In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Art & Literature News

«« Previous page · SHORTLIST EUROPESE LITERATUURLIJST 2016 · ARP MUSEUM BAHNHOF ROLANDSECK: 100 JAHRE DADA, DAS GROSSE FEST DES KULTIVIERTEN UN-SINNS · ROOD: HEILSTAATVISIOENEN UIT DE SOVJET UNIE 1930-1941 – T/M 29 JULI 2016 – IN HET VAN ABBEMUSEUM · 34e NACHT VAN DE POËZIE, ZATERDAG 17 SEPTEMBER 2016, TIVOLIVREDENBURG UTRECHT · RUFUS WAINWRIGHT: TAKE ALL MY LOVES = 9 SHAKESPEARE SONNETS ON MUSIC-ALBUM · ‘AFRIKA 010’ IN HET WERELDMUSEUM ROTTERDAM · APOLLINAIRE, THE EYES OF THE POET, IN MUSÉE DE L’ORANGERIE PARIS · DE APPEL MET TONEELBEWERKING VAN DE DECAMERONE VAN GIOVANNI BOCCACCIO · INCUBATE 2016 FESTIVAL · TENTOONSTELLING: LICHTE ZEDEN IN VAN GOGH MUSEUM AMSTERDAM · EXPOSITIE VAN DE ‘GENOTEN’ IN GEMEENTEHUIS HILVARENBEEK · 17. POESIEFESTIVAL BERLIN: KEIN SCHÖNER LAND

»» there is more...

SHORTLIST EUROPESE LITERATUURLIJST 2016

EUROPLONGLIST2016A

Op woensdag 8 juni maakt juryvoorzitter Margot Dijkgraaf de shortlist van de Europese Literatuurprijs 2016 bekend in Spui25 in Amsterdam.

De prijs bekroont de beste hedendaagse Europese roman die vorig jaar in Nederlandse vertaling is verschenen. Tijdens de feestelijke avond worden er lofredes op de genomineerde romans, auteurs en vertalers uitgesproken door lezers, schrijvers, critici en vertalers. Pers en publiek zijn van harte welkom.

De longlist van twintig titels voor de Europese Literatuurprijs 2016 werd gekozen door veertien kwaliteitsboekhandels en bevat twintig romans, vertaald uit elf talen. Hieruit heeft een vakjury onder leiding van Margot Dijkgraaf vijf titels geselecteerd die in aanmerking komen voor de prijs. Bijzonder is dat de Europese Literatuurprijs zowel de schrijver als de vertaler van de winnende roman bekroont.

Naast voorzitter Margot Dijkgraaf (literair criticus, auteur en cultureel ambassadeur), bestaat de vakjury uit Jan Postma (De Groene Amsterdammer), Wieke Rommers (Boekhandel Dekker v.d. Vegt, Nijmegen), Elly Schippers (literair vertaler en ELP-laureaat 2015) en Erwin de Vries (Boekhandel Godert Walter, Groningen).

EUROPLONGLIST2016B

Eerder wonnen Marie Ndiaye en vertaler Jeanne Holierhoek met Drie sterke vrouwen, Julian Barnes en vertaler Ronald Vlek met Alsof het voorbij is, Emmanuel Carrère en vertalers Katelijne de Vuyst en Katrien Vandenberghe met Limonov, Jérôme Ferrari en vertalers Jan Pieter van der Sterre en Reintje Ghoos met De preek over de val van Rome en Jenny Erpenbeck en vertaler Elly Schippers met Een handvol sneeuw. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 10.000 voor de schrijver en € 5.000 voor de vertaler van het bekroonde boek. De uitreiking van de Europese Literatuurprijs 2016 volgt op zaterdag 3 september.

De Europese Literatuurprijs is een initiatief van Academisch-cultureel Centrum SPUI25, Athenaeum Boekhandel, het Nederlands Letterenfonds en weekblad De Groene Amsterdammer, en wordt mede mogelijk gemaakt door het Letterenfonds, het Lira Fonds en de De Lancey & De La Hanty Foundation.

De avond in Spui25 te Amsterdam begint om 20.00; de entree is gratis. U dient zich echter wel vooraf via deze link aan te melden bij Spui25.

De volgende twintig titels zijn genomineerd voor de Europese Literatuurprijs 2016 (Longlist, in alfabetische volgorde van de auteursnamen):

De Jonge Bruid van Alessandro Baricco, vertaald uit het Italiaans door Manon Smits (De Bezige Bij)
Radeloos als we waren van Bariş Biçakçi, vertaald uit het Turks door Hanneke van der Heijden (Leesmagazijn)
Het boek van wonderlijke nieuwe dingen van Michel Faber, vertaald uit het Engels door Harm Damsma en Niek Miedema (Podium)
Charlotte van David Foenkinos, vertaald uit het Frans door Marianne Kaas (Cossee)
Onderworpen van Michel Houellebecq, vertaald uit het Frans door Martin de Haan (De Arbeiderspers)
Wereld, wereld! van Régis Jauffret, vertaald uit het Frans door Rokus Hofstede en Martin de Haan (De Arbeiderspers)
De burcht van Cynan Jones, vertaald uit het Engels door Jona Hoek (Koppernik)
Waar vier wegen samenkomen van Tommi Kinnunen, vertaald uit het Fins door Sophie Kuiper (Prometheus)
De man die de taal van de slangen sprak van Andrus Kivirähk, vertaald uit het Ests door Jesse Niemeijer (Prometheus)
Vrouw van Karl Ove Knausgård, vertaald uit het Noors door Marianne Molenaar (De Geus)
Zo begint het slechte van Javier Marías, vertaald uit het Spaans door Aline Glastra van Loon (Meulenhoff)
Om niet te verdwalen van Patrick Modiano, vertaald uit het Frans door Maarten Elzinga (Querido)
De vlamberken van Lars Mytting, vertaald uit het Noors door Paula Stevens (Atlas Contact)
De aardappels en de staat van Oleg Pavlov, vertaald uit het Russisch door Els de Roon Hertoge en Paul van der Woerd (Cossee)
Misschien Esther van Katja Petrowskaja, vertaald uit het Duits door Wil Hansen (De Bezige Bij)
Een heel leven van Robert Seethaler, vertaald uit het Duits door Liesbeth van Nes (De Bezige Bij)
Nora van Colm Tóibín, vertaald uit het Engels door Anneke Bok (De Geus)
Zeldzame aarden van Sandro Veronesi, vertaald uit het Italiaans door Rob Gerritsen (Prometheus)
De Woensdagclub van Kjell Westö, vertaald uit het Zweeds door Clementine Luijten (De Geus)
Het duistere dal van Thomas Willmann, vertaald uit het Duits door Goverdien Hauth-Grubben (Meridiaan)

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, - Book Stories, Art & Literature News, Julian Barnes, Literary Events, Margot Dijkgraaf, Michel Houellebecq


ARP MUSEUM BAHNHOF ROLANDSECK: 100 JAHRE DADA, DAS GROSSE FEST DES KULTIVIERTEN UN-SINNS

DADA-ARP_ Dada_TДnzerinGenese Dada
100 Jahre Dada Zürich
bis 10. Jul 2016

“Wie erlangt man die ewige Seligkeit? Indem man Dada sagt. Wie wird man berühmt? Indem man Dada sagt. Mit edlem Gestus und mit feinem Anstand. Bis zum Irrsinn, bis zur Bewusstlosigkeit.”
Hugo Ball

Über die Aus­stel­lung
Am 5. Februar 1916 von Hugo Ball, Emmy Hennings, Marcel Janco, Tristan Tzara und Hans Arp im »Cabaret Voltaire« in Zürich gegründet, ist Dada eine der progressivsten Kunstbewegungen des 20. Jahrhunderts. Zum 100-jährigen Jubiläum lässt das Arp Museum Bahnhof Rolandseck die bedeutenden Geburtsorte Dadas wieder aufleben: die legendäre Künstlerkneipe »Cabaret Voltaire« und die bürgerliche »Galerie Dada«. Ausgehend von diesen beiden Polen revolutionierten die Dadaisten innerhalb kürzester Zeit die internationale Kunstwelt. Neben ihren eigenen Arbeiten zeigten sie dort Werke von internationalen Avantgarde-Künstlern wie Giorgio de Chirico, Pablo Picasso, Paul Klee und Elie Nadelman, die nun auch in der Ausstellung zu sehen sind. Die Kunstwerke werden in eine lebhafte Inszenierung eingebettet, die den vielsKünstlerinnen und Künstler der Ausstellung

Genese Dada. 100 Jahre Dada Zürich
Anonym (Meister der Magdalenen-Legende)
Hans Arp
Hugo Ball
Heinrich Campendonk
Giorgio De Chirico
Jacoba van Heemskerck
Richard Huelsenbeck
Marcel Janco
Paul Klee
Oscar Lüthy
August Macke
Francois-Joseph Martin
Elie Nadelmann
Max Oppenheimer
Pablo Picasso
Hilla Rebay
Otto Van Rees
Adya Van Rees-Dutilh
Arthur Segal
Sophie Taeuber
Tristan Tzarachichtigen gesellschaftlichen und intellektuellen Nährboden verdeutlicht, aus dem Dada entstanden ist. Themengebiete wie Psychologie, Literatur und politisch-soziokulturelle Revolte spiegeln dabei den Zeitgeist wider und machen die Entstehung von Dada anschaulich.
In Zusammenarbeit mit dem Cabaret Voltaire, Zürich

“Dada ist schön wie die Nacht, die einen jungen Tag in ihren Armen wiegt.”
Hans Arp

DADA-ARP_Hugo Bal1916100 Jahre Dada: Das große Fest des kultivierten Un-Sinns
“Genese Dada. 100 Jahre Dada Zürich: Das Arp Museum feiert das große Dada-Jubiläum 2016 mit einer ebenso fulminanten wie substantiellen Ausstellung, die die Entstehung der für die Moderne so wichtigen Kunstrichtung anschaulich nachverfolgt. (Ausstellungsdauer bis 10. Juli 2016)

Einen zentralen Beitrag zum europaweit gefeierten Dada-Jahr stellt die große Ausstellung »Genese Dada. 100 Jahre Dada Zürich« (14. Februar bis 10. Juli 2016) im Arp Museum Bahnhof Rolandseck dar, die in Kooperation mit dem Direktor des Cabaret Voltaire in Zürich, Adrian Notz, erarbeitet wurde. »Wie aus einer künstlerischen Laune eine revolutionäre internationale Kunstrichtung wird und welche Rolle die beiden mit Rheinland-Pfalz verbundenen Künstlerpersönlichkeiten Hugo Ball und Hans Arp spielen, ist in dieser fantastischen Ausstellung mit größtem Vergnügen zu erleben«, kommentiert der rheinland-pfälzische Kulturstaatssekretär Walter Schumacher.

Am 5. Februar 1916 von Hugo Ball, Emmy Hennings, Marcel Janco, Tristan Tzara und Hans Arp im Cabaret Voltaire in Zürich gegründet, wurde Dada zu einer der zentralen Kunstbewegungen des 20. Jahrhunderts. Anlässlich des Jubiläums widmet sich das Arp Museum Bahnhof Rolandseck den Anfangsjahren der Kunstbewegung und erweckt die bedeutenden Entstehungsorte Dadas wieder zum Leben: die legendäre Künstlerkneipe »Cabaret Voltaire« und die eher bürgerlich orientierte »Galerie Dada«. »Als Gegengewicht zum dionysischen Cabaret wurde die apollinische Galerie eingesetzt. Nur durch die beiden Komponenten Cabaret Voltaire und Galerie Dada konnte die Unruh von Dada in Schwingung gebracht werden«, bewertet Adrian Notz.

Die Abkehr vom Krieg und die Entdeckung des Nichts
Im Wechselspiel zwischen den beiden gegensätzlichen Geburtsstätten entwickelte sich im damals äußerst kosmopolitischen Zürich – einer der Flüchtlingsmetropolen Europas – der Geist Dadas. Ein wichtiger Ausgangspunkt war der überzeugte Pazifismus der Protagonisten. Selbst die Künstler, die sich anfangs dem allgegenwärtigen Kriegstaumel nicht ganz entziehen konnten, sagten sich von ihm los und versuchten, die Geschehnisse jenseits der so sicher erscheinenden Gebirgsketten zu verdrängen. Gleichzeitig waren es die Grauen des Krieges, die alles Bestehende so nichtig erscheinen ließen – und das Nichts so zum neuen Gott erhoben.

DADA-ARP_ Arp, Tzara, Janco ZБrichDie große Revolte gegen die Traditionen und Konventionen – ohne politische Ideologie
Zugleich wurden die bürgerliche Gesellschaft und ihr gängiger Wertekanon, die den Ersten Weltkrieg hervorgebracht hatten, zur Zielscheibe des künstlerischen Protestes erklärt. Die etablierte Kunst als Teil dieser Gesellschaft wurde als reaktionär und überholt abgelehnt.
Stattdessen suchten die Dadaisten nach neuen Ausdrucksformen, in der darstellenden wie in der bildenden Kunst. In den legendären Soireen im Cabaret Voltaire wurde gedichtet, gesungen, hinter Masken getanzt und den anarchischen Kräften von Geist und Körper Tribut gezollt. Die bisweilen absurde dadaistische Performance war durchaus mehr als eine Narretei – und doch war sie kein Akt dezidierten politischen Protestes. Die Dadaisten verweigerten sich einer klaren Zuordnung zu einer politischen Haltung. Vielmehr war es die Macht der Ratio und ihrer vermeintlichen Strategien, die nun zum Urgrund aller kollektiven Verbrechen erklärt wurde. So erteilten die Künstler der Logik eine radikale Absage.

Befreiung der Sprache und Lob des Archaischen sowie der mystischen Naturverbundenheit
Der Abgesang auf die herrschenden Mächte und ihre Propaganda führte zu neuen Formen des sinnlichen, aber unsinnigen Sprachgebrauchs. In Simultan- und Lautgedichten suchten die Dadaisten die Grenzen des Vernunftdenkens zu überwinden. In mystischen Übungen diente das Unterbewusstsein als Quelle des unmittelbar Schöpferischen, wobei zeitgenössische Theorien und wissenschaftliche Schriften der Psychoanalyse, etwa von C. G. Jung, wichtige Impulse lieferten.
In ihrer Suche nach vorsprachlichen, urwüchsigen Ausdrucksformen und einer Sehnsucht nach der vorzivilisierten Natur spiegeln die Dadaisten einen Aspekt des Zeitgeistes. Die Lebensreformer und Nudisten, die etwa zeitgleich im schweizerischen Ascona auf dem Monte Verità im Einklang mit der Natur lebten und mit den Dada-Künstlern in regem Austausch standen, sind hier beispielhaft zu nennen.
Auch das starke Interesse an der afrikanischen Kunst, die mit dem so genannten Primitivismus weithin ihre Würdigung erfuhr, fügt sich hier ein. Von Klischees geprägt, wird die so genannte »Negerkunst« in europäischen Ausstellungen gefeiert und ihre Formensprache zu adaptieren versucht. Die exotischen Rhythmen wiederum lieferten Inspiration für theatralische Darbietungen und maskierte Tänze, in denen man das Unmittelbare, Spontane und Unkontrollierbare anstrebte, das mit den Kulturpraktiken primitiver Stämme assoziiert wurde.

Vom Zürcher Kabarett zur Internationalen Bewegung
Die »wilde« Initiationsphase im Cabaret Voltaire setzte sich in der benachbarten Galerie Dada fort. Mit dem Ortswechsel lässt sich jedoch auch eine gewisse Professionalisierung erkennen. Durch öffentliche Führungen und den Kontakt zu Journalisten sollte gezielt ein kunstaffines Publikum erreicht werden. Neben den Soireen wurden in der Galerie vermehrt Ausstellungen gezeigt, bei denen auch Werke namhafter internationaler Avantgarde-Künstler zu sehen waren. Die Ablehnung der etablierten Kunst durch die Dadaisten wandelt sich hier in das Bestreben, mittels Bezügen zum Surrealismus, Futurismus oder Kubismus den Anschluss an die internationale Kunstszene zu gewinnen. Die dadaistischen Manifeste und Schriften, die Hugo Ball und seine Mitstreiter publizierten, dienten dabei als Medium der Verbreitung. Es bildeten sich Dada-Zentren in Hannover, Berlin und Köln aber auch in Paris und New York, und Dada revolutionierte innerhalb kürzester Zeit die Kunstwelt.

DADA-ARP_ Janco_DadaPlakat_CorayDada – kein Stil, sondern . . .
Die Ausstellung widmet sich intensiv dem intellektuellen und wissenschaftlichen Nährboden der Zeit, aus dem Dada hervorging. Themen wie Mystik, Psyche, Revolte, Philosophie und Literatur stehen dabei in engem Wechselspiel zu den verschiedenen künstlerischen Formen und Praktiken, die sich unter dem Einfluss der Dadaisten in eine gänzlich neue Richtung entwickelt haben – von Tanz, Theater, Poesie und Neuer Musik bis hin zu Masken und Kostümen, Collagen, Objekten, Gemälden und Grafiken. Entscheidend ist hierbei die im Ausstellungskatalog festgehaltene Schlussfolgerung des Dada-Kenners Tobia Bezzola, dass sich der Dadaismus nicht auf einen Stil reduzieren lasse. Anders als andere Ismen der modernen Avantgarden sei Dada nicht an einer spezifischen Form zu erkennen und an ihr zu charakterisieren. Als proklamierte »Stunde Null« in der Kunst stellt Dada somit einen Bruch mit einer chronologisch nachvollziehbaren Stilentwicklung dar, wie sie die Kunstgeschichte von der Neuzeit bis zur Postmoderne konstruiert. Damit wird die Dada-Bewegung zum Modellfall für nachfolgende Strömungen wie Fluxus oder auch die Performance- und Aktionskunst.

Von der Dada-Schleuse zur Rauminszenierung
In der Ausstellung werden Werke aus dem engeren Kreis der Zürcher Dadaisten (Hans Arp, Hans Richter, Marcel Janco u. a.) in ihrem künstlerischen Umfeld (Arthur Segal, Max Oppenheimer, Adya und Otto van Rees u. a.) präsentiert. Hinzu kommen Gemälde und grafische Arbeiten von Künstlerinnen und Künstlern der internationalen Avantgarde wie Heinrich Campendonk, Giorgio de Chirico, Paul Klee, August Macke, Elie Nadelman, Pablo Picasso und Hilla von Rebay, die auch in den historischen Dada-Ausstellungen zu sehen waren. Als Leihgeber konnten hierfür renommierte Sammlungen wie das Guggenheim Museum und das Museum of Modern Art, New York, das Kunsthaus Zürich, das Folkwang Museum, Essen, u. v. a. gewonnen werden.
Die Kunstwerke sind in eine anschauliche, multi-mediale Inszenierung eingebettet: Bevor die Besucher die Ausstellung betreten, durchlaufen sie eine Bild- und Klangcollage, die sogenannte »Dada-Schleuse«, die sich von den unterirdischen Tunneln über den Aufzug bis ins 1. Obergeschoss des Richard Meier-Baus erstreckt. In zwei Ausstellungskuben werden die räumliche Situation des Cabaret Voltaire und der Galerie Dada nachempfunden, so dass die unterschiedliche Atmosphäre der beiden Lokalitäten erkennbar wird. Um diese beiden Zentren gruppieren sich verschiedene Themenfelder, die die Entstehung von Dada anhand zahlreicher Kunstwerke und Zeitdokumente greifbar machen. Ergänzt wird die Präsentation durch den Film »Dada in Nuce« und durch von Adrian Notz entwickelte Diagramme, die wie das »Firmament Dada« die internationale Vernetzung der Bewegung deutlich machen.

Kuratiert wird die vielfältige Schau von Adrian Notz (Cabaret Voltaire, Zürich) und Astrid von Asten unterstützt von Sylvie Kyeck (beide Arp Museum Bahnhof Rolandseck).

Die Ausstellung wird begleitet von einem umfangreichen Katalog (deutsch/ englisch, Verlag Scheidegger & Spiess, Preis: 38 Euro), in dem unter anderem auch die Rolle Hans Arps bei der Entstehung von Dada erläutert wird. »Unser Hauspatron Hans Arp zählt zu den
Gründungsmitgliedern jener künstlerischen Bewegung, die 1916 von Zürich aus innerhalb kürzester Zeit das Kunstgeschehen weltweit nachhaltig veränderte,« so Dr. Oliver Kornhoff, Direktor des Arp Museums Bahnhof Rolandseck und künstlerischer Leiter des
Künstlerhauses Schloss Balmoral in Rheinland-Pfalz

# More info website Arp Museum Bahnhof Rolandseck

fleursdumal.nl magazine

Fotos
-Hugo Ball im kubistischen Kostüm, 1916, unbekannter Fotograf
-Dada-Tanz mit Maske (Sophie Taeuber oder Emmy Hennings?), ca. 1917 – Stiftung Arp e.V., Berlin/Rolandswerth, unbekannter Fotograf
-Hans Arp, Tristan Tzara, Hans Richter vor dem Hotel Elite, Zürich 1918 – Stiftung Arp e.V. Rolandswerth/Berlin, unbekannter Fotograf
-Marcel Janco, Plakat der Ersten Dada-Ausstellung in der Galerie Corray, 1917

More in: - Book News, Adya & Otto van Rees, Art & Literature News, Ball, Hugo, Dada, DADA, Dadaïsme, DANCE & PERFORMANCE, Exhibition Archive, THEATRE


ROOD: HEILSTAATVISIOENEN UIT DE SOVJET UNIE 1930-1941 – T/M 29 JULI 2016 – IN HET VAN ABBEMUSEUM

rood2016_1ROOD! Heilstaatvisioenen uit de Sovjet Unie 1930-1941

VAN ABBEMUSEUM EINDHOVEN t/m 29.07.2016

Na de Russische revolutie van 1917 besloten de machthebbers in de nieuwe Sovjet-Unie hun ideeën op een unieke wijze te gaan uitdragen. De Sovjetideologie zou worden gepresenteerd via radicale avant-gardistische ontwerpen, gemaakt door de culturele elite van het land. Als vurige aanhangers van de nieuwe orde vormden schrijvers en beeldend kunstenaars als het ware een artistiek leger dat net als het Rode Leger ten dienste van de staat stond. Vooral in de jaren dertig was er geen natie ter wereld die zoveel eersteklas kunstenaars in dienst had voor propagandadoeleinden als de Sovjet-Unie. De tentoonstelling ROOD! in het Van Abbemuseum biedt van 3 mei tot en met29 juli 2016 een overzicht van meer dan 150 heilstaatvisioenen uit de Sovjet-Unie uit de periode 1930-1941.

De USSR in opbouw: De visualisering van het communistische gelijkheidsideaal was een van de hoofddoelstellingen van het tijdschrift De USSR in opbouw. Dit maandblad op groot formaat verscheen van januari 1930 tot mei 1941. Naast een Russische uitgave waren er edities in het Engels, Frans, Duits en vanaf 1938 ook in het Spaans. In de opmaak werden onder anderen foto’s en fotocollages gebruikt op een manier die radicaal vernieuwend was. Daarbij waren de grafische ontwerpen ingenieus en ook de typografie werd als het ware opnieuw gedefinieerd. Behalve fotografen als Sergej Senkin, Georgi Petroesov en Michail Seregin leverden nu wereldberoemde kunstenaars als El Lissitzky en Alexander Rodtsjenko belangrijke bijdragen aan het blad. Daarnaast was Lissitzky in 1935 ook de maker van het geweldige fotoalbum De industrie van het socialisme, een monument voor de industriële verworvenheden van de Sovjet-Unie. Samen met Vavara Stepanova maakte Rodtsjenko in 1938 het monumentale fotoalbum Moskou gereconstrueerd, waarin de modernisatie van de Russische hoofdstad naar voorbeeld van Parijs uitvoerig werd geïllustreerd en gedocumenteerd. Rodtsjenko nam zelf de foto’s, die net als de fotomontages, uitklap-platen, kaarten en diagrammen op elke nieuwe bladzijde voor een verrassing zorgden.

rood2016_2Paradeboeken: Tot de meest bijzondere en meest kostbare publicaties uit deze bloeitijd van de Russische propaganda behoren boeken met speciale opdrukken of zelfs metalen plaquettes en reliëfs op de omslag. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het boek Tankbestuurders, in 1936 ontworpen door Andrej Lavrov en een van de opvallendste stukken op de tentoonstelling in Zwolle. Met dergelijke luxe uitgaven was voor de ontwerpers of uitgevers geen geld te verdienen. De productie ervan was namelijk zo duur dat de boeken alleen gemaakt konden worden omdat de Russische regering ze in opdracht gaf en zich er financieel garant voor stelde. Niet voor niets worden ze daarom ook wel ‘paradeboeken’ genoemd. De primaire functie van de boeken was inderdaad dezelfde als die van een militaire parade, dat wil zeggen: pronken en indruk maken ter meerdere eer en glorie van de communistische heilstaat.
De opzienbarende Sovjet-vormgeving uit de jaren dertig groeide uit tot een inspiratiebron voor modernisten over de hele wereld. Zoals de expositie in Museum de Fundatie duidelijk maakt, reikte haar invloed ook tot in Nederland.
De kring rond Theo van Doesburg en De Stijl was zeer geïnteresseerd in de Russische avant-gardekunst, zowel qua vormgeving als in ideologische zin. Gerrit Rietveld was als grafisch ontwerper en typograaf verbonden aan het tijdschrift Nieuw Rusland, opgericht in 1928 als orgaan van het Genootschap Nederland-Nieuw Rusland. Cineast Joris Ivens volgde voor dit tijdschrift de ontwikkelingen op het gebied van de Russische film. In maart 1931 richtte de Communistische Partij Nederland de Vereniging Vrienden van de Sovjet-Unie op, die een jaar later het tijdschrift Feiten uit de Sovjetunie lanceerde. De omslagen van de publicaties zijn veel interessanter dan de door het Kremlin gedicteerde inhoud. Ze werden ontworpen door Nico de Haas en Cas Oorthuys van de Nederlandse vereniging van Arbeiders Fotografen, afgekort tot ArFot, die zich rechtstreeks door de Russische avant-gardisten lieten beïnvloeden.

Alle werken zijn afkomstig uit de LS collectie van het Van Abbemuseum.
Bij de tentoonstelling verschijnt een Engelstalige catalogus.
Curatoren: Albert Lemmens, Serge Stommels en Diana Franssen

Openingstijden Bibliotheek: De tentoonstelling vindt plaats in de bibliotheek, deze is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur. Weekends gesloten.

Van Abbemuseum: Het Van Abbemuseum in Eindhoven is een van de meest toonaangevende musea voor hedendaagse kunst in Europa. Het museum heeft een uitgebreide internationale collectie van ruim 2700 kunstwerken, waaronder sleutelwerken van Lissitzky, Picasso, Kokoschka, Chagall, Beuys, McCarthy, Daniëls en Körmeling. Vragen op het gebied van kunst en samenleving stelt het museum op een experimentele manier aan de orde.
Openheid, gastvrijheid en kennisuitwisseling zijn voor het Van Abbemuseum van belang, en prikkelen bezoekers om over onderwerpen na te denken. Bijvoorbeeld over de rol van de collectie als cultureel ‘geheugen’, of over het museum als publieke ruimte. Door internationale samenwerking en uitwisseling is het Van Abbemuseum bovendien een plaats waar creatieve kruisbestuiving plaatsvindt. Een bron van verwondering, inspiratie en verbeelding.

Openingstijden Museum: Dinsdag t/m zondag 11.00–17.00 uur. Donderdag 11.00 – 21.00 uur.
Toegang: Volwassenen: € 12,00 / Groepen van 10 of meer personen: € 9,00 / Jongeren 13-18 jaar, studenten, CJP houders: € 6,00/ Kinderen t/m 12 jaar, Museumkaart: gratis / Familiepas (2 volwassenen en max. 3 kinderen tot 18 jaar): € 18,00. Iedere dinsdagmiddag tussen 15.00-17.00 uur: gratis toegang.

Van Abbemuseum,
Bilderdijklaan 10, Eindhoven.
www.vanabbemuseum.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book Stories, Art & Literature News, Constructivism, De Stijl, Exhibition Archive, Theo van Doesburg


34e NACHT VAN DE POËZIE, ZATERDAG 17 SEPTEMBER 2016, TIVOLIVREDENBURG UTRECHT

nachtvdpoezie2016bHet Literatuurhuis maakt de eerste namen bekend: Charles Ducal, Anna Enquist, Joke van Leeuwen, Anne Vegter en Charlotte Van den Broeck op 34ste Nacht van de Poëzie

De Nacht van de Poëzie – kortweg “De Nacht” – geldt al meer dan 30 jaar als een van de best bezochte poëzie-evenementen van de Nederlandse letteren. De Nacht werd tot 2007 in maart gehouden in het Utrechtse Vredenburg totdat de verbouwing van het muziekcentrum van start ging. Na zeven jaar zwerven keerde het festival in 2014 eindelijk terug naar de Grote Zaal van het nieuwe TivoliVredenburg. Daar kende de Nacht tot nu toe alweer twee succesvolle edities.

Het evenement begint om 20.00 uur en eindigt meestal tegen 3.00 uur in de ochtend. In de gangen rond de Grote Zaal vindt gelijktijdig ook een boekenmarkt en een presentatie van kleine uitgevers, literaire tijdschriften en organisaties plaats.

34ste Nacht van de Poëzie
Zaterdag 17 september 2016
20.00 – ±03.00 uur
TivoliVredenburg, Utrecht

Nachtregel 2016 van Charles Ducal: ‘Voeten, ontsnapt uit een slaaploze nacht.’
17 september 2016 | TivoliVredenburg, Utrecht

Anna Enquist, Charles Ducal, Anne Vegter, Joke van Leeuwen en Charlotte Van den Broeck zijn de eerste namen van de line-up van de 34ste Nacht van de Poëzie. Zaterdag 17 september 2016 is de Grote Zaal van TivoliVredenburg wederom het podium van de grootste poëziemarathon van Nederland: 21 jonge poëzietalenten en gevestigde dichters treden achter elkaar op, afgewisseld door muzikale en theatrale entr’actes.

De Nacht begint om 20.00 uur en eindigt meestal tegen 3.00 uur in de ochtend. In de gangen rond de Grote Zaal vindt gelijktijdig ook een boekenmarkt en een presentatie van kleine uitgevers, literaire tijdschriften en organisaties plaats.
Meer namen worden de komende maanden bekendgemaakt.
De kaartverkoop is reeds gestart via www.nachtvandepoezie.nl

Drie poëtische ansichtkaarten cadeau: Jaarlijks kiest de redactie, bestaande uit Ingmar Heytze en presentatoren Ester Naomi Perquin en Piet Piryns, een regel als motto voor de Nacht van de Poëzie. Dit jaar viel de keuze op ‘Voeten, ontsnapt uit een slaaploze nacht’ van de Vlaamse dichter Charles Ducal die tevens optreedt tijdens de 34ste Nacht van de Poëzie. De regel is afkomstig uit het gedicht ‘Wed’, oorspronkelijk gepubliceerd in de bundel Moedertaal (1994, Atlas). De Utrechtse vormgever Lucas van Hapert maakte een door deze Nachtregel geïnspireerde set poëtische ansichtkaarten. Alle vroege beslissers die vóór 23 mei a.s. bestellen, krijgen deze set kaarten cadeau.

Dit jaar verschijnt ook weer de Nachtbundel, een cadeau aan elke bezoeker met veelal ongepubliceerde gedichten van de optredende dichters. De bundel wordt mogelijk gemaakt door ECI en uitgegeven door Nieuw Amsterdam | Wereldbibliotheek.

nachtvdpoezie2016a34ste Nacht van de Poëzie
zaterdag 17 september 2016
20.00 – ±03.00 uur | TivoliVredenburg, Utrecht
toegang: €10 – €29,50 (incl. Nachtbundel 2016)
(naast reguliere kaarten zijn er ook kaarten beschikbaar i.c.m. een hotelovernachting & Nacht de Luxe arrangementen met o.a. een vaste plaats)
www.nachtvandepoezie.nl

De Nacht van de Poëzie is een productie van Het Literatuurhuis i.s.m. TivoliVredenburg.De Nacht begint om 20.00 uur en eindigt meestal tegen 3.00 uur in de ochtend

Het cliché ‘save the best for last’ was zelden zo toepasselijk als op het slotoptreden van Charlotte Van den Broeck (1991) tijdens de 33ste ‘Nacht’ in 2015. De traditie luidt dat de dichter die vorig jaar afsloot, dit jaar het poëziebal opent. De eerste woorden zijn op 17 september daarom voor Van den Broeck die begin vorig jaar debuteerde met de lovend ontvangen bundel Kameleon (De Arbeiderspers).

Ter gelegenheid van zijn 25-jarig dichterschap verscheen van de Vlaamse dichter Charles Ducal (1952, pseudoniem van Frans Dumortier) in 2012 de verzamelbundel Alsof ik er haast ben (Atlas Contact): zes integraal overgenomen bundels, uiteraard inclusief het met de Herman de Coninkprijs bekroonde werk In inkt gewassen (2006). In 2014 verscheen Ducals meest recente bundel De buitendeur. Van 2014 tot 2016 was Ducal de eerste Belgische Dichter des Vaderlands.

Anna Enquist (1945, pseudoniem van Christa Widlund-Broer) is psychoanalytica, pianiste én schrijver/dichter. In 1991 verscheen haar debuutbundel Soldatenliederen (1991, De Arbeiderspers). Inmiddels heeft Enquist nog zeven andere poëziebundels gepubliceerd waarvan meest recent het werk Hoor de stad (2015). In 2013 schreef Enquist het poëziegeschenk Een Kooi van Klank ter gelegenheid van de allereerste Poëzieweek.

Als illustrator, (kinderboeken)schrijver, dichter en cabaretière is Joke van Leeuwen (1952) in vele genres thuis en ze combineert deze onder andere in theatervoorstellingen, jeugdliteratuur én poëziebundels. Voor haar debuutbundel Laatste lezers (1994) won Van Leeuwen de C. Buddingh’-prijs en de bundel Wuif de mussen uit (2007) werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Van 2008 tot 2010 vervulde ze de positie van stadsdichter van Antwerpen en in 2015/2016 draagt ze de titel ‘Dichter der Nederlanden’.

Anne Vegter (1958) is dichter, prozaïst en toneelschrijver. Haar meest recente en door haar zelf geïllustreerde bundel Eiland berg gletsjer (2011) behaalde de shortlist voor de VSB Poëzieprijs en werd bekroond met de Awater Poëzieprijs. Sinds 2013 is Vegter Dichter des Vaderlands. Momenteel tourt ze door het land met de voorstelling Hallo gedicht! waarin ze samen met collega-dichters Nederlandse lezers van hun angst voor poëzie afhelpt.

# Meer informatie op website NACHTVANDEPOËZIE

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Nacht van de Poëzie, THEATRE


RUFUS WAINWRIGHT: TAKE ALL MY LOVES = 9 SHAKESPEARE SONNETS ON MUSIC-ALBUM

rufuswainwrightcdCelebrating the 400th anniversary of Shakespeare’s death, composer Rufus Wainwright announced a new album: Take All My Loves, with the texts of 9 Shakespeare Sonnets.

The album is a collection of original compositions accompanied by beloved texts by the most performed playwright in the world: William Shakespeare. Rufus Wainwright has collaborated with some of the most revered actors of our day to record spoken word versions of each of these 9 Sonnets, including Helena Bonham Carter, Siân Phillips, Peter Eyre, Carrie Fisher, Inge Keller and William Shatner.

Take All My Loves – 9 Shakespeare Sonnets by Rufus Wainwright
Label: Deutsche Grammophon (DG)

1. “Sonnet 43” (featuring Siân Phillips)
2. “When Most I Wink (Sonnet 43)” (featuring Anna Prohaska)
3. “Take All My Loves (Sonnet 40)” (featuring Marius de Vries)
4. “Sonnet 20” (featuring Frally Hynes)
5. “A Woman’s Face (Sonnet 20)” (featuring Anna Prohaska)
6. “For Shame (Sonnet 10)” (featuring Anna Prohaska)
7. “Sonnet 10” (featuring Peter Eyre)
8. “Unperfect Actor (Sonnet 23)” (featuring Helena Bonham Carter, Martha Wainwright, and Fiora Cutler)
9. “Sonnet 29” (featuring Carrie Fisher)
10. “When in Disgrace with Fortune and Men’s Eyes (Sonnet 29)” (featuring Florence Welch and Ben de Vries)
11. “Sonnet 129” (featuring William Shatner)
12. “Th’Expense of Spirit in a Waste of Shame (Sonnet 129)” (featuring Anna Prohaska)
13. “All dessen müd (Sonnet 66)” (featuring Christopher Nell and Jürgen Holtz)
14. “A Woman’s Face – Reprise (Sonnet 20)”
15. “Sonnet 87” (featuring Inge Keller)
16. “Farewell (Sonnet 87)” (featuring Anna Prohaska)

WILLIAM SHAKESPEARE 400
fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Rufus Wainwright, THEATRE


‘AFRIKA 010’ IN HET WERELDMUSEUM ROTTERDAM

AFRIKA010_111‘AFRIKA 010’ in het Wereldmuseum
Ontdek meer dan twee eeuwen Afrika in Rotterdam

Vanaf vrijdag 29 april 2016 presenteert het Wereldmuseum Rotterdam ‘AFRIKA 010′. Deze tentoonstelling omvat de meest opmerkelijke stukken uit de bijzondere Afrika-collectie van het Wereldmuseum, een collectie die al lange tijd niet in het museum te zien is geweest en bijna was verkocht, samen met enkele bruiklenen van andere Rotterdamse musea. De tentoonstelling toont de verrassende en dynamische veelzijdigheid van Afrika in het licht van verandering en vernieuwing. Ook legt het de nadruk op het onderlinge contact en de culturele wisselwerking tussen Afrika en Rotterdam.

De Afrika-collectie van het Wereldmuseum is op tal van manieren nauw met de stad Rotterdam verweven. De oudste Afrikaanse voorwerpen kwamen via het handelsnetwerk van Rotterdamse reders en handelaren direct in het museum terecht na de oprichting in 1883. De tentoonstelling brengt deze Rotterdams-Afrikaanse contacten in beeld door middel van unieke 19e -eeuwse objecten,
imposante krachtbeelden uit het Neder-Congo gebied, foto’s, kaarten en schilderijen. De collectie brengt de ‘clash of cultures’ die hier plaatsvond duidelijk in beeld.

AFRIKA010_112Ook toont ‘AFRIKA 010’ de topstukken als bron van inspiratie op het gebied van kunst, vormgeving, architectuur, mode, sieraden en muziek: een indrukwekkende parade en een meeslepende kijkervaring. Daarnaast presenteert het Wereldmuseum absolute topstukken als beelden en maskers, voor een groot deel afkomstig uit de schenking van het echtpaar Piet en Ida Sanders. Hier zijn ook de meer recente aanwinsten van de collectie bezichtigen.

‘AFRIKA 010’ reikt verder, buiten de museummuren. Het Wereldmuseum werkt nauw samen met verschillende Rotterdamse organisaties en instellingen om de diversiteit van de Afrikaanse cultuur te belichten. We bieden de bezoekers en inwoners van Rotterdam een gevarieerd cultureel aanbod dat helemaal draait om de connectie tussen deze stad aan de Maas en Afrika. Een opmerkelijke installatie met zowel een Afrikaans als Rotterdams karakter wordt gemaakt door de in Rotterdam wonende Beninse kunstenaar Meschac Gaba en vormt de grande finale van de tentoonstelling.

Wereldmuseum Rotterdam, Willemskade 22-25, 3016 DM Rotterdam
Dinsdag t/m zondag van 10.30-17.30 uur
# Meer info op website WERELDMUSEUM ROTTERDAM

fleursdumal.nl magazine

More in: African Art, Art & Literature News, Exhibition Archive, Primitive Art


APOLLINAIRE, THE EYES OF THE POET, IN MUSÉE DE L’ORANGERIE PARIS

APPOLINAIRE2016_01Musée de l’Orangerie, Paris
Apollinaire, the vision of the poet
Until 18 July 2016

The exhibition Apollinaire, the Eyes of the Poet looks at the period between 1902 and 1918 when Guillaume Apollinaire was active as an art critic. This period of fifteen years, seemingly a brief span, would in fact see a prodigious concentration of schools, manifestos, experiments and discoveries flourishing throughout the arts. Apollinaire’s character, his artistic sensitivity and his insatiable curiosity, made him a witness, a participant and a privileged intermediary in the turbulent times of the early 20th century. With a keen eye for discovering the art of his time, Apollinaire “defined once and for all the approach of artists like Matisse, Derain, Picasso and Chirico (…) using intellectual surveying techniques not seen since Baudelaire” Breton declared in 1952.
The aim of this exhibition is to recognise the important effect that this poet-critic’s discerning eye had on his era, in much the same way as Baudelaire and Mallarmé had on theirs.

APPOLINAIRE2016_06Poet, critic, friend of artists and one of the first to discover African arts, Apollinaire proved to be a key player in the aesthetic revolution that led to the birth of modern art.
This exhibition aims to explore Apollinaire’s mental and aesthetic universe through a thematic display: from Douanier Rousseau to Matisse, Picasso, Braque and Delaunay, from Cubism to Orphism and Surrealism, from academic sources to modernity, from tribal arts to popular arts. One section will highlight in particular the poet’s links with Picasso.

The exhibition sits quite naturally in the Musée de l’Orangerie alongside the works collected by his friend Paul Guillaume, whom Apollinaire introduced into the avant-garde circles, and whose adviser he became.

Musée de l’Orangerie
Jardin des Tuileries
Place de la Concorde
Paris fr
+33 (0)1 44 77 80 07
+33 (0)1 44 50 43 00
Jours et horaires d’ouverture
Ouvert de 9h à 18h
Dernier accès : 17h15
Fermé le mardi

# Website: Le musée de l’Orangerie

fleursdumal.nl magazine

More in: Apollinaire, Guillaume, Archive A-B, Art & Literature News, Art Criticism, Exhibition Archive, FDM in Paris, SURREALISM


DE APPEL MET TONEELBEWERKING VAN DE DECAMERONE VAN GIOVANNI BOCCACCIO

DECAMARONE112In juni en juli 2016 speelt Toneelgroep De Appel de Decamerone (1353) van Giovanni Boccaccio. De Decamerone is een verzameling van honderd verhalen over liefde, list, lust en bedrog. In 2013 bracht Arie de Mol een aantal van deze prachtige verhalen tot leven in een Limburgse kasteelhoeve. Erik-Ward Geerlings schreef voor deze succesvoorstelling een eigen speelse bewerking van Boccaccio’s meesterwerk. Dit voorjaar zet Arie de Mol, nu samen met de spelers van De Appel, zijn tanden opnieuw in deze tekst.

In de Decamerone ontvluchten tien vrouwen en mannen de stad Florence vanwege een pestepidemie. Tien dagen lang verblijven ze met elkaar in een villa in de heuvels en doden de tijd met eten, drinken, dansen en het vertellen van verhalen. Alle tien vertellen ze iedere dag één verhaal, waarmee ze de dagelijkse ellende proberen te bezweren. Na tien dagen zijn al improviserend honderd verhalen ontstaan. Verhalen over de liefde, het verstand, geluk, leugen en bedrog, de dood, seks en religie. Afhankelijk van wie vertelt zijn de verhalen ondeugend van toon, soms grof en gewelddadig, dan weer hoffelijk en elegant. Ze variëren van alledaagse anekdotes tot merkwaardige en wonderbaarlijke gebeurtenissen. Centrale leidraad in dit liefdeslabyrint is de ongelooflijke vindingrijkheid van de mens om uiteindelijk zijn zin te krijgen. List en leugen spelen een cruciale rol, zowel in de strijd om te overleven als in het spel van de liefde.

Samen met schrijver Erik-Ward Geerlings en dramaturg Mart-Jan Zegers maakte Arie de Mol een eigen toneelbewerking van Boccaccio’s meesterwerk, waarin een selectie uit de honderd verhalen tot leven komt. Het publiek wordt uitgenodigd de drukte van de stad achter zich te laten en zich in het Appeltheater een avond lang te laven aan eten, drinken en prachtige verhalen. Er zijn verschillende routes die u door het theater kunt volgen, elk met verrassende plekken waar u kunt genieten van steeds weer een ander mooi verhaal.

Giovanni Boccaccio was een Italiaans dichter en geleerde die in 1313 werd geboren in Florence. Decamerone betekent letterlijk: ‘het boek der tien dagen’. Boccaccio schreef deze verhalen in een periode waarin Italië werd geteisterd door oorlogen, hongersnood en epidemieën. De Decamerone gaat zowel over het leven van de aristocratie die zich probeerde af te sluiten voor al deze narigheid, als over het gewone volk dat dat harde bestaan zo goed mogelijk moest zien door te komen.

Op weg naar Decamerone op vrijdag 13 mei wordt een verrassend programma waarbij we alvast een tipje van de sluier oplichten over de nieuwe voorstelling Decamerone. Presentator Michiel van Zuijlen gaat in gesprek met regisseur Arie de Mol, toneelschrijver/bewerker Erik-Ward Geerlings en gast René van Stipriaan.

René van Stipriaan is literair-historicus en met name deskundig op het gebied van de Italiaanse Renaissance en in het bijzonder van het boek Decamerone. Verder lezen of spelen de acteurs scènes uit de voorstelling Decamerone.

Tijdens de speelperiode van Decamerone organiseert De Appel een uitgebreid programma met o.a. elke zaterdagmiddag een workshop, elke vrijdagavond Italiaanse Nacht (drank, dans en muziek) na afloop van de voorstelling. Dinsdag 21 juni organiseert De Appel Decamerone Nu, een avond waar migranten mooie verhalen uit hun land van herkomst vertellen. Alle informatie over deze programma’s leest u binnenkort op deze website.

Eten in het Appeltheater: Voorafgaand aan Decamerone kunt u geheel in de stijl van de voorstelling om 18.00 uur aan lange tafels een Italiaanse maaltijd gebruiken (niet op zondag). Het Appeltheater serveert een voorgerecht, hoofdgerecht en een nagerecht voor € 20,- per persoon. Er is ook een vegetarische variant. Het is niet mogelijk om een aparte tafel voor uw gezelschap te reserveren. Het eten is te bestellen via deze website of via de Appelkassa (tel. 070 3502200, dinsdag t/m vrijdag van 13.00 tot 17.00 uur).

DECAMARONE111Decamerone van Giovanni Boccaccio
bewerking Erik-Ward Geerlings
regie Arie de Mol
spel Marguerite de Brauw, Isabella Chapel, Lore Dijkman, David Geysen, Geert de Jong, Judith Linssen, Hugo Maerten, Bob Schwarze, Martijn van der Veen, Sjoerd Vrins, Iwan Walhain en Jessie Wilms
speelperiode woensdag 1 juni t/m zondag 3 juli 2016
aanvang 19.30 uur en zondag 14.30 uur, Appeltheater

Toneelgroep De Appel staat o.a. voor bijzondere en groot gemonteerde theaterproducties. Het gezelschap is wat betreft artistieke uitstraling en publieksbereik niet weg te denken uit het Nederlandse theaterlandschap.
De meeste voorstellingen worden gespeeld in het eigen Appeltheater. Een uniek gebouw waar het publiek steeds wordt verrast en zich in een andere omgeving waant.  Het hart van het gezelschap wordt gevormd door het spelersensemble, onder leiding van Arie de Mol, waarin alle generaties zijn vertegenwoordigd.
Binnen het Nederlands toneel is een hecht ensemble een zeldzaam verschijnsel geworden. Voor De Appel is het ensemble essentieel. Dat betekent dat ook in de repertoirekeuze rekening wordt gehouden met een optimale bezetting vanuit het eigen ensemble. Natuurlijk worden er bij vrijwel iedere productie ook gastacteurs aangetrokken.

Toneelgroep De Appel/Appeltheater
Duinstraat 6 2584 AZ Den Haag tel. 070 3523344 (kantoor) tel. 0703502200 (kassa) algemeen@toneelgroepdeappel.nl

# Meer info voorstellingen, speellijst en kaartverkoop via website TONEELGROEPDEAPPEL

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive A-B, Art & Literature News, Giovanni Boccaccio, THEATRE


INCUBATE 2016 FESTIVAL

incubate2016-01

13/14/15 May 2016, TILBURG (NL)
(+ 8/9/10/11 September + 10/11 December)
Incubate 2016 festival

Incubate is the annual celebration of cutting-edge culture. It is a festival exhibiting a diverse view on indie culture as a whole, including music, visual arts, film and contemporary theater, and a conference. For the upcoming May edition it brings more than 70 cutting edge artists in an intimate context to an international audience. Black metal next to free jazz. Refreshing art next to inspiring debate.

Incubate – 13/14/15 May
Incubate – 8/9/10/11 September
Incubate – 10/11 December

“Het meest avontuurlijke festival van Nederland”.
Oor, September 2012

# more information on website INCUBATE

incubate2016-02

fleursdumal.nl magazine

More in: # Music Archive, Art & Literature News, DANCE & PERFORMANCE, Literary Events, MUSIC, THEATRE


TENTOONSTELLING: LICHTE ZEDEN IN VAN GOGH MUSEUM AMSTERDAM

Tot en met 19 juni 2016 is in het Van Gogh Museum: Lichte zeden te zien, een tentoonstelling in samenwerking met Musée d’Orsay over de verbeelding van prostitutie in de Franse kunst in de periode 1850-1910. Het is voor het eerst dat dit onderwerp in een grote tentoonstelling voor het voetlicht wordt gebracht. Na de succesvolle etappe in Musée d’Orsay in Parijs, die onder de titel Splendeurs et Misères bijna 420.000 bezoekers trok, toont Lichte zeden in het Van Gogh Museum in Amsterdam hoe het thema prostitutie uiteenlopende kunstenaars bezighield. Ruim 100 schilderijen en werken op papier van meer dan 40 verschillende kunstenaars zijn te bewonderen, waaronder grote namen als Van Gogh, Degas, Toulouse-Lautrec en Picasso. De bruiklenen zijn afkomstig uit internationale musea en privécollecties, het overgrote deel van de werken is nooit eerder in Nederland getoond. Ook curieuze historische objecten zijn te zien, zoals politieregisters, pornografische foto’s, een 19de-eeuws pronkbed én het zweepje van een beroemde courtisane. Lezingen, workshops en de spraakmakende Vrijdagavonden in het museum (Vincent op Vrijdag) zorgen voor een spannend randprogramma.

GOGHLICHTEZED02

Kop van een prostituee. Antwerpen, december 1885 Vincent van Gogh (1853 – 1890), olieverf op doek, 35.2 cm x 24.4 cm. Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)

Prostitutie was in de tweede helft van de 19de eeuw een favoriet onderwerp in de beeldende kunst. Geïnspireerd door Baudelaires oproep dat kunst het moderne leven moest weergeven, verbeeldden kunstenaars prostitutie als aspect van het eigentijdse stadsleven in Parijs. Ze schilderden tippelende vrouwen op de boulevards, rijke courtisanes in hun salon en afgeleefde prostituees in het bordeel. Het thema was actueel door de talrijke maatschappelijke discussies over de gevaren van prostitutie en de voor- en nadelen van regulering. Lichte zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 laat zien wat kunstenaars tussen het Tweede Keizerrijk en de belle époque aantrok in dit complexe en gevoelige onderwerp. De expositie toont de wereld van de Parijse prostituees, vastgelegd door verschillende schilders en tekenaars: een wereld van contrasten, van luxe, make-up en glamour, maar ook van armoede, ziekte en ellende.

Uniek en voor het eerst in Nederland: Het is de eerste keer dat het thema prostitutie in een tentoonstelling zo uitgebreid wordt belicht. Lichte zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 bevat meer dan 150 objecten, waaronder ruim 100 schilderijen, werken op papier, sculptuur en toegepaste kunst. Daaronder bevinden zich imposante en beroemde topstukken van grote namen als Édouard Manet, Edgar Degas, Henri de Toulouse-Lautrec, Pablo Picasso, Kees van Dongen, František Kupka en Vincent van Gogh, maar ook werken van minder bekende kunstenaars, zoals Louis Anquetin, Henri Gervex, Jean Béraud, Félicien Rops en Auguste Chabaud.

Beeldende kunst van hoog niveau wordt in Lichte zeden aangevuld met foto’s, boeken, tijdschriftillustraties en intrigerende en curieuze objecten zoals pornografisch fotomateriaal, een politieregister met foto’s van veroordeelde prostituees, een verguld en gedecoreerd pronkbed en het zweepje van de beroemde courtisane Valtesse de la Bigne. De bezoeker van de tentoonstelling wordt meegevoerd van de danszalen en cafés waar vrouwen hun klanten oppikten tot de gesloten wereld van de bordelen en de gevangenis waar illegale prostituees en vrouwen met geslachtsziektes werden opgesloten.

Lichte zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 is vormgegeven door Clement & Sanôu, een Amsterdams vormgeversduo dat bekend is om zijn kostuum-, licht- en decorontwerpen voor opera, ballet en theater, zoals recent Mata Hari van Het Nationale Ballet.

Onzekerheid en dubbelzinnigheid: Lichte zeden is thematisch ingedeeld in vier hoofdstukken. De tentoonstelling begint met Onzekerheid en dubbelzinnigheid, waarin te zien is hoe schilders prostitutie in de openbare ruimte verbeeldden. Prostitutie was in Frankrijk vanaf het begin van de 19de eeuw gelegaliseerd. Men beschouwde het als een noodzakelijk kwaad, dat gecontroleerd en zoveel mogelijk afgeschermd moest worden om de goede zeden te beschermen en de verspreiding van geslachtsziekten tegen te gaan. Prostitutie was op straat alleen ’s avonds toegestaan (vanaf het aansteken van de gaslantaarns, l’heure du gaz) voor bij de politie geregistreerde prostituees, maar er werkten ook veel vrouwen clandestien. Op straat en in uitgaansgelegenheden was het onderscheid tussen een prostituee en een fatsoenlijke vrouw niet altijd direct duidelijk. Kunstenaars verwerkten subtiele verwijzingen naar deze ambiguïteit in hun schilderijen, zoals kleuren, houding, blikken of de interactie tussen de figuren.

Pracht en praal van de courtisanes: Het hoofdstuk Pracht en praal van de courtisanes toont werken waarop courtisanes zijn afgebeeld. Deze dure gezelschapsdames en sterren van de haute prostitution begonnen hun carrière vaak op de planken of als ‘gewone’ prostituee. Opgeklommen door het bed te delen met rijke mannen en politici, genoten zij een zekere status en pronkten met hun maatschappelijk succes door zich te laten portretteren in schilderijen, sculpturen of foto’s, die ze wijd en zijd verspreidden. De flamboyante courtisane werd aanbeden in het theater, geobserveerd door de pers en was zelfs een trendsetter in de mode. Een van de bekendste courtisanes was La Païva (1819-1884), die, geboren als Thérèse Lachmann in een arme Joodse familie in Moskou, naar Parijs trok waar zij zich opwerkte tot de meest succesvolle courtisane van de 19de eeuw. Befaamd waren de extravagante feesten en diners die zij voor de Parijse beau monde gaf en waar politici, adellijke heren en schrijvers als Gustave Flaubert en Emile Zola vaste gasten waren. Enkele meubels uit haar huis zijn in Lichte zeden te zien. Ook is er een 19de-eeuws verguld bed – gedecoreerd met een schildering van Leda en de zwaan en gebeeldhouwde engeltjes – dat waarschijnlijk in het bezit was van een courtisane of afkomstig is uit een van de vele bordelen in Parijs.

In het bordeel: van afwachten tot verleiden:  Het volgende hoofdstuk in de tentoonstelling is In het bordeel: van afwachten tot verleiden, waarin de verborgen wereld van het bordeel wordt getoond – een dankbaar onderwerp voor kunstenaars op zoek naar moderne onderwerpen. Het bood hun de gelegenheid te experimenteren met een nieuwe, onconventionele weergave van het vrouwelijk naakt en te verbeelden wat zich afspeelde achter die gesloten deuren: het spel van afwachten tot verleiden, maar ook het dagelijks leven van de prostituees. Kunstenaars schilderden het eeuwige wachten op klanten, maar ook intieme, huiselijke scènes met de vrouwen in gesprek, aan de maaltijd of bij het wassen en aankleden, soms in het gezelschap van een klant.

GOGHLICHTEZED01Uitspattingen in kleur en vorm: Het laatste hoofdstuk ten slotte, Uitspattingen in kleur en vorm, belicht de moderne tijd vanaf de vorige eeuwwisseling tot 1910. Prostitutie is dan een vast thema geworden van de avant-garde. Het wordt niet meer verhuld maar expliciet in beeld gebracht, soms op karikaturale af, waarbij niet meer zozeer gaat om het onderwerp, maar om kleur, vorm en expressiviteit. De prostituee werd door deze nieuwe generatie schilders vooral afgebeeld als solitaire figuur, zonder de context van het bordeel. Sommigen vonden in de Parijse prostituee een aantrekkelijk onderwerp voor kleurrijke doeken van sensuele, losbandige vrouwen, anderen verbeeldden haar juist op een rauwe manier, als gevangene in een duistere wereld.

Prenten-Prostitutie-Privacy: Gelijktijdig met Lichte zeden wordt in het Prentenkabinet van de tentoonstellingsvleugel van het Van Gogh Museum een selectie 19de-eeuwse prenten getoond onder de titel Prenten-Prostitutie-Privacy. Deze intieme kunstwerkjes, zelfstandig of als illustratie van erotische teksten, vertrouwen de kijker als het ware op fluistertoon een geheimpje toe. Vrouwen van lichte zeden werden helemaal of half ontkleed afgebeeld in poses en situaties, die varieerden van suggestief tot expliciet seksueel. De prenten, gedrukt in kleine oplages, waren bedoeld voor een besloten kring van kunstenaars, uitgevers, handelaren en verzamelaars, die behoorden tot de decadente subcultuur binnen de Parijse hogere kringen. Zij bewaarden de losse prenten in mappen en bekeken ze in de beslotenheid van de eigen werkkamer of in de galerie. Erotiek werd gezien als een natuurlijke uiting van ‘de Franse geest’, zolang deze maar artistiek werd gebracht. Werken met een sensuele inhoud konden zo worden weggehouden van de overheidscensuur en andere moraalridders.

Nieuwe aanwinst: In de presentatie Prenten-Prostitutie-Privacy wordt ook een bijzondere nieuwe aanwinst van het Van Gogh Museum gepresenteerd: Het toilet, lezen na het bad, 1879-1883 van Edgar Degas (1834 – 1917). Degas maakte zijn erotische monotypieën (unieke afdrukken) van prostituees in de eerste plaats voor zichzelf. Hij smeerde een glasplaat volledig in met zwarte inkt en kraste en veegde tot de naakten uit het duister tevoorschijn kwamen. De tientallen ‘zwarte’ prenten werden pas na zijn dood ontdekt in zijn atelier. Het toilet, lezen na het bad is aangekocht met steun van de BankGiro Loterij, het Mondriaan Fonds en de Vereniging Rembrandt.

Catalogus: Bij de tentoonstelling verschijnt het rijk geïllustreerde boek Lichte zeden. Prostitutie in de Franse kunst, 1850-1910 (ook verkrijgbaar in een Engelse editie), Van Gogh Museum / Musée d’Orsay, 192 pagina’s, €19,95. Daarnaast is ook de Engelstalige catalogus Splendours and Miseries: Images of Prostitution in France, 1850-1910, Musée d’Orsay / Flammarion beschikbaar, 308 pagina’s, €45.

(Voor vrijdagavondprogramma & lezingenprogramma raadpleeg de website)

Tentoonstelling: Lichte Zeden
T/m 19 juni 2016
Van Gogh Museum
Museumplein 6, Amsterdam
Dagelijks open van 9 tot 18 uur,
op vrijdag tot 22 uur.

# Voor meer informatie en kaartverkoop zie website VAN GOGH MUSEUM

fleursdumal.nl magazine

More in: - Book News, Art & Literature News, Émile Zola, Exhibition Archive, Gustave Flaubert, Vincent van Gogh, Vincent van Gogh


EXPOSITIE VAN DE ‘GENOTEN’ IN GEMEENTEHUIS HILVARENBEEK

index-genotenGENOTEN
zondag 1–8–15–16–22 mei 2016
Janneke van Gorp, Hester Rutten, Ineke Mandos, Hans Zegveld, Paul Schouten, Maarten Mandos, Theo Schouten en Joep Eijkens
Zij zijn als ware genoten voor deze expositie bij elkaar gekomen. Wat hen bindt? Liefde voor schoonheid. En ook een familieband. Want kouwe kant of warme kant, alle acht zijn familie van elkaar. En de gebroeders Kees en Frans Mandos – bekende Brabantse kunstenaars – mogen gerust hun stamvaders genoemd worden.

Janneke van Gorp
Hester Rutten
Ineke Mandos
Hans Zegveld
Paul Schouten
Maarten Mandos
Theo Schouten
Joep Eijkens

gemengde technieken
olieverf
aquarel
gombatik
fotografie
brons
keramiek

OPENINGSTIJDEN
zondag 14.00 – 17.00 uur
de kunstenaars zijn dan aanwezig
Eerste en Tweede Pinksterdag geopend

De Wandelgangen
Gemeentehuis Hilvarenbeek
Vrijthof 9
5081 CA Hilvarenbeek
www.wandelgangenhilvarenbeek.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, Exhibition Archive, Joep Eijkens Photos


17. POESIEFESTIVAL BERLIN: KEIN SCHÖNER LAND

poesiefestivalberlin_17_0117. poesiefestival berlin: Kein schöner Land

das 17. poesiefestival berlin stellt sich drängenden Fragen wie: Was ist das für ein Land, in dem wir leben und leben werden? Flucht und Migration verändern unsere Lebenswirklichkeit, und trotz aller Schwierigkeiten gewinnt Europa mit den Menschen, die aus aller Welt kommen, an Kulturen, Sprachen und Wort-Schätzen dazu. Das 17. poesiefestival berlin greift dies mit dem Motto „Kein schöner Land“ auf. Es findet vom 3. bis 11. Juni 2016 in der Akademie der Künste (Hanseatenweg 10) statt und gibt der internationalen Dichtkunst Bühne und Ort für Grenzüberschreitungen.

Eröffnet wird das 17. poesiefestival berlin: Kein schöner Land mit Weltklang – Nacht der Poesie, einem Konzert in verschiedenen Sprachen und mit internationalen Stimmen, darunter Caroline Bergvall (Norwegen), Luis Felipe Fabre (Mexiko), Gerhard Falkner, Uljana Wolf (Deutschland) und Ana Blandiana (Rumänien).
Poetry and conflict versammelt Dichterinnen und Dichter aus verschiedenen Kontinenten, die gesellschaftliche Realitäten ändern wollen – durch ihre Werke und Aktivitäten oder auch durch ihr Schweigen. Sie nahmen teil an Aufständen, an Kämpfen für Menschenrechte oder waren Zeugen von Kriegen: Gioconda Belli (Nicaragua), Bei Dao (China), Carolyn Forche (USA), Brian Turner (USA) und Gassan Zagtan (Palästina)

Mit Balkan Balcony holt das Festival Dichterinnen und Dichter nach Berlin, die den Balkan gemeinsam und jenseits nationalistischer Ideen neu diskutieren. Die Autoren, ihre Literaturen und Sprachen drifteten auseinander, so wie ihre Länder zuletzt im Jugoslawienkrieg. Es gibt Gräben zu überwinden. Erwartet werden Lindita Arapi (Albanien/Österreich), Kapka Kassabova (Bulgarien/UK), Damir Šodan (Kroatien/Niederlande), Ana Ristovi (Serbien), Theodoros Chiotis (Griechenland) und Aleš Šteger (Slowenien).

Schuberts „Die Winterreise“ wird mit Texten von Heiner Müller konfrontiert und aufgeführt von Corinna Harfouch und Nino Sandow.
Bei e.poesie verschmelzen elektronische Musik mit Poesie, Worte werden zu Beats. El Congo Allen, Kurator und Moderator des Abends, hat Kelvin Sholar (Pianist, Komponist/USA), Ryo Fujimoto (Musiker/Japan), Jimi Tenor (Musiker/Finnland), Jessie Kleemann (Autorin/Grönland) und Julian Herbert (Dichter, Musiker/Mexiko) gewinnen können.

Ein Dichter Abend wird gestaltet von und mit Monika Rinck.

17. poesiefestival berlin: Kein schöner Land
3.-11. Juni 2016
Akademie der Künste, Hanseatenweg 10, 10557 Berlin

Über das poesiefestival berlin: Das poesiefestival berlin ist das größte seiner Art in Europa und bringt jährlich rund 140 namhafte Dichterinnen und Dichter sowie Künstlerinnen und Künstler aus aller Welt nach Berlin. Neben dem Buch hat sich die Dichtkunst längst auch andere Präsentationsformen gesucht und experimentiert mit Theater, Performance, Musik, Tanz, Film und digitalen Medien. Das Festival macht Poesie in ihrer ganzen Formenvielfalt erlebbar und zählt bis zu 13500 Besucher jedes Jahr. Es findet seit 2000 statt, seit 2008 ist die Akademie der Künste (Hanseatenweg 10) Austragungsort des Festivals.

# Rückfragen und Informationen website POESIEFESTIVAL BERLIN

fleursdumal.nl magazine

More in: Art & Literature News, FDM in Berlin, Galerie Deutschland, Literary Events, MODERN POETRY, MUSIC


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature