Or see the index
A “Jules et Jim” style love story set against the background of the Surrealist revolution.
September 1908. 27-year-old Gabriële Buffet – a musician, an free-spirited young woman and a feminist before her time – meets Francis Picabia, a successful young painter with a scandalous reputation.
He needed his art to head in a new direction, she is prepared to break with convention: to inspire, theorise and be thought-provoking. She becomes the “woman with the erotic brain” who has men on their knees, including Marcel Duchamp and Guillaume Apollinaire. Moving from Paris to New York, Berlin, Zurich, Barcelona, Étival and Saint-Tropez, Gabriële guides the precursors of abstract art, the futurists, the Dadaists, always at the cutting edge of artistic innovation. This book transports us to the beginning of the Twentieth Century when the codes of beauty and society were reinvented.
Collaborating intimately in both content and writing, Anne et Claire Berest tell the story of their great-grandmother, Gabriële Picabia, the surrealists’ muse.
Anne & Claire Berest
Gabriële
Published: 23/08/2017
450 pages
Format: 140 x 215 mm
EAN: 9782234080324
Prix: €21.50
Collection: a Bleue
Éditions Stock
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Archive A-B, Art & Literature News, Surrealism, Surrealisme
50 jaar na zijn overlijden, boeit René Magritte nog steeds. Hij stelt onze kijk en geest in vraag en brengt onze zekerheden voortdurend aan het wankelen.
Magrittes mysterieus en uitdagend werk blijft de generaties na hem beïnvloeden, van pop art en conceptuele kunst tot de meest hedendaagse kunstcreaties. De tentoonstelling creëert een dialoog tussen de originele werken van Magritte en hun moderne en hedendaagse interpretaties.
Marcel Broodthaers belichaamt deze artistieke verwantschap zonder twijfel het best: hij bevraagt zowel het statuut van het object als dat van de taal. Andere kunstenaars zoals Andy Warhol, Jasper Johns, Robert Rauschenberg, Ed Ruscha, César, Sean Landers, David Altmejd, George Condo en Gavin Turk herdefiniëren onze verhouding tot Belgiës grootste surrealist.
Meer dan 150 schilderijen, beeldhouwwerken, installaties, tekeningen, films en archiefmateriaal komen samen in deze unieke tentoonstelling. De ervaring zet zich voort in het Musée Magritte Museum, waar huidige creaties interageren met de grootste Magritte collectie ter wereld.
De tentoonstelling is uitzonderlijk 7 dagen op 7 open. Voor de gelegenheid zal ook het Magritte Museum elke dag open zijn, van 13.10.2017 tot 18.02.2018.
Niet te missen: binnen de tentoonstelling is een creatief atelier vrij toegankelijk voor elke bezoeker. Eenmaal per maand vinden er ook animaties plaats: weekends in de namiddag van: 4 & 5 november – 2 & 3 december – 13 & 14 januari – 3 & 4 februari
Magritte, Broodthaers & de hedendaagse kunst
Tentoonstelling KMSKB
13.10.2017 tm 18.02.2018
KMSKB
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België
Regentschapsstraat 3
1000 Brussel
# meer info op website kmskb
Musée Magritte Museum
Koningsplein 1
1000 Brussel
fleursdumal.nl magazine
More in: Andy Warhol, Art & Literature News, Marcel Broodthaers, Marcel Broodthaers, René Magritte, SURREALISM, Surrealism, Surrealisme
Robert Desnos a vécu mille vies – écrivain, critique de cinéma, chroniqueur radio, résistant de la première heure –, sans jamais se départir de sa soif de liberté.
Pour raconter l’histoire extraordinaire de ce dormeur éveillé, Gaëlle Nohant épouse ses pas ; comme si elle avait écouté les battements de son cœur, s’était assise aux terrasses des cafés en compagnie d’Éluard ou de García Lorca, avait tressailli aux anathèmes d’André Breton, fumé l’opium avec Yvonne George, et dansé sur des rythmes endiablés au Bal Blomet aux côtés de Kiki et de Jean-Louis Barrault. S’identifiant à Youki, son grand amour, la romancière accompagne Desnos jusqu’au bout de la nuit.
Légende d’un dormeur éveillé révèle le héros irrésistible derrière le poète et ressuscite une époque incandescente et tumultueuse, des années folles à l’Occupation.
Gaëlle Nohant: Née à Paris en 1973, Gaëlle Nohant vit aujourd’hui à Lyon. Légende d’un dormeur éveillé est son troisième roman après L’Ancre des rêves (prix Encre Marine, 2007) et La Part des flammes (prix France Bleu/Page des libraires, 2015 et prix du Livre de Poche, 2016).
Gaëlle Nohant
Légende d’un dormeur éveillé
Roman
544 pages
23€
Paru le 17 août 2017
Illustration de couverture © Letizia Goffi
Éditions Héloïse d’Ormesson
ISBN : 978-2-35087-419-7
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive C-D, Archive M-N, Art & Literature News, Desnos, Robert, REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS, Surrealism, Surrealisme
Le Livre secret pour Youki
Te souviens-tu des nuits où tu apparaissais
Sur le rectangle clair des vitres de ma porte ?
Où tu surgissais dans les ténèbres de ma maison
Où tu t’abattais sur mon lit comme un grand oiseau
Fatigué de passer les océans et les plaines et les forêts.
Te souviens-tu de tes paroles de salut
Te souviens-tu de mes paroles de bienvenue
de mes paroles d’amour ?
Non, il ne t’en souvient pas,
On ne se souvient pas du présent, personne…
Or, il est nuit,
Tu surviens, tu arrives, tu t’abats sur mon lit
Je suis ton serviteur et ton défenseur soumis
à ta loi et toi soumise à mon amour.
Il est minuit il est midi
Il est minuit et quart
Il est minuit et demie
Il est minuit à venir ou midi passé
Il est midi sonnant
Il est toujours midi sonnant pour mon amour
Pour notre amour
Tout sonne tout frémit et tes lèvres
Et sur mon lit tu t’abats entre minuit
et quatre heures du matin comme un grand albatros
Échappé des tempêtes.
Robert Desnos (1900 – 1945)
Lumière de mes nuits Youki 1932
dans Destinée arbitraire
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Desnos, Robert, Surrealism
Een schreeuw om verandering klinkt steeds luider door alle lagen van de maatschappij. Ooit was het manifest een geëigend middel om nieuwe ideeën te presenteren. Julian Rosefeldt laat zien dat er ook nu grote behoefte is aan manifesten. In zijn filminstallatie Manifesto vormen de sprankelende, boze en opvallend modern klinkende teksten van bekende kunstenaarsmanifesten de basis voor dertien korte, parallel vertoonde films – teksten van onder anderen André Breton, Kazimir Malevitsj, Sol LeWitt en Jim Jarmusch. Stuk voor stuk worden ze belichaamd door de Australische actrice Cate Blanchett, die de enorme vitaliteit in deze werken naar boven haalt. Rosefeldt en Blanchett creëren fascinerende werelden, die de teksten in een onverwacht hedendaagse context plaatsen.
‘Ik gebruik de titel Manifesto om duidelijk te maken dat de focus in dit werk boven alles op de teksten ligt, en op de poëzie van deze teksten. Of ze nu van beeldend kunstenaars, filmmakers, schrijvers, acteurs of architecten zijn. Manifesto is een hommage aan de schoonheid van het kunstenaarsmanifest – een manifest van manifesten,’ aldus de Duitse filmmaker Julian Rosefeldt.
Met Manifesto is Rosefeldt terug op het Holland Festival, nadat in 2016 zijn film bij Rene Jacob’s uitvoering van Haydns Die Schöpfung te zien was. Dit nieuwe werk is een filminstallatie. Simultaan worden in een grote ruimte dertien films vertoond. De films zijn gebaseerd op de geschriften van futuristen, dadaïsten, Fluxus, suprematisten, situationisten, Dogma 95 en andere kunststromingen en evenzeer op de gedachtes en aantekeningen van individuele kunstenaars, architecten, dansers en filmmakers. Zo zijn de ideeën te horen van onder anderen Claes Oldenburg, Yvonne Rainer, Kazimir Malevich, André Breton, Sturtevant, Sol LeWitt en Jim Jarmusch. Rosefeldt heeft hun manifesten bewerkt tot dertien verschillende collages, die vervolgens voor zijn lens tot leven komen. Manifesto stelt impliciet de vraag wat de rol van de kunstenaar is in de hedendaagse samenleving: alle teksten gaan over het doorbreken van grenzen en restricties, zowel territoriaal, intellectueel als artistiek, en over het verspreiden van nieuwe ideeën.
Deze nieuw samengestelde manifesten worden belichaamd door dertien verschillende personages, stuk voor stuk gespeeld door de Australische actrice Cate Blanchett. Ze is onder meer te zien als leraar, poppenspeler, nieuwslezer, fabrieksarbeider, choreograaf en dakloze. Door deze personages de verzamelde teksten te laten uitspreken, plaatsen Blanchett en Rosefeldt de manifesten in een onverwachte, moderne, vaak alledaagse context, waardoor ze een compleet nieuwe dramatiek en betekenis krijgen.
Rosefeldt is ervan overtuigd dat veel van de manifesten nog altijd visionair zijn. ‘De kunstgeschiedenis is een afgeleide van de gewone geschiedenis. Daar kunnen we van leren. Kunstenaars, maar ook schrijvers, filosofen en wetenschappers zijn altijd degenen geweest die gedachten en visies hebben durven formuleren waarvan de waarheid nog onderzocht moest worden. Het is dus raadzaam om kunstenaarsmanifesten te lezen als seismografen van de tijd.’
Een aantal festivalkunstenaars kijkt dit jaar naar de problemen waar westerse democratische landen mee te maken hebben. De Franse filosoof Alexis de Tocqueville bewonderde de democratie vanwege de maatschappelijke gelijkheid. Ook zag hij de gevaren ervan.
Regisseur Romeo Castellucci maakt dit jaar Democracy in America, naar het gelijknamige boek (1835) van De Tocqueville. In The Gabriels beschouwt regisseur Richard Nelson het afgelopen Amerikaanse verkiezingsjaar door de ogen van een doodgewone familie. Andere kunstenaars richten zich op de problematiek in democratische naties, zoals de vluchtelingenkwestie in de voorstellingen van regisseurs Dieudonné Niangouna en Thomas Bellinck. Weer anderen tonen de dreiging van geweld (Demolishing Everything with Amazing Speed), tirannie (Octavia) of het vormgeven aan activisme (The Tempest Society). Filmregisseur Julian Rosefeldt kijkt in Manifesto naar de relatie tussen kunst en samenleving.
Het Holland Festival presenteert twee nationale theaterhuizen met elk een eigen staat van de natie: My Country van het National Theatre uit Londen en The Nation van Het Nationale Theater uit Den Haag. Beide voorstellingen tonen een verscheurd land waarin niemand, van politici tot burgers, verantwoordelijkheid lijkt te durven nemen. Ten slotte zijn er voorstellingen waarin democratie in de vorm is doorgevoerd: het publiek kan – als het dat wil – actief betrokken worden, als voorbijganger, deelnemer of activist. Deze kunstenaars moedigen het publiek aan om de aloude hiërarchie tussen het publiek en de artiesten ter discussie te stellen.
teksten gebaseerd op manifesten van
Guillaume Appollinaire, Louis Aragon, Manuel Maples Arce, Giacomo Balla, Umberto Boccioni, Stan Brakhage, André Breton, Carlo Carrà, Guy Debord, Paul Éluard, Friedrich Engels, Lucio Fontana, Naum Gabo, Werner Herzog, Coop Himmelb(l)au, Richard Huelsenbeck, Vicente Huidobro, Jim Jarmusch, John Reed Club of New York, Wassily Kandinsky, Wyndham Lewis, Sol LeWitt, George Maciunas, Kazimir Malevitsj, Franz Marc, Filippo Tommaso Marinetti, Karl Marx, Barnett Newman, Constant Nieuwenhuys, Claes Oldenburg, Anton Pevzner, Francis Picabia, Adrian Piper, Yvonne Rainer, Georges Ribemont-Dessaignes, Alexander Rodtschenko, Olga Rozanova, Luigi Russolo, Antonia Sant’Elia, Kurt Schwitters, Gino Severini, Philippe Soupault, Sturtevant, Bruno Taut, Lars von Trier, Tristan Tzara, Mierle Laderman Ukeles, Robert Venturi, Dziga Vertov, Thomas Vinterberg, Emmett Williams, Lebbeus Woods
“Cate Blanchett overtreft zichzelf in Manifesto. (…) Overrompelend.” de Volkskrant
Julian Rosefeldt (1965) studeerde architectuur in zijn geboortestad München en later in Barcelona. Na in 1994 zijn diploma te hebben behaald, werkte hij samen met studiegenoot Piero Steinle als een artiesten duo. Sinds 1999 is hij vanuit Berlijn werkzaam als zelfstandig kunstenaar.
Naast zijn werk als fotograaf, bestaat Rosefeldts werk hoofdzakelijk uit film- en video-installaties in verschillende stijlen: van documentaire tot theatraal narratief. Hij maakte daarnaast diverse video’s voor muziektheaterproducties. Naast zijn film bij Haydns Die Schöpfung, die in 2016 op het Holland Festival te zien was, maakte hij bij de Schaubühne Berlin beelden bij onder meer The City / The Cut (2008) van Martin Crimp en Mark Ravenhill in regie van Thomas Ostermeier, en Electronic City (2004) van Falk Richter in regie van Tom Kühnel. Zijn werk werd wereldwijd tentoongesteld in verschillende musea en galerieën, waaronder het Haus der Kunst en de Bayerische Akademie der Schönen Künste in München, het Hamburger Bahnhof Museum für Gegenwart en het KW Institute for Contemporary Art in Berlijn, Tate Modern Londen, Kunsthalle Wien, Centre Georges Pompidou Paris, ACMI Melbourne, Royal Academy of Fine Arts en het British Film Institute in Londen. In 2009 en 2010 was Rosefeldt als gastprofessor verbonden aan de faculteit Media Art van de Bauhaus Universiteit in Weimar. Sinds 2010 is hij lid van de Bayerische Akademie der Schönen Künste en bekleedt hij de leerstoel Digital and Time-based Media aan de Akademie der Bildenden Künste (beide in München).
tekst, regie, productie Julian Rosefeldt
met Cate Blanchett
gecoproduceerd door
Burger Collection Hongkong, Ruhrtriennale
Bayerischen Rundfunk
in opdracht van
ACMI – Australian Centre for the Moving Image (Melbourne), Art Gallery of New South Wales (Sydney), Nationalgalerie – Staatliche Museen zu Berlin (Berlijn), Sprengel Museum Hannover (Hannover)
met genereuze steun van Medienboards Berlin-Brandenburg
in samenwerking met Bayerische Rundfunk
volledige credits website Julian Rosefeldt = http://www.julianrosefeldt.com/
teksten gebaseerd op manifesten van
Guillaume Appollinaire, Louis Aragon, Manuel Maples Arce, Giacomo Balla, Umberto Boccioni, Stan Brakhage, André Breton, Carlo Carrà, Guy Debord, Paul Éluard, Friedrich Engels, Lucio Fontana, Naum Gabo, Werner Herzog, Coop Himmelb(l)au, Richard Huelsenbeck, Vicente Huidobro, Jim Jarmusch, John Reed Club of New York, Wassily Kandinsky, Wyndham Lewis, Sol LeWitt, George Maciunas, Kazimir Malevitsj, Franz Marc, Filippo Tommaso Marinetti, Karl Marx, Barnett Newman, Constant Nieuwenhuys, Claes Oldenburg, Anton Pevzner, Francis Picabia, Adrian Piper, Yvonne Rainer, Georges Ribemont-Dessaignes, Alexander Rodtschenko, Olga Rozanova, Luigi Russolo, Antonia Sant’Elia, Kurt Schwitters, Gino Severini, Philippe Soupault, Sturtevant, Bruno Taut, Lars von Trier, Tristan Tzara, Mierle Laderman Ukeles, Robert Venturi, Dziga Vertov, Thomas Vinterberg, Emmett Williams, Lebbeus Woods
Holland Festival Amsterdam van 4 t.m. 25 juni 2017
# meer info op website Holland Festival
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, AUDIO, CINEMA, RADIO & TV, Ball, Hugo, Dada, De Stijl, Doesburg, Theo van, Futurism, Futurisme, Holland Festival, LITERARY MAGAZINES, MUSIC, Performing arts, Photography, Surrealism, THEATRE, Tzara, Tristan
A surrealist luminescence
Phosphor was launched in 2008, as a substantial, high-quality journal, which has the aim of presenting contemporary creative and critical work by Leeds Surrealist Group and their friends, with essays, poetry, critique, graphic art, photography, reviews, games, enquiries . . .
Although drawing upon Surrealism’s current manifestations, both locally and internationally, Phosphor also highlights sometimes neglected aspects of its history. Each issue has a broad theme, though is not constrained by it. Phosphor followed on from the group’s Manticore/Surrealist Communication, a four-page A3 publication, which ran for eight numbers between 1997 and 2006.
Phosphor No.4 – The Oneiric City
‘We can read the language of the city streets as a dream narrative, to subject it to a form of dream-analysis even, in an attempt to better understand ourselves. But the streets change, as cities are reshaped and our oneiric sites are demolished, so the narratives themselves become like dreams, as if they had only happened while we were asleep and are remembered upon waking.’
– from the editorial, Port of Prague, by Kenneth Cox & Bill Howe
72 pages – B5 format – Spring 2015 – ISSN 1755-0009
Texts, poems, images on the theme of ‘The Oneiric City’ – including:
Kenneth Cox, Dreaming The City By Day – an account of a ludic exploration of the city undertaken by Leeds Surrealist Group
Bruno Jacobs, Notes On The Oneiric City – on the dream-like atmosphere of certain cities
Guy Girard, One City Is Another – on the superimposition of one city onto another
Krzysztof Fijalkowski, Rêvilleros – reveries on Santiago de Compostela, Nantes and Prague
Bill Howe, Into The Desert Of Mirrors And Magnifiers – a subjective commentary on a ludic exploration, ‘Deserts In The City’, of a neutral area of Leeds, followed by individual and collective evidence
Josie Malinowski, Explorations In An Oneiric City – an illustrated account from ‘Deserts In The City’
Gareth Brown, Descent From The Black Plain – an hallucinatory text from ‘Deserts In The City’
Ody Saban, Natural Defenestration – a personal memoir of Istanbul
Jonathan Tooke, Life On Staircases – a tale about a discovered notebook that contains fragments of strange oneiric experiments
Joël Gayraud, Panic Square – a short tale of a disturbing disorientation
poems by Kenneth Cox, Bill Howe, Vangelis Koutalis
images by Jan Drabble, Kathleen Fox, Juan Carlos Otaño, Michael Richardson, Ody Saban, Pierre-André Sauvageot
reviews by Andy Boobier, Gareth Brown, Krzysztof Fijalkowski, Bill Howe, Mike Peters, Michael Richardson
UK £8.50
Europe £11.00
USA & Rest of the World £12.00
Price including postage & packing
# more information on website LEEDS SURREALIST GROUP
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, LITERARY MAGAZINES, SURREALISM, Surrealism
Alfred Jarry
(1873-1907)
Chanson Polonaise
Quand je déguste
Faut qu’on soit soûl,
Disait Auguste
Dans un glouglou !
Choeur : Glou glou glou, glou glou glou.
La soif nous traque
Et nous flapit;
Buvons d’attaque
Et sans répit.
Choeur : Pi pi pi, pi pi pi !
Par ma moustache !
Nul ne s’moqua
Du blanc panache
De mon tchapska.
Choeur : Ka ka ka, ka ka ka.
On a bonn’ trogne
Quand on a bu :
Viv’ la Pologne
Et l’Père Ubu !
Choeur : Bu bu bu, bu bu bu !
Alfred Jarry (Ubu sur la Butte, 1901)
La chanson du décervelage
Je fus pendant longtemps ouvrier ébéniste
Dans la ru’ du Champs d’ Mars, d’ la paroiss’ de Toussaints ;
Mon épouse exerçait la profession d’ modiste
Et nous n’avions jamais manqué de rien.
Quand le dimanch’ s’annonçait sans nuage,
Nous exhibions nos beaux accoutrements
Et nous allions voir le décervelage
Ru’ d’ l’Echaudé, passer un bon moment.
Voyez, voyez la machin’ tourner,
Voyez, voyez la cervell’ sauter,
Voyez, voyez les Rentiers trembler;
(Choeur) : Hourra, cornes-au-cul, vive le Père Ubu !
Nos deux marmots chéris, barbouillés d’ confitures,
Brandissant avec joi’ des poupins en papier
Avec nous s’installaient sur le haut d’ la voiture
Et nous roulions gaîment vers l’Echaudé.
On s’ précipite en foule à la barrière,
On s’ flanque des coups pour être au premier rang ;
Moi j’me mettais toujours sur un tas d’pierres
Pour pas salir mes godillots dans l’sang.
Voyez, voyez la machin’ tourner,
Voyez, voyez la cervell’ sauter,
Voyez, voyez les Rentiers trembler;
(Choeur) : Hourra, cornes-au-cul, vive le Père Ubu !
Bientôt ma femme et moi nous somm’s tout blancs d’ cervelle,
Les marmots en boulott’nt et tous nous trépignons
En voyant l’Palotin qui brandit sa lumelle,
Et les blessur’s et les numéros d’ plomb.
Soudain j’ perçois dans l’ coin, près d’ la machine,
La gueul’ d’un bonz’ qui n’ m’ revient qu’à moitié.
Mon vieux, que j’ dis, je r’connais ta bobine :
Tu m’as volé, c’est pas moi qui t’ plaindrai.
Voyez, voyez la machin’ tourner,
Voyez, voyez la cervell’ sauter,
Voyez, voyez les Rentiers trembler;
(Choeur) : Hourra, cornes-au-cul, vive le Père Ubu !
Soudain j’ me sens tirer la manche’par mon épouse ;
Espèc’ d’andouill’, qu’elle m’ dit, v’là l’ moment d’te montrer :
Flanque-lui par la gueule un bon gros paquet d’ bouse.
V’là l’ Palotin qu’a juste’ le dos tourné.
En entendant ce raisonn’ment superbe,
J’attrap’ sus l’ coup mon courage à deux mains :
J’ flanque au Rentier une gigantesque merdre
Qui s’aplatit sur l’ nez du Palotin.
Voyez, voyez la machin’ tourner,
Voyez, voyez la cervell’ sauter,
Voyez, voyez les Rentiers trembler;
(Choeur) : Hourra, cornes-au-cul, vive le Père Ubu !
Aussitôt j’ suis lancé par dessus la barrière,
Par la foule en fureur je me vois bousculé
Et j’ suis précipité la tête la première
Dans l’ grand trou noir d’ousse qu’on n’ revient jamais.
Voila c’ que c’est qu’d’aller s’ prome’ner l’ dimanche
Ru’ d’ l’Echaudé pour voir décerveler,
Marcher l’ Pinc’-Porc ou bien l’Démanch’- Comanche :
On part vivant et l’on revient tudé !
Voyez, voyez la machin’ tourner,
Voyez, voyez la cervell’ sauter,
Voyez, voyez les Rentiers trembler;
(Choeur) : Hourra, cornes-au-cul, vive le Père Ubu !
Alfred Jarry- (Ubu cocu, 1896)
fleursdumal.nl magazine – magazine for art & literature
More in: Archive I-J, Archive I-J, Jarry, Alfred, OULIPO (PATAFYSICA), Surrealism
Alfred Jarry
(1873-1907)
Fable
Une boîte de corned-beef, enchaînée comme une lorgnette,
Vit passer un homard qui lui ressemblait fraternellement.
Il se cuirassait d’une carapace dure
Sur laquelle était écrit à l’intérieur, comme elle, il était sans arêtes,
(Boneless and economical);
Et sous sa queue repliée
Il cachait vraisemblablement une clef destinée à l’ouvrir.
Frappé d’amour, le corned-beef sédentaire
Déclara à la petite boîte automobile de conserves vivante
Que si elle consentait à s’acclimater,
Près de lui, aux devantures terrestres,
Elle serait décorée de plusieurs médailles d’or.
Je ne sais pas
Je ne sais pas si mon frère m’oublie
Mais je me sens tout seul, immensément,
Avec loin la chère tête apalie
Dans les essais d’un souvenir qui ment.
J’ai son portrait devant moi sur la table,
Je ne sais pas s’il était laid ou beau.
Le Double est vide et vain comme un tombeau.
J’ai perdu sa voix, sa voix adorable,
Juste et qui semble faite fausse exprès.
Peut-être il l’ignore, trésor posthume.
Hors de la lettre elle s’évoque, très
Soudain cassée et caressante plume.
Mon père a fait faire un étang
Mon père a fait faire un étang,
C’est le vent qui va frivolant,
Il est petit, il n’est pas grand,
C’est le vent qui vole, qui frivole,
C’est le vent qui va frivolant.
Il est petit, il n’est pas grand,
Trois canards blancs s’y vont baignant.
Trois canards blancs s’y vont baignant,
Le fils du roi les va chassant.
Le fils du roi les va chassant
Avec un p’tit fusil d’argent.
Avec un p’tit fusil d’argent
Tira sur celui de devant.
Tira sur celui de devant,
Visa le noir, tua le blanc.
Visa le noir, tua le blanc,
Ô fils du roi, qu’tu es méchant.
Ô fils du roi qu’tu es méchant,
D’avoir tué mon canard blanc,
D’avoir tué mon canard blanc,
Après la plume vint le sang,
Après la plume vint le sang,
Après le sang l’or et l’argent.
Après le sang l’or et l’argent,
C’est le vent qui va frivolant,
Après le sang, l’or et l’argent,
C’est le vent qui vole, qui frivole,
C’est le vent qui va frivolant.
Roses
Roses de feu, blanches d’effroi,
Les trois Filles sur le mur froid
Regardent luire les grimoires…
Roses de feu, blanches d’effroi,
En longues chemises de cygnes,
Les trois Filles sur le mur froid,
Regardant grimacer les signes,
Ouvrent, les bras d’effroi liés,
Leurs yeux comme des boucliers.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive I-J, Archive I-J, Félix Vallotton, Jarry, Alfred, OULIPO (PATAFYSICA), Surrealism
Avant-gardes ’20-’60
Hoogtepunten uit de collectie van
het Stedelijk Museum te zien in het
Van Gogh Museum
26 juni t/m 23 augustus 2009
In de aanloop naar de heropening in het voorjaar van 2010 is het Stedelijk Museum van 26 juni tot en met 23 augustus 2009 opnieuw te gast in het Van Gogh Museum. De expositie Avant-gardes ‘20 / ‘60 toont hoogtepunten uit de collectie van het Stedelijk Museum uit de jaren ‘20 en de jaren ‘60 van de vorige eeuw: roerige decennia met veel verschuivingen, ook in de kunst. Deze jaren werden gekenmerkt door een grote experimenteerdrift binnen de beeldende kunst. Kunstenaars maakten grensverleggend werk, met nieuwe middelen. Zij beschouwden zich als de voorlopers en vernieuwers, of letterlijk als de ‘avant-garde’ van de beeldende kunst en van de maatschappij. Circa 70 belangrijke werken van onder meer Pablo Picasso, Piet Mondriaan, Kazimir Malevich, Luciano Fontana, Yves Klein, Roy Lichtenstein en Andy Warhol zijn te zien in de tentoonstellingsvleugel van het Van Gogh Museum.
Gerrit Rietveld: Roodblauwe stoel, 1918- 1923
Stedelijk Museum Amsterdam
Avant-gardes ‘20
In de jaren ‘20 speelde de avant-garde zich nog vrijwel exclusief in Europa af. Picasso, Mondriaan, Van Doesburg, Schwitters en Malevich behoren tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de avant-garde van die tijd. Parijs bleef het centrum van de vernieuwingen dat het al sinds lang was, met onder meer het late kubisme van Picasso en het surrealisme van bijvoorbeeld Max Ernst. In West-Europa speelde Nederland een rol, waar in plaatsen als Leiden en Utrecht De Stijl bloeide. Maar ook in steden als Berlijn, Dessau en Hannover bestond met onder meer Dada en het Bauhaus een radicaal nieuw kunstbegrip. Veel verder naar het oosten, in Moskou en Leningrad, ontstonden revolutionaire stromingen die als Russisch constructivisme bekend staan.
Theo van Doesburg: Affiche Kleine Dadasoirée, 1922
Stedelijk Museum Amsterdam
Avant-gardes ‘60
Veertig jaar later vonden belangrijke ontwikkelingen binnen de avant-garde juist ook in Amerika plaats, met name in New York en Los Angeles. In het land van de onbegrensde mogelijkheden ontstonden stromingen als pop art, minimal art en post-minimal art, met kunstenaars als Andy Warhol, Carl Andre en Robert Morris. In West-Europa bleef Parijs belangrijk, met vertegenwoordigers van het nouveau réalisme, en kwam het zakelijke vormgebruik van kunstenaarsgroepen Zero en Nul naar voren in Duitsland en Nederland. Steden waaronder Düsseldorf, Keulen en Amsterdam speelden hierin een belangrijke rol.
De rol van het Stedelijk Museum – Amsterdam vervulde na de Tweede Wereldoorlog een brugfunctie: veel Amerikaanse kunstenaars realiseerden hier hun eerste museale presentaties en wisten zo voet aan de grond in West-Europa te krijgen. Het Stedelijk Museum speelde daarbij veelal een verbindende rol en slaagde erin een toonaangevende collectie op te bouwen. Het merendeel van de getoonde werken was tot 5 jaar geleden dan ook vaak te zien in de vaste opstelling van het Stedelijk Museum.
Naar het nieuwe Stedelijk Museum – Het Stedelijk Museum wordt op dit moment gerenoveerd en uitgebreid met spectaculaire nieuwbouw van Benthem Crouwel Architekten. De heropening van het Stedelijk Museum staat gepland voor maart/april 2010. Tot die tijd beweegt het door Amsterdam met projecten en tentoonstellingen, onder de noemer Stedelijk in de Stad.
Kazimir Malevich: Suprematist painting (Rood kruis op zwarte cirkel), 1921-1927
Stedelijk Museum Amsterdam
fleursdumal.nl magazine – magazine for art & literature
More in: Andy Warhol, Bauhaus, Bauhaus, Constructivism, Constuctivisme, Dada, Dadaïsme, De Ploeg, De Stijl, Exhibition Archive, Expressionism, Futurism, Futurisme, Gerrit Rietveld, Kubisme, Modernisme, Piet Mondriaan, Surrealism, Surrealisme, Theo van Doesburg, Vincent van Gogh, Yves Klein, ZERO art
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature