Or see the index
photo jef van kempen 2011, Cimetière Montparnasse, Paris
Bert Bevers
Cimetière de Montparnasse
Daar zijn ze weer, de galmen van de andere kant. Van
eerder. Aan deze Boulevard Edgard Quinet rusten
ergens op een zolder stijve foto’s in donkere albums.
Behouden mag de stille verte. Vroeger was er zonder
luister genoeg gefluister binnenskamers. Nu blijft ijdel
de bijbel dicht, al klinken er plots wel eventjes violen
samen, honderden. Onder spreektaal worden hier loze
riolen gedicht zodat het geheim van de verbazing blijft.
Voorvaderen kuchen, zien dat er nog steeds naar gulle
genade gesmacht wordt in lofprijzen. Zij hopen dat we
niet zullen vluchten in leeggeroofde zuchten maar gaan
verhalen van wat gebeuren mag. Van doorgift, in tempus
praesens. We horen: “En, was het weerzien blij?” En we
verstaan: “Ik zal een brief zijn uit mijn tijd, een andere.”
(uit Bert Bevers: Arrondissementen, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2011)
Bert Bevers gedicht: Cimetière de Montparnasse
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Paul Boldt
(1885-1921)
DER FRAUENTOD
Der Tod umarmt mich in den warmen Frauen.
Beischlaf erregt, zersetzt die Moleküle.
Ich wandre durch Provinzen der Gefühle
Der Freude ab und komme in das Grauen.
Dich, Dirne, macht die Nacktheit antlitzschön.
Heiliges Fleisch steht auf den Knien im Haar.
Ich liege bei dir, lächelnd, am Altar,
Dem Tod entrückt auf deiner Brüste Höhen.
Aber nach den Umarmungen, nach allem
Durchscheinen jedes Fleisch die hellen Knochen.
Die Muskeln schimmern am Skelett, zerfallen.
Ich sterbe. Niemand hat zu mir gesprochen.
Irrsinnig lasse ich mich sagen, lallen,
Und fühle dich vor Blut und Brüsten kochen.
Paul Boldt poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boldt, Paul, Expressionism
El Sur
Bij de film van Victor Erice
Wichelroede, laat de dochter vinden wat haar vader
was: dokter, motorrijder, man met baard
en met verleden, danseur met kleine meisjes.
Tussen ansichten in een sigarendoos kreukt
de herinnering aan het kind dat zij was
de Eerste Communie tegemoet met slechts
moeder en oma als getuigen in het hoofd.
Hij was er wel, hij was gekomen, hij was er.
Haar vader was er zonder dat zij het wist.
Nog galmt elke kerk die ik bezoek mij
van zijn zachte stappen naar de achterste pilaar.
De blik toen reeds op wat zij nu pas is.
Bert Bevers
uit Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Havenbeeld
Wees gerust oude golven, niemand
weet de weg. Wij zwerven helemaal thuis.
Bollend als een meisjeshandschrift troost
uit regen op kranen. Wit krijt,
uitlopende tekens. De wereld is zo wijd:
meeuwen scheren krijsend langs de gilling.
Bert Bevers
verschenen in Antwerpen, de stad in gedichten, (samenstelling Philip Hoorne), Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Emily Brontë
(1818-1848)
The Night-Wind
In summer’s mellow midnight,
A cloudless moon shone through
Our open parlour window
And rosetrees wet with dew.
I sat in silent musing,
The soft wind waved my hair:
It told me Heaven was glorious.
And sleeping Earth was fair.
I needed not its breathing
To bring such thoughts to me,
But still it whispered lowly,
“How dark the woods will be!
“The thick leaves in my murmur
Are rustling like a dream,
And all their myriad voices
Instinct with spirit seem.”
I said, “Go, gentle singer,
Thy wooing voice is kind,
But do not think its music
Has power to reach my mind.
“Play with the scented flower,
The young tree’s supple bough,
And leave my human feelings
In their own course to flow.”
The wanderer would not leave me;
Its kiss grew warmer still –
“O come,” it sighed so sweetly,
“I’ll win thee ‘gainst thy will.
“Have we not been from childhood friends?
Have I not loved thee long?
As long as thou hast loved the night
Whose silence wakes my song.
“And when thy heart is laid at rest
Beneath the church-yard stone
I shall have time enough to mourn
And thou to be alone.”
1840
Emily Brontë
De nachtwind
In ‘t milde zomer-nachtuur
Scheen ‘t maanlicht helderblauw
Door de openstaande tuindeur
En rozenboom vol dauw.
Ik zat in rust te mijmeren,
Mij roerde zacht de wind:
Hij vond de Hemel roemrijk,
d’ Aard’, slapend, welgezind.
Zijn adem kon ik missen
Voor zo ‘n gedachtenlijn,
Maar toch sprak hij weer zachtjes,
“Het bos zal donker zijn!
“Het loof ritselt als schimmen
Door mijn geruis geraakt,
En al hun stemmen schijnen
Door geesten wijs gemaakt.”
Ik zei, “Ga, goede zanger,
Al klinkt je vlei-lied zoet,
Meen niet dat jouw nocturne
Mijn denken wankelen doet.
“Bespeel geurende bloemen,
Raak jonge twijgen aan,
Maar laat mijn mens-gevoelens
Hun eigen weg inslaan.”
De zwerver wou niet heengaan;
Zijn kus nam toe in gloed –
“O kom,” zuchtte hij zachtjes,
“Ik win je, wat je ook doet.
“Was jij van jongsaf niet mijn vriend?
Mind’ ik je niet allang?
Zo lang je al dol bent op de nacht
Wekt stilte daar mijn zang.
“En als op ‘t kerkhof in je graf
Je hart is neergevleid
Heb ik veel tijd voor rouwbeklag
En jij voor eenzaamheid.”
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
fleursdumal.nl magazine
More in: Anne, Emily & Charlotte Brontë, Archive A-B, Brontë, Brontë, Anne, Emily & Charlotte
Ogenschouw
Of ze mist ziet die traag over oud land
schuift als een matglazen plafond,
zo net kijkt ze over onze ogen heen.
Ze maakt zich nog niet op daar
voor man of kinderen dit meisje
dat knispert in wat zich hier bewaart.
Boven de voor eeuwig trotse blik
de krullen geurden ooit naar hemelsleutel.
Nu lijkt zij wel bijna niemand.
Bert Bevers
Verschenen op een ansichtkaart met een assemblage van Aagje Pel, Museum Markiezenhof, Bergen op Zoom, september 2006
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Luisterend naar Graindelavoix
voor Björn Schmelzer
Oeroude woorden klinken van de grondtoon af
in natuurreine kwinten. Gehoorzaam galmen ze
hun langzame naam uit. Tot aan het ademteken
is van warme zucht ontdaan het zacht geweten
van de bovenklank. Hoor: honderden jaren gaan
gelijk de dag van gisteren door ons heen. Het lied
verheft zich balsemend. Stemmen tekenen hier
allengs helderder een onzichtbare plattegrond.
Er is geen kind dat zo gezwind de wind op kan.
Stel u open. Herken uzelf als een ei in de ochtend.
Bert Bevers
Verschenen in Stroom, nummer 25, Antwerpen, zomer 2007
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
foto geertje hoefnagels
ARRONDISSEMENTEN
nieuwe bundel van Bert Bevers
Op zaterdag 5 november wordt in het literair café Den Hopsack aan de Grote Pieter Potstraat 24 in hartje Antwerpen Arrondissementen voorgesteld. Dat is de nieuwe dichtbundel van Bert Bevers. Het boekje bevat 20 gedichten die geschreven werden bij de 20 arrondissementen van Parijs.
Gerrit Westerveld van Uitgeverij Kleinood & Grootzeer uit Bergen op Zoom, die de bundel ook illustreerde, zal de auteur het eerste exemplaar overhandigen waarna Wim van Til, directeur van het Poëziecentrum Nederland, de bundel in zal leiden. Bert Bevers leest vervolgens enkele verzen uit Arrondissementen voor waarna er gelegenheid is het glas te heffen. Pianist Marc Clement draagt dan zorg voor een passend muzikaal decor.
Bert Bevers (1954, Bergen op Zoom) woont reeds sedert de vorige eeuw in Antwerpen en publiceerde eerder bundels als Ware Grootte, Afglans, In de buurt van de wereld, Onaangepaste tijden en Lambertus van Sint-Omaars beschrijft de wereld. Hij gaf het tijdschrift voor poëzie De Houten Gong uit, en stelt regelmatig bloemlezingen samen. Bert Bevers is medewerker van het Nederlandse KEMP=MAG, de Belgische Mededelingen van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie en het Zuid-Afrikaanse Versindaba.
De voorstelling van Arrondissementen in Den Hopsack begint om 16.00 uur.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Vlissinger snapshots
Mijn vader heeft Michiel de Ruyter goed gekend.
Toch zeker tot hij acht of negen was sprak hij dagelijks
zijn bronzen vriend toe die zo koppig richting Chatham
bleef staan kijken. Tot hij moest komen eten. Zinkwit
de avond het westen. Later had hij het zachtjes over
willen van legendes. Dat haren van dapperen harder
kunnen wapperen. En dat zeelui graag op maandag uit
vechten gaan, omdat ze dan nooit bang zijn. Perspectief
dat verspringt. Matrozen moeten varen. Aan wal wankelen
ze toch in leegte maar rond, als leerlingen zonder meesters.
Liever ruim sop. De hogeschool van het bloed, zomers in
die sneller dan thuis gaan. Hij zei voorts dat hij ze zo zag
passeren. Zingend op hun boten tot hun admiraal uit volle
borst, en scherend langs een boulevard waarop geen beeld
nog. De zee is wild, de zee is zilt, de zee is nooit gesloten.
Bert Bevers
(Verschenen in Ballustrada, 21ste jaargang, nummer ¾, Middelburg, december 2007)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
De kamer van Justus Lipsius
Aan de oude muren authentiek Spaans goudleer,
Henri de Braekeleer legde dat zo mooi
vast op zijn Man in stoel. Hier is het echt.
Naast de vuurplaats staart Seneca stervend
met bange ogen van Rubens door twaalf
raampjes naar binnentuingebladerte.
Lessenaar smachtend naar beschrijving.
De vloer telt wel achttienhonderd tegeltjes,
eronder geduldige grond. Over deze stille wereld
van bestorven dingen nu opent de avond zich traag,
als een mossel. Ergens klinkt een cantus firmus.
Buiten is regen koel en op weg naar het oosten.
Bert Bevers
(Verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90-76543-09-7)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
P.C. Boutens
(1870-1943)
In den mist
De zon wordt onverbeeldbaar schoon
Boven den mist die houdt omhangen
Der wereld windestille woon
In dit verteederd dagenlang verlangen.
Weêr blankt de boschkamp, een besloten zaal,
Een witte kamer die de bruid verwacht,
In smettelooze glanzelooze praal
Op uit den zwarten nacht.
‘t Berijpte hout van alle kanten
In gaasgeplooiden wand verscholen
Reikt diepe tuilen van chrysanthen,
Asters en gladiolen.
Daar daalt langs wolkentreê uit hoogen toren
Van naakte voetjes luidelooze tred:
Leden omsluierd overgloren
Het sneeuwen statiebed.
P.C. Boutens poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boutens, P.C.
George Gordon, Lord Byron
(1788-1824)
She Walks in Beauty
She walks in beauty, like the night
Of cloudless climes and starry skies;
And all that’s best of dark and bright
Meet in her aspect and her eyes:
Thus mellowed to that tender light
Which heaven to gaudy day denies.
One shade the more, one ray the less,
Had half impaired the nameless grace
Which waves in every raven tress,
Or softly lightens o’er her face;
Where thoughts serenely sweet express
How pure, how dear their dwelling-place.
And on that cheek, and o’er that brow,
So soft, so calm, yet eloquent,
The smiles that win, the tints that glow,
But tell of days in goodness spent,
A mind at peace with all below,
A heart whose love is innocent!
1814
George Gordon, Lord Byron
Zij schrijdt in schoonheid
Zij schrijdt in schoonheid, als de nacht
In ‘n wolk-vrij, sterren-rijk gewaad;*
En donker mengt met licht zijn pracht
In haar verschijning en gelaat:
Tot ‘n hemels tere glans verzacht
Waarin schel daglicht overgaat.
Eén schaduw meer, één straal verhuld,
Had half de vreemde charme ontwricht
Die raafzwart door haar lokken krult,
Of lieflijk glanst in haar gezicht;
Met ‘n vredig oordeel, zoet vervuld
Van ‘t zuiverst goed dat in haar ligt.
En dan die wang, die blik die boeit,
Zo kalm, toch met welsprekendheid;
De lach die inneemt, kleur die gloeit,
Maar ‘n leven toont in deugd geleid;
Een geest die hier in vrede groeit,
Een hart waar liefde puur gedijt!
* Byron beschrijft hier (de ongeveer 35 jaar oude) Anne Beatrix Horton, sedert 1806 gehuwd met Byron’s neef Sir Robert John Wilmot. Hij ontmoette haar op een bal in London in juni 1814. Zij was gekleed in een glinsterend zwart rouwgewaad (haar moeder was op 23 mei overleden). Byron schreef het gedicht daags na de ontmoeting. De National Portrait Gallery bezit een (zwart gelokt) portret van haar.
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Byron, Byron, Lord
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature