Or see the index
Luycks Gallery Tilburg
de kunst van het weghalen
13 juni 2010 tm 10 juli 2010
Vincent Dams
Marcel Dingemanse
Ivo van Leeuwen
Annette Paulsen
Goof Salimans
De overeenkomst tussen Vincent Dams, Marcel Dingemanse, Ivo van Leeuwen, Annette Paulsen en Goof Salimans is dat zij allen kunst creëren door iets weg te halen. Goof Salimans bedient zich van de bewerkelijke techniek van het scraperboard: door weg te schrapen en weg te krassen komen zijn fantasmagorische beelden tot stand. Iets dergelijks geldt voor Vincent Dams, die zijn voorstellingen oproept door verflagen letterlijk weg te schuren. Annette Paulsen maakt bij haar monotypes gebruik van de ‘verloren vorm’, terwijl Ivo van Leeuwen in zijn lino’s op virtuoze wijze de guts hanteert. Uitzonderlijk is de wijze waarop Marcel Dingemanse de pinhole-techniek gebruikt om een reeks portretten van beruchte sekteleiders te maken. Door in hoog tempo delen van een wit doek weg te schilderen terwijl de camera obscura daarop gericht staat, ontstaan fascinerende foto’s.
fleursdumal.nl magazine
More in: Ivo van Leeuwen
Lino: Ivo van Leeuwen
D a n i i l K h a r m s
(1905-1942)
fleursdumal.nl magazine
More in: Ivo van Leeuwen, Kharms (Charms), Daniil
Ivo van Leeuwen:
Portrait of Albert Camus
(1913-1960)
fleursdumal.nl magazine: gallery of poets’ portraits
lino © ivo van leeuwen
More in: Ivo van Leeuwen, Poets' Portraits
Ivo van Leeuwen:
Portrait of Antony Kok (1882-1969)
fleursdumal.nl magazine – gallery of poets’ portraits
lino © ivo van leeuwen
More in: Antony Kok, Ivo van Leeuwen, Poets' Portraits
Ivo van Leeuwen: Portrait of Daniil Kharms (1905-1942)
gallery of poets’ portraits: lino © ivo van leeuwen
fleursdumal.nl magazine
More in: Ivo van Leeuwen, Kharms (Charms), Daniil, Poets' Portraits
Ivo van Leeuwen:
Portrait of Samuel Beckett
(1906-1989)
fleursdumal.nl magazine – gallery of poets’ portraits
lino © ivo van leeuwen
More in: Ivo van Leeuwen, Poets' Portraits, Samuel Beckett
J A C E v a n d e V e n
N i c k J. S w a r t h
F r a n k v a n P a m e l e n
C e e s v a n R a a k
Gallery of Poets’ Portraits
Paintings Ivo van Leeuwen
Stadsdichters Tilburg / Poets of the city of Tilburg
JACE van de Ven (2003-2005)
Nick J. Swarth (2005-2007)
Frank van Pamelen (2007-2009)
Cees van Raak (2009-2011)
fleursdumal.nlmagazine
© Ivo van Leeuwen
More in: City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, Poets' Portraits
Eerste bericht
Zo zullen geen zoete rijmpjes bakken, noch zal
klinken lang-zal-hij-leven-veel-zal-zij-geven.
Wel dient getuchtigd eenieder die te vroeg aan
zijn klokkenspel hangt, wel zal iedere wethakker
milieugesust gespietst, wel de koe bij de horens.
Zo is niets tilburgs mij vreemd, ik besef
poëtisch correct dat de stad een sprookje vol
lusten en lasten, met donkere steegjes, met
malloten, met meisjes, met verhalen, met kunsten,
met bruggen te slaan met woorden die spelevaren.
Zo waad ik stadsdichter door vandaag en gister,
laat stenen vertellen, straten verdichten.
Zo sta ik op een zeepkist vol vreugde en
verdriet, volmonds en dronken, want de stad
is mijn woord, mijn brood, mijn wijn, mijn vrouw.
Cees van Raak
Vierde stadsdichter Tilburg, 2009-2011
P a i n t i n g I v o v a n L e e u w e n
© painting Ivo van Leeuwen / poem Cees van Raak
More in: City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, Raak, Cees van
FRANK VAN PAMELEN
v i e r g e d i c h t e n
S p i t s e n
Ze vormden altijd twee vertrouwde gidsen
De spitsen
Van vijfsprong naar het centrum op de fiets
Je kon ze in de zomerzon zien flitsen
De spitsen
Nu zie je in de Tuinstraat vrijwel niets
Op weg van Jack’s naar PickAlily schort er
Nog weinig aan de beide fenomenen
Maar dan worden de bakens nota bene
Ter hoogte van de Langestraat steeds korter
Totdat ze bijna weggezonken zijn
In heel dat nieuwe Pieter Vreedeplein
Het waren nooit echt van die hele blitse
De spitsen
Die horen bij de Heuvel en de kerk
Maar toch: ik adoreer ze en aanbid ze
De spitsen
Hoewel ik vrijwel niets meer van ze merk
Nog even wordt er één teruggevonden
Al rijdend langs Antonius z’n straat
Totdat ook deze kansloos ondergaat
In Tilburgs nieuwste grijsbetonnen zonde
Vanaf de fiets schuilt er nog veel venijn
In heel dat nieuwe Pieter Vreedeplein
I n e v e r
I never recalled
A when or a how
Til now
I never remembered
A where or a who
Til you
And I never saw
The future so clear
Til here
Cos I never went
So completely berzerk
Til burg
O n g e l o o f
Je kunt nu langs de hele Noordpool varen
Er is een man die over water loopt
En Maître Paul gebak kun je bewaren
Tot minstens twee jaar nadat je het koopt
Er zijn wel duizend miersoorten bekend
Een scharrelkip legt elke dag een eitje
Amerika dat krijgt zijn eerste zwarte president
En Willem II staat in het linkerrijtje
Er passen duizend foto’s op een stickje
Er was een grote knal aan het begin
En een gewoon gemiddeld colablikje
Daar zitten veertien suikerklontjes in
Een valk vliegt als een racewagen zo hard
En witte kool wordt zuurkool na een tijdje
De rijkste man ter wereld heeft zo’n zeventig miljard
En Willem II staat in het linkerrijtje
Soms gaat het mijn verstand al ver te boven
Het horen van zo’n onwaarschijnlijk feitje
Maar nu kan ik mijn oren helemaal niet meer geloven
Want Willem II staat in het linkerrijtje
D r a a i e n
Draaien, denkt ze, draaien, draaien
Op de kermis in het rond
Draaien gaat ze, draaien, draaien
Met haar ogen en haar kont
Draaien met haar naveltruitje
In de Breakdance en dan vlug
Met een jongen tongen draaien
En weer naar de Kets terug
Draaien, denkt hij, draaien, draaien
Draaien met een lekker ding
Draaien wil hij met haar, draaien
Draaien in de Efteling
Even draaien in de Droomvlucht
En dan rondjes van formaat
Onder Vogel Rokjes draaien
Tot hij weer naar Tilburg gaat
En dan ergens halverwege
Pythonrit en Heuvelring
Komen ze elkaar weer tegen
Bij het Huis van Körmeling
Waar ze voortaan verder draaien
Eeuwig samen, eeuwig speels
Kunst zet heel wat in beweging
Kunst zet liefdes op de rails
Frank van Pamelen: Vier gedichten
Het zijn er dertien. Natuurlijk. Want Tilburg
P a i n t i n g : I v o v a n L e e u w e n
Frank van Pamelen: Poet of the city of Tilburg 2007-2009
© F. van Pamelen & I. van Leeuwen
fleursdumal.nl magazine
More in: City Poets / Stadsdichters, Frank van Pamelen, Ivo van Leeuwen, LIGHT VERSE
J A C E V A N D E V E N
t w e e g e d i c h t e n
D e C i t y r i n g
In, spring, de cityring
Gò toch òn de kaant man
Tingelingeling
Wè kunde hier toch lekker rondjes rije
Op asfaltweege die de stad dörsnije
In, spring de cityring
Gò toch òn de kaant man
Tingelingeling
En waor ge mar wilt in files staon
Hè daor, stao ik naa veur of aachteraon?
Fast food, zoet, den autostoet
Ze zitte-n-in de waoge
En ze doen toettoet
En om honderd meter wijer te geraoke
Zumme nog mar es wè kilometers maoke
Dus Mat, start oewe squad
Mar zörg dègge nie slipt
Op de spiers van de qat
In, spring de cityring
Gò toch òn de kaant man
Tingelingeling
In, spring de cityring
Gò toch òn de kaant man
Tingelingeling….
Negentiende etappe Tour de France 1965
Van Briancon naar Aix-les-Bains, Cees Haast en Jimenez
Liggen minuten los, Cees kan vlakbij Gimondi komen
Voorbij Poupou, misschien straks tweede in het klassement
De aardbeiplukkers in West-Brabant hebben hun transistors
Op Tour de France afgestemd. Bij ieder zuchtje wind
Trilt spanning in de aardbeiblaadjes. Dan stokt hen de adem!
Jimenez demarreert! Verdoemd! Maar Cees blijkt bij de les
Springt uit zijn zadel, zwoegt in Jimenez zijn spoor. Hij schakelt
Maar in de haast te wild en knarsend slaat zijn ketting door
Zijn rechtervoet schiet uit de toeclip en, klap, daar gaat hij!
Een plukker op het veld knijpt onbewust een aardbei fijn
Hij drukt zijn radio haast in zijn oor: ‘Cees bloeit’, gilt hij
‘Als een rund, zijn stuur steekt in zijn lijf, Verdoeme nog!’
In Frankrijk plakt de tourdokter verband op Haast zijn been
Dat trilt, dat verder wil, dat zich over het zadel slingert, trapt!
Dat godverdoeme trapt en trappen zal om alles in te halen.
Maar met het bloed zijn kracht is weggevloeid. En daar is pijn,
Dan kou, intense kou, het gaat niet meer, hij stopt, hij huilt.
Vanuit zijn buik een vreemd gevoel opstijgt, zó’n diep verdriet…
De aardbeiplukker likt de aardbeisappen van zijn handen
Terwijl ver weg een maat Cees troostend in zijn armen sluit
Terwijl de Pel hard vloekt en dan alleen nog maar kan zuchten
Terwijl het aardbeisap naar asfalt smaakt en bloed en zweet
En straks de rondemiss een ander dan Cees Haast zal kussen.
Painting: Ivo van Leeuwen
Jace van de Ven: Poet of the city of Tilburg 2003-2005
© Jace van de Ven & Ivo van Leeuwen
KEMP=MAG poetry magazine
More in: City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, Ven, Jace van de
N I C K J. S W A R T H
drie gedichten
luizig lenteliedje
Langs de ringbanen gaan de luiken open.
Hoera, er loopt weer tuig over straat.
Naar buiten met de hond, tijd om te lijnen.
Ik wil dat dit lied klinkt als een generaal pardon,
een hoera voor ‘skaeve huse’ en nieuwe pleinen,
voor sneeuwklok, hazelaar en gladiool.
Hoera voor nota en bestemmingsplan.
Hoera voor vuile handen maken, van de hoogste
verdieping naar beneden braken.
Leve de architect, leve de doorgewinterde bouwer
en de planoloog.
Stort je zaad in X-burgs aarde, klaar het karwei
dat niemand klaarde.
Zet de oudjes op de bus, gratis duurt het langst.
Hoera voor bange burgers, voor de eitjes van de
angst,
voor terroristen, trekvogels en opgehokte kippen.
Hoera voor benavelde lolita’s met bonte Breezers
aan getuite lippen.
O, en niet te vergeten:
Eén maal big mac menu, twee maal big mac
Eén maal mac chicken, negen maal nuggets
Eén maal happy meal kip en vier maal mayo
a.u.b.
de terrassenkoning te rijk
Ik lijk de kale koningin van de nacht,
van beiderlei kunne, maar haan nog het meest
of kapoen op de gebruikelijke, goed voorziene fuif
kakelend pikkend in andermans kuif,
die de honger verdreef voor de buis, verwikkeld
in een frietje oorlog, waarvan elk pijltje
pijnlijk in eendere richting wees, de scepter in de
schoot onder een schort van futloos vlees.
Die zichzelf te rijk lijkt en royaal met zijn gemaal,
Prins Pils, bal houdt in het land van Hol en Neder.
“Ik zit op het terras en drink een biertje, jij zit op
het terras en drinkt een biertje – armoede, hier?”
Of zich te kijk zet en blauw als een Maleier danst,
Orang Orang Tilbo, gesmurfde Donald Duck; terwijl
de prinsjes – veertien, vijftien jaar – dronken
knokken om respect, boerend bij burgers en jongelui
of brakend tegen een pui. Die, als de nacht ten
einde neigt en een taxi voorrijdt met tikkende meter,
niet weet waarheen, slechts driehoog-achter.
Ach, ruiste dat blauwe bloed nu maar wat zachter.
ja, je mag er zijn
Zo ontstaat de stad, die eerst geen stad is
maar een huis, nee, een onverlicht vertrek,
vlees en bloed.
Daar tikt het klokloos kind, de bloesembom,
en doet zich te goed. Daar eet het kind zich
rond
en heeft geen weet van het smeulend lont.
En de donkerte ontsluit en
werpt het uit
in de stad van reeds gedaan, nog te doen en
o god ja, toen.
En soms zet er iemand een punt.
Een blindganger roest in de bodem.
Er gaat van alles naar de knoppen.
Bot eet Moeder Aarde spruitjes.
En toch: elke uk zijn stad. Ik gun je er een
als de mijne (niet zo’n grote,
eerder een kleine; meer dan gemiddeld lelijk
en daarom onaf),
waarin ruimte is voor pit
en men bij het zoveel duizendste ontluiken
nog steeds keurig informeert: wie is het toch
die daar zo bloemrijk explodeert?
Nick J. Swarth – Poet of the city of Tilburg 2005-2007
Luizig Lenteliedje en andere gedichten
Painting: Ivo van Leeuwen
© N.J. Swarth & © I. van Leeuwen
KEMP=MAG poetry magazine – magazine for art & literature
More in: City Poets / Stadsdichters, Ivo van Leeuwen, Swarth, Nick J.
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature