In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Walt, Carina van der

«« Previous page · Literair Periodiek Ballustrada met nieuw werk van Noord-Brabantse dichters · Nieuwe dichtbundel van Kreek Daey Ouwens: BLAUWE HEMEL · Carina van der Walt & Daan Taks: Over de Schoonheid van Geweld · Carina van der Walt: gedicht ‘Madiba’ · Carina van der Walt: Haïti hagedisje · Carina van der Walt: Vrouestemme oorheers digterswêreld · Carina van der Walt: Volledig volmaakte oneetbare kersies · Carina van der Walt: Luchtalarm · Carina van der Walt: Vragen · Carina van der Walt: laaste woorde aan Kevin Carter

Literair Periodiek Ballustrada met nieuw werk van Noord-Brabantse dichters

Ballustrada_LaaglandsepoëzieBallustrada met nieuw werk van Noord-Brabantse dichters: Rubriek Laaglandse Poëzie samengesteld door Bert Bevers

Nadat Bert Bevers (1954) voor de serie Laaglandse Poëzie in het Zeeuwse literaire tijdschrift Ballustrada eerder dichters uit de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen bloemleesde, stelt hij daarvoor nu een portfolio samen met kersvers werk van Noord-Brabantse dichters: Martijn Benders, Eddie Besselsen, Martin Beversluis, Pieter Bon, Frans August Brocatus, Wim Daniëls, Olaf Douwes Dekker, Ewoud Willem van Doorn, Maarten van den Elzen, Albert Hagenaars, Marijke Hanegraaf, Kees Hermis, Martien J.G. de Jong, Jef van Kempen, Astrid Lampe, Yvonne Né, Martijn Neggers, Esther Porcelijn, Nick J. Swarth en Carina van der Walt.

Ballustrada is een literair tijdschrift voor het Nederlandse taalgebied, ontstaan en volwassen geworden in Zeeland. Twee keer per jaar verschijnt er een uitgave van minstens 100 pagina’s. Ballustrada wil een podium bieden aan jonge schrijvers, aan minder bekende auteurs met verrassende kwaliteiten en aan een kring van bekende auteurs die zich verbonden weet met Ballustrada.

Ballustrada, Literair Periodiek, jaargang 28, nr. 1/2 2014 – Uitgeverij Liverse, 104 pagina’s, los nummer, 12,50 euro, abonnement (4 nummers) 19,- euro.

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Bevers, Bert, Beversluis, Martin, Kempen, Jef van, Lampe, Astrid, LITERARY MAGAZINES, MODERN POETRY, Porcelijn, Esther, Swarth, Nick J., Walt, Carina van der


Nieuwe dichtbundel van Kreek Daey Ouwens: BLAUWE HEMEL

fdm bookslit02

 

Blauwe hemel

nieuwe dichtbundel van Kreek Daey Ouwens

door Carina van der Walt

Op Nationale Gedichtendag 2014 is de nieuwe dichtbundel van Kreek Daey Ouwens geïntroduceerd in Café De Nieuwe Liefde in Amsterdam. Blauwe hemel is in alle opzichten een goedverzorgde bundel – van de subtiele schakeringen van blauw en de illustratie op de omslag tot bij de laatste poëtische tekst op pagina 79:

 

Overjarige citroenen zijn bitter.

Je moet ze dezelfde dag nog eten.

Bij de eerste hap trekt je mond

zich samen. Alsof je in ijs bijt.

Maar je tong went eraan.

 

Met deze laatste tekst eindigt de beschrijving van het “overjarige” huwelijk van de hoofdpersoon, meneer Danie. De beschrijving van citroenen begint op p.9 in het eerste van de vijftien delen, waaruit de bundel is opgebouwd:

Ik koop citroenen, die zwaar zijn als ijzer.

Het perspectief is van meneer Danie. Alle “gedichten” zijn zonder titels. Ze zijn als kralen aan elkaar gesnoerd om samen één verhaal van een beknellend ongelukkig huwelijk te vertellen. Meneer Danie leeft samen met mevrouw Danie en hun magere kat, maar hij is verliefd op de kassière Larissa. Met zijn verliefdheid doet hij niks, behalve voortdurend aan Larissa te denken, in zijn gedachten met haar gesprekken te voeren en acht brieven aan haar te schrijven die allemaal beginnen met “Mijn Larissa”. Voor zijn pragmatische en even vereenzaamde vrouw voelt hij weinig. Zijn gevoelens van zwaarmoedigheid, angst en wanhoop worden overgedragen met alledaagse metaforen. Anemonen, angstdromen, een zilveren lepel en het dwangmatige tellen van strepen zijn pogingen om zijn ongelukkige leven voor zichzelf dragelijker te maken. Om een beetje houvast te krijgen.

Typografisch is de bundel zeer sober. Er zijn veel witte ruimtes op de pagina’s. Deze witte ruimtes compenseren de loodzware emoties die zich verschuilen achter alledaagse objecten of handelingen. Daey Ouwens’ taalgebruik is fijnzinnig. Haar observaties zijn treffend en dikwijls onontkoombaar. Om een indruk te geven van de constructie van Blauwe hemel volgt hier een van de kortste afdelingen.

 

Liefde

 

Opnieuw een angstige droom. Ik werd

zwetend wakker. Hoewel het nog nacht

was, tekende zicht achter de ramen een

doods, wit licht af. Ik ging mijn bed

uit. Ik bekeek mezelf in de spiegel.

Met stukjes en beetjes probeerde ik

mijn droom te duiden. Ik herinnerde

mij alleen dat die onbegrijpelijk en

beangstigend was. Ook mijn eigen ge-

zicht kwam mij vreemd en bang voor.

Ik sloot mijn ogen. Mijn gezicht bleef

me aanstaren. In een uiterste poging

het uit mijn hoofd te bannen, probeerde

ik de latten van de luxaflex te tellen.

Dat viel niet mee. Ik moest telkens op-

nieuw beginnen.

 

Gisteren woonde ik de uitvaart bij van

een verre neef. Iedereen wierp wat aarde

op de kist. De weduwe het eerst. Er ging

een schok door me heen, Larissa, zoveel

als ze op u leek! De buiging van haar

nek. Maar ik schrok ook, omdat ik zag

dat ze niet van hem hield. Dat je niet

van iemand houdt, is begrijpelijk. Niet

meer dan een fout. En zoals bij elke

fout kan ik er niet achter komen of een

mens het misschien zelf zo wil. Als dat

zo is, is je verstand er niet tegen op-

gewassen.

 

Het is opnieuw zeer koud. Bent u warm genoeg

gekleed? Dat winkelschort stelt toch niet

veel voor. En het tocht behoorlijk in die

hoek bij de kassa. Zorg goed voor u zelf,

Larissa. Ik kan niet voor u zorgen.

 

De Vlaamse gewoonte om de geliefde met “u” aan te spreken herinnert me aan de even zwaarmoedige debuutbundel van de Vlaming, Charles Ducal. Het huwelijk (1987) is een beklemmend relaas over het huwelijksleven. Ducal en Daey Ouwens delen een bijzondere manier van kijken. In de bundel van Daey Ouwens ligt elke tekst als een parel op precies de juiste plaatst. Je wenst het je ergste vijanden niet toe, maar bij lezing slaat regelmatig de ontluistering toe als de herkenbaarheid je in het gezicht staart.

CARINA VAN DER WALT

Blauwehemel_KREEKDOUWENS2

Kreek Daey Ouwens (Lindenheuvel, 1942) debuteerde in 1991 met Stokkevingers, een bundel verhalen en gedichten. In 1995 verscheen Tegen de kippen en de haan, in 2004 Kinderbed en in 2009 De achterkant, dat genomineerd werd voor de VSB Poëzieprijs 2009-2010.

Kreek Daey Ouwens: Blauwe hemelUitgever: Wereldbibliotheek 2014 – ISBN: 9789028425668 – Prijs: € 19,90 – 80 blz.

fleursdumal.nl magazine for art & literature

More in: - Book News, Archive O-P, Art & Literature News, Ouwens, Kreek Daey, Walt, Carina van der


Carina van der Walt & Daan Taks: Over de Schoonheid van Geweld

poezvorst01

POëZIEWEEK 2014

Poëzie in De Nwe Vorst (Tilburg) – Over de Schoonheid van Geweld op 5 februari 2014  Een ontmoeting met twee dichters, die elkaar ook net ontmoeten. Met God en het volk, met stront en angst, oorlogstrommels en halsbanden. Maar gelukkig ook met BOEM! en ding-a-dong.

Met: Carina van der Walt & Daan Taks # Tijdsduur: 15 a 20 minuten # Optredens om 13:30, 15:00 & 16:30 # Gast om 13:30 activiste Joke Kaviaar

theater de NWE Vorst # WillemII-straat 49 # 5038 BD tilburg

Carina van der Walt en Daan Taks Dichter in De NWE Vorst # Tilburgse dichters organiseren gedurende twee weken bijna dagelijks poëzie-evenementen in de Voorkamer van De NWE Vorst. Aanleiding is de Landelijke Poëziedag op 30 januari. Op woensdag 5 februari zijn Carina van der Walt en Daan Taks tussen 13 en 18 uur te gast in onze voorkamer.

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive S-T, Archive W-X, Art & Literature News, Poëzieweek, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: gedicht ‘Madiba’

nelsonmandela2

Madiba

 

Mohammad Ali staan kopskud-kopskud

geboë oor die bed van sy ou skermmaat

saam het hulle die fyn voetwerk van die kryt

geleer & die lees van presies die regte tyd

as swaargewigte kon hulle goed mik raak slaan

maar veral wys & strategies ontwyk

dans-dans koes vir die uitklophou van die tyd

 

Gedicht van Carina van der Walt

Naar aanleiding van het overlijden van Nelson Mandela (Madiba)

5 december 2013

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Haïti hagedisje

fleursdumal 111a

 

Carina van der Walt

Haïti hagedisje

 

als een hagedisje tegen zijn schouder

grote, draaiende, heldere oogjes

stoffig kopje

ingekrompen, zwart, klein lijfje

slappe pootjes, geen geluidje

 

en hij sust haar

en zij slikt maar

stil maar lieverd

thula thula thula thandwa

 

en hij sust haar

en zij slikt maar

meisje stil maar

intombazani thula thula

 

als een levende muur onder dit wezentje straalt

hitte uit de kleine gesloten holte van zijn armen

hij klopt op het kromme rugje

streelt over het grijze kopje

zonder zelf te weten wat of wie

 

en hij sust maar

en zij slikt maar

thula thula thula thandwa

 
Carina van der Walt (1960) werd geboren in Welkom Zuid-Afrika en studeerde Nederlands en Afrikaans. In 2003 kwam zij via een uitwisselingsprogramma op de UVT voor haar master in vergelijkend poëzie (2004). Als dichteres publiceerde zij de bundel Seeverse (2000, in eigen beheer) en Woorden over Beelden  (dec. 2012, Uitgeverij Smit van 1876, Venlo). Haar Ars poetica is gepubliceerd in Literator (april 2012), een gerenommeerd Zuid-Afrikaanse literaire tijdschrift. Vier van haar gedichten waren afgelopen najaar tegelijkertijd tentoongesteld in Tilburg (Twiet Twiet) en Johannesburg (Melville Poetry Festival).  In het voorjaar van 2013 zullen van haar gedichten opgenomen worden in twee bloemlezingen in Zuid-Afrika:  Afrikaanse gedichten in Nuwe Stemme 5 en Nederlandse gedichten in Theater van de Verloren Tijd.

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Vrouestemme oorheers digterswêreld

fdm bookslit06

Carina van der Walt

Bioskets | Biography

Carina van der Walt is in Welkom gebore. In Nederland word sy reëlmatig daaraan herinner hoe spesiaal dit is om op só ’n plek ’n mens se lewe te kon begin. Haar kinderjare het sy redelik sorgvry deurgebring.

Daarna volg wydverspreid oor baie jare ’n akademiese opleiding aan die PUK, later die NWU en ook die Katolieke Universiteit van Brabant in Tilburg. Sy cum in 2004 haar M in ’n vergelykende studie tussen Afrikaanse en Nederlandse poësie. Tussendeur trou sy, word ma, hou skool, gee klas aan die NWU, word weduwee met twee klein kindertjies, en reël wyd en syd vier jaar lank ’n skrywerskompetisie vir die ATKV. SAVN-kongresreëlings in Potchefstroom (2004) en simposium-organiseerder in Tilburg (2009) pas binne haar portefeulje. Sy ontmoet Geno Spoormans tydens navorsingstyd in Nederland. Drie jaar later trou hulle. Carina verplaas begin 2007 haar lewe na Nederland. Hier skryf sy voltyds.

Die appel van haar oog is 25 en woon in Durban. Sy het hom so lief soos die sand en die branders van die see … met die intensiteit van elke volmaakte sewende golf.

Haar hart se punt is ’n 21-jarige student in Stellenbosch. Sy het haar so lief soos die sterre in die Melkweg … en die Suiderkruis wat rigting gee.

Daarom bly haar bande met Suid-Afrika sterk. Die invloed en blootstelling van verskillende Europese lande, kulture, tale en denkwyses is ’n boks Quality Street. Sy deel dit graag. Dit maak haar ’n beter Suid-Afrikaner en wêreldburger.

waltcarinavander-01

carina van der walt

 

Vrouestemme oorheers digterswêreld

Carina van der Walt

2013-02-05

Nasionale Gedigtedag 2013 het vir ’n dubbele verrassing gesorg. Op Donderdagaand 31 Januarie is Anne Vegter (54) aangekondig as die opvolger van Ramsey Nasr. Sy is die eerste vroulike Dichter des Vaderlands. Die vorige aand is Ester Naomi Perquin (33) aangekondig as die wenner van die VSB-poësieprys met haar digbundel Celinspecties. Albei hierdie stemme kom uit Rotterdam. ’n Week vroeër is die Constantijn Huygens-prys (’n oeuvreprys) toegeken aan Joke van Leeuwen. Dis nou die tyd vir die erkenning van uitsonderlike vrouestemme. 

Vegter was uiters verbaas toe sy deur Bas Kwakman, direkteur van Poetry International, gebel is met die vraag of sy vaderlandsdigter wil word: “Ik viel van mijn stoel. Echt. Het was surreëel.”

En saam het haar het omtrent driekwart van die Nederlandse poësiewêreld van hulle stoele afgetuimel, want die persepsie van Vegter se poësie is dat dit nogal onverstaanbaar is. Kreek Daey Ouwens, ’n kollega van Vegter, beskryf haar gedigte as rou en eroties. Fynproewerlesers  ken Vegter veral deur Ongekuiste versies (1994). Dis ’n bundeltjie met erotiese kortverhale. In die inleiding van haar laaste digbundel – Eiland, berg, gletsjer (2011) – staan: “Haar poëzie is heel fysiek, alles is hier lichamelijk en aanraakbaar. … We hebben het hier over erotiek die zo sterk is dat ze overal in doordringt, zeker in haar poëzie waarin ze voortdurend tot uitbarsting komt.”

Die titelgedig, “Eiland, berg, gletsjer”,begin met op elke bladsy twee lang tweereëlige sinne:

Ook als je wakker word boven een sterfgebied en je gespt kinderen vast als gordels: laat mij
eens door een raam kijken of het daar erg is, zie je er niets van want het is een diepteoorlog.

Ook als een doelwit vanaf die grond toch naar je zwaait en je verlangt naar bleke sterren
op zo’n voorhoofdje, taxie je over het oefenveldje van je grimassen en je speelt elk karakter.

                                     *

Ook als haar schacht krimpt en tembaarheid ontsnapt haar rode lassen, wakkert ze
vuur aan dat het stelsel doorwarmt en haar brille ontstolt tot ja! Optimisme, stokt ze.

Ook als haar XXL-geluksmaatje boven de grond komt ‘als een dode kompel’ (eerste tel ik
mijn vrouwen, daarna mijn dagen) weet ze weer de kleine methode van zijn handen.

Vegter se laaste twee bundels was albei genomineer vir die VSB-poësieprys, maar sy het dit nie gekry nie. Dit was Eiland, berg, gletsjer en Spamfighter (2007). Haar oeuvre is relatief klein, met vier digbundels versprei oor twintig jaar. Die stadsdigterskap van Rotterdam het ook nie na haar kant toe gegaan nie – iets waarop sy heimlik gehoop het en waarvoor sy bevoeg genoeg gevoel het. Iets groters het egter op haar gewag: Dichter des Vaderlands, 2013–2017.

y is (anders as haar voorganger, Ramsey Nasr) nie deur die publiek gekies vir hierdie uitsonderlike funksie nie. Sy is daarvoor gevra. Nadat sy herstel het van haar aanvanklike verbasing, was haar reaksie daarop bietjie droog: “Ik ben niet tegen positieve discriminatie. En er zijn veel vrouwelijke dichters, dus er was keuze genoeg.”

Nog verskille met Nasr is dat Vegter nie die podium so benut nie en dat sy waarskynlik nie politieke kommentaar gaan lewer op die Nederlandse samelewing nie. Laasgenoemde is iets waarvoor Nasr beide gerespekteer en gekruisig is. Ondanks die vermoede dat Vegter nie so ‘n groot podiumdigter soos Nasr sal wees nie, het sy haar vinger op die pols van nuwe ontwikkelinge. Haar voornemens vir haar tyd as vaderlandsdigter sluit onder andere gedigte op You Tube-filmpies en digterlike flashmops met minstens 500 mense op ’n slag in.

Die samestelling van die kommissie vir die benoeming van ’n nuwe vaderlandsdigter het die tipe digter weerspieël waarna hulle gesoek het: iemand wat veelsydig is. Die kommissie het uit ses lede bestaan uit die wêrelde van skrywers, televisie, koerant, politiek en poësiekritiek. Vegter ís veelsydig. Haar oeuvre bevat meer prosa as poësie, en selfs toneel. Haar eerste literêre toekenning was die Woutertje Pieterse-prys vir die kinderboek De dame en de neushoorn (1989). In haar oeuvre kry lesers dus die vreemde kombinasie van kinderboeke en volwasse erotiek. Maar hierdie oënskynlik onversoenbare aspekte verbind sy moeiteloos as beweer word dat haar beste werk uit ’n kinderlike blik ontstaan, met: “De gewetensvolle, volwassen blik corrigeert dat weer.”

Vegter se oeuvre het raakpunte met dié van die sestigjarige Joke van Leeuwen. Albei hierdie digteresse skryf ernstige, volwasse werk –  maar óók werk vir kinders. Volgens die jurie van die Constantijn Huygens-prys het Van Leeuwen haar nog altyd verset ten die tweedeling tussen kinderliteratuur en volwasse literatuur. Haar werk verbreek telkens hierdie grens deur met ’n kindperspektief te skryf oor ernstige sake soos byvoorbeeld geweld, mag en rassisme. Met die erkenning van twee sulke prominente digteresse  se veelsydige oeuvres en die sigbare ooreenkomste daarin, kan die noukeurige leser egter vra of alle vrouestemme dan uit ’n kinderperspektief moet kan skryf.

Beide Van Leeuwen en Vegter hou van visuele aspekte by hulle poësie. Eiland, berg, gletsjer is ook deur Vegter geïllustreer met krabbelrige sketsies. Van Leeuwen se agtergrond as grafiese ontwerper het veral gedurende haar tydperk as stadsdigter van Antwerpen konkreet in die stad tot uiting gekom.

Die jurie van die Constantijn Huygens-prys het hulle keuse vir Van Leeuwen onder andere so verwoord:

Haar werk is onconventioneel en verrassend speels. Ze schrijft over innemende wezens, kinderen en volwassenen die hun eigen eigenzinnige gang proberen te gaan. Tedere anarchie is haar handelsmerk. Ze houdt van taal en elk boek getuigt van de tover van 26 letters. Vooral in haar werk voor kinderen, maar ook in dat voor volwassenen gaan woord en beeld een vrolijk gevecht aan, of vallen in elkaars armen.

Van Leeuwen is al ’n bekende in Suid-Afrika – net soos Luuk Gruwes en Menno Wigman, wat albei genomineer was vir die VSB-poësieprys. Hulle genomineerde bundels was onderskeidelik Wijvenheide (Gruwes) en Mijn naam is Legioen (Wigman). Dit was swaar sluk vir Wigman toe Perquin met Celinspecties (2012) die prys voor sy neus weggeraap het, want hy was verreweg as die gunsteling aangekondig in die pers. Ron Rijghard het byvoorbeeld sy artikel in die NRC-Handelsblad op 25 Januarie begin met: “De VSB-Poëzieprijs 2013 moet gaan naar Mijn naam is Legioen van Menno Wigman.” Die oproep waarmee Rijghard sy artikel ook geëindig het, het egter op dowe ore geval. Die jurie roem “de verraderlijk luchtige toon en de onvoorspelbare wendingen” in Perquin se bundel.

Die ander genomineerdes was die 74-jarige HH ter Balkt en die 88-jarige Sybren Polet. Na die aankondiging het die saal gesug. Perquin se bundel is goed, maar sy is nog so jonk. Sy kan dit altyd volgende jaar of die jaar daarna wen. Kon hulle nie maar die ouer manne soos Ter Balkt (wenner van die PC Hoofd-prys in 2003) ’n kans gee nie? Rijghard redeneer selfs dat HH ter Balkt se status die VSB-poësieprys se prestige weer ’n bietjie sou kon herstel, ná die “postmoderne nonpoëzie van Jan Lauwereyns” van die vorige jaar. Die kandidate van die VSB-poësieprys 2013 het een gemene deler gehad: ’n pessimistiese blik op mens en wêreld.

In ’n breër sin was die toekenning aan Perquin se bundel net so ’n verrassingselement soos by Vegter en ook soos die werklike betekenis van die einste bundel se titel. Wat is tog die verborge vermoë van poësie om lesers by Celinspecties eerstens te laat dink aan liggaam- of plantselle? Nee, dis baie blatanter. Hierdie bundel gaan oor die inspeksies in tronkselle uit ’n tyd toe Perquin ’n tronkbewaarder was. Sy is geïnteresseerd in die kwaad. Deur haar taal kry die moordenaars elkeen ’n gloed van ’n poëet. Oor haar gedigte hang ’n skadu van geweld. Celinspecties is haar derde digbundel.

Gesprek

Op straat zegt een man in zijn telefoon nee zegt niet schreeuwt
wie denk je eigenlijk, haalt adem, ziet mij staan,
wie denk je dat je bent

met je goede manieren zogenaamd die rijke vrienden van je
met je vol geplande week je goede baan
zijn stem breekt het toestel open,

die vrouw rolt ineens over straat, half aangekleed, mascara
uitgelopen, krabbelt overeind, staat verbaasd
en hij begint weer opnieuw

wie denk je dat je bent en kijkt naar mij terwijl hij slaat,
blijft kijken tot ik roep dat is genoeg stop ze ligt
al opgerold ze doet je niks man stop

maar hij is nog niet uitgepraat en kijkt naar mij en vraagt
wie denk je blijft maar doorgaan in zijn handpalm
woorden maken, dat je bent
houdt niet meer op.

                              (Uit Celinspecties, 2012)

Met haar gedigte se donker kante en suggesties van gevaar kan Perquin se poësie as hard ervaar word, maar haar seggingskrag sorg vir balans. Sy skryf uit ’n volwasse perspektief. Daardeur onderskei die jonge Perquin haar van beide Vegter en Van Leeuwen. En daarom moet sy fyn dopgehou word.

# Lees Anne Vegter se gedig, Gebed voor iedereen

fleursdumal.nl magazine for art & literature

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Volledig volmaakte oneetbare kersies

fdm poetry04

Carina van der Walt

Volledig volmaakte oneetbare kersies

(vir Gerrit Kouwenaar)

 

hand aan hand dwaal ons

deur galery na galery

langs die Hartbeespoortdam

 

buite stuifreën dit grys

en silwer oumansbaard

nes destyds in Parys

 

’n local se gedempte kersies

kitscherig onder sand en skulp

vasgeskilder ontlok opeens

 

skerpsuur die geur van

              ’n knalrooi kersietert

              in die Champs-Élysées

 

donkersoet die likeur van

              ’n kersenbonbon

              gevoer met die mond

 

Mon Cheri

 

Uit: Nuwe Stemme 5, p.80

Carina van der Walt poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Luchtalarm

 Carina vd
Walt

 

luchtalarm

plotseling & ook niet
telkens weer opnieuw om 12 uur
stoppen mijn vingers met typen
beginnen hun tippen te prikken

een boos verschrikt geloei
boort door mijn hoofd
van dichtbij, van verder &
van alle kanten uit de stad

Ik wroet in mijn ingewanden:
met een Joods Roodkapje, vluchtend voor de SS-soldaten
met een gloeiend Viëtnamees meisje, naakt voor een napalmbom uit
met een Palestijnse jongen, onderweg naar zijn oma omgekomen in een autobomaanslag
met de onschuld van de kindsoldaten – Kadago – tot wolven getraind in de DR Congo
met Peace & Mpo & Lerato voor de kogels van de angstige heks ApartheidsAfrikaans.

de akelige aanzwellende toon stoot
een klont zuur op tegen mijn tanden
zodat ik moet slikken tegen
de krop in mijn keel

de oproep naar terug in
kelders onthoofdt me
ik word een & al lijf
oogst alleen maar angst

Ik wroet in mijn ingewanden
met een gierende aarde die haar miskende moederschap brullend terugeist:
een hongersnood in Soedan, waar een kindje eerbiedig buigt voor haar gulzige gier
een tsunamigolf, vraatzuchtig met een drijvend groepje Japanse klasgenootjes
een aardbeving, die duizenden Chinese scholiertjes 80 uren stof laat eten –
& dan, onwillig, eentje teruggeeft.

Carina van der Walt
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Vragen

waltcarinavander 01

Carina van der Walt

vragen

 

wat mag ik vragen

mag ik vragen

                      wat is uw naam

                      wanneer gaan we iets doen

                      waar zullen we afspreken

                      waar zijn we aan begonnen

 

wat mag ik zeggen

mag ik zeggen

                       voor u ben ik nog zonder naam

                       nu is niet goed, misschien later

                       hier is niet goed, misschien daar

                       we zeggen te laat hoe nu verder

 

of is het beter om te zwijgen 

 

mag ik iets voorstellen

iets zoals

              laten we tutoyeren

              laten we geen duidelijke tijd afspreken

              laten we geen aantoonbare plek bedenken

              misschien kunnen we altijd opnieuw beginnen

 

mag ik iets achterhouden

iets onthouden zoals

                                tussen ons mag dit geen naam meer hebben

                                er is geen tijd om te beminnen en geen tijd om te haten

                                misschien verzin ik een open raam om iets te vertellen:

                                wat is was er allang en wat zal zijn is alweer voorbij

 

Carina van der Walt (1960) werd geboren in Welkom Zuid-Afrika en studeerde Nederlands en Afrikaans. In 2003 kwam zij via een uitwisselingsprogramma op de UVT voor haar master in vergelijkend poëzie (2004). Als dichteres publiceerde zij de bundel Seeverse (2000, in eigen beheer) en Woorden over Beelden  (dec. 2012, Uitgeverij Smit van 1876, Venlo). Haar Ars poetica is gepubliceerd in Literator (april 2012), een gerenommeerd Zuid-Afrikaanse literaire tijdschrift. Vier van haar gedichten waren afgelopen najaar tegelijkertijd tentoongesteld in Tilburg (Twiet Twiet) en Johannesburg (Melville Poetry Festival).  In het voorjaar van 2013 zullen van haar gedichten opgenomen worden in twee bloemlezingen in Zuid-Afrika:  Afrikaanse gedichten in Nuwe Stemme 5 en Nederlandse gedichten in Theater van de Verloren Tijd.

Carina van der Walt poetry

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive W-X, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: laaste woorde aan Kevin Carter

kevincarter-vulture 01

photo: Kevin Carter

laaste woorde aan Kevin Carter

 

o god van grond

my uur het gekom

my dae was minder as gras

drie jaar van honger en dors

 

verlatenheid alom

sy wat my gebaar het is geslag

hy wat my verwek het is gejag

bang dag in dag uit en elke nag

 

Anyanya

slang venyn

alles pyn

alles dof

 

o god van grond

ek eet gras en stof

u engel se wraak                               

sy laaste waak                     

 

Carina van der Walt

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, FDM in Africa, Walt, Carina van der


« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature