In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Exhibition Archive

«« Previous page · GUMMBAH: Net niet verschenen boeken · Tropenmuseum Amsterdam: Expositie Betsabeé Romero – Cars & Traces · Flux/S Eindhoven: Drafts Establishing Future · Museum De Pont Tilburg: Expositie Ellert Haitjema – Haphazard · Museum Ludwig Köln: Roy Lichtenstein. Kunst als Motiv · Leo Kogan completed art-installation · De Vleeshal Middelburg: Published by Castillo/Corrales. The Social Life of the Book · Gemeentemuseum Den Haag: Jan Dibbets · Tentoonstelling Werner Moonen in Museum De Pont: Arnolfini · Art Amsterdam 2010: Een Nieuwe Richting · Giuseppe Penone in Museum De Pont · Free Soll Lewitt by Superflex in Van Abbe Museum Eindhoven

»» there is more...

GUMMBAH: Net niet verschenen boeken

G U M M B A H

Net niet verschenen boeken

Naar schatting liggen er wereldwijd een miljoen net niet verschenen boeken opgeslagen, die uitsluitend bestaan in dummy-vorm. Gummbah is al jaren geïnteresseerd in deze weeskinderen van het boekenvak en geeft sinds 1985 lichtbeeldlezingen waarbij hij via klassiekers als Een lelijke homo heeft geen reet aan zijn kont, Op het kerkhof der waanzin waaien winden het hardst en Borduren met gebalde vuisten  een indruk geeft van de vaak bizarre wereld van het onverschenen boek. Deze verzameling is een volstrekt willekeurige, maar ruime keuze uit fragmenten, passages en flapteksten, die beslist voor het nageslacht behouden moeten blijven.

Net niet verschenen boeken, De Harmonie 2010

Biografie
Gummbah (Gertjan van Leeuwen, Nieuwaal, 1967)
Gummbah studeerde Journalistiek in Tilburg. In 1993 besloot hij zijn strips en cartoons in eigen beheer uit te geven. Het geheel door hemzelf volgetekende tijdschrift God werd enthousiast ontvangen en bracht hem in contact met Uitgeverij De Harmonie. Voor die tijd had hij al gepubliceerd in stripbladen als Zone 5300 en Sick.
In 1994 debuteerde Gummbah in Humo met cartoons over het wereldkampioenschap voetbal. Na Humo volgden de Volkskrant, Cabaret, Boekblad, Nieuwe Revu, enkele Duitse tijdschriften en het Engelse blad Prospect.
Gummbah treedt ook op met een diashow. Terwijl zelf ontworpen boekomslagen van net niet verschenen boeken op een diascherm worden geprojecteerd, leest hij fragmenten uit de betreffende titels.
Met Hans Teeuwen en Pieter Bouwman trad hij op met de theater- en tv-voorstelling Poelmo.
Samen met een aantal vrienden, waaronder Jeroen de Leijer (tekenaar van Eefje Wentelteefje), richtte Gummbah de Bond tegen Humor op, met het eigen tijdschrift De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn.
Gummbah’s kracht ligt in de uitstekende combinatie van tekening en tekst.
Gummbah woont en werkt in Tilburg.

Gummbah in zijn eigen woorden:
In een interview omschreef Gummbah zijn jeugd eens treffend als ‘een voorgekookte, kolkende soep van botsende eventualiteiten’. Het gehucht Nieuwaal, waar hij op een late avond, nog nét in de topmaand juli ter wereld kwam, wordt door de nabijgelegen dorpen al eeuwenlang met argusogen bekeken vanwege de adembenemend bloothartige wijze waarop de inwoners de werkelijkheid hanteerbaar weten te maken door haar zachtjes om te duwen of verbaal te strelen als was zij een harig kleinood. In deze barokke cocon van spitsvondigheid, hoe muf die ook rook, voelde Gummbah zich thuis alsof hij plompverloren in een warm bad geworpen was.
Het tekenen zat hem van meet af aan in het bloed en hij ontwikkelde zich in razend tempo tot een poignante buitenstaander die nog slechts via zijn prentjes communiceerde met een allengs wanhopiger wordende, zwetende omgeving. Onderwerpen als de schaduwzijde van verveling, dood, ziekte (eczeem), tijdrovende obsessies, de inwendige mens en overbodige huisdieren eisten langzaam maar zeker een hoofdrol op, hoe jong de kleine ‘graficus’ in al zijn twijfelachtige onschuld ook was. Niet dat het veel om het lijf had, dat jeugdwerk, nee, dat niet, maar het rijpingsproces was in gang gezet, en dat is ook wat waard.

Terwijl de ontwikkeling van pasgeboren patjakker tot voldragen kunstvrucht gewoon doorging, doorliep Gummbah met succes achtereenvolgens de School met de Bijbel, de mavo en de havo. Op negentienjarige leeftijd verliet hij zijn geboortedorp en schreef zich in aan de Tilburgse Academie voor Journalistiek. Een periode vol weemoedig uit het raam staren met een glas absinth in de knuisten en een tekenblok op de knieën nam een aanvang, in 1993 resulterend in de oprichting van het eenmanstijdschrift God. Een blad dat al snel de aandacht trok van Uitgeverij De Harmonie. In 1994 verscheen dan ook onvermijdelijk De verbaasde analfabeet, Gummbah’s eerste album, en debuteerde hij in HUMO met onnodig kritische cartoons over het wereldkampioenschap voetbal in de Verenigde Staten, op de voet gevolg door publicaties in de Volkskrant, Nieuwe Revu en een minuscuul aantal buitenlandse periodieken, waaronder Prospect en Titannic.
Toen hij in 1998, halfdronken gelegen naast een Spaans zwembad, de Bond tegen Humor in het leven riep, moe van de overdaad aan humor op de wereld, stonden Nederland en België gebroederlijk op de achterste benen. Humor bleek een heilig huisje, maar in het gezelschap van een trosje believers trok hij zo wulps ten strijde dat de bond een jaar later reeds met een gerust hart ten grave kon worden gedragen.

De vele Bond tegen Humor-lezingen in den lande smaakten echter naar meer en in 2000 beklom hij opnieuw de planken met een diapresentatie van onverschenen boeken. Op een graftoon leest hij fragmenten voor uit boeken als Kaas voor een hoerenjong, Borduren met gebalde vuisten, Een lelijke homo heeft geen reet aan zijn kont, Hengst aan het heelal, Romp met nergens armen en Onbegrijpelijke boswandelingen,  die om uiteenlopende redenen nooit mochten of konden verschijnen. ‘Gummbah is ook in het theater op zijn plaats’, kopte de Volkskrant maar meteen en daar zit zonder meer een flinke kern van waarheid in.
Nog datzelfde jaar (2000 dus. Zie boven) besteeg hij tevens, geflankeerd door uit bijna alle poriën grootheid wasemenden sujetten  als Hans Teeuwen en Pieter Bouwman, doodgemoedereerd  het podium van Het Betty Asfalt Complex te Amsterdam. De optredens, steeds voor laaiend enthousiaste, halfgevulde zalen, trokken de aandacht van de VPRO , die de hele mikmak vanaf januari 2002 uitzond onder de alles-, maar tegelijk ook nietszeggende titel Poelmo, slaaf van het zuiden.

Uitgaven bij de Harmonie:
Cartoons
Hoe Eddie in balbezit kwam, 1997
De tijd vliegt slecht, 1998
Het Geheim van het Verdwenen Mysterie, 1999
Een kalfslederen onderbroek, 2001
Echte nachten stugge vachten, 2002
Neksnor, 2004
Daar gaat Fout Varken!, 2006
Op de camping, 2007
Meanwhile, between two eternities of darkness, 2008
Deirdre, 2010
Net niet verschenen boeken, 2010

► Website Gummbah

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Exhibition Archive, Gummbah


Tropenmuseum Amsterdam: Expositie Betsabeé Romero – Cars & Traces

art z

Tropenmuseum Amsterdam

Betsabeé Romero

Cars & Traces

24 september 2010 t/m 28 februari 2011

Het Tropenmuseum toont van 24 september 2010 tot en met 28 februari 2011 werk van de kunstenares Betsabeé Romero (Mexico-Stad, 1963). Met sculpturen en installaties van auto’s en hun onderdelen reageert ze op thema’s als migratie, modernisering en beweging. “Iedereen heeft ervaring met de auto, als chauffeur of als passagier. Daarom zijn de auto en bijvoorbeeld banden, wielen en motorkappen prachtige, herkenbare objecten om te gebruiken”, aldus Romero. De auto(-onderdelen) combineert Betsabeé Romero met herkenbare elementen uit de Mexicaanse en andere culturen. Op deze manier versterkt zij tegenstellingen: de auto waarbij je denkt aan bijvoorbeeld snelheid en modernisering en daarnaast culturele tradities die we in ons gemeenschappelijk geheugen met ons meedragen. Van de maagd van Guadalupe (beschermheilige van Latijns-Amerika) en ex voto’s (voorwerpen bij een altaar of een heiligenbeeld) tot Delfts blauw en zelfs de Noord/Zuidlijn in Amsterdam. “Alles moet snel gaan. Iets is nuttig als er vaart achter zit. Ook een cultuur moet zich snel ontwikkelen. Zonder acht te slaan op de sporen die worden achtergelaten op de aarde en haar bewoners.” Betsabeé Romero probeert ons te dwingen wel even stil te staan en ons te verwonderen over objecten die met veel zorg en aandacht op een ambachtelijke manier zijn gemaakt.

Traces (‘sporen’)
In sommige werken maakt Romero letterlijke sporen, in andere zijn ze als metafoor aanwezig. Speciaal voor ‘Betsabeé Romero, Cars & Traces’ maakt zij het werk Broken Landscape, dat bestaat uit twee metrowielen waaruit een bloemenmotief van boerenbont is gesneden. Ze verwijst naar de problemen die de aanleg van de metro in zowel Mexico als in Nederland veroorzaakt. Door gebroken servies op de banden te plakken, symboliseert ze de kwetsbare stadsbodem.
Op twee enorme foto’s zijn kunstwerken van auto’s in het Mexicaanse landschap afgebeeld (Exodo en Ayate Car). Exodo (‘exodus’, 2007) bestaat uit de geraamtes van zes Volkswagen Kevers, de daken vol met tassen en dozen van migrerende families. Om Ayate Car (1997) te maken, streek de kunstenares neer in het grensgebied tussen de stad Tijuana en San Diego. Samen met inwoners van Tijuana stopte ze 10.000 rozen in een oude Ford, die ze vervolgens beschilderden en vlakbij de grens parkeerden. Met beide projecten vestigt ze de aandacht op de constante migratiestromen in haar land, en alle menselijke drama’s die daarmee gepaard gaan.

Creatie in situ in Amsterdam
Betsabeé Romero gaat in september samen met Nederlanders het kunstwerk Flower Power Car maken. Een Volkswagen Kever wordt beschilderd, waarna Romero op het dak een grote injectiespuit plaatst. Deze Kever kan iedereen straks bekijken, omdat hij buiten het museum wordt tentoongesteld.

Betsabeé Romero volgde haar opleiding aan de Escuela Nacional de Artes Plásticas in Mexico-Stad en de École nationale superieure des beaux-arts in Parijs. Haar werk was te zien op vele tentoonstellingen en biënnales in Mexico en andere landen, onder meer in 2000 in Canvas International Art te Amsterdam. Verschillende musea en particulieren bezitten werk van haar.

Het Tropenmuseum vertelt verhalen over mensen en objecten uit andere culturen. Doelbewust kiest het museum ervoor om ook aan de hand van hedendaagse kunst die verhalen te vertellen. Hierbij wordt gekozen voor kunstenaars die – met een grote beeldende kracht en kwaliteit – vanuit hun eigen identiteit en wortels reflecteren op de wereld om zich heen. Zij houden zich bezig met thema’s die aansluiten bij die van het museum, zoals culturele uitwisseling of verandering, en/of hun werken kunnen de huidige collectie versterken. Betsabeé Romero past uitstekend bij deze uitgangspunten. Haar tentoonstelling is de tweede van een serie hedendaagse kunsttentoonstellingen in het museum.

Publicatie: Bij de tentoonstelling hoort een aantrekkelijke, visuele catalogus die aansluit bij de stijl van Betsabeé Romero. De auteurs zijn Mischa Andriessen, José Manuel Springer en Sebastian Lopez.

Canvas International Art heeft van 25 september t/m 23 oktober een expositie van Betsabeé Romero aan de Gerard Doustraat 142 – 144, Amsterdam.

► Website Tropenmuseum

Bezoekadres: Linnaeusstraat 2  – Amsterdam
020-568 8200
tropenmuseum@kit.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive


Flux/S Eindhoven: Drafts Establishing Future

art z

Flux/S – Drafts Establishing Future

do 9 t/m zo 12 september 2010

Strijp-S, Eindhoven (NL)

flux-s.nl
Tweede editie van crossdisciplinair kunstenfestival Flux/S haalt opnieuw een international gezelschap van kunstenaars, performers, dansers, schrijvers en musici naar Strijp-S, Eindhoven. Vier dagen lang reageren zij met 35 installaties, performances, interventies en uitvoeringen, verspreid over 20.000 m2 tentoonstellingsoppervlak en twee hectare buitenruimte, op de mogelijkheden en uitdagingen van dit nieuwe culturele stadshart. Flux/S – Drafts Establishing Future vindt plaats van 9-12 september en is grotendeels gratis toegankelijk.

Strijp-S en Flux/S : epsiode 2

Na een goedbezochte eerste editie in 2009 is Flux/S van 9-12 september weer terug op Strijp-S, het voormalige Philips-terrein in Eindhoven. Dit industriegebied was voorheen afgesloten van de buitenwereld en wordt de komende jaren getransformeerd tot het nieuwe culturele hart van de stad. Inspelend en vooruitlopend op deze metamorfose nodigt internationaal kunstenfestival Flux/S jaarlijks een groot aantal kunstenaars uit om met hun werk nieuwe ideeën en voorstellen te ontwikkelen die bij de opbouw van deze moderne en innovatieve woon-en werkplek kunnen inspireren.

Flux/S – Drafts Establishing Future

Met de eerste pioniers die op Strijp-S zijn neergestreken doet de menselijke maat schoorvoetend zijn intrede tussen bouwkranen, zandhopen en verbindingswegen. Intermenselijke, sociale en economische vraagstukken dringen zich op. Deze tweede editie van Flux/S met de vooruitziende titel Drafts Establishing Future speelt in op de komst van de eerste bewoners. Waar Flux/S vorig jaar vooral inging op de ruimtes en ruimtelijkheid in het algemeen, zal dit jaar voelbaar zijn hoe mens en omgeving inmiddels direct op elkaar ingrijpen. De kunstwerken en voorstellingen op Flux/S maken onzichtbare processen en voorwaarden die hierbij van belang zijn tastbaar voor de bezoeker. Vier dagen lang zijn in en rondom de monumentale fabrieksgebouwen beeldende kunst, muziek, performance, dans, video, nieuwe media en poëzie en literatuur te beleven, die voor een groot deel site specific voor Flux/S zijn ontwikkeld.

Een greep uit het programma
Telcosystems laat met de installatie 12-series zien hoe de ogenschijnlijk tegenstrijdige combinatie van voorgegeven algoritmische structuren en onvoorspelbare gedragingen van fundamenteel belang is voor creatieve ontwikkeling. Tony Orrico gebruikt in zijn Penwald-serie zijn eigen lichaam -en de perfecte beheersing daarvan als instrument om de natuurlijke maar delicate relatie tussen lichaam, geest en omgeving weer te geven. Het jonge architectencollectief Lilith Ronner van Hooijdonk werpt schijnbare obstakels op in de vorm van Crushroom, een bouwwerk van hekwerken, dat de toekomst juist zal blijken te ontsluiten. De vier kunstenaars achter Conditional Design gaan, gevoed en aangestuurd door de keuzes van bezoekers, een 1100 m2 grote vloer in het SBP-gebouw een geheel nieuwe invulling geven. Afsluitend zullen op de laatste avond de tien new wave jazzmuzikanten van Atomic + The Vandermark 5 in een daverend concert al improviserend reageren op vier dagen Flux/S. Het volledige programma van Flux/S is uitgebreid te bekijken op flux-s.nl.

Flux/S – Drafts Establishing Future toont -vaak in aanwezigheid van de makers -werk van :
Wolfgang Heiniger Superflex – Alicia Framis – Klaske Oenema & Tom America – Tony Orrico – The Great Park & Preslav Literay School – Frank Bruggeman, Ernst vd Hoeven, Eric Roelen – nb : Nicole Beutler Projects – Pilvi Takala – Hiba Vink, Els Moors, Maartje Wortel – Telco Systems – Matt Bauer, Dana Falconberry & Matangi Kwartet – David Maljkovic – Chris Garneau – Martha Hjorth – Jessen Lunapark – Zoro Feigl – Samuel Beckett – Rafter – Lilith Ronner van Hooijdonk: Lilith van Assem, Lieke van Hooijdonk, Elsbeth Ronner – We Make Carpets – Tom Hillewaere Chora Architecture and Urbanism – Antoine Schmitt – Emre Huner, Snode Vormgevers – Conditional Design: Roel Wouters, Luna Maurer, Joost II Sickenga met werk van de dichters Jonathan Puckey Vicky Franken, Menno Wigman, Mark Boog, Arjen Martha Hjorth Jessen & Saygin Soher Duinker, F. Starik, Rodaan Al Galidi, Tsead Bruinja, Atomic + The Vandermark 5, Erik Jan Harmens, strid Lampe, Edwin Fagel en Floris Schönfeld & Michaël Sewandono, Ingmar Heytze en Leo Vroman.

Flux/S is een jaarlijks internationaal kunstenfestival en een productie van Stichting Flux/S. De programmering is in handen van curator Jan Schuijren en komt tot stand in nauwe samenwerking met MU, het Van Abbemuseum, Muziekgebouw Frits Philips, axesjazzpower, BALTAN Laboratories, 5MinutenMuseum en Literair Productiehuis Wintertuin.

► Website: flux-s.nl

fleursdumal.nl

More in: Art & Literature News, Exhibition Archive


Museum De Pont Tilburg: Expositie Ellert Haitjema – Haphazard

art z

Museum De Pont Tilburg

Ellert Haitjema: Haphazard

31 juli tm 19 september 2010

Van Ellert Haitjema (Menaldum, 1958) is in april 2010 het kunstenaarsboek Haphazard gepubliceerd. Dit vormde de aanleiding om deze zomer in de projectzaal een tentoonstelling te organiseren waarin recente sculpturen en foto-interventies van deze kunstenaar worden getoond in samenhang met het nieuw verschenen boek.

‘Schoon als de toevallige ontmoeting op een snijtafel van een paraplu en een naaimachine…’ dichtte Isidore Ducasse in 1869. De surrealisten verhieven deze zinsnede uit de Chants de Maldoror tot een artistiek beginsel. Ook in het leven van alledag kan uit de verrassende combinatie van voorwerpen en materialen pure poëzie ontstaan. In het boek Haphazard zijn daarvan vele voorbeelden te vinden: de balk boven de ingang van een huis, die fungeert als geïmproviseerde berging voor een tandenborstel, een aan een wandelstok bevestigde schoen als peddel, of een houten stoel zonder zitting, waarvan het door roze japonstof omwonden frame aan een reddingsboei doet denken.

Hoezeer de voorwerpen en situaties soms ook tot de verbeelding spreken, iedere artistieke intentie is hun vreemd. Als deze wonderlijke samenraapsels van materialen en vormen een esthetische aantrekkingskracht uitoefenen, dan is dat het onbedoelde neveneffect van een ingreep die praktisch nut beoogde.

Ellert Haitjema is gefascineerd door de inventiviteit waarmee mensen zich redden als er weinig voorhanden is. Al jaren legt hij hun tijdelijke onderkomens, provisorische reparaties en raadselachtige, aan specifieke behoeftes aangepaste attributen vast met zijn camera. Vaak is dat tijdens zijn reizen naar verre oorden, maar soms ook gewoon bij hem om de hoek.

Aanvankelijk dienden de foto’s voor eigen gebruik, als model en inspiratiebron voor zijn sculpturen. In Haphazard combineert hij ze met zijn eigen werk, in een dialoog vol beeldrijm en woordspelingen, zonder hiërarchie of zelfs maar een aanduiding of het een werk van hemzelf betreft, of een door hem gefotografeerd object. Dat onderscheid wordt opgeheven in de foto-interventies, die behalve in het boek, ook als zelfstandige werken op de tentoonstelling te zien zijn. Voortgaand op visuele elementen die de foto’s zelf aandragen, onderwerpt Haitjema ze aan een aantal bewerkingen. Door foto’s om te vouwen, in het water te leggen of te bedekken met schijfjes glas maakt hij er een driedimensionaal object van, dat hij vervolgens opnieuw fotografeert. Het resultaat is een tweedimensionaal beeld, dat zich door zijn inconsistenties te weer stelt tegen een achteloze manier van kijken.

‘Scherp kijken’, ‘wild denken’, het zijn kernbegrippen in de kunst van Haitjema. Ook in zijn sculpturen volgt hij het spoor dat het argeloos-creatieve gebruik van alledaagse voorwerpen hem wijst. Dat doet hij onder meer door het gebruik van afgedankte materialen en een voorkeur voor vormen die een onbepaalde functionaliteit suggereren. Het oppervlak van zijn sculpturen draagt de sporen van gebruik en hergebruik en vestigt de aandacht op hun subtiele materialiteit. Ze hebben vaak iets fragiels en kwetsbaars, maar daarachter gaat, net als bij zijn inspiratiebronnen, een onvermoede taaiheid schuil. In de wandsculptuur Urban Roots (2008) meandert een vezelige streng tussen een strak, op de wand aangebracht lijnenpatroon. De hoekige vorm van de streng wekt een gevoel van vervreemding, die omslaat in verwondering als je beseft dat het lange boomwortels zijn, die zich ooit een weg hebben gebaand langs en om straatstenen heen.

Haitjema onderzoekt in zijn werk een vitale vormentaal, die niet ontspruit aan esthetiek, maar wortelt in de drang tot voortbestaan en daaraan zijn schoonheid ontleent.

MUSEUM DE PONT TILBURG

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive


Museum Ludwig Köln: Roy Lichtenstein. Kunst als Motiv

art z

Museum Ludwig Köln

Roy Lichtenstein. Kunst als Motiv

2. Juli – 3. Oktober 2010

Die Rasterpunkte des Pop Art Meisters Roy Lichtenstein (1923-1997) sind weltberühmt. Nach Motiven aus der Comic- und Konsumwelt fertigte Lichtenstein Gemälde, die er aus Punkten und Farbflächen zusammensetzte. In der Ausstellung im Museum Ludwig sind nun noch ganz andere Seiten seines Oeuvres zu entdecken. In rund 100 Exponaten, überwiegend großformatigen Gemälde, sowie einigen Skulpturen und Zeichnungen wird seine Auseinandersetzung mit kunsthistorischen Stilrichtungen von Expressionismus und Futurismus bis Bauhaus und Artdeco nachvollziehbar. Außerdem hat sich Lichtenstein Werke von Künstlerheroen wie Picasso, Matisse, Mondrian oder Dali angeeignet und sie oft ironisch, hintergründig in seiner eigenen Bildsprache interpretiert.

Viele seiner Frühwerke basieren auf historischen amerikanischen Gemälden, z.B. von Benjamin West. Außerdem malte er nach Vorbildern von Picasso, Braque und Klee, die er nach eigener Aussage in einem „expressionistischen Kubismus“ verarbeitet

Mit Picasso setzt er sich auch später weiter auseinander, als er bereits mit Rasterpunkten arbeitet. Unter seiner Hand wird Picasso zum Pseudo-Comic und erhält einen völlig eigenen Charakter. “Ein Werk zu malen, das eindeutig einem Picasso ähnelt, war ein Befreiungsschlag“

Mit seinen Perfect und Imperfect Paintings wollte Lichtenstein abstrakte, völlig zweckfreie Bilder schaffen. „Die Idee war, die Linie irgendwo beginnen zu lassen, um ihr dann zu folgen und alle Formen des Gemäldes zeichnen zu lassen“. Bei den „Perfect Paintings“ endet die Linie am Rand der Leinwand, bei den “Imperfect Paintings“ geht die Linie über den Bildträger hinaus; dies ist ein humorvolles Spiel mit den „shaped canvases“, die in den 60er Jahren sehr verbreitet waren.

Lichtensteins großformatige Gemälde aus der Serie der „Brushstrokes“ zeigen nichts als gigantische, comicartig stilisierte Pinselstriche auf Leinwand. Dieses Motiv hat eine große Bedeutung in der Kunstgeschichte: es steht als Symbol für die Malerei  oder die Kunst. Es zeugt von Lichtensteins Reflexion einer Malerei über Malerei.

Er verarbeitet auch klassische Motive, wie den Laokoon mit stilisierten Pinselstrichen, die er teils mit Schablonen auf die Leinwand bringt und teils mit expressiver Geste von Hand aufträgt. Der Pinselstrich wird zum dominanten Motiv und überlagert das Sujet. So ist auch hier das eigentliche Thema wieder die Malerei an sich.

Außerdem beschäftigt sich Lichtenstein mit den klassischen Genres des Stilllebens und der Landschaft. Seine stark vereinfachende Malweise zeigt die klischeehafte Vorstellung seiner Sujets. Auch hier bezieht er sich wieder auf Picasso, aber auch auf Matisse. Außerdem zitiert er amerikanische Maler, die sich auf Marinestillleben spezialisiert haben. Für seine Landschaften dienten ihm die Hintergrundzeichnungen von Comics als Vorlage.

Das Museum Ludwig besitzt die größte Sammlung amerikanischer Pop Art außerhalb der USA, darunter auch zahlreiche Werke Lichtensteins. Im Vorfeld der Ausstellung konnte durch die Peter und Irene Ludwig Stiftung ein neues, großformatiges Spätwerk Lichtensteins erworben werden. Das 2,80 x 1,30 m große Gemälde von 1996 stammt aus einer Serie von asiatisch inspirierten Werken. Roy Lichtenstein setzte sich Mitte der 90er Jahre intensiv mit chinesischer und japanischer Landschaftsmalerei auseinander.

Im Anschluss an den Besuch der Lichtenstein-Ausstellung empfiehlt sich ein Rundgang durch die ständige Sammlung des Museum Ludwig, der spannende Einblicke und Vergleiche ermöglicht mit Werken von Léger und Picasso bis hin zu Kirchner oder Dalí.

Die Ausstellung wurde in enger Zusammenarbeit mit der Roy Lichtenstein Foundation organisiert. Von Januar bis Mai war sie in anderer Form in Mailand in der „Triennale di Milano“ unter dem Titel „Roy Lichtenstein: Meditations on Art“ zu sehen. Sie wurde von Gianni Mercurio kuratiert, für das Museum Ludwig gemeinsam mit Stephan Diederich.

In der Ausstellung wird ein Dokumentarfilm über Roy Lichtenstein gezeigt, der bisher unveröffentlichtes Material aus internationalen Archiven beinhaltet, sowie Ausschnitte aus Michael Blackwoods Film „Roy Lichtenstein“ von 1976 und Auszüge aus Interviews mit Diane Waldman und Martin Friedman.

Es erscheint ein umfangreiches, begleitendes Katalogbuch mit zahlreichen Abbildungen im DuMont Verlag.

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive


Leo Kogan completed art-installation

Leo Kogan News

Leo Kogan has finished the installation he has has been working on for the last 3 years.
Come by and have a look in his Amsterdam studio at the paintings, sculptures, the monorail, the pendulum lamp and so on , on saturday, June 26th 2010, from 15:00 to 20:00
If you can’t make it to the opening, the project will be on view until July 26th and can be seen through the venue’s large street windows.

fleurdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive, Leo Kogan Drawings, Sculpture


De Vleeshal Middelburg: Published by Castillo/Corrales. The Social Life of the Book


DE VLEESHAL MIDDELBURG

Published by: Castillo/Corrales

The Social Life of the Book

27 juni – 12 september, 2010

curator: Lorenzo Benedetti

Castillo/Corrales  is een collectief en coöperatief georganiseerde tentoonstellings- en evenementenruimte in het negentiende arrondissement van Parijs (Belleville). Hij werd in 2007 opgericht als ruimte waar een groep kunstenaars en onafhankelijke curatoren en schrijvers hun uiteenlopende praktijken en opvattingen over kunst in discursieve beweging kon zetten via het organiseren van tentoonstellingen en evenementen: lezingen, interviews, boeklanceringen… Castillo/Corrales drijft in dit pand ook een boekhandel, Section 7 Books, en een uitgeverij: Paraguay Press

De tentoonstelling The Social Life of the Book, speciaal door Castillo/Corrales georganiseerd in het kader van de tentoonstellingenreeks Published by in de Kabinetten van De Vleeshal, brengt een selectie kunstenaarswerken, publicaties en documenten bijeen die licht werpen op de praktijken van kunstenaars en uitgevers die geïnteresseerd zijn in boeken, niet zozeer als voltooide objecten of vormen, maar vanwege hun ontwrichtende potentieel en hun vermogen nieuwe sociale situaties te creëren waarin nieuwe relaties en nieuwe betekenissen kunnen ontstaan.

De tentoonstelling toont de pogingen van enkele hedendaagse kunstenaars en uitgevers om het in omloop brengen van teksten en ideeën niet alleen gestalte te geven met het grote gebaar van de uitgave van een gloednieuw boek, maar dit ook op andere manieren te begeleiden; daaraan komen activiteiten te pas die uiteenlopen van herdrukken tot vertalen, scannen, stelen, citeren, opnieuw redigeren enzovoort.

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Exhibition Archive


Gemeentemuseum Den Haag: Jan Dibbets

art z

Gemeentemuseum Den Haag

J a n   D i b b e t s

22 mei  t/m 12 september 2010

Het boegbeeld van de conceptuele kunst, Jan Dibbets wordt in het voorjaar van 2010 vertegenwoordigd met een tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Hier toont Dibbets zijn meest recente serie Horizons, gebaseerd op zijn werk Sectio Aurea (1972), wat is opgenomen in de collectie van het Gemeentemuseum. De serie vormt een installatie, waarin Dibbets niet alleen het belang van zijn eerdere werk onderstreept, maar ook verder experimenteert met het oorspronkelijke idee. In een steeds wisselende spanning tussen perspectief en horizon brengt Dibbets de beschouwer in verwarring. Tegelijkertijd kun je in het grote aantal variaties binnen de serie, de zoektocht naar de perfecte horizon waarnemen.

Met onder anderen Sol Lewitt, Lawrence Weiner en Joseph Kosuth behoort Jan Dibbets tot de voorhoede van de conceptuele kunst. Het belang van zijn oeuvre voor de naoorlogse Nederlandse kunst behoeft geen bewijs. Werk van Dibbets was te zien op de baanbrekende tentoonstellingen Op losse schroeven van Wim Beeren (Amsterdam, 1969) en When attitudes become form van Harald Szeemann (Bern en Londen, 1996). Bovendien gaf Dibbets vanaf 1968 ook les op Ateliers ’63, waardoor hij generaties Nederlandse kunstenaars blijvend heeft geïnspireerd en beïnvloed.

In deze tentoonstelling met recent werk zijn twee series te zien: New Horizons / Land + Sea en Sectio Aurea. De series zijn gebaseerd op het werk Sectio Aurea (gulden snede) uit 1972, dat zich nu in de collectie Gemeentemuseum bevindt. Dibbets heeft zich in zijn oeuvre vaak geconcentreerd op het Nederlandse landschap. Met gemanipuleerde beelden van land en zee laat hij het Nederlandse landschap zijn wat het eigenlijk niet is: glooiend, zoals in zijn serie Dutch mountains. Ook in de nieuwe series speelt Dibbets met de platheid van Nederland, met een wisselend viewpoint en een steeds wisselende uitsnede van de foto. Soms is de wisseling bijna nihil maar heeft dan toch een vervreemdende uitwerking op de beschouwer. In de series worden telkens de horizonten van een landschap en een zeegezicht met elkaar gecombineerd.
Het Gemeentemuseum brengt met trots tentoonstellingen van kunstenaars met een volwassen oeuvre, hoewel de trend van vandaag de dag de nadruk legt op jonge kunst. Deze tentoonstelling past in de traditie van het Gemeentemuseum; dat erin gelooft dat het late werk van kunstenaars een nieuwe zienswijze kan opleveren. Een belangrijk voorbeeld hierbij is het laatste werk van Mondriaan, de Victory Boogie Woogie.

De tentoonstelling Jan Dibbets – Horizons is achtereenvolgens te zien in Parijs (Musée d’Art moderne de la Ville de Paris), Den Haag, Chemnitz (Kunstsammlungen Chemnitz) en Heilbronn (Kunstverein Heilbronn). Bij de tentoonstelling verschijnt een catalogus in kleur, met bijdragen van onder anderen Rudi Fuchs en Erik Verhagen en vormgegeven door Rutger Fuchs (€29,80).

fleursdumal.nl  magazine

More in: Dutch Landscapes, Exhibition Archive


Tentoonstelling Werner Moonen in Museum De Pont: Arnolfini

art z

Museum De Pont Tilburg

Werner Moonen

A r n o l f i n i

29 mei tm 18 juli 2010

De tentoonstelling met tekeningen van Werner Moonen (Gent, 1940) in de projectzaal van De Pont is een hommage aan deze Tilburgse kunstenaar, ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. In de jaren ’60 maakte Moonen naam als een fijnzinnig graficus, die vaak experimenteerde met bijzondere technieken. Vanaf het midden van de jaren ’80 kregen de schilder- en tekenkunst een steeds belangrijker plek in zijn oeuvre. Ook hield hij zich bezig met fotografie, die hij ‘opnieuw uitvond’ met zijn aan de Fransman Joseph Nièpce (1765-1833) ontleende methode van de pinhole fotografie. Van 1982 tot 2000 was Moonen docent aan de Academie St. Joost in Breda. Daar gaf hij onder meer les aan Marc Mulders, Reinoud van Vught en Rob Birza, kunstenaars van wie De Pont werken in de collectie heeft.

De tekeningen van Werner Moonen zou je eigenlijk moeten bekijken op de plek waar vele ervan zijn ontstaan; op de hoek van de eettafel. Bladerend in verjaarde wetboeken en in de door hem bij antiquariaten op de kop getikte kasboeken duiken ze terloops op tussen de onbewerkte bladzijden. Die bijna achteloze presentatievorm -verspreid in een boek en tegen de achtergrond van bedrukt papier- versterkt het karakter van de tekeningen als intieme verkenningen. Meestal zijn ze gemaakt met penseel in waterverf, inkt of bister, een enkele keer met balpen. Soms blijven de intuïtieve lijnen krachtige tekens, vaak ook verdichten ze zich tot ruimtes, een plattegrond of geabstraheerde menselijke figuren.

Een terugkerend thema is Jan van Eycks portret van Arnolfini en zijn jonge bruid. Moonen is al ruim vijftien jaar gefascineerd door dit uit 1434 daterende schilderij in de National Gallery in Londen. In een groot aantal tekeningen heeft hij geprobeerd om het perspectief, de kleur en de bedoelingen ervan te doorgronden. Soms zoomt hij in op de figuren en verbaast zich over Arnolfini’s mantel die de vorm heeft van Duchamps flessenrek, soms ook concentreert hij zich op het sacrale midden van de ruimte of maakt hij een achterwaartse beweging en probeert hij de plek te bepalen waar Jan op zijn stoel zat, in het tegenlicht van een raam. Tot je buiten bent en waarschijnlijk zonnebloemen ziet, want als je heel goed kijkt naar het uitzicht uit het raam, staan ze er.

De feitelijkheid waarmee Moonen Van Eycks schilderij benadert, is geworteld in de verwondering over hoe het schilderij zich toch altijd aan je onttrekt.

De tekeningen van Moonen gaan over de intensiteit van het maken en kijken; over de wonderlijke wisselwerking tussen beeld en oog. Dat proces brengt de vlekken, lijnen en kleuren tot leven en maakt ze veel minder grijpbaar dan hun concrete aanwezigheid zou doen vermoeden. Sprekend over zijn tekeningen zegt Moonen: ‘Het gaat er niet om of het goed is, maar hoe komt het zo ver? Ik ben daar niet zeker van: het ontstaat. Je ogen hebben veel te doen.’

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive, Jan van Eyck


Art Amsterdam 2010: Een Nieuwe Richting

Art Amsterdam 2010: Een Nieuwe Richting

Van 26 tot en met 30 mei 2010 vindt de 26ste editie plaats van Art Amsterdam, de grootste beurs voor hedendaagse en moderne kunst in Nederland. Naast de top van de Nederlandse galeriewereld is er een internationaal aanbod met galeries uit onder meer België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Denemarken, Italië, China en Korea. Art Amsterdam 2010 wordt gehouden in de Parkhal van Amsterdam RAI.

Dit is de eerste beurs van Edo Dijksterhuis als directeur en hij heeft gekozen voor een nieuwe richting. Het deelnemersveld van 129 galeries telt niet minder dan 21 nieuwkomers, waaronder Vegas Gallery en Charlie Smith uit Groot-Brittannië, Locuslux uit België, Hartwig Rugen en dr Julius uit Duitsland en C-Space uit China. Het aandeel buitenlandse deelnemers ligt op een kwart. De centrale tentoonstelling is vervangen door het programma-onderdeel No Holds Barred. Er is voor het eerst in de geschiedenis van de beurs een uitgebreid programma voor verzamelaars. De website wordt actief ingezet om bezoekers voorafgaand en tijdens Art Amsterdam te informeren over het aanbod en de activiteiten op de beursvloer.

‘No Holds Barred’

Galeriehouders met ideeën voor uitzinnige, ongehoorde of spectaculaire presentaties kunnen zich uitleven in No Holds Barred. De naam van dit programma-onderdeel, dat de voormalige centrale tentoonstelling vervangt, is ontleend aan het Amerikaanse (show)worstelen. No Holds Barred betekent dat er geen regels zijn en dat alle grepen zijn toegestaan. Op Art Amsterdam geldt: er worden geen grenzen gesteld aan de presentaties. Alles mag, alles kan. Een fotocollage, een performance, een installatie, een conceptueel werk, een film – niets is onmogelijk en alles is toegestaan, zolang het maar past binnen een arena van 25 vierkante meter. Een internationale jury, bestaande uit curator Creixell Espilla-Gilart (1978), criticus David Ulrichs (1978) en verzamelaar Alexander Ramselaar (1968), selecteert de zestien beste voorstellen. Deze worden gerealiseerd op vier plaatsen in de hal.

Art Amsterdam van 26 t.m. 30 mei 2010

Website: www.artamsterdam.nly

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive


Giuseppe Penone in Museum De Pont

 art z

Museum De Pont Tilburg

Giuseppe Penone

Nelle Mani – In de Handen

tekeningen en sculpturen

29 mei tm 26 september 2010


Giuseppe Penone (Garessio, Italië, 1947) was de jongste vertegenwoordiger van een groep Italiaanse kunstenaars die aan het einde van de jaren zestig onder de noemer arte povera (‘arme kunst’) bijeen werd gebracht. Een van de kenmerken van hun kunst was het gebruik van alledaagse en weinig kostbare materialen. De informele en levendig uitziende kunstwerken werden wel gezien als een reactie op de toenemende abstrahering en verontmenselijking van met name de Amerikaanse kunst van die periode. Tot de thema’s van de arte povera behoorden de wortels van de cultuur en het leven, verschillende bronnen van energie, en vooral energie als oerkracht. Penone is de enige in wiens werk de natuur het belangrijkste motief was. Met de groeikracht van de natuur en in het bijzonder die van bomen, lijkt hij nog steeds in een intense en obsessieve relatie te staan.

In 1968 omarmde Giuseppe Penone de stam van een boom. Het raakvlak van zijn lichaam met de boom markeerde hij met ijzerdraad dat aan de stam werd vastgeklemd. Tijdens de groei van de boom werd het ijzerdraad in de bast ingekapseld, waardoor de contouren van Penone’s lichaam ten slotte als litteken op de stam zichtbaar bleven. In dit vroege werk zijn vrijwel alle belangrijke thema’s van Penone’s kunst al aanwezig: zijn intense en sensuele relatie met de natuur; het belang van de aanraking en daarmee van de huid en de vingers; het groeiproces en het aspect van tijd dat daarmee verbonden is.

Heel bekend zijn de Alberi (Bomen), waarmee Penone al in 1968 begon. Steeds haalt hij uit rechthoekige houten balken of uit een afgehakte dikke boomstam de grillige levensvorm van de boom weer tevoorschijn. Door de jaarringen weg te schillen en daarbij de knoesten te volgen, treedt de vorm die de boom op een bepaald moment van zijn leven bezat opnieuw naar voren. Wie deze werken eenmaal heeft gezien zal voortaan bij iedere gerooide stam en bij iedere willekeurige balk die hij als bouwmateriaal aantreft, beseffen dat daarin in feite tal van bomen schuilgaan. 

De laatste jaren werkt Penone ook met marmer. Zoals hij de verborgen levensstructuur in houten balken ontbloot, zo maakt hij ook de donkere aderen in het marmer zichtbaar door de witte steen eromheen weg te hakken. Het is alsof het koude marmer een organisch innerlijk bezit, als waren de grillige zwarte aderen de levensaderen van de steen. Anders dan een wetenschappelijk analist of patholoog-anatoom, die een dood wezen door het uiteen te rafelen als het ware nog doder maakt, brengt Penone de dode materie juist tot leven. De grillige structuren die zich losmaken uit de steen vertonen een opmerkelijke overeenkomst met takken die in hun groei zijn verstrengeld of met de anatomie van over en om elkaar heen grijpende pezen en spieren.

De tentoonstelling in De Pont beslaat de laatste 40 jaar en bevat sleutelwerken uit alle werkgroepen: fotografie, tekeningen en sculpturen.

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Sculpture


Free Soll Lewitt by Superflex in Van Abbe Museum Eindhoven

art z

Van Abbe Museum Eindhoven

FREE SOL LEWITT

by SUPERFLEX

April 10 – September 2010

What is the artwork? An idea or an object?

How are art works to be shared and valued in today’s society?


The Van Abbemuseum has invited the Danish artist collective, SUPERFLEX to work with the museum’s collection.They have responded with the exhibition In-between Minimalisms and a new work, FREE SOL LEWITT – an installation made specially for the second part of Play Van Abbe. The museum is sometimes described as a prison in which the artwork is ‘locked-away’ like a criminal. With FREE SOL LEWITT, the artists playfully ask the Van Abbemuseum to ‘set free’ the work of the American artist, Sol LeWitt, Untitled (Wall Structure) , 1972.

SUPERFLEX has set-up a metal workshop inside the museum in which exact replicas of the specific artwork by LeWitt are made and then shared amongst the museum’s public, free of charge. The copies will be distributed to the public through a random system which visitors to the museum can sign-up for.

The museum has the duty to collect and document cultural property and to make this accessible to stimulate critical reflection, so that fresh perspectives may be presented and new developments in the cultural and social fields made possible. Yet, copyright laws can potentially prevent the museum from being able to fulfil its task. What should the museum’s position be in the current information age where the capacity to share and exchange information is restricted by the economic interests protected by copyright?

FREE SOL LEWITT will be put into context by SUPERFLEX in the exhibition In-between Minimalisms. This exhibition will consist of artworks from the periods of Minimalist and Conceptual art found in the Van Abbemuseum’s collection. Issues such as mass production, intellectual property, seriality and the artwork as concept are raised. FREE SOL LEWITT will be accompanied by a seminar and a special publication.

Photocopier: “If someone borrows from me, it makes me richer, not poorer. We artists, I believe, are part of a single community sharing the same language.” Sol LeWitt, in Flash Art, 1973.

SUPERFLEX considers FREE SOL LEWITT to be a homage to LeWitt and his ideas and describes his work as being like a photocopier. FREE SOL LEWITT contains instructions and resources with which the museum can replicate this specific work Untitled (Wall Structure), 1972 by Sol LeWitt from its collection and then give free copies to its visitors.

Art as a concept: SUPERFLEX chose this artwork by LeWitt as he is regarded as one of the founding fathers of Conceptual art, an art form which considered the idea to be more important than the physical manifestation of the art work as an object. In this instance, the original artwork, Untitled (Wall Structure) was industrially manufactured by others (and not by the artist) and so carries within it the idea of reproduction. The work by LeWitt is concerned more with the idea, or concept than with the work’s execution. As LeWitt said: “In conceptual art the idea or the concept is the most important aspect of the work. When an artist uses a conceptual form of art, it means that all of the planning and decisions are made beforehand and the executor is a perfunctory affair. The idea is a machine that makes the art” (from Paragraphs on Conceptual Art, 1967).

The copy machine: In the FREE SOL LEWITT workshop a couple of workmen work daily on reproducing LeWitt’s Untitled (Wall Structure). LeWitt commissioned a company to produce the work in 1972. Now in 2010, LeWitt’s work is being reproduced in a museum room, where four tables have been set-up. Here, workmen cut the aluminium, weld it into a lattice structure, sand this form and then paint it white. The copies lie stacked in a corner awaiting their new destinations. The installation makes the production, presentation and distribution of an art work simultaneously visible.

Artistic freedom: SUPERFLEX raise the issues of the functioning and obligations of the museum as the owner of a public collection in a modern democratic society. What are the obstacles the museum encounters along the way? What are the tensions that arise between the exponential increase and public demand for free access and exchange of information (i.e. the Internet) on the one hand and copyright; which can restrict this exchange, on the other? Like the current social debate about the illegal copying of images, music, film and digital media with this project, SUPERFLEX also raise issues concerning authorship, copyright and the ownership of culture that resonate throughout society. When a museum commits itself to artistic freedom in a public space, then it has to raise the issue of the rules and regulations that restrict this freedom.

Play Van Abbe Part 2: FREE SOL LEWITT and In-between Minimalisms, both belong to Part 2 of Play Van Abbe, called Time Machines. In this Part, the Van Abbemuseum will show several museum models from the past and explore the possibilities latent in these models, for the present and future. With FREE SOL LEWITT, SUPERFLEX reflect on the current museum of contemporary art. By making the codes of conduct evident – which are embedded in our legal system and which restrict our freedom of action – they want to introduce the opportunity for change and innovation.

SUPERFLEX re-introduce the museum as a progressive platform for the access, exchange and distribution of ideas.

Seminar and publication: On 14 May the seminar Who Owns the Artwork? (English spoken) takes place in the Van Abbemuseum. The aim of the seminar is to examine and discuss issues relating to authorship, copyright and the ownership of artworks by public institutions. In May, a publication will appear that will include essays which will discuss the FREE SOL LEWITT project, installation photographs and an interview with SUPERFLEX and with the curators.

fleursdumal.nl magazine

More in: Exhibition Archive


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature