Or see the index
Luigi Pirandello’s extraordinary final novel begins when Vitangelo Moscarda’s wife remarks that Vitangelo’s nose tilts to the right.
This commonplace interaction spurs the novel’s unemployed, wealthy narrator to examine himself, the way he perceives others, and the ways that others perceive him.
At first he only notices small differences in how he sees himself and how others do; but his self-examination quickly becomes relentless, dizzying, leading to often darkly comic results as Vitangelo decides that he must demolish that version of himself that others see.
Pirandello said of his 1926 novel that it “deals with the disintegration of the personality. It arrives at the most extreme conclusions, the farthest consequences.” Indeed, its unnerving humor and existential dissection of modern identity find counterparts in Samuel Beckett’s Molloy trilogy and the works of Thomas Bernhard and Vladimir Nabokov.
Luigi Pirandello (1867-1936) was an Italian author, who was awarded the Nobel Prize for Literature in 1934 for his “bold and brilliant renovation of the drama and the stage.” Pirandello’s works include novels, hundreds of short stories, and plays. Pirandello’s plays are often seen as forerunners for the theatre of the absurd.
One, No One, and One Hundred Thousand
Luigi Pirandello
Translated by William Weaver
Publisher Spurl Editions
Format Paperback
218 pages
ISBN-10 194367907X
ISBN-13 9781943679072
2018
$18.00
# new books
Title One, No One, and One Hundred Thousand
Author Luigi Pirandello
Translated by William Weaver
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Book Stories, Archive O-P, Archive O-P, Luigi Pirandello, Pirandello, Luigi, Pirandello, Luigi, Samuel Beckett, Thomas Bernhard, Vladimir Nabokov
Bejan Matur behoort tot de bekendste en bij literatuurliefhebbers meest gewaardeerde dichters in Turkije.
Bij de politieke overheid van haar land ligt dat anders. Maar ze heeft intussen internationale faam opgebouwd en leeft in wisselende landen in Europa. In 2002 trad ze op tijdens Poetry International in Rotterdam.
Bejan Matur
Ceremoniële gewaden
Gedichten
Uitgever Kleinood & Grootzeer
Bundel
54 pagina’s
gelijmd
21 x 10,5 cm
ISBN/EAN 978-90-76644-89-9
€18,-
Eerste druk 100 genummerde door de auteur en de vertaler gesigneerde exemplaren
Vertaling en nawoord Willem M. Roggeman
Bejan Matur
Bejan Matur behoort tot de bekendste en bij literatuur-liefhebbers meest gewaardeerde dichters in Turkije. Bij de politieke overheid van haar land ligt dat anders. Maar zij heeft intussen ook een internationale faam opgebouwd. Haar poëzie werd in verscheidene talen vertaald en zelf wordt zij geregeld gevraagd als gast op internationale poëziefestivals. Zij publiceerde tot nog toe in Turkije tien werken, negen dichtbundels en een prozaboek dat als literaire journalistiek kan bestempeld worden.
Dit boek, Dagin Ardina Bakmak (Kijken achter de berg), handelt over de Koerdische kwestie en verscheen in februari 2011. Er heerste toen in Turkije een nog rustige periode waarin er een vredesproces aan de gang was. Bejan Matur besloot over de PKK-guerilleros te schrijven. Zij trok hiervoor naar het gebied waar de Koerdische vrijheidsstrijders zich schuilhielden en zij had meerdere gesprekken met hen. Deze gesprekken dienden als basis voor dit nog steeds actuele boek over een volk zonder land. Dit boek werd onmiddellijk een bestseller. Er werden meer dan 50.000 exemplaren van verkocht en nadien werden er nog verscheidene clandestiene uitgaven van gemaakt.
Maar sedert het vredesproces door de Turkse overheid werd opgeblazen kreeg Bejan Matur het bijzonder moeilijk, vooral omwille van deze reportage. Zij werd zelfs opgesloten in de gevangenis en werd er gefolterd om haar bronnen prijs te geven. In 2016 besloot zij dan ook het land te verlaten omdat zij zich bedreigd voelde bij al wat zij schreef. Niet alleen was er de mogelijkheid van een proces, maar er werden ook doodsbedreigingen geuit. Zij koos dan ook voor een vrijwillige ballingschap in Londen. Maar zij miste daar de mediterrane levenswijze. Daarom keerde zij in oktober 2017 toch terug naar Istanbul. Sedertdien verdeelt zij haar tijd tussen Istanbul, Londen, Athene en Verona.
Bejan Matur werd op 14 september 1968 geboren in een Koerdisch-Alevisch gezin in de oude Hitietenstad Kahramanmarash in het zuidoosten van Turkije, Koerdisch gebied. Zij studeerde aan het lyceum in de grotere stad Gaziantep en leefde toen samen met haar zusters ver van haar ouders. Haar vader wenste dat zij advocaat zou worden, of anders journalist.
Aan de universiteit van Ankara studeerde zij rechten, maar zij heeft nooit een advocatenpraktijk uitgeoefend. Zij werd diep getroffen door de onrechtvaardige behandeling van de Koerden en andere etnische minderheden in Turkije, wat steeds gebeurde onder het mom van de toepassing van de wet. Ook kwam zij tot de conclusie dat zij als advocaat alleen zou kunnen optreden als verdediger van de mensenrechten, maar dat zij hiervoor over weinig juridische mogelijkheden beschikte.
Al tientallen jaren heerst er een gewapend conflict tussen de Turkse staat en diverse Koerdische opstandige groeperingen. De Koerden verklaren dat zij vrijheidsstrijders zijn tegen de vreemde bezetters van hun land terwijl de Turkse staat hen bestempeld als terroristen en separatisten. Zelf was Bejan Matur tien jaar toen zij in 1978 getuige was van een pogrom op de Alevis in haar geboortestad. De vraag “Waarom doden zij ons?” heeft deze dichteres sedertdien nooit meer verlaten. Dit werd de beladen thematiek van de poëzie van Bejan Matur. In haar gedichten is vaak sprake van pijn, bloed en leed. Gelukkig laat ze zich nooit verleiden tot het schrijven van politiek geëngageerde gedichten, wat haar poëzie immers tijdgebonden en al gauw verouderd zou maken. Bovendien verafschuwt zij de slachtofferrol en streeft zij daarom eerder naar het scheppen van een ruimte om te dromen, een ruimte voor de artistieke creatie, voor hoop en liefde.
Hoewel zij nooit advocaat werd, brengt Bejan Matur als auteur, zowel in haar gedichten als in artikelen, toch een pleidooi voor de mensenrechten in het algemeen, maar ook voor de rechten van de vrouw en de bescherming van andere bedreigde groepen in de samenleving. Reeds tijdens haar studies publiceerde zij poëzie in diverse tijdschriften. Haar gedichten werden toen als “duister en mystiek” bestempeld. Zij schrijft haar gedichten in het Turks, maar de gevoelswaarde en het ritme van de Koerdische taal zijn erin te herkennen.
Vaak wordt god genoemd in deze gedichten, maar steeds volledig met kleine letters geschreven. Men moet de naam god dan ook niet zo zeer lezen in religieuze zin, maar eerder als een zinnebeeld voor het menselijk hart dat verlangt naar vrede, vrijheid en liefde voor de medemens. Dit wordt vooral duidelijk in het gedicht “Ceremoniële gewaden” waar zij schrijft: Misschien is geschiedenis een vergissing, zegt de dichter. De mens zelf is een vergissing, zegt god.
Haar eerste dichtbundel Rüzgar Dolu Konaklar (De wind huilt tussen de herenhuizen) verscheen in 1996 en stond volledig buiten de heersende trend in de Turkse poëzie. Deze sjamanistische poëzie met haar heidense beelden hoorde eerder bij het verleden dan bij het heden. Precies hierdoor trok hij sterk de aandacht. Voor deze bundel kreeg Bejan Matur zelfs verscheidene prijzen.
Haar tweede bundel, Tanri Görmesin Harflerini (God moet mijn handgeschreven brief niet zien) verscheen in 1999 en werd eveneens gunstig onthaald. In 2002 verschenen tegelijkertijd twee bundels, Ayin Büyüttügü Ogüllar (Zonen opgevoed door de maan) en Onün çölünde (In zijn woestijn).
De poëzie van Bejan Matur werd reeds in meer dan twintig talen vertaald, maar er verscheen nauwelijks iets in het Nederlands. Wel trad zij in juni 2002 op tijdens het internationaal poëziefestival Poetry International in Rotterdam. Naar aanleiding hiervan verschenen twee gedichten in Nederlandse vertaling door Ireneus Spit in de bloemlezing “Hotel Parnassus”, uitgegeven door De Arbeiderspers in Amsterdam.
In Engeland verscheen in 2003 de bundel In the Temple of a Patient God en bij de uitgeverij Phi in Luxemburg verscheen een Duitse en een Franse bundel.
Bejan Matur wordt geregeld gevraagd om op te treden in het buitenland. Zo leerde ik haar persoonlijk kennen op het internationaal poëziefestival dat in september 2008 in Tel Aviv werd gehouden.
Haar vijfde dichtbundel Ibrahim’in Beni Terketmesi (Abraham verlaat ons) verscheen in maart 2008 en werd door de critici ontvangen als haar voorlopig beste werk. De beeldvorming in dit werk werd ook weer als mystiek beschreven. De dichteres heeft inderdaad een persoonlijke ontologie gecreëerd, die steunt op de Soefi-traditie, die meer dan duizend jaar oud is. In 2009 verscheen Dogunun Kapisi: Diyarbakir (De Poort van het Oosten: Diyarbakir) en een jaar later publiceerde Bejan Matur Kader Denizi (Zee van Geloof), gedichten bij foto’s van Mehmet Günyeli. Deze foto’s waren eerder te zien op tentoonstellingen in prestigieuze galerieën in Istanbul en Ankara.
Vanaf 2005 schreef Bejan Matur geregeld artikelen in het Turkse dagblad Zaman, maar in 2012 werd zij ontslagen. Zij werkte af en toe mee aan het Engelstalige dagblad Today’s Zaman. Zij schreef hoofdzakelijk artikelen over de situatie van de Koerden, maar ook over het problematisch bestaan van de Armeniërs, over actuele politieke gebeurtenissen, minderheidsgroepen, gevangenis-literatuur en de onderdrukking van de vrouw.
Thans werkt zij aan geen enkele krant meer mee.
In haar laatste twee bundels, Son Dag (De laatste berg, 2015) en Ask Olmayan (Liefdesgedichten, 2016) vindt men de typische Koerdische levenssfeer terug in de talrijke natuurbeschrijvingen en in de weergave van de landschappen van Koerdistan, binnen en buiten de grenzen van Turkije. De bergen, de rivieren, de maan, de zon en de plantengroei komen steeds weer in deze verzen voor en bepalen mee het ritme van haar zeggings-wijze, die echter vooral door de wind wordt gedragen. Het valt dan ook onmiddellijk op dat de wind als symbool een primaire rol speelt in deze gedichten. Met haar talrijke allusies op elementen uit de eeuwenoude Koerdische cultuur neemt Bejan Matur een unieke en heel aparte plaats in de hedendaagse Turkse poëzie in.
Willem M. Roggeman
11 maart 2019
Uitgeverij Kleinood & Grootzeer
Kon. Wilhelminastraat 46
4615 JB Bergen op Zoom NL
T: 0164 24 00 49 (0031 164 24 00 49)
email: uitgeverij@kleinood-en-grootzeer.com
website: http://kleinood-en-grootzeer.com/index.html
• fleursdumal.nl magazine
More in: #Editors Choice Archiv, - Book News, - Book Stories, Archive M-N, Archive M-N, Archive Q-R, Art & Literature News, REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS, TRANSLATION ARCHIVE
Geliefden Hanna en Loek besluiten samen een scenario te schrijven. Een liefdesverhaal moet het worden, de personages moeten elkaar krijgen. Maar niet op een clichématige manier.
Intussen wordt het steeds benauwder in de huiskamer. Al snel gaan de ramen open en komt de buitenwereld binnen. Aan de ene kant brengt dat lucht, aan de andere kant verleiding.
Bestaat de veilige cocon nog of heeft de globalisering automatisch ieders wereld groter gemaakt? Welke concessies doet een filmmaker? Hoe flexibel zijn principes? Kun je de redder in nood zijn van je ex?
In vijftig korte hoofdstukken en vijftig tekeningen wordt het moderne leven gefileerd, met bijzondere aandacht voor de liefdesrelatie. Is het moment dat de personages elkaar krijgen het moment waarop Loek en Hanna elkaar verliezen?
Franca Treur debuteerde in 2009 met de roman Dorsvloer vol confetti, waarvan meer dan 150.000 exemplaren werden verkocht. Het was het meest bejubelde literaire debuut in jaren. Het boek won verschillende prijzen en het werd verfilmd. In 2014 verscheen haar tweede roman, De woongroep, en in 2015 het Zeeuwse Boekenweekgeschenk Ik zou maar nergens op rekenen. Daarnaast schrijft ze verhalen, essays en columns voor uiteenlopende media.
Franca Treur
Regieaanwijzingen voor de liefde
Gebonden
216 p.
Druk 1
Verschenen 08-02-19
Uitgever Prometheus
Nederlandse fictie
ISBN 9789044640441
€ 19,99
# new fiction
franca treur
regieaanwijzingen voor de liefde
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Archive S-T, Art & Literature News, Franca Treur
Joni Mitchell: New Critical Readings recognizes the importance and innovativeness of the musician and artist Joni Mitchell and the need for a collection that theorizes her work as musician, composer, cultural commentator and antagonist.
It showcases pieces by established and early career academics from the fields of popular music and literary studies on subjects such as Mitchell’s guitar technique, the politics of aging in her work, and her fractious relationship with feminism.
The collection features close readings of specific songs, albums, and performances while also paying keen attention to Mitchell’s wider cultural contributions and significance.
About the Author: Ruth Charnock is Senior Lecturer in English at the University of Lincoln, UK. She is the author of Anaïs Nin: Bad Sex, Shame and Contemporary Culture (forthcoming, 2019) and various articles and essays on Joni Mitchell, Marvin Gaye, Anaïs Nin, contemporary American literature, and popular culture.
Joni Mitchell
New Critical Readings
Editor: Ruth Charnock
Published: 24-01-2019
Format: Hardback
Edition: 1st
248 pages
Illustrations: 2 bw illus
Dimensions: 229 x 152 mm
Publisher: Bloomsbury Academic
Language: English
ISBN-10: 1501332090
ISBN-13: 978-1501332098
£86.40
# new books
joni mitchell
new critical readings
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Archive C-D, Archive M-N, Archive M-N, Art & Literature News, Joni Mitchell
Quelle force de vérité accorder à la poésie? Apparemment aucune selon Baudelaire.
C’est pourtant lui qui assure le passage décisif vers une poésie qui remet en question ses fondements, son devenir, sa nécessité, une poésie qui exige d’être sans cesse perception à valeur existentielle.
La réflexivité poétique qui s’exerce entre apparence et tréfonds de l’homme exacerbe le poétique et le menace. Où, quand, comment et vers quoi se joue le vrai du poème ?
Pourquoi cette oeuvre pose-t-elle les enjeux de la modernité ?
Se débattant contre tout Idéal absolu, la poétique baudelairienne désire la liberté incarnée et douloureuse de l’artiste, de l’humain.
Régine Foloppe, est l’auteur de plusieurs recueils poétiques, notamment : Tributaires du vent (Le Castor Astral, prix Max-Pol Fouchet) et Famines (Belin). Elle a publié des articles et des poèmes dans des revues (PO&SIE, Eidôlon, Friches, Diérèse…). Agrégée de lettres modernes, docteure en littérature française, elle enseigne à l’Université de Montpellier.
Baudelaire et la vérité poétique
Auteur: Régine Foloppe
Editeur : Editions L’Harmattan
Collection : La philosophie en commun
19 février 2019
Format : 15,5 x 24 cm
Broché
464 pages
Langue : Français
ISBN-10: 2343157642
ISBN-13: 978-2343157641
EUR 42,00
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Archive A-B, Archive A-B, Archive E-F, Art & Literature News, Baudelaire, Baudelaire, Charles
`Wat een allemachtig mooie bliksem’, zegt Tijger vol bewondering. Het hele dorp wordt geraakt door vuurpijlen die sissend in de grond slaan.
`Onweer is sprookjesweer’, zegt Thija.
Door het raampje van de zolder is het uitzicht op de wereld altijd sprookjesachtig, maar vooral nu, nu de bliksem het dorp wil afbranden en de donkere bossen aan de bovenloop van de Wijer in een witte gloed zet.
In hun bijna geluiddichte schuilplaats op de zolder van de molen horen ze het onweer nauwelijks, maar zien ze wel de bliksem wanneer die als een drietand boven het dorp staat. Hij vonkt langs de bliksemafleider van de kerk. De vlammen spatten van het beeld van Christoffel dat boven op de toren staat en die het dorp bewaakt, met op zijn schouder het kindje Jezus dat al een paar honderd jaar wacht om over de Wijer te worden gedragen.
Thija leest voor uit een van de bijbelboeken die in een doos op de zolder staan. Ze hebben er pas twee gelezen. De rest moet nog.
`Zodra Izebel, de weduwe van koning Achab van Juda, hoorde dat Jehoe, de nieuwe koning van Juda en moordenaar van haar man, haar kwam bezoeken, liet zij haar huis beschilderen, plantte bloemen in haar tuin en nodigde vrouwen in haar huis.’
`Dat zijn veel komma’s in één zin’, zegt Mels.
`Ik kan niet anders lezen dan dat wat er staat’, zegt Thija. Ze leest verder.
`Deze vrouwen waren in de hogere kringen zeer geliefd. Zij verstonden de kunst van het verleiden en maakten daar gebruik van.’
`Hoeren dus’, zegt Tijger. `Net als in de bunker.’
`Op de dag van Jehoes aankomst, verfde Izebel haar ogen zwart, haar lippen rood en haar nagels paars.’ Thija doet een vinger op haar lippen om te voorkomen dat Tijger daar weer opmerkingen over maakt. `Ze maakte haar kapsel in orde, kleedde zich in een jurk van doorschijnende zijde, sierde zich met paarlen, robijnen en blauw glanzende brokken aquamarijn. Daarna ging ze op het met bloemen gestikte kussen voor het venster zitten en wachtte af. Toen ze Jehoe zag naderen, raakte ze zeer opgewonden. “Hoe gaat het de nieuwe koning van Juda?” vroeg ze. “Hoe gaat het de moordenaar van mijn man? Het zal wel goed met hem zijn. De Heer onze God is met hem, want hij heeft het land een dienst bewezen door mijn man Achab te vermoorden.”‘
`Ze had wel lef’, zegt Tijger.
`Toen Jehoe haar hoorde, riep hij woedend tegen zijn soldaten: “Gooi dat kreng het raam uit!” De soldaten grepen Izebel en gooiden haar op de binnenplaats. Daar liet Jehoe haar door de paarden vertrappen. Haar bloed spoot tegen de muur. Wilde honden vraten haar vlees. Haar hersenen werden verzameld door een bedelaar die ermee aan de haal ging.
In de volgende dagen liet Jehoe alle zonen van Achab vermoorden. Achab had zeventig zonen, verwekt bij Izebel, slavinnen en publieke vrouwen. Hij had geen dochters, omdat Izebel nooit een dochter gebaard had. De dochters die Achab verwekt had bij slavinnen en publieke vrouwen, had hij voor de leeuwen laten werpen. Volgens de wetten van het volk waren ze een doorn in het oog van God. De zonen van Achab woonden verspreid over heel Israël, bij oude leermeesters. Ze werden door Jehoes soldaten neergestoken en ontmand. Hun hoofden werden afgehouwen en verpakt in manden naar Jehoe gezonden. Jehoe voerde de hoofden van Achabs zonen aan de wilde dieren. Zo kwam er een einde aan het geslacht van Achab.’
Verbijsterd kijken ze elkaar aan.
`Waarom staat zoiets in de bijbel?’ vraagt Tijger.
`De bijbel is een geschiedenisboek’, zegt Thija.
`Denk je dat dit echt is gebeurd?’
`Natuurlijk. De mensen leefden als beesten.’
`Net als in China?’
`Net als in China.’
`Lees nog maar een verhaal. Met dit weer kunnen we toch niet weg. Maar wel een verhaal dat minder gruwelijk is.’
Thija slaat het boek weer open, maar stokt in haar beweging als de wind de pannen rijtje voor rijtje oplicht en ze roffelend weer op hun plek laat vallen. Een paar pannen vallen kapot. De regen slaat als een waterval op de ruit. Het is echt noodweer.
De bliksem treft de kerk opnieuw. Het kind op de schouder van Christoffel staat in brand.
`Ik hoor dat Jezus “help” roept’, zegt Tijger
`Hierboven horen we niks’, zegt Mels.
`We horen Hem wel’, zegt Thija. `Hij is nog maar een kind. We horen het als Hij angst heeft. Hij roept naar ons. Jezus kan dat. God kan alles.’
`Hij staat echt in brand’, zegt Mels, nauwelijks gelovend wat hij ziet. `De toren brandt.’
Ze zien dat Christoffel wankelt en naar voren helt. Even houdt hij zich vast aan de antenne op zijn rug en draait een halve slag om zijn as. Dan valt hij samen met het kind naar beneden. Hun val wordt gebroken door uitstekende draden en haken, dan tuimelen ze in de afgrond tussen de daken van het dorp.
`Jezus komt thuis bij Zijn Vader op het altaar’, zegt Thija bleek. Ze glijdt van de stapel meelzakken af, knielt neer, haar hoofd gebogen en bidt.
De jongens houden hun adem in. Mels weet dat dit een moment is waarop de wereld kan blijven stilstaan.
Op zolder is het nog stiller dan het al was. Verbijsterd kijken ze naar de vlammen die uit de toren slaan en over het dak van de kerk dansen. In een paar tellen zetten ze het hele gebouw in lichterlaaie.
Ton van Reen: Het diepste blauw (095)
wordt vervolgd
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van
De 84ste editie van de Boekenweek vindt plaats van zaterdag 23 maart tot en met zondag 31 maart en heeft De moeder de vrouw als thema naar het gelijknamige gedicht van Martinus Nijhoff.
Voor de Boekenweek 2019 schreef Jan Siebelink het Boekenweekgeschenk Jas van belofte, dat tijdens de Boekenweek bij besteding van ten minste €12,50 aan Nederlandstalige boeken door de boekhandel cadeau wordt gedaan.
Het Boekenweekessay is geschreven door Murat Isik en heeft de titel Mijn moeders strijd. Tijdens de Boekenweek is het voor € 3,75 verkrijgbaar in de boekwinkel.
Op 31 maart, de laatste zondag van de Boekenweek, kunnen reizigers traditiegetrouw op het vertoon van het Boekenweekgeschenk gratis met de trein reizen.
De moeder de vrouw
Het thema van de Boekenweek 2019 is ontleend aan het beroemde gedicht van Martinus Nijhoff ‘De moeder de vrouw’. Tevens is het Boekenweekthema een verwijzing naar de bundel De moeder de vrouw, met daarin twee romans (Ontaarde moeders en Mijn zoon heeft een seksleven en ik lees mijn moeder Roodkapje voor) over moederschap van de onlangs overleden Renate Dorrestein.
# meer informatie op website boekenweek
Boekweek 2019
van 23 – 31 maart
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, - Book News, - Book Stories, - Bookstores, Art & Literature News, Boekenweek, Jan Siebelink, Nijhoff, Martinus
De schrijvers Jan Leyers, Ilja Leonard Pfeijffer en Jolande Withuis zijn genomineerd voor de E. du Perronprijs 2018. De prijs wordt toegekend aan schrijvers, kunstenaars of instellingen die met een cultuuruiting in brede zin een bijdrage leveren aan een inclusieve samenleving. De uitreiking vindt plaats op dinsdagavond 16 april in de Glazen Zaal in de LocHal in Tilburg. Dan houdt Gloria Wekker de achtste E. du Perronlezing.
Jan Leyers ‒ Allah in Europa. Het reisverslag van een ongelovige (Uitgeverij Das Mag)
Leyers doet in dit boek verslag van een reis door Europa waarin hij op zoek gaat naar ‘een Europese versie van de islam’. Vier maanden lang wordt er gesproken met traditionele gelovigen en nieuwe bekeerlingen. Allah in Europa leest als een spannend verslag van gesprekken waarin verschillende denkbeelden tegen elkaar afgewogen worden. Knap is dat het boek nergens belerend of dwingend wordt, hoewel het overduidelijk een pleidooi is voor een open multicultureel Europa, dat de lezer aanzet tot nadenken.
Ilja Leonard Pfeijffer ‒ Grand Hotel Europa (Uitgeverij De Arbeiderspers)
In deze roman neemt Pfeijffer ons mee naar een hotel ergens in Europa waarin zijn alter ego zich verschanst na een stukgelopen liefde. Het hotel is vergane glorie, oude geschiedenis en een metaforisch beeld voor het continent, waarvan de geschiedenis fenomenaal is, maar het heden op allerlei manier ontspoort: er is te veel consumentisme, geen engagement, er zijn geen nieuwe idealen. Pfeijffer verweeft verschillende verhaallijnen met elkaar, en is op zijn best in de essayistische passages waarin hij kritiek geeft op het hedendaagse Europa en vooral op het massatoerisme.
Jolande Withuis ‒ Raadselvader. Kind in de koude oorlog (Uitgeverij De Bezige Bij)
Withuis schreef een indringende biografie over haar vader Berry Withuis (1920-2009), die tegelijk een autobiografische reflectie biedt. De vader was communist en redacteur van de Waarheid. Haar communistische jeugd en de loyaliteit jegens haar ouders hebben Withuis geleerd dat er verschillende kanten zitten aan een historisch narratief. Noch het ontkennen van de slechte behandeling van communisten in Nederland tijdens de Koude Oorlog, noch het slachtofferisme van de zijde van communisten zelf, is de waarheid. Maar ook leert zij dat via het eigen verhaal de geschiedenis van anderen aanknopingspunten biedt en legt ze uit dat totalitaire overtuigingen mensen verleiden onmenselijke misdaden te begaan en het eigen ethische kompas uit te schakelen.
E. du Perronprijs
De E. du Perronprijs is een initiatief van de gemeente Tilburg, de Tilburg School of Humanities & Digital Sciences en Kunstloc Brabant. De prijs is bedoeld voor personen of instellingen die, net als schrijver Du Perron, grenzen signaleren en doorbreken die wederzijds begrip tussen verschillende bevolkingsgroepen in de weg staan. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 2500 euro en een textielobject, ontworpen door studio ‘by aaaa’ (Moyra Besjes en Natasja Lauwers) en vervaardigd bij het TextielMuseum. In 2017 won Margot Vanderstraeten de prijs voor haar boek Mazzel tov. Andere laureaten waren onder meer Stefan Hertmans (2016), Ilja Leonard Pfeijffer (2015), Warna Oosterbaan & Theo Baart (2014), Mohammed Benzakour (2013), Koen Peeters (2012) en Ramsey Nasr (2011).
E. du Perronlezing
Professor dr. Gloria Wekker is emeritus hoogleraar Gender en Etniciteit aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. Ze houdt, op 16 april, na Antjie Krog, Paul Scheffer, Job Cohen, Sheila Sitalsing, Herman van Rompuy, Arnon Grunberg en Marja Pruis de achtste E. du Perronlezing.
Voor het bijwonen van de uitreiking kunnen belangstellenden en genodigden zich aanmelden via www.kunstlocbrabant.nl/eduperron
Meer informatie over de prijs vindt u op: www.tilburguniversity.edu/duperronprijs
# Literaire prijzen
E. du Perronprijs 2018
Jan Leyers
Ilja Leonard Pfeijffer
Jolande Withuis
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Lovers, - Book News, - Bookstores, Archive K-L, Archive O-P, Archive W-X, Art & Literature News, Awards & Prizes, Literary Events
DEATH TO THE FASCIST INSECT is a compilation of the writings and transcribed recordings of the Symbionese Liberation Army (1973–75), a radical left-wing group based in the Bay Area of California. This publication chronicles the militant, if half-baked, political theories that inspired the SLA, as well as the ways that the SLA used violence and manipulation of the media to further the group’s goal of provoking armed revolution from the underground.
Founded by escaped convict Donald DeFreeze, aka Field Marshal Cinque, the SLA was mostly composed of young, largely white and middle-class men and women, whose stated aim was to destroy all forms of racism, sexism, and capitalism. One of the SLA’s first acts was the murder of the Oakland superintendent of schools; SLA members went on to kidnap newspaper heiress Patricia Hearst, demand millions of dollars from her wealthy family for free food for “people in need,” and rob a bank in San Francisco with Hearst. Most of the SLA, including DeFreeze, died in a fire after a gun battle with police in Los Angeles, while Hearst was later pardoned.
This publication features an introduction by editor John Brian King, a chronology of the SLA, the writings and transcribed recordings of the group presented in the context of events at the time, and a fifty-page appendix of notable articles, letters, and other texts related to the SLA.
John Brian King is a writer, photographer, and filmmaker. His works include the nonfiction book Lustmord: The Writings and Artifacts of Murderers (1997), the photography books LAX: Photographs of Los Angeles 1980-84 (2015) and Nude Reagan (2016), and the feature film Redlands (2014).
Death to the Fascist Insect
John Brian King, Editor
Publisher: Spurl Editions
Product Number: 9781943679089
ISBN 978-1-943679-08-9
SKU #: C17B
Binding: Paperback
Pages: 232
Literary Nonfiction
California Interest
African & African American Studies
Political Theory. Crime
Price: $ 18.50
Pub Date: 3/13/2019
# New books
SLA – Symbionese Liberation Army
Death to the Fascist Insect
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Archive K-L, Art & Literature News, CRIME & PUNISHMENT, Racism
‘Mijn overtuigingen zijn beperkt, maar wel intens. Ik geloof in de mogelijkheden van het speciale koninkrijk. Ik geloof in de liefde,’ schreef Michel Houellebecq eens.
De depressieve verteller van Serotonine zou het daar zonder voorbehoud mee eens zijn.
Zijn verhaal vindt plaats in een Frankrijk dat zijn tradities aan het verkwanselen is, zijn steden ontdoet van hun charme en zijn platteland verwoest tot de volksopstand erop volgt.
Hij vertelt over zijn leven als landbouwingenieur, zijn vriendschap met een boer van adel (een onvergetelijk personage – zijn dubbelganger in spiegelbeeld), over het falen van hun jeugdige idealen, de misschien wel dwaze hoop een verloren vrouw terug te vinden.
Deze roman over de puinhopen van een wereld zonder goedheid, zonder solidariteit, met onbeheersbaar geworden veranderingen, is ook een roman over wroeging en spijt. ‘Niemand in het Westen zal nog gelukkig zijn.’
Michel Houellebecq (1958) is Frankrijks onbetwiste sterschrijver van dit moment. Hij publiceerde essays en poëzie voordat hij zich in 1994 met de roman De wereld als markt en strijd, die bekroond werd met diverse prijzen, opwierp als belofte van de Franse letteren. Die status bevestigde hij met Elementaire deeltjes (Prix Novembre en Impact Dublin Literary Award), dat hem terecht de faam van groot schrijver bezorgde, en Platform. In 2011 en 2015 verschenen zijn grote romans De kaart en het gebied en Onderworpen. Zijn veelvuldig bekroonde en wereldwijd vertaalde werk is in het Nederlands vertaald door Martin de Haan. Sinds 1998 leeft Michel Houellebecq in zelfverkozen ballingschap in Ierland.
Serotonine
Literaire fictie
Auteur: Michel Houellebecq
Vertaler: Martin de Haan
Uitgeverij: De Arbeiderspers
NUR: 302
ISBN: 9789029529020
Hardcover
Taal: Nederlands
Bladzijden: 352 pp.
Prijs: € 22,50
Publicatiedatum: 21-03-2019
# New fiction
Michel Houellebecq
Serotonine
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Bookstores, Archive G-H, Art & Literature News, Michel Houellebecq
Hij rijdt de winkel in, rechtdoor naar de bloemenhoek die nu op de plek zit waar vroeger de keuken van juffrouw Fijnhout was.
Al een paar dagen na de begrafenis van juffrouw Fijnhout betrok nicht Jozefien, met man en kinderen, het huis.
Haar man begon direct met het uitbreiden van de winkel. Hij verkocht ook verf en behang, kalk en wasbenzine. En hij had een drukpersje voor geboortekaartjes. En wie geboortekaartjes kocht, kocht ook bloemen. Daarom stond een hoek van de winkel altijd vol kleurige bloemen voor geboortefeesten en een andere hoek vol witte ruikers voor bruiloften en begrafenissen.
Nicht Jozefien vlocht ook grafkransen. Ze had wel wat van haar overleden tante. Voor alles kon men bij haar terecht.
In de loop der jaren is de winkel uitgebreid. Mels komt er nog graag. De geuren van de bloemen doen hem goed. En de kleuren. Hij hoort het druppelen van de fonteintjes. Overal staan ze. Het is mode. Fonteintjes van aardewerk, van hard, gekleurd plastic, van glas. En veel spiegels die het wereldje van de winkel uitvergroten tot een ware tuin. Door al die spiegels lijken er meer meisjes in de winkel te zijn, maar er is alleen Christine, de kleindochter van nicht Jozefien.
`Geef die witte aronskelken maar’, zegt Mels. Hij is een beetje gek op haar, door de manier waarop ze alles doet, bedachtzaam en vanzelfsprekend. Ze weet precies wat mooi is. Een prinses in een koninklijke tuin. Ze is altijd vriendelijk.
`Jammer dat het kerkhof weggaat, hè’, zegt Christine, terwijl ze bezig is met een bloemstuk voor een begrafenis. Ze lijkt als twee druppels water op haar grootmoeder Jozefien. Ze is al de vijfde generatie in de winkel.
`Ik kom er zelf niet meer te liggen’, zegt Mels. `Ik dacht bij mijn vriend Tijger begraven te worden, maar als het zover is, brengen ze me naar een plek waar ik nu al niet meer op eigen kracht kan komen.’
`Hoelang is uw vriend al dood?’
`Al bijna vijftig jaar. Hem laten ze gewoon liggen. De huizen worden gewoon op de resterende graven gebouwd.’
`Ik zou daar niet willen wonen.’
`Tijger kan er wel om lachen’, zegt Mels.
Christine pakt de aronskelken in en legt ze op zijn schoot. Ze zijn wit en ruiken naar vanille.
Hij ziet zichzelf in de spiegel naast de kassa. Vanaf zijn borst. De bloemen op zijn schoot verbergen zijn onderlijf. Hij ziet er goed uit, met die bloemen op schoot. Bloemen houden van hem. Ze maken hem mooier. Daarom geeft hij ze aan Tijger. Hij weet nog wat zijn moeder zei: je moet altijd de dingen geven waarvan je het meest houdt.
Mels betaalt. De kassa rinkelt. Het is een geluid dat in een winkel hoort.
`Ik voel me hier nog steeds net zo thuis als toen het de kleine winkel van juffrouw Fijnhout was.’
`Juffrouw Fijnhout?’
`De oudtante van je grootmoeder.’
`O, die. Ze had geen kinderen, hè?’
`Jouw grootmoeder leek ook op haar. Net als jouw moeder op haar lijkt. En jij op allemaal.’
`Was ze knap?’
`Wil je weten of jij knap bent?’
`Zeg maar niets’, lacht ze.
`Ja, ze was knap. Maar dat besefte ik later pas. Een kind ziet zoiets niet. Maar ik kwam graag bij haar. Dat is wat telt. Of jij knap bent, laat ik over aan de jongemannen.’
`Bonnetje?’
`Welnee’, zegt hij, overmoedig door de bloemen op zijn schoot. `Geef mij maar een kus.’
Ze kijkt hem lachend aan en geeft hem dan een kus op zijn wang.
`Ik hoop dat er ook nog iemand aan mij denkt als ík al vijftig jaar dood ben’, zegt ze.
`Vast wel’, lacht Mels. `Ik gun je veel kleinkinderen.’
Hij rijdt de winkel uit en kijkt nog een keer om. Hij ziet Christine in drie spiegels tegelijk. Van voor en van achter en van opzij. Alle Christines zijn even mooi.
Hij rijdt door naar het kerkhof en stopt bij het graf van grootvader Rudolf. Hij haalt een bloem uit het boeket en legt die bij het kruis waaronder grootvader Rudolf is begraven, boven op zijn veel eerder gestorven vrouw.
`Rudolphus Johannes Cremers’, leest hij hardop. `Voormalig hoofd der school.’ En daarboven staat: `Katelijne Melanie Jansen’, `huisvrouw’. De kruisjes geven aan dat grootmoeder Katelijne in 1944 is overleden en grootvader Rudolf in 1978. Hij is, geboren in 1882, bijna honderd geworden. Grootmoeder Katelijne is geboren in 1906. Ze was dus achttien jaar jonger en pas achtendertig toen ze stierf. Van horen zeggen weet hij dat ze pianospeelde op familiefeestjes.
Wat doen ze nu met hen? Wordt grootvader naar het nieuwe kerkhof verhuisd en blijft grootmoeder hier achter omdat ze hier al meer dan veertig jaar ligt?
Op elk graf van een familielid legt hij een bloem.
Hij rijdt een rondje. Een deel van de graven is al weg. Door al die lege plekken, ziet het er rommelig uit.
Het graf van Tijger ligt tussen de kindergraven. De meeste opschriften op de kinderkruisen zijn onleesbaar geworden. Ook dat van Tijger is afgebladderd. Van zijn voornaam is alleen een a over, maar het kan ook een o zijn. Hij is een vergeten kind. Wie geen nageslacht heeft, houdt op te bestaan.
Hij legt de bloemen op het graf.
`Dank je.’ Het is de stem van Tijger. Elke keer als hij bloemen op het graf legt, hoort hij hem. Het kan natuurlijk niet, maar toch.
Hij klopt het stuifmeel van zijn jas.
In de eerste maanden na zijn dood brachten Thija en hij vaak boeketten naar het graf. Bloemen die ze langs de Wijer hadden geplukt. Distels, lelies, judaspenningen, alles wat er in het wild groeide.
Vroeger, met de schoolklas, hebben ze vaak het kerkhof geharkt, het onkruid gewied, het mos van de stenen gekrast. Er was hun respect bijgebracht voor het kerkhof. De plek van de voorouders, die altijd zo hoorde te blijven.
Het graf van vliegenier John Wilkington, dat altijd door Mels’ moeder werd onderhouden, is allang weg. Het houten kruis, waarvan de verf verdwenen is, staat in een hoekje van het kerkhof te wachten op mensen die zich het lot van John Wilkington willen aantrekken en de geschiedenis aan hem levend willen houden, maar Mels is een van de weinigen die nog weten wie John Wilkington was. En hij is niet meer in staat het kruis op te knappen om John de eer te geven die hem toekomt.
Bij de poort van het kerkhof staat het beeld van Christoffel met Jezus op zijn schouder. Half tussen de struiken. Langgeleden is het bij de grote kerkbrand van de toren gevallen. Christoffel is een deel van zijn hoofd kwijtgeraakt en mist ook zijn voeten. Jezus heeft de arm verloren die hij om Christoffels schouder had geslagen. Na de restauratie van de kerk is het beeld niet teruggeplaatst op de toren maar vervangen door een haan. Het gehavende beeld is in de tuin gezet en vergeten. Het is een verkeerde plek. Christoffel met op zijn schouder het kind dat over het water wil worden gedragen, had langs de Wijer moeten staan.
De brand van de kerk was de grootste ramp die het dorp ooit getroffen had.
Ton van Reen: Het diepste blauw (094)
wordt vervolgd
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van
2019 Jubileumjaar Lustwarande
26 mei – 20 oktober
In 2019 jubileert Lustwarande. Delirious is de tiende expositie in park De Oude Warande.
Ook paviljoen Grotto, door Callum Morton voor De Oude Warande ontworpen, bestaat tien jaar.
Lustwarande start het seizoen op 26 mei met de eerste van twee edities van Brief Encounters ’19.
2019 Jubileumjaar Lustwarande
Delirious
15 juni – 20 oktober
Delirious presenteert een overzicht van recente ontwikkelingen en focust op materialiteit, de huid van hedendaagse sculptuur.
Met nieuw werk van zesentwintig kunstenaars, onder wie Isabelle Andriessen (NL) – Steven Claydon (UK) – Claudia Comte (CH) – Hadrien Gerenton (FR) – Camille Henrot (FR) – Nicholas Hlobo (SA) – Saskia Noor van Imhoff (NL) – Esther Kläs (DE) – Sarah Lucas (UK) – Justin Matherly (US) – Bettina Pousttchi (DE) – Magali Reus (NL) – Bojan Šarčević (RS) – Filip Vervaet (BE)
curatoren: Chris Driessen & David Jablonowski
2019 Jubileumjaar Lustwarande
Brief Encounters ‘19
26 mei & 8 september
Op 26 mei presenteert Lustwarande de eerste editie van Brief Encounters van dit jaar, met nieuwe performances van Melanie Bonajo (NL), William Hunt (UK) en Grace Schwindt (DE).
Het programma wordt begin mei bekend gemaakt.
Op 8 september vindt de tweede editie plaats, met onder andere nieuw werk van Gosie Vervloessem (BE).
curatoren: Chris Driessen & Lucette ter Borg
Locatie: Lustwarande – park De Oude Warande, Tilburg
# meer info op website fundament/lustwarande
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Art & Literature News, Art Criticism, Exhibition Archive, FDM Art Gallery, Fundament - Lustwarande, Natural history, Performing arts, Sculpture
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature