en emoties. Nolde, Kirchner, Pechstein en andere leden van ‘Brücke’ bleven bij alle stilering vasthouden aan de herkenbaarheid van hun onderwerpen. Leden van ‘Der Blaue Reiter’, met name Jawlensky en Kandinsky, voerden hun streven naar vergeestelijking daarentegen zo hoog op dat zij de materiële wereld oplosten in een volledig voorstellingsloos beeld. Zodoende stonden zij mede aan de basis van de abstracte kunst.
Wilden – Expressionisme
van ‘Brücke’ en ‘Der Blaue Reiter’
t/m 18 september 2016
Museum de Fundatie
Blijmarkt 20
8011 NE Zwolle
Telefoon: 0572 388188
info@museumdefundatie.nl
# meer info website museum de fundatie
fleursdumal.nl magazine
More in: *War Poetry Archive, Art & Literature News, Exhibition Archive, EXPERIMENTAL POETRY, Expressionism, Expressionisme, Galerie Deutschland, PRESS & PUBLISHING
Repetitie Joseph the Beautiful, Odessa Theatre of Opera and Ballet, 1926. K. Goleizovsky, B. Erdman & S. Vasilenko / Kas’ian Goleizovsky Repository. Collectie Familie Goleizovsky, Moskou
Space Embodied, vanaf 12 juni te zien in Het Nieuwe Instituut, gaat over het streven naar een nieuwe, vrije mens, zoals gepropageerd door de Russische avant-garde. Space Embodied is een installatie over het lichaam in beweging: levensgrote projecties van dansers, een dansvloer, decorstukken en spiegels confronteren de bezoeker op een even directe als fysieke manier met het historische materiaal uit de jaren twintig van de vorige eeuw.
Voor veel kunstenaars in de vroege twintigste eeuw is ‘de nieuwe mens’ een belangrijk thema. Meer dan ooit tevoren wordt het menselijk lichaam het onderwerp van artistiek experiment. Zeker in Rusland, waar de revolutie de complete maatschappij en dus ook de kunst radicaal wil veranderen, richt de avant-garde zich op de totstandkoming van een nieuwe, vrije mens. Architecten, schilders, componisten, ontwerpers, filmers: binnen allerlei disciplines worden conventies doorbroken. Samenwerking tussen de vakgebieden is deel van deze nieuwe revolutionaire kunstpraktijk.
De geest van de revolutie beïnvloedt ook het ballet, een kunstvorm die bij uitstek om het menselijk lichaam draait. In de jaren twintig ontwikkelt de vrije dans zich stormachtig. De nieuwe choreografieën, aanvankelijk in Rusland geïntroduceerd door de Amerikaanse danseres Isadora Duncan, kiezen de natuurlijke beweging als alternatief voor de academische patronen van het klassieke ballet. Het lichaam dient te worden bevrijd van allerlei sociale en seksuele conventies. Deze experimentele benadering is ook terug te vinden in de kostuums en decors die de ruimte rond de dansers moet transformeren. En dankzij recent ontwikkelde fotografische en cinematografische technieken kunnen de opwindende vernieuwingen van toen nu worden vastgelegd.
De installatie Space Embodied concentreert zich op de erfenis van de Russische vrije dans, en vooral op de visuele taal die kunstenaars en fotografen daaraan gaven. Hun fascinatie was met name gericht op de relatie van het dansende lichaam tot de ruimte, de muziek en de politiek van het revolutionaire Rusland. De bloei van de vrije dans duurt maar kort. Al in de jaren dertig werden de meeste dansstudio’s op last van de communistische machthebbers gesloten, omdat ze te ‘formalistisch’ zouden zijn. Dat weerhield het Stalin-regime er later niet van om allerlei elementen uit de choreografieën te gebruiken in films en bij de massale gymnastische opvoeringen, die zo specifiek zijn voor dit politieke regime.
Grafisch ontwerpers Experimental Jetset en fotograaf Johannes Schwartz baseerden Space Embodied op oorspronkelijke decors. In drie delen (Space, Body en Movement) worden beelden getoond van de uitzonderlijk creatieve samenwerking tussen dansers en fotografen, scenografen en choreografen. De grondslag hiervoor ligt in een diepgaand onderzoek van de Italiaanse kunsthistorica Nicoletta Misler. Haar boek V Natsjale Bilo Telo (In het begin was er het lichaam) documenteert de veranderende blik op het menselijk lichaam in de Russische kunst van de periode 1900-1930.
12 juni 2016 t/m 8 januari 2017
Het Nieuwe Instituut
Space Embodied. The Russian Art of Movement 1920-1930
Het Nieuwe Instituut
Museumpark 25
3015 CB Rotterdam
Telefoon: 010-4401200
# Meer info website HET-NIEUWE-INSTITUUT
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Constuctivisme, DANCE & PERFORMANCE, Exhibition Archive, THEATRE
Linda Arts
n.a.v. de nieuwe publicatie over haar werk: ‘LUX’
nog te zien t/m 26 juni 2016
Op zaterdag 23 april vond in het auditorium van De Pont de presentatie plaats van ‘LUX’, het nieuwste boek van de Tilburgse kunstenaar Linda Arts. LUX (de Latijnse benaming voor ‘licht’) is uitgegeven door 99Publishers/Uitgevers en bevat een overzicht van haar werk van de afgelopen zes jaar: schilderijen, werken op papier, muurschilderingen en lichtinstallaties. Het boek bevat tekstbijdragen van Angelique Spaninks en Hanneke de Man en is vormgegeven door Mart. Warmerdam.
Ter gelegenheid van de presentatie is er ook een kleine tentoonstelling ingericht nabij de bibliotheek van het museum die t/m 26 juni te zien blijft.
Museum De Pont
Wilhelminapark 1
5041 EA Tilburg
T 013 – 543 8300
E info(at)depont.nl
# meer info website Museum De Pont
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Exhibition Archive, Linda Arts
Tilburgse luchtschepen naar Madrid
Vijf gevederde luchtschepen en acht vreemde vogels zijn deze maand naar het warme zuiden getrokken.
Deze dertien droomwerken van de Tilburgse kunstenaar Sjon Brands vormen ruim drie maanden lang de gevleugelde tentoonstelling Artilugios Bosquianos: Sjon Brands in het prachtige Museo Lázaro Galdiano in het centrum van Madrid. De expositie loopt parallel met de grote Jheronimus Bosch tentoonstelling (El Bosco. Exposición del V Centenario) in het even verderop gelegen Museo del Prado tot en met 11 september 2016.
Dus mocht u deze zomer nog Madrid aandoen dan kunt mooi een dubbelslag maken!
De Tilburger is erg in zijn nopjes met deze tentoonstelling: “Er is warme belangstelling voor mijn werk in Spanje. Dat had ik nooit verwacht, maar het is natuurlijk een feest als zoiets gebeurt. Ze zijn nogal gecharmeerd van de humor en de gekte die in mijn werk zit. Ze moeten er erg om lachen.”
Zijn werk komt te staan tussen beroemde Spaanse schilders als El Greco, Goya en Velázquez. In de centrale hal van het museum komen twee van zijn luchtschepen te hangen. “In Spanje zijn ze ervan overtuigd dat mijn werk past in de traditie van ‘hun’ El Bosco. Vandaar ook de naam, die Bosschiaanse constructies betekent.”
De tentoonstelling werd op donderdag 2 juni 2016 om 12.00 uur feestelijk geopend door de Nederlandse ambassadeur in Spanje en opgeluisterd door een concert van de New Royal Flaminga Band (Martin Fondse, Jan Wirken, Eric van de Westen en Peter Kalb).
De expositie duurt tot en met zondag 11 september 2016 en is van dinsdag tot en met zaterdag geopend van 10.00 tot 16.30 uur, op zondag van 10.00 tot 15.00 uur. Museo Lázaro Galdiano, Serrano 122, Madrid. Meer info: www.flg.es of www.sjonbrands.nl.
‘Artilugios bosquianos: Sjon Brands’
Conservator: Amparo López
Organisatie: Stichting Jheronimus Bosch 500, stichting Bosch y Bosco en de Fundación Museo Lázaro Galdiano
In samenwerking met: de Nederlandse Ambassade in Madrid / la Embajada del Reino de los Paises Bajos
Van 2 juni tot en met 11 september 2016 (opening 2 juni 2016)
Museo Lázaro Galdiano,
Calle de Serrano 122,
Madrid
Bezoek bij de toegang van het museum inbegrepen (toegang 6€).
Metro: lijn 5 Rubén Dario / lijn 9 Nuñez de Balboa / lijn 7 en 10 Gregorio Marañón
Twitter #ArtilugiosBosquianos
Openingstijden: Dinsdag tot zaterdag van 10 tot 16.30 uur, zondag tot 15.00 uur, maandag gesloten.
# Meer informatie: www.flg.es / www.sjonbrands.nl / www.boschybosco.org
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Brands, Sjon, Department of Birds of Prey, Jheronimus Bosch, Sjon Brands, Theater van de Verloren Tijd
Het Nederlands Fotomuseum presenteert in het voorjaar van 2016 de tentoonstelling Crime Scenes | Honderd jaar foto als bewijs (t.m. 21 Aug. 2016)
Kan een foto iets aantonen, bewijzen of onthullen? Al sinds de uitvinding van de fotografie wordt de fotocamera gezien als een vooral mechanisch instrument om de werkelijkheid af te beelden. Wat op een foto is te zien, is ooit zo geweest. Maar is wat op een foto staat daarom ook ‘waar’?
Foto’s kunnen ook een subjectief beeld van de werkelijkheid geven en ze kunnen zijn gemanipuleerd of in scène gezet. De fascinerende wijze waarop foto’s in de afgelopen 150 jaar in rechtszaken zijn gebruikt, en de discussies die er over fotografie werden gevoerd, brengt Crime Scenes voor het eerst in kaart.
Crime Scenes presenteert elf case studies uit de geschiedenis van de ‘foto als bewijsstuk’, met de nadruk op zaken van groot humanitair en/of volkenrechtelijk belang: van begin 1900 tot aan vandaag. Beginnend met de beroemde crime scene foto’s van de Franse politiefotograaf Alphonse Bertillion, via de luchtfoto’s van gebombardeerde steden tijdens de Eerste Wereldoorlog en de films van de concentratiekampen in de Neurenberger processen tegen de Nazi’s, eindigt de tentoonstelling met de problematiek rond de bewijsvoering van drone-aanslagen in Waziristan en de pogingen om aan te tonen dat de Bedouïnen in de Negev woestijn in vroeger tijden niet louter nomaden waren – met als inzet hun claim om er ook vandaag nog te mogen wonen. De tentoonstelling brengt een grote variatie aan historisch beeldmateriaal bijeen. De context van iedere casus wordt daarbij helder uiteengezet.
Nieuwe boekuitgave:
Images of conviction.
The construction of visual evidence
Photography Catalogue of the Year, winner of the 2015 Paris Photo-Aperture Foundation Photobook Awards
Each of these eleven case studies spanning the period from the invention of ‘metric’ photography of crime scenes in the nineteenth century to the reconstruction of a drone attack in Pakistan in 2012, offers an ‘archaeological’ analysis of the historical and geopolitical context in which the images appeared, as well as their purpose, the way they were produced and the specific framework of their reception.
The nature and the gravity of the facts described mean that no fallacious comparison must be allowed to simplify or reduce the ambit of such images. Coming not long after the invention of the medium, everyday use of photographs in the courtroom made the image’s power as truth an essential tool of conviction in the service of justice. This power as truth has been ardently debated, sometimes legitimately contested and often contradicted.
How does the image take shape in truth-seeking scientific and historical discourse?
Tekst: Jennifer L. Mnookin, Anthony Petiteau, Tomasz Kizny, Thomas Keenan, and Eric Stover
Aantal pagina’s: 240
Foto’s: 280 zwart wit foto’s
Formaat: 22 x 28.5 cm (staand)
Hardcover, € 44,95
Taal: Engels
Uitgever: Éditions Xavier Barral
ISBN: 9782365110839
Nederlands Fotomuseum
Gebouw Las Palmas
Wilhelminakade 332
3072 AR Rotterdam
# Meer info website Nederlands Fotomuseum
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, CRIME & PUNISHMENT, Galerie des Morts, Photography
Mythische Dieren
Expositie Afrika Museum
Te zien t/m 2 oktober 2016Mythische Dieren
Al eeuwen lang leven mens en dier met elkaar samen. En al net zo lang is de mens gefascineerd door dieren. Want wat zou het internet zijn zonder kattenfilmpjes en Fantasy verhalen zonder draken? Waarom blijven dieren zo tot onze verbeelding spreken? En waarom zien wij draken en griffioenen als statussymbolen? Ontdek de antwoorden in de tentoonstelling MYTHISCHE DIEREN.
Jakhalzen, draken en mummies
Aan de hand van verschillende thema’s maak je kennis met dieren en dierfiguren. Dieren die ons helpen, ontzag inboezemen, soms zelfs een beetje bang maken. Van de jakhalzen uit de tijd van de farao’s, vijfklauwige draken van de Chinese keizers tot heilige kattenmummies en Afrikaanse doodskisten in de vorm van enorme beesten.
Anansi de spin – speciaal voor jonge bezoekers
Kinderen kunnen op pad met Anansi de spin. In de tentoonstelling kunnen zij naar verhalen over mythische dieren luisteren en vragen beantwoorden over de dieren die ze om zich heen zien. Een ritje op de rug van een draak maken, digitaal een kat mummificeren of een eigen mythisch dier maken? Het kan allemaal in MYTHISCHE DIEREN.
AFRIKA MUSEUM
bezoekadres
Postweg 6,
Berg en Dal
openingstijden: dinsdag tot en met zondag en feestdagen 10 – 17 uur
e-MAIL: info@afrikamuseum.nl
telefoon: +31 (0)88 0042800
# Meer info op website Afrika Museum
fleursdumal.nl magazine
More in: African Art, Art & Literature News, FDM in Africa, Natural history
Pina Bausch en het danstheater
Expositie t/m 24 juli 2016
Kunst- und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland GmbH – Museumsmeile Bonn DE
Pina Bausch (1940-2009) wordt gezien als een pionier van het moderne danstheater en als een van de meest invloedrijke choreografen van de twintigste eeuw. De tentoonstelling in de Bundeskunsthalle is de eerste die haar werk aan een breder publiek presenteert. Samen met haar gezelschap ontwikkelde Pina Bausch de artistieke vorm van danstheater waarin theater, dans en performance worden ghttp://www.bundeskunsthalle.de/en/home.htmlecombineerd. Haar vernieuwende aanpak verwierp niet alleen ronduit de conventies van het klassieke ballet, maar oversteeg ook de preoccupatie met de formele principes die de meeste moderne dans karakteriseert.
De objecten, installaties, foto’s en video’s die worden voorgesteld gepresenteerd zijn afkomstig uit de unieke collectie van het Pina Bausch Archief. Het hart van de tentoonstelling is de reconstructie van de ‘Lichtburg’, de legendarische repetitieruimte in een oude bioscoop Wuppertal waar Pina Bausch, in samenwerking met haar dansers, het grootste deel van haar stukken ontwikkelde. Buitenstaanders worden zelden toegelaten tot deze intieme ruimte. In de Bundeskunsthalle wordt het een platform voor inspiratie en uitwisseling. Leden van het gezelschap laten de bezoekers kennismaken met de kwaliteit van de beweging in het danstheater en met korte sequenties van dansbewegingen.
Voorstellingen, dansworkshops, openbare repetities, gesprekken, films en nog veel meer transformeren de repetitieruimte in een levendige, experimentele ruimte voor bezoekers.
Deze tentoonsteling kwam tot stand i.s.m. de Pina Bausch Foundation, Wuppertal.
Kunst- en tentoonstellingshal van de Bondsrepubliek Duitsland
(Kunst- und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland GmbH)
Museumsmeile Bonn
Friedrich-Ebert-Allee 4
53113 Bonn
tel. +49 228 9171–200
# meer info website Bundeskunsthalle – Bonn
Als museumhuis voor wisseltentoonstellingen biedt de Kunst- en tentoonstellingshal van de Bondsrepubliek Duitsland (Bundeskunsthalle) een gevarieerd programma van internationale betekenis. Kunst en cultuurgeschiedenis, wetenschap en techniek zijn daarbij de onderwerpen waar het om draait. Op een oppervlak van 5.600 m2 kunnen tot wel vijf exposities van verschillende grootte gelijktijdig gepresenteerd worden. Er staan per jaar zo’n acht grote tentoonstellingen op het programma. Sinds de opening in 1992 konden er meer dan 200 tentoonstellingen worden aangeboden. In deze periode hebben al meer dan 16 miljoen gasten uit de hele wereld de Bundeskunsthalle bezocht.
Openingstijden:
Dinsdag en woensdag 10–21 uur
Donderdag t/m zondag 10–19 uur
Maandag gesloten
Vrijdag vanaf 9 uur voor groepen geopend.
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Galerie Deutschland, Pina Bausch, THEATRE
Genese Dada
100 Jahre Dada Zürich
bis 10. Jul 2016
“Wie erlangt man die ewige Seligkeit? Indem man Dada sagt. Wie wird man berühmt? Indem man Dada sagt. Mit edlem Gestus und mit feinem Anstand. Bis zum Irrsinn, bis zur Bewusstlosigkeit.”
Hugo Ball
Über die Ausstellung
Am 5. Februar 1916 von Hugo Ball, Emmy Hennings, Marcel Janco, Tristan Tzara und Hans Arp im »Cabaret Voltaire« in Zürich gegründet, ist Dada eine der progressivsten Kunstbewegungen des 20. Jahrhunderts. Zum 100-jährigen Jubiläum lässt das Arp Museum Bahnhof Rolandseck die bedeutenden Geburtsorte Dadas wieder aufleben: die legendäre Künstlerkneipe »Cabaret Voltaire« und die bürgerliche »Galerie Dada«. Ausgehend von diesen beiden Polen revolutionierten die Dadaisten innerhalb kürzester Zeit die internationale Kunstwelt. Neben ihren eigenen Arbeiten zeigten sie dort Werke von internationalen Avantgarde-Künstlern wie Giorgio de Chirico, Pablo Picasso, Paul Klee und Elie Nadelman, die nun auch in der Ausstellung zu sehen sind. Die Kunstwerke werden in eine lebhafte Inszenierung eingebettet, die den vielsKünstlerinnen und Künstler der Ausstellung
Genese Dada. 100 Jahre Dada Zürich
Anonym (Meister der Magdalenen-Legende)
Hans Arp
Hugo Ball
Heinrich Campendonk
Giorgio De Chirico
Jacoba van Heemskerck
Richard Huelsenbeck
Marcel Janco
Paul Klee
Oscar Lüthy
August Macke
Francois-Joseph Martin
Elie Nadelmann
Max Oppenheimer
Pablo Picasso
Hilla Rebay
Otto Van Rees
Adya Van Rees-Dutilh
Arthur Segal
Sophie Taeuber
Tristan Tzarachichtigen gesellschaftlichen und intellektuellen Nährboden verdeutlicht, aus dem Dada entstanden ist. Themengebiete wie Psychologie, Literatur und politisch-soziokulturelle Revolte spiegeln dabei den Zeitgeist wider und machen die Entstehung von Dada anschaulich.
In Zusammenarbeit mit dem Cabaret Voltaire, Zürich
“Dada ist schön wie die Nacht, die einen jungen Tag in ihren Armen wiegt.”
Hans Arp
100 Jahre Dada: Das große Fest des kultivierten Un-Sinns
“Genese Dada. 100 Jahre Dada Zürich: Das Arp Museum feiert das große Dada-Jubiläum 2016 mit einer ebenso fulminanten wie substantiellen Ausstellung, die die Entstehung der für die Moderne so wichtigen Kunstrichtung anschaulich nachverfolgt. (Ausstellungsdauer bis 10. Juli 2016)
Einen zentralen Beitrag zum europaweit gefeierten Dada-Jahr stellt die große Ausstellung »Genese Dada. 100 Jahre Dada Zürich« (14. Februar bis 10. Juli 2016) im Arp Museum Bahnhof Rolandseck dar, die in Kooperation mit dem Direktor des Cabaret Voltaire in Zürich, Adrian Notz, erarbeitet wurde. »Wie aus einer künstlerischen Laune eine revolutionäre internationale Kunstrichtung wird und welche Rolle die beiden mit Rheinland-Pfalz verbundenen Künstlerpersönlichkeiten Hugo Ball und Hans Arp spielen, ist in dieser fantastischen Ausstellung mit größtem Vergnügen zu erleben«, kommentiert der rheinland-pfälzische Kulturstaatssekretär Walter Schumacher.
Am 5. Februar 1916 von Hugo Ball, Emmy Hennings, Marcel Janco, Tristan Tzara und Hans Arp im Cabaret Voltaire in Zürich gegründet, wurde Dada zu einer der zentralen Kunstbewegungen des 20. Jahrhunderts. Anlässlich des Jubiläums widmet sich das Arp Museum Bahnhof Rolandseck den Anfangsjahren der Kunstbewegung und erweckt die bedeutenden Entstehungsorte Dadas wieder zum Leben: die legendäre Künstlerkneipe »Cabaret Voltaire« und die eher bürgerlich orientierte »Galerie Dada«. »Als Gegengewicht zum dionysischen Cabaret wurde die apollinische Galerie eingesetzt. Nur durch die beiden Komponenten Cabaret Voltaire und Galerie Dada konnte die Unruh von Dada in Schwingung gebracht werden«, bewertet Adrian Notz.
Die Abkehr vom Krieg und die Entdeckung des Nichts
Im Wechselspiel zwischen den beiden gegensätzlichen Geburtsstätten entwickelte sich im damals äußerst kosmopolitischen Zürich – einer der Flüchtlingsmetropolen Europas – der Geist Dadas. Ein wichtiger Ausgangspunkt war der überzeugte Pazifismus der Protagonisten. Selbst die Künstler, die sich anfangs dem allgegenwärtigen Kriegstaumel nicht ganz entziehen konnten, sagten sich von ihm los und versuchten, die Geschehnisse jenseits der so sicher erscheinenden Gebirgsketten zu verdrängen. Gleichzeitig waren es die Grauen des Krieges, die alles Bestehende so nichtig erscheinen ließen – und das Nichts so zum neuen Gott erhoben.
Die große Revolte gegen die Traditionen und Konventionen – ohne politische Ideologie
Zugleich wurden die bürgerliche Gesellschaft und ihr gängiger Wertekanon, die den Ersten Weltkrieg hervorgebracht hatten, zur Zielscheibe des künstlerischen Protestes erklärt. Die etablierte Kunst als Teil dieser Gesellschaft wurde als reaktionär und überholt abgelehnt.
Stattdessen suchten die Dadaisten nach neuen Ausdrucksformen, in der darstellenden wie in der bildenden Kunst. In den legendären Soireen im Cabaret Voltaire wurde gedichtet, gesungen, hinter Masken getanzt und den anarchischen Kräften von Geist und Körper Tribut gezollt. Die bisweilen absurde dadaistische Performance war durchaus mehr als eine Narretei – und doch war sie kein Akt dezidierten politischen Protestes. Die Dadaisten verweigerten sich einer klaren Zuordnung zu einer politischen Haltung. Vielmehr war es die Macht der Ratio und ihrer vermeintlichen Strategien, die nun zum Urgrund aller kollektiven Verbrechen erklärt wurde. So erteilten die Künstler der Logik eine radikale Absage.
Befreiung der Sprache und Lob des Archaischen sowie der mystischen Naturverbundenheit
Der Abgesang auf die herrschenden Mächte und ihre Propaganda führte zu neuen Formen des sinnlichen, aber unsinnigen Sprachgebrauchs. In Simultan- und Lautgedichten suchten die Dadaisten die Grenzen des Vernunftdenkens zu überwinden. In mystischen Übungen diente das Unterbewusstsein als Quelle des unmittelbar Schöpferischen, wobei zeitgenössische Theorien und wissenschaftliche Schriften der Psychoanalyse, etwa von C. G. Jung, wichtige Impulse lieferten.
In ihrer Suche nach vorsprachlichen, urwüchsigen Ausdrucksformen und einer Sehnsucht nach der vorzivilisierten Natur spiegeln die Dadaisten einen Aspekt des Zeitgeistes. Die Lebensreformer und Nudisten, die etwa zeitgleich im schweizerischen Ascona auf dem Monte Verità im Einklang mit der Natur lebten und mit den Dada-Künstlern in regem Austausch standen, sind hier beispielhaft zu nennen.
Auch das starke Interesse an der afrikanischen Kunst, die mit dem so genannten Primitivismus weithin ihre Würdigung erfuhr, fügt sich hier ein. Von Klischees geprägt, wird die so genannte »Negerkunst« in europäischen Ausstellungen gefeiert und ihre Formensprache zu adaptieren versucht. Die exotischen Rhythmen wiederum lieferten Inspiration für theatralische Darbietungen und maskierte Tänze, in denen man das Unmittelbare, Spontane und Unkontrollierbare anstrebte, das mit den Kulturpraktiken primitiver Stämme assoziiert wurde.
Vom Zürcher Kabarett zur Internationalen Bewegung
Die »wilde« Initiationsphase im Cabaret Voltaire setzte sich in der benachbarten Galerie Dada fort. Mit dem Ortswechsel lässt sich jedoch auch eine gewisse Professionalisierung erkennen. Durch öffentliche Führungen und den Kontakt zu Journalisten sollte gezielt ein kunstaffines Publikum erreicht werden. Neben den Soireen wurden in der Galerie vermehrt Ausstellungen gezeigt, bei denen auch Werke namhafter internationaler Avantgarde-Künstler zu sehen waren. Die Ablehnung der etablierten Kunst durch die Dadaisten wandelt sich hier in das Bestreben, mittels Bezügen zum Surrealismus, Futurismus oder Kubismus den Anschluss an die internationale Kunstszene zu gewinnen. Die dadaistischen Manifeste und Schriften, die Hugo Ball und seine Mitstreiter publizierten, dienten dabei als Medium der Verbreitung. Es bildeten sich Dada-Zentren in Hannover, Berlin und Köln aber auch in Paris und New York, und Dada revolutionierte innerhalb kürzester Zeit die Kunstwelt.
Dada – kein Stil, sondern . . .
Die Ausstellung widmet sich intensiv dem intellektuellen und wissenschaftlichen Nährboden der Zeit, aus dem Dada hervorging. Themen wie Mystik, Psyche, Revolte, Philosophie und Literatur stehen dabei in engem Wechselspiel zu den verschiedenen künstlerischen Formen und Praktiken, die sich unter dem Einfluss der Dadaisten in eine gänzlich neue Richtung entwickelt haben – von Tanz, Theater, Poesie und Neuer Musik bis hin zu Masken und Kostümen, Collagen, Objekten, Gemälden und Grafiken. Entscheidend ist hierbei die im Ausstellungskatalog festgehaltene Schlussfolgerung des Dada-Kenners Tobia Bezzola, dass sich der Dadaismus nicht auf einen Stil reduzieren lasse. Anders als andere Ismen der modernen Avantgarden sei Dada nicht an einer spezifischen Form zu erkennen und an ihr zu charakterisieren. Als proklamierte »Stunde Null« in der Kunst stellt Dada somit einen Bruch mit einer chronologisch nachvollziehbaren Stilentwicklung dar, wie sie die Kunstgeschichte von der Neuzeit bis zur Postmoderne konstruiert. Damit wird die Dada-Bewegung zum Modellfall für nachfolgende Strömungen wie Fluxus oder auch die Performance- und Aktionskunst.
Von der Dada-Schleuse zur Rauminszenierung
In der Ausstellung werden Werke aus dem engeren Kreis der Zürcher Dadaisten (Hans Arp, Hans Richter, Marcel Janco u. a.) in ihrem künstlerischen Umfeld (Arthur Segal, Max Oppenheimer, Adya und Otto van Rees u. a.) präsentiert. Hinzu kommen Gemälde und grafische Arbeiten von Künstlerinnen und Künstlern der internationalen Avantgarde wie Heinrich Campendonk, Giorgio de Chirico, Paul Klee, August Macke, Elie Nadelman, Pablo Picasso und Hilla von Rebay, die auch in den historischen Dada-Ausstellungen zu sehen waren. Als Leihgeber konnten hierfür renommierte Sammlungen wie das Guggenheim Museum und das Museum of Modern Art, New York, das Kunsthaus Zürich, das Folkwang Museum, Essen, u. v. a. gewonnen werden.
Die Kunstwerke sind in eine anschauliche, multi-mediale Inszenierung eingebettet: Bevor die Besucher die Ausstellung betreten, durchlaufen sie eine Bild- und Klangcollage, die sogenannte »Dada-Schleuse«, die sich von den unterirdischen Tunneln über den Aufzug bis ins 1. Obergeschoss des Richard Meier-Baus erstreckt. In zwei Ausstellungskuben werden die räumliche Situation des Cabaret Voltaire und der Galerie Dada nachempfunden, so dass die unterschiedliche Atmosphäre der beiden Lokalitäten erkennbar wird. Um diese beiden Zentren gruppieren sich verschiedene Themenfelder, die die Entstehung von Dada anhand zahlreicher Kunstwerke und Zeitdokumente greifbar machen. Ergänzt wird die Präsentation durch den Film »Dada in Nuce« und durch von Adrian Notz entwickelte Diagramme, die wie das »Firmament Dada« die internationale Vernetzung der Bewegung deutlich machen.
Kuratiert wird die vielfältige Schau von Adrian Notz (Cabaret Voltaire, Zürich) und Astrid von Asten unterstützt von Sylvie Kyeck (beide Arp Museum Bahnhof Rolandseck).
Die Ausstellung wird begleitet von einem umfangreichen Katalog (deutsch/ englisch, Verlag Scheidegger & Spiess, Preis: 38 Euro), in dem unter anderem auch die Rolle Hans Arps bei der Entstehung von Dada erläutert wird. »Unser Hauspatron Hans Arp zählt zu den
Gründungsmitgliedern jener künstlerischen Bewegung, die 1916 von Zürich aus innerhalb kürzester Zeit das Kunstgeschehen weltweit nachhaltig veränderte,« so Dr. Oliver Kornhoff, Direktor des Arp Museums Bahnhof Rolandseck und künstlerischer Leiter des
Künstlerhauses Schloss Balmoral in Rheinland-Pfalz
# More info website Arp Museum Bahnhof Rolandseck
fleursdumal.nl magazine
Fotos
-Hugo Ball im kubistischen Kostüm, 1916, unbekannter Fotograf
-Dada-Tanz mit Maske (Sophie Taeuber oder Emmy Hennings?), ca. 1917 – Stiftung Arp e.V., Berlin/Rolandswerth, unbekannter Fotograf
-Hans Arp, Tristan Tzara, Hans Richter vor dem Hotel Elite, Zürich 1918 – Stiftung Arp e.V. Rolandswerth/Berlin, unbekannter Fotograf
-Marcel Janco, Plakat der Ersten Dada-Ausstellung in der Galerie Corray, 1917
More in: - Book News, Adya & Otto van Rees, Art & Literature News, Ball, Hugo, Dada, DADA, Dadaïsme, DANCE & PERFORMANCE, Exhibition Archive, THEATRE
ROOD! Heilstaatvisioenen uit de Sovjet Unie 1930-1941
VAN ABBEMUSEUM EINDHOVEN t/m 29.07.2016
Na de Russische revolutie van 1917 besloten de machthebbers in de nieuwe Sovjet-Unie hun ideeën op een unieke wijze te gaan uitdragen. De Sovjetideologie zou worden gepresenteerd via radicale avant-gardistische ontwerpen, gemaakt door de culturele elite van het land. Als vurige aanhangers van de nieuwe orde vormden schrijvers en beeldend kunstenaars als het ware een artistiek leger dat net als het Rode Leger ten dienste van de staat stond. Vooral in de jaren dertig was er geen natie ter wereld die zoveel eersteklas kunstenaars in dienst had voor propagandadoeleinden als de Sovjet-Unie. De tentoonstelling ROOD! in het Van Abbemuseum biedt van 3 mei tot en met29 juli 2016 een overzicht van meer dan 150 heilstaatvisioenen uit de Sovjet-Unie uit de periode 1930-1941.
De USSR in opbouw: De visualisering van het communistische gelijkheidsideaal was een van de hoofddoelstellingen van het tijdschrift De USSR in opbouw. Dit maandblad op groot formaat verscheen van januari 1930 tot mei 1941. Naast een Russische uitgave waren er edities in het Engels, Frans, Duits en vanaf 1938 ook in het Spaans. In de opmaak werden onder anderen foto’s en fotocollages gebruikt op een manier die radicaal vernieuwend was. Daarbij waren de grafische ontwerpen ingenieus en ook de typografie werd als het ware opnieuw gedefinieerd. Behalve fotografen als Sergej Senkin, Georgi Petroesov en Michail Seregin leverden nu wereldberoemde kunstenaars als El Lissitzky en Alexander Rodtsjenko belangrijke bijdragen aan het blad. Daarnaast was Lissitzky in 1935 ook de maker van het geweldige fotoalbum De industrie van het socialisme, een monument voor de industriële verworvenheden van de Sovjet-Unie. Samen met Vavara Stepanova maakte Rodtsjenko in 1938 het monumentale fotoalbum Moskou gereconstrueerd, waarin de modernisatie van de Russische hoofdstad naar voorbeeld van Parijs uitvoerig werd geïllustreerd en gedocumenteerd. Rodtsjenko nam zelf de foto’s, die net als de fotomontages, uitklap-platen, kaarten en diagrammen op elke nieuwe bladzijde voor een verrassing zorgden.
Paradeboeken: Tot de meest bijzondere en meest kostbare publicaties uit deze bloeitijd van de Russische propaganda behoren boeken met speciale opdrukken of zelfs metalen plaquettes en reliëfs op de omslag. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het boek Tankbestuurders, in 1936 ontworpen door Andrej Lavrov en een van de opvallendste stukken op de tentoonstelling in Zwolle. Met dergelijke luxe uitgaven was voor de ontwerpers of uitgevers geen geld te verdienen. De productie ervan was namelijk zo duur dat de boeken alleen gemaakt konden worden omdat de Russische regering ze in opdracht gaf en zich er financieel garant voor stelde. Niet voor niets worden ze daarom ook wel ‘paradeboeken’ genoemd. De primaire functie van de boeken was inderdaad dezelfde als die van een militaire parade, dat wil zeggen: pronken en indruk maken ter meerdere eer en glorie van de communistische heilstaat.
De opzienbarende Sovjet-vormgeving uit de jaren dertig groeide uit tot een inspiratiebron voor modernisten over de hele wereld. Zoals de expositie in Museum de Fundatie duidelijk maakt, reikte haar invloed ook tot in Nederland.
De kring rond Theo van Doesburg en De Stijl was zeer geïnteresseerd in de Russische avant-gardekunst, zowel qua vormgeving als in ideologische zin. Gerrit Rietveld was als grafisch ontwerper en typograaf verbonden aan het tijdschrift Nieuw Rusland, opgericht in 1928 als orgaan van het Genootschap Nederland-Nieuw Rusland. Cineast Joris Ivens volgde voor dit tijdschrift de ontwikkelingen op het gebied van de Russische film. In maart 1931 richtte de Communistische Partij Nederland de Vereniging Vrienden van de Sovjet-Unie op, die een jaar later het tijdschrift Feiten uit de Sovjetunie lanceerde. De omslagen van de publicaties zijn veel interessanter dan de door het Kremlin gedicteerde inhoud. Ze werden ontworpen door Nico de Haas en Cas Oorthuys van de Nederlandse vereniging van Arbeiders Fotografen, afgekort tot ArFot, die zich rechtstreeks door de Russische avant-gardisten lieten beïnvloeden.
Alle werken zijn afkomstig uit de LS collectie van het Van Abbemuseum.
Bij de tentoonstelling verschijnt een Engelstalige catalogus.
Curatoren: Albert Lemmens, Serge Stommels en Diana Franssen
Openingstijden Bibliotheek: De tentoonstelling vindt plaats in de bibliotheek, deze is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur. Weekends gesloten.
Van Abbemuseum: Het Van Abbemuseum in Eindhoven is een van de meest toonaangevende musea voor hedendaagse kunst in Europa. Het museum heeft een uitgebreide internationale collectie van ruim 2700 kunstwerken, waaronder sleutelwerken van Lissitzky, Picasso, Kokoschka, Chagall, Beuys, McCarthy, Daniëls en Körmeling. Vragen op het gebied van kunst en samenleving stelt het museum op een experimentele manier aan de orde.
Openheid, gastvrijheid en kennisuitwisseling zijn voor het Van Abbemuseum van belang, en prikkelen bezoekers om over onderwerpen na te denken. Bijvoorbeeld over de rol van de collectie als cultureel ‘geheugen’, of over het museum als publieke ruimte. Door internationale samenwerking en uitwisseling is het Van Abbemuseum bovendien een plaats waar creatieve kruisbestuiving plaatsvindt. Een bron van verwondering, inspiratie en verbeelding.
Openingstijden Museum: Dinsdag t/m zondag 11.00–17.00 uur. Donderdag 11.00 – 21.00 uur.
Toegang: Volwassenen: € 12,00 / Groepen van 10 of meer personen: € 9,00 / Jongeren 13-18 jaar, studenten, CJP houders: € 6,00/ Kinderen t/m 12 jaar, Museumkaart: gratis / Familiepas (2 volwassenen en max. 3 kinderen tot 18 jaar): € 18,00. Iedere dinsdagmiddag tussen 15.00-17.00 uur: gratis toegang.
Van Abbemuseum,
Bilderdijklaan 10, Eindhoven.
www.vanabbemuseum.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, Art & Literature News, Constructivism, De Stijl, Exhibition Archive, Theo van Doesburg
‘AFRIKA 010’ in het Wereldmuseum
Ontdek meer dan twee eeuwen Afrika in Rotterdam
Vanaf vrijdag 29 april 2016 presenteert het Wereldmuseum Rotterdam ‘AFRIKA 010′. Deze tentoonstelling omvat de meest opmerkelijke stukken uit de bijzondere Afrika-collectie van het Wereldmuseum, een collectie die al lange tijd niet in het museum te zien is geweest en bijna was verkocht, samen met enkele bruiklenen van andere Rotterdamse musea. De tentoonstelling toont de verrassende en dynamische veelzijdigheid van Afrika in het licht van verandering en vernieuwing. Ook legt het de nadruk op het onderlinge contact en de culturele wisselwerking tussen Afrika en Rotterdam.
De Afrika-collectie van het Wereldmuseum is op tal van manieren nauw met de stad Rotterdam verweven. De oudste Afrikaanse voorwerpen kwamen via het handelsnetwerk van Rotterdamse reders en handelaren direct in het museum terecht na de oprichting in 1883. De tentoonstelling brengt deze Rotterdams-Afrikaanse contacten in beeld door middel van unieke 19e -eeuwse objecten,
imposante krachtbeelden uit het Neder-Congo gebied, foto’s, kaarten en schilderijen. De collectie brengt de ‘clash of cultures’ die hier plaatsvond duidelijk in beeld.
Ook toont ‘AFRIKA 010’ de topstukken als bron van inspiratie op het gebied van kunst, vormgeving, architectuur, mode, sieraden en muziek: een indrukwekkende parade en een meeslepende kijkervaring. Daarnaast presenteert het Wereldmuseum absolute topstukken als beelden en maskers, voor een groot deel afkomstig uit de schenking van het echtpaar Piet en Ida Sanders. Hier zijn ook de meer recente aanwinsten van de collectie bezichtigen.
‘AFRIKA 010’ reikt verder, buiten de museummuren. Het Wereldmuseum werkt nauw samen met verschillende Rotterdamse organisaties en instellingen om de diversiteit van de Afrikaanse cultuur te belichten. We bieden de bezoekers en inwoners van Rotterdam een gevarieerd cultureel aanbod dat helemaal draait om de connectie tussen deze stad aan de Maas en Afrika. Een opmerkelijke installatie met zowel een Afrikaans als Rotterdams karakter wordt gemaakt door de in Rotterdam wonende Beninse kunstenaar Meschac Gaba en vormt de grande finale van de tentoonstelling.
Wereldmuseum Rotterdam, Willemskade 22-25, 3016 DM Rotterdam
Dinsdag t/m zondag van 10.30-17.30 uur
# Meer info op website WERELDMUSEUM ROTTERDAM
fleursdumal.nl magazine
More in: African Art, Art & Literature News, Exhibition Archive, Primitive Art
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature