Or see the index
Vlissinger snapshots
Mijn vader heeft Michiel de Ruyter goed gekend.
Toch zeker tot hij acht of negen was sprak hij dagelijks
zijn bronzen vriend toe die zo koppig richting Chatham
bleef staan kijken. Tot hij moest komen eten. Zinkwit
de avond het westen. Later had hij het zachtjes over
willen van legendes. Dat haren van dapperen harder
kunnen wapperen. En dat zeelui graag op maandag uit
vechten gaan, omdat ze dan nooit bang zijn. Perspectief
dat verspringt. Matrozen moeten varen. Aan wal wankelen
ze toch in leegte maar rond, als leerlingen zonder meesters.
Liever ruim sop. De hogeschool van het bloed, zomers in
die sneller dan thuis gaan. Hij zei voorts dat hij ze zo zag
passeren. Zingend op hun boten tot hun admiraal uit volle
borst, en scherend langs een boulevard waarop geen beeld
nog. De zee is wild, de zee is zilt, de zee is nooit gesloten.
Bert Bevers
(Verschenen in Ballustrada, 21ste jaargang, nummer ¾, Middelburg, december 2007)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
De kamer van Justus Lipsius
Aan de oude muren authentiek Spaans goudleer,
Henri de Braekeleer legde dat zo mooi
vast op zijn Man in stoel. Hier is het echt.
Naast de vuurplaats staart Seneca stervend
met bange ogen van Rubens door twaalf
raampjes naar binnentuingebladerte.
Lessenaar smachtend naar beschrijving.
De vloer telt wel achttienhonderd tegeltjes,
eronder geduldige grond. Over deze stille wereld
van bestorven dingen nu opent de avond zich traag,
als een mossel. Ergens klinkt een cantus firmus.
Buiten is regen koel en op weg naar het oosten.
Bert Bevers
(Verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90-76543-09-7)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
P.C. Boutens
(1870-1943)
In den mist
De zon wordt onverbeeldbaar schoon
Boven den mist die houdt omhangen
Der wereld windestille woon
In dit verteederd dagenlang verlangen.
Weêr blankt de boschkamp, een besloten zaal,
Een witte kamer die de bruid verwacht,
In smettelooze glanzelooze praal
Op uit den zwarten nacht.
‘t Berijpte hout van alle kanten
In gaasgeplooiden wand verscholen
Reikt diepe tuilen van chrysanthen,
Asters en gladiolen.
Daar daalt langs wolkentreê uit hoogen toren
Van naakte voetjes luidelooze tred:
Leden omsluierd overgloren
Het sneeuwen statiebed.
P.C. Boutens poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boutens, P.C.
George Gordon, Lord Byron
(1788-1824)
She Walks in Beauty
She walks in beauty, like the night
Of cloudless climes and starry skies;
And all that’s best of dark and bright
Meet in her aspect and her eyes:
Thus mellowed to that tender light
Which heaven to gaudy day denies.
One shade the more, one ray the less,
Had half impaired the nameless grace
Which waves in every raven tress,
Or softly lightens o’er her face;
Where thoughts serenely sweet express
How pure, how dear their dwelling-place.
And on that cheek, and o’er that brow,
So soft, so calm, yet eloquent,
The smiles that win, the tints that glow,
But tell of days in goodness spent,
A mind at peace with all below,
A heart whose love is innocent!
1814
George Gordon, Lord Byron
Zij schrijdt in schoonheid
Zij schrijdt in schoonheid, als de nacht
In ‘n wolk-vrij, sterren-rijk gewaad;*
En donker mengt met licht zijn pracht
In haar verschijning en gelaat:
Tot ‘n hemels tere glans verzacht
Waarin schel daglicht overgaat.
Eén schaduw meer, één straal verhuld,
Had half de vreemde charme ontwricht
Die raafzwart door haar lokken krult,
Of lieflijk glanst in haar gezicht;
Met ‘n vredig oordeel, zoet vervuld
Van ‘t zuiverst goed dat in haar ligt.
En dan die wang, die blik die boeit,
Zo kalm, toch met welsprekendheid;
De lach die inneemt, kleur die gloeit,
Maar ‘n leven toont in deugd geleid;
Een geest die hier in vrede groeit,
Een hart waar liefde puur gedijt!
* Byron beschrijft hier (de ongeveer 35 jaar oude) Anne Beatrix Horton, sedert 1806 gehuwd met Byron’s neef Sir Robert John Wilmot. Hij ontmoette haar op een bal in London in juni 1814. Zij was gekleed in een glinsterend zwart rouwgewaad (haar moeder was op 23 mei overleden). Byron schreef het gedicht daags na de ontmoeting. De National Portrait Gallery bezit een (zwart gelokt) portret van haar.
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Byron, Byron, Lord
‘Ik heb van ‘t leven vrijwel niets verwacht ‘
dichter bij J.C. Bloem
Van 16 september t/m 20 oktober 2011 geeft het Historisch Centrum Overijssel (HCO) een bijzondere twist aan de kunst van het dichten.
Nederlands dichter J.C. Bloem (1887 – 1966): De gedichten van Jacques Bloem worden nog steeds hoog gewaardeerd in literaire kringen. Daarbuiten is Bloem vooral bekend van de jaarlijkse J.C. Bloempoëzieprijs. Bloem heeft een speciale relatie met Overijssel. Zo was zijn vader burgemeester van Hardenberg en woonde het gezin Bloem jaren in Almelo. Veel later vanaf 1958 tot zijn dood woonde de dichter in Kalenberg waar hij door Clara Eggink verzorgd werd. In 1966 is hij begraven op het kerkhof van Paasloo.
Vanwege zijn relatie met Overijssel en de waardevolle gedichten, organiseert het HCO een expositie en een muziekoptreden rond J.C. Bloem.
Een expositie over een dichter: In de expositie ‘Ik heb van ‘t leven vrijwel niets verwacht – Dichter bij J.C. Bloem’ zijn werken van 12 kunstenaars te bewonderen die zich hebben laten inspireren door de gedichten van de Nederlandse dichter. Daarnaast worden er gedichten, foto’s, films en originele uitgaven van J.C. Bloem getoond. Ook is er de erebundel verkrijgbaar die door de Stichting J.C. Bloem Poëzieprijs naar aanleidng van de 45ste sterfdag van de dichter is uitgegeven. De expositie is gratis te bezichtigen tijdens de openingstijden van het Historisch Centrum Overijssel van 16 september t/m 28 oktober.
Bezoekadres (toegang gratis)
Historisch Centrum Overijssel
Van Wevelinkhovenstraat (geen nr.), Zwolle
T: 038- 426 6300
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Art & Literature News, Bloem, J.C.
Prinses Máxima nam
Alle gedichten van Borges
in ontvangst
Op 21 september heeft Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden het eerste exemplaar van Alle gedichten van de Argentijnse dichter Jorge Luis Borges in ontvangst genomen, uit handen van de vertalers Maarten Steenmeijer en Barber van de Pol. De overhandiging vond plaats in het woonhuis van Prinses Máxima, De Eikenhorst.
Jorge Luis Borges (Buenos Aires, 1899 – 1986) verwierf vooral wereldfaam met zijn verhalen, verzameld in De Aleph en andere verhalen. Hij geldt als de belangrijkste Zuid-Amerikaanse prozaschrijver van de twintigste eeuw.
Toch zag hij zichzelf in de eerste plaats als dichter. Met name in de laatste dertig jaar van zijn leven schreef hij graag poëzie. Vanaf de jaren veertig raakte hij langzamerhand blind. Hierdoor was hij tijdens het schrijven niet alleen veel meer aangewezen op zijn geheugen en op kortere geschriften, ook gaf poëzie hem de mogelijkheid persoonlijker te zijn dan proza.
Een groot deel van zijn poëzie is nooit in Nederlandse vertaling verschenen. In Alle gedichten is voor het eerst al zijn poëzie opgenomen, in het Nederlands en in het Spaans, ongeveer vijfhonderd gedichten in totaal. Vertalers Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer werkten enkele jaren intensief met elkaar samen om deze vertaling tot stand te brengen.
Jorge Luis Borges verwierf pas wereldfaam toen hij al 61 jaar oud was. Op die leeftijd, in 1961, werd hem, samen met Samuel Beckett, de Prix Formentor toegekend, en vanaf die tijd verschenen zijn verhalen in vertaling overal ter wereld, ook in Nederland.
Hij werd een van de boegbeelden van uitgeverij De Bezige Bij, die zijn beroemdste verhalenbundel, De Aleph, vele malen herdrukte. Het paradoxale is dat Borges zichzelf niet in de eerste plaats als prozaschrijver zag, en ook niet als essayist (hij schreef schitterende essays, waarvan er ook vele in het Nederlands zijn uitgegeven), maar als dichter. Vooral in de laatste dertig jaren van zijn leven schreef hij graag poëzie, niet alleen omdat hij langzaam blind werd en tijdens zijn schrijven veel meer op zijn geheugen en dus op kortere geschriften aangewezen was, maar ook omdat gedichten hem de mogelijkheid gaven persoonlijker te zijn dan hij zich in zijn proza meende te kunnen veroorloven.
Slechts een klein deel van zijn poëzie werd tot nu toe in het Nederlands vertaald. In Alle gedichten zijn voor het eerst al zijn gedichten in Nederlandse vertaling bijeengebracht – een mijlpaal.
Jorge Luis Borges – Alle gedichten
Uitgeverij De Bezige Bij, september 2011
gebonden met leeslint en stofomslag, 1246 pagina’s, 21,5 x 13 cm
ISBN 9789023464617, verkoopprijs € 59,90
De Nederlandse vertaling is van Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Borges J.L., Jorge Luis Borges
Paul Boldt
(1885-1921)
AUF DER CHAISELONGUE
Wir haben nicht der Sonne Sympathien.
Und man verspricht sich zwecklos in Gebeten.
Die Negerin, das Pferd und den Ästheten
Frißt Erde auf. Sie können nicht entfliehn.
Gott ist der Freund der Bäume und der Sterne.
Im Hochgebirge wilde Tannen schreien.
Orion hängt über dem All im Freien.
Monumental. Maßlos. In tauber Ferne.
Im Hirn Gelächter. Ich sprach: die Freiheit!! –
Das Weib ist populär. Der Koitus.
Das wadenwarme Bett. Man friert und freit. –
Gefüllt mit Zähnen ist zuletzt der Kuß. –
Komm du doch, Freund, verkürze mir die Zeit,
Mein fröhlich lärmender Revolverschuß.
MONOGAMIE
Fleisch. Es bewegt sich mit Blutschatten,
Und es versickert in zehn Tropfen Zehen.
Laß dich von meinen Seelenaugen sehen!
Sag etwas! Gattin, nenn mich deinen Gatten.
Die Küsse schlagen mich! Etwas Allmacht
Ist doch in den Anhäufungen von Armen.
Wie Kameraden liegen wir im warmen
Biwak der Herzen diese Fleischesnacht.
Wenn mir der Morgen in die Haare saust,
Schläfst du bei mir vom Mund bis an die Zehen.
Wir sind gottlos. Nur unser Herz verehrend.
Ein Löwenpaar, das unter Sternen haust.
Einer des andern große Stärke mehrend.
Wir sterben nicht. Das kann uns nicht geschehen.
Paul Boldt poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boldt, Paul, Expressionism
Frans Babylon
(Frans Obers 1924-1968)
Lichten in nevel
als zich traag de avondnevel
weer in amsterdam verdicht
loop ik eenzaam langs de gevels
zoekend naar een vergezicht.
dubbelzinnig zijn reklames
punten voor mijn evenwicht;
achter de miljoenen ramen
leven mensen in het licht.
in zo’n ruime nevelavond
voel ik mij in ’t diepst gericht
naar de wezens die gehavend
geven hoe ze zijn ontwricht.
en bij één der voze grachten
-waar elk licht in damp vergaat-
smoor ik schamel kleine klachten
in een goede schoot van ’t kwaad.
en ik keer door lege stegen
waar ooit breero zwierf van pijn
godverlaten doodgezwegen
door de nevel van het Zijn.
(Lichten in nevel, 1966)
Frans Babylon poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Babylon, Frans
P.C. Boutens
(1870-1943)
Bij de lamp
Bij de lamp blijf ik alleen.
Waar uw kus en lach verdween,
Sluit de stilte rond mij heen
Tot den effen glans waarin,
Liefelijkste droombegin,
Ik mij klaarst op u bezin.
En mijn oogen lezen niet
‘t Oud verhaal van vreemd verdriet,
Waar ik straks den wijzer liet …:
Door bezonken wolkepracht,
Heel den dag om u herdacht,
Gaat de ziel in tot haar nacht:
Door zoo helder avondrood
Naar een nacht zoo diep en groot
Als uit leven naar den dood:
Of ge al zonder morgen ging
Buiten levens duistren ring
Rusten in verheerlijking,
Wijl ik hier bij ‘t lampelicht,
De oogen naar mijn boek gericht,
Nog wat van u droom en dicht,
Tot het uur van slapen slaat
En niets blijft dan uw gelaat
Als de droom in droom vergaat.
P.C. Boutens poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boutens, P.C.
P.C. Boutens
(1870-1943)
Liefdes uur
Hoe laat is ‘t aan den tijd?
Het is de blanke dageraad:
De diepe weî waar nog geen maaier gaat,
Staat van bedauwde bloemen wit en geel;
De zilvren stroom leidt als een zuivre straat
Weg in het nevellicht azuur;
En morgens zingend hart, de leeuwrik, slaat
Uit zijn verdwaasde keel
Wijsheid die geen betracht en elk verstaat,
Vreugd zonder maat,
Vreugd zonder duur…
Hoe laat is ‘t aan den tijd?
‘t Is liefdes uur.
Hoe laat is ‘t aan den tijd?
De zon genaakt de middagsteê:
In diepte van doorgloede luchtezee
Smoort de akker onder ‘t bare goud;
De vonken sikkel snerpt door ‘t droge graan;
De schaduw krimpt terug in ‘t hout;
In hemel- en in waterbaan
Geen wolken gaan;
Alleen de wit-doorzichte maan
Blijft louter in het blauwe hemelvuur…
Hoe laat is ‘t aan den tijd?
‘t Is liefdes uur.
Hoe laat is ‘t aan den tijd?
‘t Is de avond: in zijn rosse goud
Wordt schoon en oud
Der wereld dagehel gezicht;
Snel aan den hemel valt het water van het licht;
En al de windestemmen komen vrij;
De laatste wagen wankelt naar de schuur;
De dooden wenken aan den duistren Oostermuur;
En boven glansbeloopen
Westersche schans in groene hemelweî
Straalt Venus’ gouden aster open
Zoo plotseling en puur…
Hoe laat is ‘t aan den tijd?
‘t Is liefdes uur.
P.C. Boutens poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boutens, P.C.
Afscheidsgedicht Sara Bidaoui
Op zondag 28 september, tijdens de opening van ‘Boeken rond Het Paleis, droeg Sara Bidaoui (15) haar laatste gedicht voor als Kinderstadsdichter van Tilburg. Ze schreef dit afscheidsgedicht speciaal voor haar opvolgster, Pleun Andriessen, die op 29 augustus het stokje heeft overgenomen. We wensen Sara alle goeds in haar verdere schrijfloopbaan. Want ze belooft te blijven dichten, en we hopen in de toekomst nog veel meer gedichten van haar te lezen.
Afscheid
Heb, althans dat geloof ik,
geprobeerd de straten
ieder hun eigen naam te geven
ik las de talen, verstond deels
wat de stad me te vertellen had
haar op papier zetten bleek achteraf
moeilijker dan verwacht
want ze dijde uit
gonsde en bruiste
speelde en tartte
zwierde en stond niet
stil
.
.
.
.
Ach, nu is het tijd dat ik
mijn pen en kroon overdraag
het vangen van de stad
aan iemand anders overlaat
na seizoenen vol met
dwarrelende woorden
Pleun nu laat stoeien
met het ABC
want lieve mensen
ik kap ermee
Sara Bidaoui
Tilburg, 28 augustus 2011
Meer op de website: ≡ www.kinderstadsdichter.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets
Van Heflin maait het gras
I’m just a patsy, hield Oswald zelfverzekerd vol, het
blauwe oog voor altijd dichtgeslagen. Vlak voor hij de
historie binnentuimelt is de teruggetrokken schutter
– zo willen reconstructies – bezoeker van een cinema
waar Cry of Battle met Van Heflin fletsjes draait.
Lee Harvey’s laatste film. Ziet hij iets? Officer J.D. Tippit
dood op straat, Jackie’s roze mantelpakje onder de
presidentenhersenen, en ergens in een zonbeschenen
tuin maait Heflin, bijna 53, helgroen gras. Uit radio galmt
moord. Ook C.S. Lewis sterft vandaag. En Aldous Huxley.
Knarsende deuren, schaduwpatronen, weesgegroetjes
van beton.
Bert Bevers
(uit Revolver, Antwerpen, 28ste jaargang, nummer 111, september 2001)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature