Or see the index
Jef van Kempen
LAATSTE BEDRIJF
een keuze uit de gedichten 1962-2012
Jef van Kempen (1948) publiceerde poëzie en korte verhalen, biografische artikelen en essays, o.a. over Guido Gezelle, J.-K. Huysmans, Theo van Doesburg, Antony Kok, de Stijlbeweging en Walter Breedveld. Hij is ook (mede)samensteller van enkele literaire bloemlezingen. Daarnaast schreef hij voor boeken, kranten en tijdschriften vele artikelen over de Brabantse geschiedenis. De serie artikelen die hij voor het Brabants Dagblad schreef over de straat waar hij geboren is, werden gebundeld onder de titel: Onze Lieve Vrouw van de Veestraat en andere verhalen en in het boek: Het gevoel dat je hier thuishoort. Jef van Kempen is ook actief als (literair) vertaler. Daarnaast is hij redacteur van kempis.nl (een veel bezochte internationale poëziewebsite) en drie andere literaire websites.
De bundel bevat, naast gepubliceerde en ongepubliceerde gedichten, talrijke illustraties van Jef van Kempen uit dezelfde periode.
Ter gelegenheid van het verschijnen van deze bundel ontving Jef van Kempen op 16 december 2012 van burgemeester Peter Noordanus de grote zilveren legpenning van de gemeente Tilburg voor zijn verdiensten op het gebied van literatuur en cultuur.
Jef van Kempen
Laatste Bedrijf.
Een keuze uit de gedichten 1962-2012
Uitgeverij Art Brut
ISBN: 978-90-76326-06-1
68 pag. – 12,50 euro
Geïllustreerd, 24×15 cm
Gedichten en illustraties van Jef van Kempen
Vormgeving Michiel Leenaars
fleursdumal.nl magazine
More in: Jef van Kempen, Jef van Kempen Photos & Drawings, Kempen, Jef van
photo: Kevin Carter
laaste woorde aan Kevin Carter
o god van grond
my uur het gekom
my dae was minder as gras
drie jaar van honger en dors
verlatenheid alom
sy wat my gebaar het is geslag
hy wat my verwek het is gejag
bang dag in dag uit en elke nag
Anyanya
slang venyn
alles pyn
alles dof
o god van grond
ek eet gras en stof
u engel se wraak
sy laaste waak
Carina van der Walt
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, Carina van der Walt, FDM in Africa, Walt, Carina van der
Skulduggery. Oil on canvas, 150cm x 120cm
The art of Samuel Herbert
The art of Samuel Herbert is concerned with exploring what he describes as an ’empathetic moment’, whereby the viewer can make a connection with the people or scenes depicted in his paintings. His work confronts topics that have a resonating discomfort in contemporary British society, namely class and the inheritance of colonialism. Herbert has never sought to use these works as a platform for his own feelings on these issues but rather he makes paintings of images that exploit the gap between nostalgic recognition and revulsion at what is being depicted.
The Gallery. Oil on canvas, 210cm x 160cm, 2004
Herbert employs a painterly language that references traditional figurative painting and photographic appropriation. The paintings themselves are executed in a monochrome palette and applied using a variety of implements (including his fingers) on a prepared, uncannily flat, canvas surface. The resulting works are closer to drawing with paint than traditional painting and can resemble academic under paintings.
Arm Chair Heroes. Oil on canvas, 130cm x 120cm, 2003
Previous motifs have included fox hunting, private members’ clubs and various scenes from the British Empire. More recent work has sought to explore the appropriation of tribal art by early 20th century modernism. In these newer works Herbert has attempted to remove as many of the signifiers revealing the cultural origin of the source imagery as possible so as to raise questions in the audience’s mind as to the context and background of the figures depicted in his art. This removal of context is not a strategy for denying or obscuring the value of the cultural source but rather to open up a space for an audience to engage with a broader range of issues regarding identity, appropriation and empathy with the other.
Powerhouse. Oil on canvas, 150cm x 120cm, 2008
© paintings samuel herbert
fleursdumal.nl magazine
More in: FDM in London, Samuel Herbert
Hans Hermans Natuurdagboek november 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Hans Hermans Photos
Vincent Berquez
My son, the disco dancer
He flicks movements in squealing happiness
and turns and falls over, laughs and squeaks,
squawks, stands and sits and strains and rolls,
and moves his little baby legs accidentally
as he leans into his bouncy, bendy self.
My infant son, the disco dancing prancer
parades and shifts his squidgy frame frantically
like a jaunty spring-loaded jittery jumping bean
and lands on his bum again.
And his happy head swigs the air and eyes dart
around his spinning frame, as he jigs for joy
and bounds, fly-falling onto his rump again,
quickly bouncing to stomp the beat of sound
looking up to me he demands more music.
22.01.11
vincent berquez poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, DANCE & PERFORMANCE, Vincent Berquez
J.A. Woolf: Making memories (#31)
kempis.nl poetry magazine 2012
More in: FLUXUS LEGACY, J.A. Woolf, Visual & Concrete Poetry, ZERO art
Kunstenaar Moniek Toebosch
(1948-2012) overleden
Zaterdag 24 november 2012 overleed Moniek Toebosch, een belangrijk Nederlands kunstenaar. Moniek Toebosch genoot in de Nederlandse kunstwereld sinds eind jaren zestig grote erkenning voor haar performances, acties, beelden en televisie-optredens.
Ondanks het feit dat ze een overtuigd niet-rookster was, werd in 2008 longkanker vastgesteld. De artsen hadden haar nog drie maanden gegeven, maar het werden vier jaar. Tenslotte was het toch de dood die won, die ‘achterbakse zwartwerker zonder vergunning’ zoals ze hem in het gedicht ‘applaus’ omschreef.
Moniek Toebosch, dochter van componist Louis Toebosch, werd in 1948 in Breda geboren. Ze studeerde zang en gitaar aan het Brabants conservatorium in Tilburg maar stapte halverwege over naar de opleiding mode aan Sint Joost Akademie in Breda. Daar ontmoette ze de experimentele filmmaker Frans Zwartjes die met haar verschillende films maakte.
Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig volgde grotere bekendheid door verschillende radioprogramma’s en televisie-optredens. Later startte ze als kunstdocent aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam en de AKI in Enschede. Bij een breed publiek werd Toebosch vooral bekend door haar ‘Engelenzender’, een radiostation waar de automobilist op de dijk tussen Enkhuizen-Lelystad van 1994 tot en met 2000 op af kon stemmen.
In 2008 werd Toebosch directeur van de postacademische theateropleiding Dasarts in Amsterdam totdat ze door haar ziekte gedwongen werd te stoppen. Moniek Toebosch maakte de afgelopen jaren nog een film (de Strijkrol, 2010) en acteerde in een werk van Fiona Tan.
fleursdumal.nl magazine
More in: Exhibition Archive, In Memoriam
Vincent Berquez
Forgiveness
In the darkness my son is the object.
In his sleep we ponder ourselves
and glimpse eternity,
his communicating will go
further than we shall ever travel.
In this great silence he is monumental
and we see the future beyond ourselves.
Asleep there are always hidden secrets
from the banality of our self-importance
that only he can deconstruct and give meaning to.
We ask who we are. But he cannot answer yet.
It will be a wonderment to hear his voice,
will he understand as we become different with time,
will he forgive us if forgiveness is necessary?
13.12.10
vincent berquez poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Berquez, Vincent, Vincent Berquez
Hans Hermans Natuurdagboek oktober 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Hans Hermans Photos
Photo’s : Ton van Kempen 2012
Dutch landscapes
kempis.nl poetry magazine
More in: Dutch Landscapes, Ton van Kempen Photos
Victor Hugo
(1802-1885)
Voeu
Si j’étais la feuille que roule
L’aile tournoyante du vent,
Qui flotte sur l’eau qui s’écoule,
Et qu’on suit de l’oeil en rêvant ;
Je me livrerais, fraîche encore,
De la branche me détachant,
Au zéphyr qui souffle à l’aurore,
Au ruisseau qui vient du couchant.
Plus loin que le fleuve, qui gronde,
Plus loin que les vastes forêts,
Plus loin que la gorge profonde,
Je fuirais, je courrais, j’irais !
Plus loin que l’antre de la louve,
Plus loin que le bois des ramiers,
Plus loin que la plaine où l’on trouve
Une fontaine et trois palmiers ;
Par delà ces rocs qui répandent
L’orage en torrent dans les blés,
Par delà ce lac morne, où pendent
Tant de buissons échevelés ;
Plus loin que les terres arides
Du chef maure au large ataghan,
Dont le front pâle a plus de rides
Que la mer un jour d’ouragan.
Je franchirais comme la flèche
L’étang d’Arta, mouvant miroir,
Et le mont dont la cime empêche
Corinthe et Mykos de se voir.
Comme par un charme attirée,
Je m’arrêterais au matin
Sur Mykos, la ville carrée,
La ville aux coupoles d’étain.
J’irais chez la fille du prêtre,
Chez la blanche fille à l’oeil noir,
Qui le jour chante à sa fenêtre,
Et joue à sa porte le soir.
Enfin, pauvre feuille envolée,
Je viendrais, au gré de mes voeux,
Me poser sur son front, mêlée
Aux boucles de ses blonds cheveux ;
Comme une perruche au pied leste
Dans le blé jaune, ou bien encor
Comme, dans un jardin céleste,
Un fruit vert sur un arbre d’or.
Et là, sur sa tête qui penche,
Je serais, fût-ce peu d’instants,
Plus fière que l’aigrette blanche
Au front étoilé des sultans.
uit: Victor Hugo, Les orientales
Hans Hermans Natuurdagboek september 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Hans Hermans Photos, Hugo, Victor, Victor Hugo
Een mooie Cultuurnacht in Tilburg
Natuurlijk heb ik op zaterdag 27 oktober niet alle 70 acts bezocht, net zo min als alle 50 locaties waar wat te doen was. Hooguit 10 procent heb ik gezien (en gehoord) en dat was wat mij betreft al genoeg om te spreken van een mooie Tilburgse Cultuurnacht. ‘s Middags zag ik al iets van de voorbereidingen op het zonovergoten Willemsplein waar vreemde grote rode vogels startklaar hingen en waar sierlijke meisjes met donkere vlerken paradeerden op hoge stelten.
Maar het begon natuurlijk pas echt na het vallen van de duisternis. Dansgezelschap T.R.A.S.H. zorgde met een aantal skaters voor een merkwaardige openingsact in de Hall of Fame in de Spoorzone. Op een steenworp afstand gaf De Kwekerij Theaterproducties een preview van het project ‘De Fluisterende Stad’. En toen daarna gekozen moest worden uit diverse vervolgroutes viel de keuze op de Lange Nieuwstraat en directe omgeving.
Maskers
In de voormalige kapel van de Clarissen speelde Projekt Rakija, dit jaar op het Gipsyfestival winnaar van de BalkanBlues Contest. “Als nu de zusters uit hun graf zouden kunnen oprijzen en hun kapel zouden betreden”, dacht ik. “Ze zouden van schrik voor de tweede maal sterven.” Hoe anders was de sfeer in de voormalige Tarcisiusschool, beter bekend als ateliercomplex Superstedeke. Bij de ingang van het deels verduisterde gebouw kreeg men een soort mijnwerkerslamp om daarmee op ontdekkingsreis te gaan. Nooit zoveel Afrikaanse maskers en beeldjes bij elkaar gezien als bij Paul Bogaers – het deed me denken aan het helaas verdwenen Missiemuseum dat Tilburg ooit rijk was.
Varkens
Na een tijdje geluisterd te hebben naar de Tilburgse stadsdichter Esther Porcelijn vervolgden we onze weg in de Nieuwlandstraat. Die vierde als het ware zijn eigen Cultuurnacht met de meest uiteenlopende voorstellingen, performances en miniconcertjes in winkels en bij de bewoners thuis. Om een kleine, licht chauvinistische greep te doen: in Luycks Gallery zong Veronika Eijkens chansons van onder anderen George Brassens en eigen repertoire, bij Kees de slager stond een hoop volk zich voor de etalage te vergapen, kijkend naar een spiernaakte man in de koeling en bij banketbakker Van Vlerken (een stukje de Heuvelstraat in) zorgde Fardou Keuning voor een mooi tableau vivant van een rijkelijk bedeelde vrouw die de borst gaf aan haar poppenkinderen. Laatstgenoemde performances maakten deel uit van het kunstproject ‘mEAting varkenslab’ – net zoals, vermoed ik, de varkens die we op weg naar jazzpodium Paradox tegenkwamen in de Tuinstraat (nog wel in het pand waar vroeger het weekblad ‘Roomsch Leven’ zat).
Bguti
In Paradox vond wat mij betreft – mijn zus daargelaten natuurlijk – het hoogtepunt van de Cultuurnacht plaats. Hier trad de geweldige Nijmeegse bassist Pieter Douma met zijn Bguti Orchestra op. Een schitterende groep, 9 man en 1 vrouw sterk, met virtuozen als Wolter Wierbos, Morris Kliphuis en Michiel Braam.
Zo vitaal en aanstekelijk als Douma en de zijnen speelden, zo bedacht klonk daarna het gitaarspel van het Tilburgse gelegenheidskwartet 4 x 6, bestaande uit Bram Stadhouders, Jacq Palinckx, Aart Strootman en Frank Crijns.
En toen werd het tijd om door de middernachtelijke koude naar het Willemsplein te gaan voor de slotact. Veel spektakel met prehistorische monsters, donkere wezens op stelten, een wreed ogende heerseres, roodglanzende reuzevogels en een soort koningin die zich op een wereldbol weg liet voeren naar de duisternis van de nacht.
Joep Eijkens photos & text
fleursdumal.nl magazine
More in: Joep Eijkens Photos
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature