Or see the index
BERLIN
KREUZBERG – KOTTI
Nachrichten aus Berlin
Unser Korrespondent Anton K. berichtet
Kreuzberg – Kottbusser Tor (Kotti)
fleursdumal.nl
More in: Nachrichten aus Berlin
Van Abbemuseum
Eindhoven
Be(com)ing Dutch
The exhibition
24/05 – 14/09/2008
What defines the Dutch identity?
How did we become what we are?
These topical and pressing questions are playing
on many people’s minds.
Potential answers are to be found at the
Be(com)ing Dutch exhibition, a dynamic programme
that is being staged at the Van Abbemuseum and
elsewhere in Eindhoven throughout the summer.
More than 35 Dutch and international artists,
20 of whom created new work especially for the
event, respond to the question of what it means
to live in the Netherlands.
Van Abbemuseum Eindhoven
Be(com)ing Dutch
The exhibition
24/05 – 14/09/2008
Photo: Vanabbemuseum Eindhoven
fleursdumal.nl magazine
More in: FDM Art Gallery
Poets’ Corner 2
Westminster Abbey London
Kemp=Mag in London:
Poets’ Corner 2
Westminster Abbey London
More in: FDM in London, Galerie des Morts
Poets’ Corner 1
Westminster Abbey London
Kemp=Mag in London
Poets’ Corner 1
Westminster Abbey London 2008
to be continued
More in: FDM in London, Galerie des Morts
Wache gegen Faschismus – Skulptur Käthe Kollwitz
NACHRICHTEN AUS BERLIN
Unser Korrespondent Anton K. berichtet:
N I E W I E D E R
‘Dort wo man Bücher verbrennt,
verbrennt man auch am Ende Menschen’
(Heinrich Heine)
Checkpoint Charlie
Bernauerstrasse
Bebelplatz: Wo Bücher brennen
Zimmerstrasse
Torstrasse
Jüdischer Friedhof Berlin-Weißensee
Sachsenhausen – Oranienburg
Wache gegen Faschismus Skulptur Käthe Kollwitz
fleursdumal.nl magazine
More in: Anton K. Photos & Observations, Nachrichten aus Berlin, WAR & PEACE
Harrie Janssens Photos
B o o k s 3
Boeken rond het paleis Tilburg 1998-2007
Harrie Janssens: Books 3
Boeken rond het paleis Tilburg 1998-2007
© h Janssens
fleursdumal.nl magazine
More in: BOOKS. The final chapter?, Harrie Janssens Photos, The Art of Reading
Nachrichten aus Berlin: unser Korrespondent Anton K. berichtet
fleursdumal.nl
More in: - Book Lovers, Nachrichten aus Berlin, The Art of Reading
Berlin / Kreuzberg
1. Mai 2008
Nachrichten aus Berlin:
unser Korrespondent Anton K. berichtet
Lesen in Berlin 2
fleursdumal.nl
More in: MUSEUM OF PUBLIC PROTEST, Nachrichten aus Berlin, The Art of Reading
Kurt Schwitters en de kunst van het toeval
ANNA BLUME HEEFT EEN VOGEL
door Jef van Kempen
Het jaar 2000 wordt het jaar van De Stijl. De roemruchte groep kunstenaars wordt onder meer herdacht met exposities. Het Brabants Dagblad wijdt er een serie aan. Toen Kurt Schwitters in 1936, tijdens een bijeenkomst van kunstenaars, om zijn mening werd gevraagd over twee nieuwe portretten van Hitler en Goebbels, betrad hij het podium, hield de schilderijen omhoog en zei: „Wat zullen we doen? Zullen we ze ophangen of tegen de muur zetten?” Kurt Schwitters: een Duitser met gevoel voor humor.
In zijn huis in Hannover werkte Kurt Schwitters (1887-1948) bijna twintig jaar lang aan zijn Merzbau, een van de meest oorspronkelijke kunstwerken uit de geschiedenis van de avant-garde. Van de kelder tot de zolder verbouwde hij zijn huis tot één grote collage van afvalmaterialen. Voor Schwitters, die zich verwant voelde aan de dadaïsten, gold ‘het toeval’ als voornaamste bron voor zijn kunst. Van de dingen die hij op straat vond, knipte, plakte, schilderde en timmerde hij collages, schilderijen en constructies, die hij allemaal het predikaat Merz-kunst gaf. Het begrip Merz ontstond toen bij het verknippen van het woord Kommerzbank alleen het woord Merz overbleef.
Ook in het literaire werk van Kurt Schwitters speelt het toeval een grote rol. Op een van zijn zwerftochten, op zoek naar bruikbaar afvalmateriaal, zag hij een door een kind op een muur geschreven tekst: ‘Anna Blume heeft een vogel’. Die tekst heeft in de Duitse taal een dubbele bodem en kan ook betekenen: ‘Anna Blume is gek’. Schwitters zou Anna Blume onsterfelijk maken met zijn ironische liefdesverklaring aan een onbekende vrouw. In 1919 werd zijn gedicht An Anna Blume voor het eerst gepubliceerd. Het is een van de meest onzinnige en tegelijkertijd een van de mooiste liefdesgedichten uit de Duitse literatuur.
Blauw is de kleur van jouw gele haren,
Rood is de kleur van jouw groene vogel.
Jij onopvallend meisje in je alledaagse kleren,
Jij lief groen dier, ik hou van jou!
In september 1922 organiseerden Theo en Nelly van Doesburg in Weimar een dadaïstische voorstelling waaraan ook Hans Arp, Tristan Tzara en Kurt Schwitters deelnamen. Vanwege het grote succes zou de voorstelling worden herhaald in Jena en Hannover en werden er plannen gemaakt voor een serie optredens in Nederland. Uiteindelijk zou alleen Kurt Schwitters de reis naar Nederland maken. In januari en februari 1923 werden er een hele reeks dada-avonden gehouden, voornamelijk in het westen van het land. Uitzonderingen waren de voorstellingen in Den Bosch en Tilburg op 25 en 27 januari. Aan het begin van de dada-veldtocht, zoals de reeks dada-avonden later zou worden genoemd, schreef Van Doesburg aan Antony Kok: „De dada avonden zijn reusachtig. (…) In Haarlem, waar we Donderdagavond waren, zijn de menschen door de politie uiteengejaagd’.
De voorstellingen, die konden rekenen op grote publieke belangstelling, verliepen, zoals ook voor een deel gepland, volkomen chaotisch. Van Doesburg begon met het op serieuze toon voorlezen van zijn manifest: Wat is dada?, daarbij voortdurend onderbroken door Schwitters, die vanuit de zaal allerlei dierengeluiden nabootste. Schwitters droeg zelf An Anna Blume voor en een aantal -voor het publiek soms totaal onbegrijpelijke- klank- en cijfergedichten. Nelly van Doesburg zorgde voor enkele muzikale intermezzo’s op de piano. Bij sommige dadavoorstellingen was het tumult zo groot, dat de kranten er ruim aandacht aan besteedden: „De zaal buldert van den lach. Schwitters kan bijna niet verder, maar houdt vol. (…) Hij is onverstoorbaar. Het publiek brult, blaast, gilt, maakt allerlei geluiden, een fluitje komt boven alles uit.”
Het succes van de sympathieke Schwitters stimuleerde Antony Kok tot het schrijven van enkele dadaïstische gedichten. Vanaf 1921 had Schwitters bijdragen geleverd aan De Stijl en de kontakten met de Duitse abonnees verzorgd. Op zijn beurt zou hij een speciaal nummer van zijn eigen tijdschrift Merz wijden aan het dadaïsme in Holland, met bijdragen van Van Doesburg en Kok.
Kurt Schwitters was er de man niet naar om een blad voor de mond te nemen, ook niet bij de opkomst van het nationaal-socialisme. Legendarisch zijn de verhalen over zijn persoonlijke verzet tegen de nieuwe machthebbers. Tijdens een van zijn optredens nodigde hij het publiek uit om een door hem meegebrachte foto van Hitler te bespugen in plaats van te applaudisseren. In 1936 werd een van zijn schilderijen door de nazi’s geëxposeerd op een tentoonstelling van ‘Entartete Kunst’ en gekwalificeerd als ‘volkomen krankzinnig’. Schwitters trok zich steeds meer terug om te werken aan zijn Merzbau. In 1937 vluchtte hij naar Noorwegen. Zijn vrouw Helma bleef in Hannover achter. Totaal ontredderd schreef hij: „Alles bij elkaar is het leven zo afgrijselijk, dat je beter nooit geboren had kunnen zijn”.
Bij de inval van de Duitsers in Noorwegen, in juni 1940, vluchtte hij opnieuw voor zijn landgenoten, nu naar Engeland. In december 1944 bereikte Schwitters voor het eerst sinds jaren weer nieuws uit Hannover. Zijn vrouw was tijdens een bombardement omgekomen, zijn huis en zijn Merzbau waren vernietigd. Hij zou nooit meer terugkeren naar ‘het land van de waanzin’.
Kurt Schwitters moet nog vaak hebben teruggedacht aan de tijd van zijn vriendschap met Theo van Doesburg. In 1947, een jaar voor zijn dood, schreef hij aan Nelly van Doesburg: „Ik leef nog steeds in die tijd en heb mij niet verder ontwikkeld, omdat ik denk dat tóen onze beste tijd was”.
(Brabants Dagblad, 27 augustus 1999)
6 Portraits: Theo van Doesburg, Antony Kok, Piet Mondriaan,
Kurt Schwitters, Lena Milius & Nelly van Moorsel
by Jef van Kempen
Published in: Het Brabants Dagblad, 1999-2000
More in: #Archive A-Z Sound Poetry, Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Jef van Kempen, Kurt Schwitters, Kurt Schwitters, Schwitters, Kurt
Piet Mondriaan schilder van de rechte lijn
IK HEB VOOR NIETS ANDERS GELEERD
door Jef van Kempen
Toen Mondriaan in september 1938 van Parijs naar Londen vertrok, uit angst voor de naderende nazibendes, bestond zijn hele bezit uit niet meer dan een paar onvoltooide schilderijen en een koffer met oude grammofoonplaten. Zestig jaar later zou zijn schilderij Victory Boogie Woogie door de Nederlandse overheid worden aangekocht voor tachtig miljoen gulden, tweemaal de prijs van een Rembrandt.
In 1909 sloot Piet Mondriaan (1872-1944) zich aan bij de Nederlandse Theosofische Vereniging. Dat betekende een breuk met het orthodox gereformeerd milieu, waarin hij was opgegroeid. De theosofische leer van Madame Blavatsky en Rudolf Steiner zouden van grote invloed zijn op de ontwikkeling van zijn denken. Toen hij zich in 1911 in Parijs vestigde, had Mondriaan in Nederland al een zekere reputatie als schilder van de avant-garde.
Bij hun eerste ontmoeting in 1916 raakte Theo van Doesburg danig onder de indruk van de ideeën en het werk van de elf jaar oudere Mondriaan, wiens pogingen om in de beeldende kunst iedere verwijzing naar de natuur los te laten en te streven naar de absolute abstractie, uitstekend aansloten bij Van Doesburgs eigen opvattingen. Vol bewondering schreef hij dan ook aan zijn vriend de Tilburgse dichter Antony Kok: „Mondriaan past dit toe door voor de uitdrukking van zijn ontroeringen de twee zuiverste vormen te nemen d.i. de horizontale en verticale lijn”.
Op verzoek van Theo van Doesburg trad Piet Mondriaan toe tot de groep van kunstenaars, die in 1917 het tijdschrift De Stijl zouden oprichten. In De Stijl kon Mondriaan zijn ideeën over de absolute abstractie, die hij samenvatte onder de naam ‘neoplasticisme’, ventileren. De geschiedenis van De Stijl wordt gekenmerkt door grote onderlinge conflicten en wisselende sympathieën. Er is veel geschreven over de ideologische verschillen tussen de verschillende leden van de Stijlgroep.
Maar bij Mondriaan en Van Doesburg is beslist ook sprake van een controverse tussen twee mannen, die in alle opzichten elkaars tegenpolen waren: de houterige kluizenaar Piet Mondriaan en de luidruchtige levenskunstenaar Theo van Doesburg. In 1925 kwam het tot een breuk tussen beide kunstenaars, die vier jaar zou duren. „De Stijlgroep d.i. zeer zeker ook Mondriaan en Van Doesburg, maar méér Van Doesburg dan Mondriaan, wijl deze laatste door theosofische beperking geestelijk achterstallig gebleven is” schreef Van Doesburg aan architect J.J.P. Oud. Aanleiding tot de breuk was Van Doesburgs opvatting dat er ruimte moest zijn voor het gebruik van de diagonaal in de schilderkunst. Enkele jaren eerder had Mondriaan in een brief aan Kok nog blijk gegeven Van Doesburgs interpretatie van het neoplasticisme te kunnen billijken: „Ik begrijp dat hij de Neo-Plastische idee heel ruim moet stellen want aan de consequentie wil nog bijna niemand”. Maar in 1925 vond Piet Mondriaan de maat vol: iedere inbreuk op zijn neoplasticisme was voortaan onbespreekbaar.
Voor Piet Mondriaan betekende de keuze voor zijn kunst tevens een veroordeling tot een armzalig bestaan. In 1921 was zijn financiële nood zo hoog dat Van Doesburg zich geroepen voelde om te bemiddelen bij de verkoop van een schilderij aan Antony Kok. „Ik schreef aan Piet dat je het stuk voor f 150,- wilde kopen maar dat zelf liever niet schreef. Hij schrijft mij terug dat je het voor 800 francs hebben mag. Ik weet niet hoe de koers is, maar ik geloof dat het niet zoo heel veel scheelt met jouw bod. Spring echter niet boven je hoofd kerel, als het niet kan dan zal ik wel weer mijn best doen voor Piet bij iemand die het beter kan doen.” In de loop van de jaren kocht Antony Kok vier schilderijen van Piet Mondriaan. De betaling geschiedde in termijnen, het liefst in de winter want dan was de nood het hoogst. Tussen Kok en Mondriaan ontstond een vriendschap die, ondanks Mondriaans meningsverschillen met Van Doesburg, stand zou houden. „Ik had veel liever dat ‘t buiten kunst was zooals jij werk hebt dat betaalt buiten kunst. Maar ik heb voor niets anders geleerd.” bekende Mondriaan aan de Tilburgse spoorwegbeambte „Prettig jou, al is ‘t dan ver weg, te hebben met je zuivere kijk en artiste-zijn.”
In oktober 1940 emigreerde Piet Mondriaan op uitnodiging van een aantal Amerikaanse kunstvrienden van Londen naar New York. In Amerika zou zijn kunst nieuwe impulsen krijgen, die resulteerden in schilderijen als Broadway Boogie Woogie en Victory Boogie Woogie. Op 1 februari 1944 stierf hij aan een longontsteking.
Na de Tweede Wereldoorlog stegen de prijzen van Mondriaans schilderijen, vooral onder invloed van Amerikaanse kunsthandelaren die de Europese markt afstroopten, tot astronomische hoogte. Met als absolute uitschieter de verkoop in 1998 van Victory Boogie Woogie voor tachtig miljoen. Architect Oud ergerde zich al in het begin van de jaren zestig aan de jacht op Mondriaans schilderijen. Een Amerikaanse bezoeker had hem eens uitgelegd dat een schilderij van Mondriaan stamde uit: „his most expensive period”. Oud bracht fijntjes in herinnering dat Mondriaan geen ‘expensive period’ had gekend; alleen maar levenslange armoede.
(Brabants Dagblad, 2 augustus 1999)
6 Portraits: Theo van Doesburg, Antony Kok, Piet Mondriaan,
Kurt Schwitters, Lena Milius & Nelly van Moorsel
by Jef van Kempen
Published in: Het Brabants Dagblad, 1999-2000.
More in: Essays about Van Doesburg, Kok, Mondriaan, Schwitters, Milius & Van Moorsel, Jef van Kempen, Piet Mondriaan
Harrie Janssens:
B o o k s 2
Boeken rond het paleis Tilburg 1998-2007
Harrie Janssens: Boeken 2
Boeken rond het paleis Tilburg 1998-2007
© h janssens
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, Harrie Janssens Photos, The Art of Reading
Joep Eijkens Photos: S t r a n g e p l a c e s 2
© j eijkens
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Dutch Landscapes, Joep Eijkens Photos
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature