Or see the index
Havenbeeld
Wees gerust oude golven, niemand
weet de weg. Wij zwerven helemaal thuis.
Bollend als een meisjeshandschrift troost
uit regen op kranen. Wit krijt,
uitlopende tekens. De wereld is zo wijd:
meeuwen scheren krijsend langs de gilling.
Bert Bevers
verschenen in Antwerpen, de stad in gedichten, (samenstelling Philip Hoorne), Uitgeverij 521, Amsterdam, 2003
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Emily Brontë
(1818-1848)
The Night-Wind
In summer’s mellow midnight,
A cloudless moon shone through
Our open parlour window
And rosetrees wet with dew.
I sat in silent musing,
The soft wind waved my hair:
It told me Heaven was glorious.
And sleeping Earth was fair.
I needed not its breathing
To bring such thoughts to me,
But still it whispered lowly,
“How dark the woods will be!
“The thick leaves in my murmur
Are rustling like a dream,
And all their myriad voices
Instinct with spirit seem.”
I said, “Go, gentle singer,
Thy wooing voice is kind,
But do not think its music
Has power to reach my mind.
“Play with the scented flower,
The young tree’s supple bough,
And leave my human feelings
In their own course to flow.”
The wanderer would not leave me;
Its kiss grew warmer still –
“O come,” it sighed so sweetly,
“I’ll win thee ‘gainst thy will.
“Have we not been from childhood friends?
Have I not loved thee long?
As long as thou hast loved the night
Whose silence wakes my song.
“And when thy heart is laid at rest
Beneath the church-yard stone
I shall have time enough to mourn
And thou to be alone.”
1840
Emily Brontë
De nachtwind
In ‘t milde zomer-nachtuur
Scheen ‘t maanlicht helderblauw
Door de openstaande tuindeur
En rozenboom vol dauw.
Ik zat in rust te mijmeren,
Mij roerde zacht de wind:
Hij vond de Hemel roemrijk,
d’ Aard’, slapend, welgezind.
Zijn adem kon ik missen
Voor zo ‘n gedachtenlijn,
Maar toch sprak hij weer zachtjes,
“Het bos zal donker zijn!
“Het loof ritselt als schimmen
Door mijn geruis geraakt,
En al hun stemmen schijnen
Door geesten wijs gemaakt.”
Ik zei, “Ga, goede zanger,
Al klinkt je vlei-lied zoet,
Meen niet dat jouw nocturne
Mijn denken wankelen doet.
“Bespeel geurende bloemen,
Raak jonge twijgen aan,
Maar laat mijn mens-gevoelens
Hun eigen weg inslaan.”
De zwerver wou niet heengaan;
Zijn kus nam toe in gloed –
“O kom,” zuchtte hij zachtjes,
“Ik win je, wat je ook doet.
“Was jij van jongsaf niet mijn vriend?
Mind’ ik je niet allang?
Zo lang je al dol bent op de nacht
Wekt stilte daar mijn zang.
“En als op ‘t kerkhof in je graf
Je hart is neergevleid
Heb ik veel tijd voor rouwbeklag
En jij voor eenzaamheid.”
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
fleursdumal.nl magazine
More in: Anne, Emily & Charlotte Brontë, Archive A-B, Brontë, Brontë, Anne, Emily & Charlotte
Ogenschouw
Of ze mist ziet die traag over oud land
schuift als een matglazen plafond,
zo net kijkt ze over onze ogen heen.
Ze maakt zich nog niet op daar
voor man of kinderen dit meisje
dat knispert in wat zich hier bewaart.
Boven de voor eeuwig trotse blik
de krullen geurden ooit naar hemelsleutel.
Nu lijkt zij wel bijna niemand.
Bert Bevers
Verschenen op een ansichtkaart met een assemblage van Aagje Pel, Museum Markiezenhof, Bergen op Zoom, september 2006
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Luisterend naar Graindelavoix
voor Björn Schmelzer
Oeroude woorden klinken van de grondtoon af
in natuurreine kwinten. Gehoorzaam galmen ze
hun langzame naam uit. Tot aan het ademteken
is van warme zucht ontdaan het zacht geweten
van de bovenklank. Hoor: honderden jaren gaan
gelijk de dag van gisteren door ons heen. Het lied
verheft zich balsemend. Stemmen tekenen hier
allengs helderder een onzichtbare plattegrond.
Er is geen kind dat zo gezwind de wind op kan.
Stel u open. Herken uzelf als een ei in de ochtend.
Bert Bevers
Verschenen in Stroom, nummer 25, Antwerpen, zomer 2007
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
foto geertje hoefnagels
ARRONDISSEMENTEN
nieuwe bundel van Bert Bevers
Op zaterdag 5 november wordt in het literair café Den Hopsack aan de Grote Pieter Potstraat 24 in hartje Antwerpen Arrondissementen voorgesteld. Dat is de nieuwe dichtbundel van Bert Bevers. Het boekje bevat 20 gedichten die geschreven werden bij de 20 arrondissementen van Parijs.
Gerrit Westerveld van Uitgeverij Kleinood & Grootzeer uit Bergen op Zoom, die de bundel ook illustreerde, zal de auteur het eerste exemplaar overhandigen waarna Wim van Til, directeur van het Poëziecentrum Nederland, de bundel in zal leiden. Bert Bevers leest vervolgens enkele verzen uit Arrondissementen voor waarna er gelegenheid is het glas te heffen. Pianist Marc Clement draagt dan zorg voor een passend muzikaal decor.
Bert Bevers (1954, Bergen op Zoom) woont reeds sedert de vorige eeuw in Antwerpen en publiceerde eerder bundels als Ware Grootte, Afglans, In de buurt van de wereld, Onaangepaste tijden en Lambertus van Sint-Omaars beschrijft de wereld. Hij gaf het tijdschrift voor poëzie De Houten Gong uit, en stelt regelmatig bloemlezingen samen. Bert Bevers is medewerker van het Nederlandse KEMP=MAG, de Belgische Mededelingen van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie en het Zuid-Afrikaanse Versindaba.
De voorstelling van Arrondissementen in Den Hopsack begint om 16.00 uur.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Vlissinger snapshots
Mijn vader heeft Michiel de Ruyter goed gekend.
Toch zeker tot hij acht of negen was sprak hij dagelijks
zijn bronzen vriend toe die zo koppig richting Chatham
bleef staan kijken. Tot hij moest komen eten. Zinkwit
de avond het westen. Later had hij het zachtjes over
willen van legendes. Dat haren van dapperen harder
kunnen wapperen. En dat zeelui graag op maandag uit
vechten gaan, omdat ze dan nooit bang zijn. Perspectief
dat verspringt. Matrozen moeten varen. Aan wal wankelen
ze toch in leegte maar rond, als leerlingen zonder meesters.
Liever ruim sop. De hogeschool van het bloed, zomers in
die sneller dan thuis gaan. Hij zei voorts dat hij ze zo zag
passeren. Zingend op hun boten tot hun admiraal uit volle
borst, en scherend langs een boulevard waarop geen beeld
nog. De zee is wild, de zee is zilt, de zee is nooit gesloten.
Bert Bevers
(Verschenen in Ballustrada, 21ste jaargang, nummer ¾, Middelburg, december 2007)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
De kamer van Justus Lipsius
Aan de oude muren authentiek Spaans goudleer,
Henri de Braekeleer legde dat zo mooi
vast op zijn Man in stoel. Hier is het echt.
Naast de vuurplaats staart Seneca stervend
met bange ogen van Rubens door twaalf
raampjes naar binnentuingebladerte.
Lessenaar smachtend naar beschrijving.
De vloer telt wel achttienhonderd tegeltjes,
eronder geduldige grond. Over deze stille wereld
van bestorven dingen nu opent de avond zich traag,
als een mossel. Ergens klinkt een cantus firmus.
Buiten is regen koel en op weg naar het oosten.
Bert Bevers
(Verschenen in Onaangepaste tijden, Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90-76543-09-7)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
P.C. Boutens
(1870-1943)
In den mist
De zon wordt onverbeeldbaar schoon
Boven den mist die houdt omhangen
Der wereld windestille woon
In dit verteederd dagenlang verlangen.
Weêr blankt de boschkamp, een besloten zaal,
Een witte kamer die de bruid verwacht,
In smettelooze glanzelooze praal
Op uit den zwarten nacht.
‘t Berijpte hout van alle kanten
In gaasgeplooiden wand verscholen
Reikt diepe tuilen van chrysanthen,
Asters en gladiolen.
Daar daalt langs wolkentreê uit hoogen toren
Van naakte voetjes luidelooze tred:
Leden omsluierd overgloren
Het sneeuwen statiebed.
P.C. Boutens poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boutens, P.C.
George Gordon, Lord Byron
(1788-1824)
She Walks in Beauty
She walks in beauty, like the night
Of cloudless climes and starry skies;
And all that’s best of dark and bright
Meet in her aspect and her eyes:
Thus mellowed to that tender light
Which heaven to gaudy day denies.
One shade the more, one ray the less,
Had half impaired the nameless grace
Which waves in every raven tress,
Or softly lightens o’er her face;
Where thoughts serenely sweet express
How pure, how dear their dwelling-place.
And on that cheek, and o’er that brow,
So soft, so calm, yet eloquent,
The smiles that win, the tints that glow,
But tell of days in goodness spent,
A mind at peace with all below,
A heart whose love is innocent!
1814
George Gordon, Lord Byron
Zij schrijdt in schoonheid
Zij schrijdt in schoonheid, als de nacht
In ‘n wolk-vrij, sterren-rijk gewaad;*
En donker mengt met licht zijn pracht
In haar verschijning en gelaat:
Tot ‘n hemels tere glans verzacht
Waarin schel daglicht overgaat.
Eén schaduw meer, één straal verhuld,
Had half de vreemde charme ontwricht
Die raafzwart door haar lokken krult,
Of lieflijk glanst in haar gezicht;
Met ‘n vredig oordeel, zoet vervuld
Van ‘t zuiverst goed dat in haar ligt.
En dan die wang, die blik die boeit,
Zo kalm, toch met welsprekendheid;
De lach die inneemt, kleur die gloeit,
Maar ‘n leven toont in deugd geleid;
Een geest die hier in vrede groeit,
Een hart waar liefde puur gedijt!
* Byron beschrijft hier (de ongeveer 35 jaar oude) Anne Beatrix Horton, sedert 1806 gehuwd met Byron’s neef Sir Robert John Wilmot. Hij ontmoette haar op een bal in London in juni 1814. Zij was gekleed in een glinsterend zwart rouwgewaad (haar moeder was op 23 mei overleden). Byron schreef het gedicht daags na de ontmoeting. De National Portrait Gallery bezit een (zwart gelokt) portret van haar.
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Byron, Byron, Lord
‘Ik heb van ‘t leven vrijwel niets verwacht ‘
dichter bij J.C. Bloem
Van 16 september t/m 20 oktober 2011 geeft het Historisch Centrum Overijssel (HCO) een bijzondere twist aan de kunst van het dichten.
Nederlands dichter J.C. Bloem (1887 – 1966): De gedichten van Jacques Bloem worden nog steeds hoog gewaardeerd in literaire kringen. Daarbuiten is Bloem vooral bekend van de jaarlijkse J.C. Bloempoëzieprijs. Bloem heeft een speciale relatie met Overijssel. Zo was zijn vader burgemeester van Hardenberg en woonde het gezin Bloem jaren in Almelo. Veel later vanaf 1958 tot zijn dood woonde de dichter in Kalenberg waar hij door Clara Eggink verzorgd werd. In 1966 is hij begraven op het kerkhof van Paasloo.
Vanwege zijn relatie met Overijssel en de waardevolle gedichten, organiseert het HCO een expositie en een muziekoptreden rond J.C. Bloem.
Een expositie over een dichter: In de expositie ‘Ik heb van ‘t leven vrijwel niets verwacht – Dichter bij J.C. Bloem’ zijn werken van 12 kunstenaars te bewonderen die zich hebben laten inspireren door de gedichten van de Nederlandse dichter. Daarnaast worden er gedichten, foto’s, films en originele uitgaven van J.C. Bloem getoond. Ook is er de erebundel verkrijgbaar die door de Stichting J.C. Bloem Poëzieprijs naar aanleidng van de 45ste sterfdag van de dichter is uitgegeven. De expositie is gratis te bezichtigen tijdens de openingstijden van het Historisch Centrum Overijssel van 16 september t/m 28 oktober.
Bezoekadres (toegang gratis)
Historisch Centrum Overijssel
Van Wevelinkhovenstraat (geen nr.), Zwolle
T: 038- 426 6300
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Art & Literature News, Bloem, J.C.
Prinses Máxima nam
Alle gedichten van Borges
in ontvangst
Op 21 september heeft Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden het eerste exemplaar van Alle gedichten van de Argentijnse dichter Jorge Luis Borges in ontvangst genomen, uit handen van de vertalers Maarten Steenmeijer en Barber van de Pol. De overhandiging vond plaats in het woonhuis van Prinses Máxima, De Eikenhorst.
Jorge Luis Borges (Buenos Aires, 1899 – 1986) verwierf vooral wereldfaam met zijn verhalen, verzameld in De Aleph en andere verhalen. Hij geldt als de belangrijkste Zuid-Amerikaanse prozaschrijver van de twintigste eeuw.
Toch zag hij zichzelf in de eerste plaats als dichter. Met name in de laatste dertig jaar van zijn leven schreef hij graag poëzie. Vanaf de jaren veertig raakte hij langzamerhand blind. Hierdoor was hij tijdens het schrijven niet alleen veel meer aangewezen op zijn geheugen en op kortere geschriften, ook gaf poëzie hem de mogelijkheid persoonlijker te zijn dan proza.
Een groot deel van zijn poëzie is nooit in Nederlandse vertaling verschenen. In Alle gedichten is voor het eerst al zijn poëzie opgenomen, in het Nederlands en in het Spaans, ongeveer vijfhonderd gedichten in totaal. Vertalers Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer werkten enkele jaren intensief met elkaar samen om deze vertaling tot stand te brengen.
Jorge Luis Borges verwierf pas wereldfaam toen hij al 61 jaar oud was. Op die leeftijd, in 1961, werd hem, samen met Samuel Beckett, de Prix Formentor toegekend, en vanaf die tijd verschenen zijn verhalen in vertaling overal ter wereld, ook in Nederland.
Hij werd een van de boegbeelden van uitgeverij De Bezige Bij, die zijn beroemdste verhalenbundel, De Aleph, vele malen herdrukte. Het paradoxale is dat Borges zichzelf niet in de eerste plaats als prozaschrijver zag, en ook niet als essayist (hij schreef schitterende essays, waarvan er ook vele in het Nederlands zijn uitgegeven), maar als dichter. Vooral in de laatste dertig jaren van zijn leven schreef hij graag poëzie, niet alleen omdat hij langzaam blind werd en tijdens zijn schrijven veel meer op zijn geheugen en dus op kortere geschriften aangewezen was, maar ook omdat gedichten hem de mogelijkheid gaven persoonlijker te zijn dan hij zich in zijn proza meende te kunnen veroorloven.
Slechts een klein deel van zijn poëzie werd tot nu toe in het Nederlands vertaald. In Alle gedichten zijn voor het eerst al zijn gedichten in Nederlandse vertaling bijeengebracht – een mijlpaal.
Jorge Luis Borges – Alle gedichten
Uitgeverij De Bezige Bij, september 2011
gebonden met leeslint en stofomslag, 1246 pagina’s, 21,5 x 13 cm
ISBN 9789023464617, verkoopprijs € 59,90
De Nederlandse vertaling is van Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Borges J.L., Jorge Luis Borges
Paul Boldt
(1885-1921)
AUF DER CHAISELONGUE
Wir haben nicht der Sonne Sympathien.
Und man verspricht sich zwecklos in Gebeten.
Die Negerin, das Pferd und den Ästheten
Frißt Erde auf. Sie können nicht entfliehn.
Gott ist der Freund der Bäume und der Sterne.
Im Hochgebirge wilde Tannen schreien.
Orion hängt über dem All im Freien.
Monumental. Maßlos. In tauber Ferne.
Im Hirn Gelächter. Ich sprach: die Freiheit!! –
Das Weib ist populär. Der Koitus.
Das wadenwarme Bett. Man friert und freit. –
Gefüllt mit Zähnen ist zuletzt der Kuß. –
Komm du doch, Freund, verkürze mir die Zeit,
Mein fröhlich lärmender Revolverschuß.
MONOGAMIE
Fleisch. Es bewegt sich mit Blutschatten,
Und es versickert in zehn Tropfen Zehen.
Laß dich von meinen Seelenaugen sehen!
Sag etwas! Gattin, nenn mich deinen Gatten.
Die Küsse schlagen mich! Etwas Allmacht
Ist doch in den Anhäufungen von Armen.
Wie Kameraden liegen wir im warmen
Biwak der Herzen diese Fleischesnacht.
Wenn mir der Morgen in die Haare saust,
Schläfst du bei mir vom Mund bis an die Zehen.
Wir sind gottlos. Nur unser Herz verehrend.
Ein Löwenpaar, das unter Sternen haust.
Einer des andern große Stärke mehrend.
Wir sterben nicht. Das kann uns nicht geschehen.
Paul Boldt poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Boldt, Paul, Expressionism
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature