GUMMBAH: Net niet verschenen boeken
G U M M B A H
Net niet verschenen boeken
Naar schatting liggen er wereldwijd een miljoen net niet verschenen boeken opgeslagen, die uitsluitend bestaan in dummy-vorm. Gummbah is al jaren geïnteresseerd in deze weeskinderen van het boekenvak en geeft sinds 1985 lichtbeeldlezingen waarbij hij via klassiekers als Een lelijke homo heeft geen reet aan zijn kont, Op het kerkhof der waanzin waaien winden het hardst en Borduren met gebalde vuisten een indruk geeft van de vaak bizarre wereld van het onverschenen boek. Deze verzameling is een volstrekt willekeurige, maar ruime keuze uit fragmenten, passages en flapteksten, die beslist voor het nageslacht behouden moeten blijven.
Net niet verschenen boeken, De Harmonie 2010
Biografie
Gummbah (Gertjan van Leeuwen, Nieuwaal, 1967)
Gummbah studeerde Journalistiek in Tilburg. In 1993 besloot hij zijn strips en cartoons in eigen beheer uit te geven. Het geheel door hemzelf volgetekende tijdschrift God werd enthousiast ontvangen en bracht hem in contact met Uitgeverij De Harmonie. Voor die tijd had hij al gepubliceerd in stripbladen als Zone 5300 en Sick.
In 1994 debuteerde Gummbah in Humo met cartoons over het wereldkampioenschap voetbal. Na Humo volgden de Volkskrant, Cabaret, Boekblad, Nieuwe Revu, enkele Duitse tijdschriften en het Engelse blad Prospect.
Gummbah treedt ook op met een diashow. Terwijl zelf ontworpen boekomslagen van net niet verschenen boeken op een diascherm worden geprojecteerd, leest hij fragmenten uit de betreffende titels.
Met Hans Teeuwen en Pieter Bouwman trad hij op met de theater- en tv-voorstelling Poelmo.
Samen met een aantal vrienden, waaronder Jeroen de Leijer (tekenaar van Eefje Wentelteefje), richtte Gummbah de Bond tegen Humor op, met het eigen tijdschrift De Bedenkelijk Kijkende Grondeekhoorn.
Gummbah’s kracht ligt in de uitstekende combinatie van tekening en tekst.
Gummbah woont en werkt in Tilburg.
Gummbah in zijn eigen woorden:
In een interview omschreef Gummbah zijn jeugd eens treffend als ‘een voorgekookte, kolkende soep van botsende eventualiteiten’. Het gehucht Nieuwaal, waar hij op een late avond, nog nét in de topmaand juli ter wereld kwam, wordt door de nabijgelegen dorpen al eeuwenlang met argusogen bekeken vanwege de adembenemend bloothartige wijze waarop de inwoners de werkelijkheid hanteerbaar weten te maken door haar zachtjes om te duwen of verbaal te strelen als was zij een harig kleinood. In deze barokke cocon van spitsvondigheid, hoe muf die ook rook, voelde Gummbah zich thuis alsof hij plompverloren in een warm bad geworpen was.
Het tekenen zat hem van meet af aan in het bloed en hij ontwikkelde zich in razend tempo tot een poignante buitenstaander die nog slechts via zijn prentjes communiceerde met een allengs wanhopiger wordende, zwetende omgeving. Onderwerpen als de schaduwzijde van verveling, dood, ziekte (eczeem), tijdrovende obsessies, de inwendige mens en overbodige huisdieren eisten langzaam maar zeker een hoofdrol op, hoe jong de kleine ‘graficus’ in al zijn twijfelachtige onschuld ook was. Niet dat het veel om het lijf had, dat jeugdwerk, nee, dat niet, maar het rijpingsproces was in gang gezet, en dat is ook wat waard.
Terwijl de ontwikkeling van pasgeboren patjakker tot voldragen kunstvrucht gewoon doorging, doorliep Gummbah met succes achtereenvolgens de School met de Bijbel, de mavo en de havo. Op negentienjarige leeftijd verliet hij zijn geboortedorp en schreef zich in aan de Tilburgse Academie voor Journalistiek. Een periode vol weemoedig uit het raam staren met een glas absinth in de knuisten en een tekenblok op de knieën nam een aanvang, in 1993 resulterend in de oprichting van het eenmanstijdschrift God. Een blad dat al snel de aandacht trok van Uitgeverij De Harmonie. In 1994 verscheen dan ook onvermijdelijk De verbaasde analfabeet, Gummbah’s eerste album, en debuteerde hij in HUMO met onnodig kritische cartoons over het wereldkampioenschap voetbal in de Verenigde Staten, op de voet gevolg door publicaties in de Volkskrant, Nieuwe Revu en een minuscuul aantal buitenlandse periodieken, waaronder Prospect en Titannic.
Toen hij in 1998, halfdronken gelegen naast een Spaans zwembad, de Bond tegen Humor in het leven riep, moe van de overdaad aan humor op de wereld, stonden Nederland en België gebroederlijk op de achterste benen. Humor bleek een heilig huisje, maar in het gezelschap van een trosje believers trok hij zo wulps ten strijde dat de bond een jaar later reeds met een gerust hart ten grave kon worden gedragen.
De vele Bond tegen Humor-lezingen in den lande smaakten echter naar meer en in 2000 beklom hij opnieuw de planken met een diapresentatie van onverschenen boeken. Op een graftoon leest hij fragmenten voor uit boeken als Kaas voor een hoerenjong, Borduren met gebalde vuisten, Een lelijke homo heeft geen reet aan zijn kont, Hengst aan het heelal, Romp met nergens armen en Onbegrijpelijke boswandelingen, die om uiteenlopende redenen nooit mochten of konden verschijnen. ‘Gummbah is ook in het theater op zijn plaats’, kopte de Volkskrant maar meteen en daar zit zonder meer een flinke kern van waarheid in.
Nog datzelfde jaar (2000 dus. Zie boven) besteeg hij tevens, geflankeerd door uit bijna alle poriën grootheid wasemenden sujetten als Hans Teeuwen en Pieter Bouwman, doodgemoedereerd het podium van Het Betty Asfalt Complex te Amsterdam. De optredens, steeds voor laaiend enthousiaste, halfgevulde zalen, trokken de aandacht van de VPRO , die de hele mikmak vanaf januari 2002 uitzond onder de alles-, maar tegelijk ook nietszeggende titel Poelmo, slaaf van het zuiden.
Uitgaven bij de Harmonie:
Cartoons
Hoe Eddie in balbezit kwam, 1997
De tijd vliegt slecht, 1998
Het Geheim van het Verdwenen Mysterie, 1999
Een kalfslederen onderbroek, 2001
Echte nachten stugge vachten, 2002
Neksnor, 2004
Daar gaat Fout Varken!, 2006
Op de camping, 2007
Meanwhile, between two eternities of darkness, 2008
Deirdre, 2010
Net niet verschenen boeken, 2010
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Exhibition Archive, Gummbah