Or see the index
South African portraits
Photos: Co van Gorp
kempis poetry magazine ©
More in: Co van Gorp Photos, FDM in Africa
Over de grens
Cees van Raak (tekst)
Martje Ingenhoven (foto’s)
D o o d k i n d j e
Men heeft het kindje, wit en recht,
Uit ‘t wiegje in een kleine kist gelegd,
En wit en zwart, o simpel onderscheid,
Zijn slaap en dood, zijn tijd en eeuwigheid.
Hij is hier maar even geweest.
Men gaf hem op ‘t geboortefeest
Van hand tot hand, tot, stil en lief,
Een gast hem kussend aan de lippen hief.
En allen keken. later is gezegd:
Hij gaf een zuiver klein geluid,
Verschrikt en schoon, zooals een nieuwe fluit,
Die men probeert en peinzend nederlegt.
Willem de Mérode
Sedert de zestiende eeuw zijn geschilderde en getekende portretten van opgebaarde doden bekend, in het begin als recht voorbehouden aan vorsten, adel en clerus. Het vroegste voorbeeld in de Noordelijke Nederlanden is het schilderij waarop de doodgeschoten Willem van Oranje staat afgebeeld. Na de moordaanslag door Balthasar Gerards op 10 juli 1584 in de Prinsenhof te Delft, lag Willem van Oranje lange tijd opgebaard, zodat de begrafenis geregeld kon worden en het volk afscheid van hem nemen kon. Sommigen wilden een beeltenis maken, maar dit was verboden uit angst dat zijn vijanden de kans zouden benutten om de dode te bespotten met ongepaste prenten. Eén man echter maakte wel schetsen van de overleden prins. Of hij hiermee het verbod van de Staten-Generaal trotseerde, of dat hij als enige toestemming ervoor had verkregen, is onbekend. Hoe dan ook, deze Christiaen Jansz. van Bieselingen schilderde op grond van zijn schetsen twee haast identieke schilderijtjes van de opgebaarde prins. Deze doodsportretten worden in Delft (in de Prinsenhof, tegenover de kogelgaten) en Zaltbommel bewaard.
De oudste zoon van Willem van Oranje, Filips Willem, werd op zijn praalbed, omgeven door treurenden, afgebeeld op een (anoniem) schilderij. Hij stierf te Brussel op 21 februari 1618. Een aantal jaren later overleed de tweede zoon van Willem van Oranje, prins Maurits. Hij werd in april 1625 op zijn doodsbed geschilderd door A.P. van de Venne. Dit betreffende de eerste, bekende doodsportretten van leden van het huis Oranje-Nassau.
Eveneens in de zestiende eeuw ontstond in (nota bene) Vlaanderen het genre van kinderen op hun doodsbedje. Het overgrote deel van nog bestaande afbeeldingen van opgebaarde kinderen stamt echter uit de Noorderlijke Nederlanden en wel uit de eeuw daarop. Vaak zijn de kinderen versierd met gevlochten kransen, soms heeft het kind een bloem of boeketje in de hand. Dit gebruik heeft tot in onze dagen stand gehouden, zoals op een aantal van de hierin opgenomen foto’s te zien is.
In de loop van deze zeventiende eeuw liet ook de hogere burgerij zich meer en meer voor de eeuwigheid afbeelden. Het doodsportret, ofwel het post mortem portret, verspreidde zich op de duur vanuit de kerk naar half openbare ruimten als de pastorie (geestelijken) en naar de particuliere woning (burgers).
Uit de achttiende eeuw zijn nauwelijks doodsportretten overgeleverd. Het was de tijd van de rationele en op vooruitgang gerichte Verlichting, waarbij de dood meer een randverschijnsel werd. Letterlijk in de zin dat uit het oogpunt van hygiëne (ook een ideaal van de Verlichting) begraafplaatsen buiten de bebouwde kom aangelegd dienden te worden; het kerkhof verdween uit het centrum van de gemeenschap.
Uit het begin van de negentiende eeuw dateert in onze contreien het dodenmasker. Niet alleen het gezicht, maar ook handen van bijzondere personen werden afgegoten in gips, brons of marmer. Momenteel zijn er bijna dertig exemplaren van Nederlandse dodenmaskers bekend.
Onder invloed van de romantiek won ook het doodsportret weer terrein, zeker toen omstreeks 1850 de fotografie zijn intrede deed. Direct al bij de komst van het daguerrotype nam deze post mortem fotografie een hoge vlucht. De foto’s kwamen in het familie-album terecht of werden verwerkt in een medaillon. Ook het carte de visite-portret en het bidprentje memoreerden niet zelden de trekken van de beminde dode kort na zijn stervensuur.
Bij dit alles blijkt het funeraire kinderportret het meest voor te komen. Met andere woorden: juist overleden kinderen werden op een post mortem foto afgebeeld, niet in de laatste plaats omdat vaak een afbeelding van het gestorven kind tijdens zijn of haar leven ontbrak.
De algemene acceptatie van post-mortem fotografie in de negentiende eeuw blijkt duidelijk uit allerlei bewaard gebleven opnames van vooraanstaande of minder bekende doden. Uit de rouwcultus rondom de leden van het koninklijk huis stammen diverse doodsportretten in gravure of lithografie. Ze waren verkrijgbaar voor het grote publiek. Dit gold bijvoorbeeld voor een portret van de op 3 juni 1877 gestorven koningin Sophie van Wurtemberg, eerste gemalin van koning Willem III. Zij werd op haar doodsbed gefotografeerd en de afdrukken van deze opname waren te koop. Zoiets zou nu ondenkbaar zijn.
Een ander voorbeeld. In 1866 verscheen in Utrecht het curieuze boekje ‘May‘ uitgegeven door de ouders van May Twist die in 1866 op zesjarige leeftijd overleed. Het is een kleine dichtbundel met als frontispice een post-mortem foto van het meisje. Toen zij op 30 mei 1866 stierf lieten haar ouders dit boekje uitgeven. Naast Nederlandse, Engelse en Franse gedichten over het sterven van kinderen – in die jaren van cholera-epidemieën een algemeen verschijnsel – werden ook May’s laatste woorden opgetekend.
Zoals gezegd, de confrontatie met een dode was in die tijd algemeen geaccepteerd. De rouwcultus van de late negentiende eeuw verwachtte zelfs van de nabestaanden dat die een souvenir van de dierbaar gestorvenen bij zich droegen of wegschonken. Natuurlijk was het dragen van portretten in medaillons, in armbanden en kettingen niet alleen de rouwenden voorbehouden. In de reeks verliefd, verloofd, getrouwd behoorde (en behoort) het fotoportret tot de amoureuze parafernalia. Echter in combinatie met haarlokken en haarwerken krijgt het een ‘zwaarder’ accent. De haarfestisj vormde niet alleen in een specifiek element in het amoureuze verkeer, maar ook in de doodscultus. Medaillons waarin verwerkt afgeknipte lokken van de dierbare, sieraden uit haar gevlochten, schilderijtjes van haar gemaakt, het waren vooral producten van huisvlijt, maar deze zogeheten rouwhaarwerken konden ook op bestelling worden geleverd.
Aan het begin van de twintigste eeuw werden post mortem foto’s gebruikt om in een plaquette – een mechanische montage op bijvoorbeeld emaille of porselein – op een grafsteen verwerkt te worden. Dit gebruik blijkt net over de grens met België tot voor kort een welhaast bloeiend bestaan geleid te hebben.
Op het Oude Kerkhof aan de Kwakkelstraat te Turnhout wemelt het van deze plaquettes ofwel portret-medaillons. Vele graven zijn er mee getooid, sommige dragen kleine trossen: vier of zes medaillons aan een graf ("Begraafplaats van de familie…") zijn geen uitzondering. De meeste opnamen zijn bij leven genomen, maar op een significant aantal foto’s zijn de doden reeds dood. Tweemaal dood zou je kunnen zeggen: opgebaard (post mortem gefotografeerd en bevestigd aan het grafmonument) en daadwerkelijk in het graf gelegd..
Daarbij betreft het in de meeste gevallen medaillons met overleden kinderen, hier dus ook veruit de meest voorkomende categorie. Ik kende post mortem foto’s van kinderen wel, vooral via boeken, maar nog nooit had ik zulke opnamen in zo’n grote getale op een begraafplaats gezien – in de buitenlucht dus
In 1990 is over deze rustplaats een boek verschenen, onder de titel ‘Elks deel op ‘t laatste is het graf. Een Turnhouts verhaal over begraven en het oude kerkhof‘ van de hand van H. de Kok en E. Wauters. In dit boek wordt opmerkelijk genoeg geen enkele melding van dit fotografisch fenomeen gemaakt. Was het dan zó veel voorkomend in België? Of was het juist voor deze streek, of zelfs: voor deze stad, voor deze dodenakker, usance? Dit laatste wordt namelijk versterkt door enkele naamsvermeldingen op de rand van een aantal medaillons; hoogstwaarschijnlijk betreft het de namen van Turnhoutse fotozaken. Met als specialisatie het ensceneren van een ontroerend tafereel: een pas gestorven kind, gekleed in een wit doodskleedje, op een bedje gelegd, vaak getooid met bloemen, soms met een rozenkrans in de handjes. Vervolgens op de gevoelige plaat vastleggen en de opname mechanisch verwerken in een porseleinen medaillon.
De portretten werden vervaardigd vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw, met een opvallende piek in de oorlogsjaren 1941 en 1942, maar ik ontdekte ook een medaillon die gemaakt bleek in het begin van de jaren zeventig. Zo kort geleden!
Alle hierna opgenomen foto’s zijn gemaakt op één dag – zondag 4 januari 2004 – en op hetzelfde kerkhof: het Oude Kerkhof aan de Kwakkelstraat te Turnhout, België. Het is een selectie. De opnamen zijn zonder tekst (geen naam, geen jaartal, geen familieleden) en ze zijn niet chronologisch opgenomen. Anders gezegd: het gaat alleen om de opname, om het post mortem fotomedaillon, een curieus cultuurhistorisch fenomeen.
Het zijn bijzondere foto’s van over de grens.
Geraadpleegde literatuur:
Boudewijn Büch: ‘Kindergraven in Nederland’, in: Maatstaf 1983/2.
Diversen: ‘Postume Portretten’, special Kunstschrift 1997/4.
H. de Kok, E. Wauters: Elks deel op ‘t laatste is het graf. Een Turnhouts verhaal over begraven en het oude kerkhof (Dienst Stadspromotie en Geschiedkundige Kring Taxandria, Turnhout, 1990).
C. Leeflang (samenstelling, inleiding): De dichter en de dood. Een bundel doodenlyriek (Utrecht, 1946).
Cees van Raak: Vorstelijk begraven en gedenken. Funeraire geschiedenis van het huis Oranje-Nassau (Thoth, Bussum, 2003).
B.C. Sliggers (eindredactie): Naar het lijk. Het Nederlandse doodsportret 1500-heden (Teylers Museum, Haarlem, 1998).
D. Snoep: ”k Zal eeuwig U beminnen, eeuwig U waarderen En in gedagten dagelyks met U verkeeren’, in: Kunstschrift 1985/3.
kempis poetry magazine
More in: Cees van Raak, Galerie des Morts, Raak, Cees van
Johann Wilhelm Ludwig Gleim
(1719-1803)
Das Blümchen
Da steht im Gras’ ein Blümchen schön;
Sieh’s an, sieh’s an, es lässt sich sehn,
Ein blau schön Blümchen, zart und fein;
Kein Blümchen wol mag schöner seyn!
Sieh’s an, sieh’s an, es spricht mit dir:
»Schön Mädchen du, bleib doch bei mir!«
Schön Mädchen geht, das Blümchen spricht:
»Schön Mädchen, ach! vergiß mein nicht!«
Hans Hermans Natuurdagboek Juni 2010
Photos: Hans Hermans – Gedicht :Johann Wilhelm Ludwig Gleim
► Website Hans Hermans Fotografie
kempis poetry magazine
More in: Archive G-H, Hans Hermans Photos, MUSEUM OF NATURAL HISTORY - department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
Algernon Charles Swinburne
(1873-1909)
Autumn And Winter
Three months bade wane and wax the wintering moon
Between two dates of death, while men were fain
Yet of the living light that all too soon
Three months bade wane.
Cold autumn, wan with wrath of wind and rain,
Saw pass a soul sweet as the sovereign tune
That death smote silent when he smote again.
First went my friend, in life’s mid light of noon,
Who loved the lord of music: then the strain
Whence earth was kindled like as heaven in June
Three months bade wane.
A herald soul before its master’s flying
Touched by some few moons first the darkling goal
Where shades rose up to greet the shade, espying
A herald soul;
Shades of dead lords of music, who control
Men living by the might of men undying,
With strength of strains that make delight of dole.
The deep dense dust on death’s dim threshold lying
Trembled with sense of kindling sound that stole
Through darkness, and the night gave ear, descrying
A herald soul.
One went before, one after, but so fast
They seem gone hence together, from the shore
Whence we now gaze: yet ere the mightier passed
One went before;
One whose whole heart of love, being set of yore
On that high joy which music lends us, cast
Light round him forth of music’s radiant store.
Then went, while earth on winter glared aghast,
The mortal god he worshipped, through the door
Wherethrough so late, his lover to the last,
One went before.
A star had set an hour before the sun
Sank from the skies wherethrough his heart’s pulse yet
Thrills audibly: but few took heed, or none,
A star had set.
All heaven rings back, sonorous with regret,
The deep dirge of the sunset: how should one
Soft star be missed in all the concourse met?
But, O sweet single heart whose work is done,
Whose songs are silent, how should I forget
That ere the sunset’s fiery goal was won
A star had set?
Ton van Kempen photos: Autumn 5
A.C. Swinburne poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: 4SEASONS#Autumn, Archive S-T, Swinburne, Algernon Charles, Ton van Kempen Photos
Leo Kogan News
Leo Kogan has finished the installation he has has been working on for the last 3 years.
Come by and have a look in his Amsterdam studio at the paintings, sculptures, the monorail, the pendulum lamp and so on , on saturday, June 26th 2010, from 15:00 to 20:00
If you can’t make it to the opening, the project will be on view until July 26th and can be seen through the venue’s large street windows.
fleurdumal.nl magazine
More in: Exhibition Archive, Leo Kogan Drawings, Sculpture
Alter Domfriedhof St. Hedwig Berlin
Der alte Domfriedhof der St.-Hedwigs-Gemeinde wurde 1834 geweiht und ist der älteste noch bestehende katholische Friedhof Berlins. Er ist etwa über zwei Hektar groß. 1849 wurden hier 429 Opfer der Choleraepidemie begraben, 1866 nochmals 1.111 Opfer derselben Krankheit. Durch die Einebnung des Mauerstreifens 1961 sowie den Bau der zweiten Mauer 1967 gingen eine Reihe von architektonisch und historisch bedeutsamen Grabstätten verloren, an die heute ein Gedenkstein auf der freien Rasenfläche sowie ein stehengebliebener Mauerrest vor dem Friedhof erinnern.
Nachrichten aus Berlin: unser Korrespondent Anton K. berichtet
fleursdumal.nl magazine
More in: Galerie des Morts, Nachrichten aus Berlin
DE VLEESHAL MIDDELBURG
Published by: Castillo/Corrales
The Social Life of the Book
27 juni – 12 september, 2010
curator: Lorenzo Benedetti
Castillo/Corrales is een collectief en coöperatief georganiseerde tentoonstellings- en evenementenruimte in het negentiende arrondissement van Parijs (Belleville). Hij werd in 2007 opgericht als ruimte waar een groep kunstenaars en onafhankelijke curatoren en schrijvers hun uiteenlopende praktijken en opvattingen over kunst in discursieve beweging kon zetten via het organiseren van tentoonstellingen en evenementen: lezingen, interviews, boeklanceringen… Castillo/Corrales drijft in dit pand ook een boekhandel, Section 7 Books, en een uitgeverij: Paraguay Press
De tentoonstelling The Social Life of the Book, speciaal door Castillo/Corrales georganiseerd in het kader van de tentoonstellingenreeks Published by in de Kabinetten van De Vleeshal, brengt een selectie kunstenaarswerken, publicaties en documenten bijeen die licht werpen op de praktijken van kunstenaars en uitgevers die geïnteresseerd zijn in boeken, niet zozeer als voltooide objecten of vormen, maar vanwege hun ontwrichtende potentieel en hun vermogen nieuwe sociale situaties te creëren waarin nieuwe relaties en nieuwe betekenissen kunnen ontstaan.
De tentoonstelling toont de pogingen van enkele hedendaagse kunstenaars en uitgevers om het in omloop brengen van teksten en ideeën niet alleen gestalte te geven met het grote gebaar van de uitgave van een gloednieuw boek, maar dit ook op andere manieren te begeleiden; daaraan komen activiteiten te pas die uiteenlopen van herdrukken tot vertalen, scannen, stelen, citeren, opnieuw redigeren enzovoort.
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Exhibition Archive
Expositie Graffiti
Museum Scryption Tilburg
Werken van privéverzamelaars niet eerder te zien in Nederland
Internationale graffiti en hiphop in Scryption
Vanaf 13 juni t/m eind augustus 2010
Het Scryption in Tilburg heeft straatkunst in huis gehaald. Deze zomer is hier een expositie van internationale graffiti artiesten te zien. Zondag opent deze expositie met een hiphopact van rapper Fotosynthese, het jongste raptalent van Nederland. Het Scryption werkt met deze expositie nauw samen met de landelijke organisatie Hiphop In Je Smoel (HIJS). Getoond worden foto’s van beschreven treinen, vijftien werken op canvas en een groot aantal stukken grafiek en voorstudies; ruim zestig in totaal. De werken zijn eigendom van privéverzamelaars. De expositie duurt tot en met zondag 29 augustus.
“Het gaat in deze expositie om de Rembrandts van de graffiti. We kregen de kans om dit in Tilburg te laten zien en die hebben we gelukkig kunnen grijpen. We willen alle vormen van schriftelijke communicatie laten zien en deze hoort daar bij. Ik hoorde een van de jongens die de tentoonstelling aan het inrichten zijn zeggen: `Ik zie dit altijd in boekjes en nu hangen ze hier in het echt`,” zegt directeur Jolande Otten van het museum.
Parijs
De expositie laat werk zien van de in graffiti kringen internationaal bekende artiest Nederlandse Delta en een groot aantal Amerikaanse ‘schrijvers’. Het is voor het eerst dat deze werken in Nederland vertoond worden. A-one, Blade, Blast, Crash, Daze, Dondi, Futura, Koor, Noc, Phaze, Quik, Rammellzee, Seen en Zephyr zijn op de expositie vertegenwoordigd. Van deze artiesten waren onlangs werken te zien in Parijs in de expositie ‘Born in the streets’ van Fondation Cartier.
10 jaar hiphop in Nederland
Het platform Hiphop In Je Smoel (HIJS) is in 1999 opgericht door een groep enthousiaste hiphopliefhebbers met als doel het stimuleren van de (inter)nationale hiphopcultuur. HIJS organiseert gedurende de looptijd van de expositie verschillende activiteiten rond graffiti, hiphop en rap. Ook is de documentaire over 10 jaar Hiphop in Nederland te bekijken die interviews en uniek beeldmateriaal bevat van de meest invloedrijke artiesten van de afgelopen 10 jaar.
Benelux Beeldverhalen
Parallel aan deze expositie zijn in het Scryption de 120 inzendingen te zien van de Benelux Beeldverhalen Prijs (i.s.m. nrc next en uitgeverij de Vliegende Hollander) en de tentoonstelling ‘Zo werkt ’t‘ over de techniek achter schriftelijke communicatie.
Graffiti Berlin, photo Anton K. (KEMP=MAG Nachrichten aus Berlin)
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Street Art, Urban Art
William Blake
(1757-1827)
To Autumn
O Autumn, laden with fruit, and stainèd
With the blood of the grape, pass not, but sit
Beneath my shady roof; there thou may’st rest,
And tune thy jolly voice to my fresh pipe,
And all the daughters of the year shall dance!
Sing now the lusty song of fruits and flowers.
`The narrow bud opens her beauties to
The sun, and love runs in her thrilling veins;
Blossoms hang round the brows of Morning, and
Flourish down the bright cheek of modest Eve,
Till clust’ring Summer breaks forth into singing,
And feather’d clouds strew flowers round her head.
`The spirits of the air live on the smells
Of fruit; and Joy, with pinions light, roves round
The gardens, or sits singing in the trees.’
Thus sang the jolly Autumn as he sat;
Then rose, girded himself, and o’er the bleak
Hills fled from our sight; but left his golden load.
Ton van Kempen photos: Autumn 4
W. Blake poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: 4SEASONS#Autumn, Archive A-B, Archive A-B, Blake, William, Ton van Kempen Photos
D E R T I E N H E C T A R E H E E S W I J K
The woods that see and hear
30 mei – 11 juli 2010
Tue Greenfort, ‘Eutrophication’
dertien hectare presenteert de tentoonstelling
‘The woods that see and hear’,
samengesteld door Sarah Farrar (NZ).
De tentoonstelling reageert op de directe fysieke omgeving van dertien hectare; het Noord-Brabantse gebied dat de afgelopen decennia veelbetekenende sociale, economische en ecologische veranderingen heeft ondergaan. De tentoonstelling vindt plaats op twee locaties; het terrein van dertien hectare, een voormalige intensieve varkenshouderij, dat getransformeerd is tot een gebied voor herbebossing, en de ruimte van het CBK ’s-Hertogenbosch in een voormalige fabriek in ´s-Hertogenbosch.
Zoals in elk landschap, liggen hier vele sporen van veranderende opvattingen verborgen. Het land herbergt vele lagen geschiedenis en vormt een nauwkeurig getuigschrift van menselijke activiteit en veranderende normen en waarden. ‘The woods that see and hear’ benadert het land als ware het een levende archeologie, dat de invloed van menselijke migratie; welvaart; technologische ontwikkelingen; veranderende waarden met betrekking tot het milieu; overheidsbeleid; commerciële belangen en de verschuivende grenzen van stedelijke en landelijke gebieden registreert.
Eve Armstrong, ‘Turn‘
Geïnspireerd door de radicale verandering van het gebruik van het tentoonstellingsterrein en de daaraan verbonden ecologische implicaties, ontrafelen en onderzoeken de kunstenaarsprojecten noties rondom duurzaamheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid, verontreiniging en vergroening vanuit een ‘post-environmentalist’ benadering. Waar de historische milieubeweging de ‘natuurlijke omgeving’ nog als een apart domein beschouwde, betogen de aanhangers van de post-environmentalist beweging dat om de ecologische crises waar we vandaag de dag mee geconfronteerd worden het hoofd te bieden, we hun intrinsieke verbondenheid met grotere sociale, politieke en economische krachten in overweging moeten nemen. Door het terrein van dertien hectare met een voormalige sigarenfabriek in de stad ’s-Hertogenbosch te verbinden onderzoekt de tentoonstelling de verregaande en tegelijkertijd nabije gevolgen van industrialiseringsprocessen.
De tentoonstellingstitel verwijst naar een pentekening van Jheronimus Bosch (zelf afkomstig uit de omgeving Bernheze) van een bosje kreupelhout en grasland, bewoond door een uil, een vos, een groepje vogels en, bizar genoeg, twee afgesneden oren en zeven ogen. Oorspronkelijk symboliseerde het prentje een waarschuwing tegen spionnen en luistervinken, maar in het licht van de huidige landschappelijke ontwikkelingen vormt het een herinnering aan onze intrinsieke verbondenheid met de natuurlijke wereld.
Tea Mäkipää, ‘Petrol Engine Memorial Park’
Door de twee locaties als onderzoeksterrein en -platform te gebruiken wil de tentoonstelling een bewust engagement met en nieuwsgierigheid naar onze relatie met het land en de wereld die wij bewonen genereren – als individuen, als leden van een gemeenschap en als wereldburgers.
Deelnemende kunstenaars:
Eduardo Abaroa (MX) / Eve Armstrong (NZ) / Melanie Bonajo (NL), Kinga Kielczynska (PL) en Emmeline de Mooij (NL) / Marjolijn Dijkman (NL) / Bright Ugochukwu Eke (NG) / Tue Greenfort (DK) / Jonathan Horowitz (US) / Ives Maes (BE) / Tea Mäkipää (FI) / Nick Mangan (AU) / Heather en Ivan Morison (GB) / Overtreders W (NL).
Locatie Dertien Hectare:
Meerstraat 22, 5473 VW Heeswijk
Eduardo Abaroa, ‘Sanitary Stonehenge’
DERTIEN HECTARE
dertien hectare is een Brabantse kunststichting die elke twee jaar een tentoonstelling presenteert in het buitengebied van Heeswijk-Bernheze, omgeving ‘s-Hertogenbosch. Het tentoonstellingsterrein is een voormalige boerderij die getransformeerd wordt tot aanplantbos, onder invloed van veranderend nationale en Europese natuurbeleid. In dit zich ontwikkelende landschap, tussen de alsmaar groter wordende bomen, presenteert dertien hectare werk van internationale hedendaagse kunstenaars.
Elke tentoonstelling wordt geïnspireerd door, en ontwikkeld in relatie tot, de specifieke context van het terrein. dertien hectare verwelkomt de reacties van kunstenaars en curatoren uit verschillende globale contexten en moedigt de ontwikkeling van site-specific projecten aan. De tentoonstellingen van dertien hectare bezitten een gelaagdheid aan interpretaties en spreken tot een lokaal, nationaal en international publiek.
dertien hectare bevindt zich in een regio met een rijke landbouwgeschiedenis. Generaties lang was het terrein onderdeel van een groot boerenbedrijf, maar het ondergaat sinds 2003 een radicale transformatie door de aanplant van meer dan 35.000 bomen in het kader van landschapsontwikkeling.
Het terrein, dat beschikt over dertien hectare grond, bevindt zich in het buitengebied van de dorpen Heeswijk-Dinther in de provincie Noord-Brabant. Het terrein bevindt zich in de omgeving van boerderijen, woonhuizen en vrijetijdsbestemmingen, waaronder een aantal campings, restaurants, hotels, een openlucht theater en maneges. De regio geeft ook plaats aan een aantal historische trekpleisters, zoals de Meierijsche Museumboerderij, de Berne Abdij en het middeleeuwse kasteel Heeswijk.
In tegenstelling tot andere openlucht tentoonstellingen, wordt dertien hectare niet gepresenteerd in een statige tuin of stadspark, maar bevindt het zich te midden van een agrarisch gebied dat volop in ontwikkeling is. Deze context biedt een prikkelend uitgangspunt en inspiratie voor de gastcuratoren en deelnemende kunstenaars.
Overblijfselen van eerdere dertien hectare tentoonstellingen kunnen nog steeds op het terrein worden teruggevonden, zoals het zebrapad ‘De oversteek’ van Jan van den Langenberg, ‘All Alone Among the Stars’ van Marjolijn Dijkman, en een houten tribune dat onderdeel was van de installatie ‘Stereo rain’, van Jeroen Doorenweerd.
Het terrein van dertien hectare is in particulier bezit, maar publiek toegankelijk via de oevers van het riviertje de Leijgraaf of, tijdens de tentoonstelling, langs de entree op Meerstraat 22, Heeswijk.
Ives Maes
dertien hectare wordt georganiseerd door: Miesjel van Gerwen, Toine van der Heijden, Frans van Lokven, Jannemeis Snels en Ivonne van der Velden.
photos ton van kempen
Heather and Ivan Morison, ´Saint John´
fleursdumal.nl magazine
More in: Dutch Landscapes, FDM Art Gallery
Dante Gabriel Rossetti
(1828-1882)
Autumn Song
Know’st thou not at the fall of the leaf
How the heart feels a languid grief
Laid on it for a covering,
And how sleep seems a goodly thing
In Autumn at the fall of the leaf?
And how the swift beat of the brain
Falters because it is in vain,
In Autumn at the fall of the leaf
Knowest thou not? and how the chief
Of joys seems–not to suffer pain?
Know’st thou not at the fall of the leaf
How the soul feels like a dried sheaf
Bound up at length for harvesting,
And how death seems a comely thing
In Autumn at the fall of the leaf?
Ton van Kempen photos: Autumn 3
D.G. Rossetti poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: *The Pre-Raphaelites Archive, 4SEASONS#Autumn, Archive Q-R, Rossetti, Dante Gabriel, Ton van Kempen Photos
Luycks Gallery Tilburg
de kunst van het weghalen
13 juni 2010 tm 10 juli 2010
Vincent Dams
Marcel Dingemanse
Ivo van Leeuwen
Annette Paulsen
Goof Salimans
De overeenkomst tussen Vincent Dams, Marcel Dingemanse, Ivo van Leeuwen, Annette Paulsen en Goof Salimans is dat zij allen kunst creëren door iets weg te halen. Goof Salimans bedient zich van de bewerkelijke techniek van het scraperboard: door weg te schrapen en weg te krassen komen zijn fantasmagorische beelden tot stand. Iets dergelijks geldt voor Vincent Dams, die zijn voorstellingen oproept door verflagen letterlijk weg te schuren. Annette Paulsen maakt bij haar monotypes gebruik van de ‘verloren vorm’, terwijl Ivo van Leeuwen in zijn lino’s op virtuoze wijze de guts hanteert. Uitzonderlijk is de wijze waarop Marcel Dingemanse de pinhole-techniek gebruikt om een reeks portretten van beruchte sekteleiders te maken. Door in hoog tempo delen van een wit doek weg te schilderen terwijl de camera obscura daarop gericht staat, ontstaan fascinerende foto’s.
fleursdumal.nl magazine
More in: Ivo van Leeuwen
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature