Or see the index
foto joodse omroep
Esther Porcelijn in nieuwe serie
‘Zoek de verschillen’ bij de Joodse Omroep
Vanaf de eerste zondag in maart programmeert de Joodse Omroep drie nieuwe delen van de inmiddels populaire serie Zoek de verschillen. Per aflevering vertrekt steeds een andere jongere naar een voor hem of haar onbekende Joodse gemeenschap elders in de wereld. Van tevoren weten de deelnemers niet waar ze zullen belanden: dat horen ze pas op Schiphol. Vervolgens draait de Nederlandse hoofdpersoon een aantal dagen mee in een plaatselijke familie en wordt geconfronteerd met een andere cultuur, andere gebruiken en andere denkbeelden binnen het Jodendom. Dat dit niet altijd even gemakkelijk is, zien we in deze spannende reeks.
foto joodse omroep
De afgelopen weken zijn de opnamen gemaakt voor de nieuwe reeks met als een van de hoofdpersonen Esther Porcelijn, theatermaakster en stadsdichter van Tilburg. Tijdens een aantal voor haar zeer intensieve dagen was de seculiere Esther te gast bij de Chabad-gemeenschap in Brooklyn, New York. Onder de hoede van rabbijn Chaim Dalfin en zijn gezin, werd de seculiere theatermaakster ondergedompeld in het Amerikaanse orthodoxe leven. Hoe het de Tilburgse daar vergaan is, is te zien in Zoek de verschillen.
Op zondag 3, 10 en 17 maart Nederland 2, 14:15 uur (Esther Porcelijn in New York is te zien in de aflevering van 10 maart)
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Armoede (Verborgen) armoede
Voor de Tilburgse Voedselbank
en hun vraag naar kerstpakketten.
De armen van nu zijn als… de armen van vroeger.
Bespot, belast, beknibbeld.
Niemand kent ze, niemand is ze
Maar iedereen wil vergelijken.
“Het valt wel mee, met mij valt het mee”,
Als een lopende naast de lamme.
We weten alles beter,
Meer doen, minder klagen,
Koken voor vier euro kan toch best?
De rijkdom toont zich:
Naast de lamgeslagen
Zitten wij gepoft te piepen
Rond de tafel met schimmig licht
Sfeervol en hip knagen we
Aan onze knapperige borden.
Haute Cuisine van vroeger is van nu.
Arm en dus dom, denken we,
Verslagen is nooit echt gestreden
Gevallen heeft nooit goed gestaan
Op eigen benen, de eigen broekriem aan.
Schenken uit de dozen op zolder
Met oude broeken en gatensokken
Verfrommelde jurken en blikjes maïs
We zijn het kwijt, gegeven is gegeven
Dankbaarheid komt met een prijs.
Meer? Willen ze meer?
“Hoe durven ze ’t in de bek te kijken?
Ik werk hard hoor, ik werk hard!”
Voor elke cent zo tien andere.
Het kratje, thuis, zorgvuldig gedekt
Met een theedoek over de koekjes.
“Hier gaat iemand van overleven,
Hiervoor verdien ik respect.”
Wij drogen in gedachte hun tranen
Met kaasstengels en zeven bananen,
En, na gretig te hebben gegeven,
Bedenken wij hoe zij gelukkig zijn
Vier kinderen zonder honger
ook de hond dankt zijn baas.
Onze voldaanheid toont zich
in andermans verdriet.
We stellen ons voor hoe ze lachen
Hoe wij hun lichaam verwarmen,
Maar echt kennen doen we ze niet,
Onze, verborgen, armen.
Esther Porcelijn, 2013
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Esther Porcelijn en Verse Pookoe presenteren: Dichterbij #2 + Kasper C Jansen + Oowtje Ananas + Akim AJ Willems + Maaike Haneveld + Martin Beversluis + Krage + The Black Marble Selection
do 14 feb 13
Poppodium 013 Tilburg
Tijdens deze valentijnsavond organiseren stadsdichter Esther Porcelijn en Verse Pookoe de tweede editie van een nieuwe maandelijkse literaire avond genaamd: ‘Dichterbij’. De eerste editie vond plaats in de Rode Salon van De NWE Vorst. De avond zal een combinatie zijn van proza, poëzie en muziek met dichters en andere woordkunstenaars uit Tilburg en de rest van het land. Zowel beginnend talent als ervaren schrijvers krijgen de kans om het podium te betreden.
Na de sluiting van Ruimte-X (Ernest Potters) en het stoppen van Aardige Jongens (Martijn Neggers), voelde Esther Porcelijn en Verse Pookoe zich geroepen om de literaire wereld van Tilburg in beweging te houden en ook een nieuw publiek aan te spreken met deze nieuwe avonden. Verse Pookoe en Esther Porcelijn nodigen u uit om gezellig langs te komen op deze gratis avond.
Locatie: Stage01 – Poppodium 013 Tilburg
Zaal open: 19:30 uur
Aanvang: 20:00 uur
Tickets: Gratis
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Vlezige mensen, wethouders, poppetjes, kastjes
Welkom iedereen! Het thema van vanavond is: ‘Verlichting’.
De stroming in de 17e en 18e eeuw die ons tot het inzicht heeft laten komen dat de Rede het enige instrument is om tot Waarheid te komen. Weg met het bijgeloof, weg met de onderdrukking van de kerk, weg met het feodale systeem, en op naar grondrechten, gelijkheid en vrijheid waarvoor vervolgens gestreden werd in de Franse Revolutie. Dit alles is uiteraard veroorzaakt door historici, filosofen en ontevreden burgers, maar niet enkel door hen. De Pamflettisten hebben zich een slag in de rondte gewerkt om iedereen te laten weten hoe vreselijk de adel was en dat de koning elke dag baadde in kinderbloed. Zij wisten met opruiende teksten, beschuldigingen, beledigingen en verdachtmakingen de burgerij voor zich te winnen. Ongeacht of de boodschap waarheid bevatte of niet.
Herkenbaar?
Wellicht dat we de pamflettisten van nu vanavond op het podium zullen zien.
Dan zullen we hen vast horen over wethouders van vroeger en van nu, en over andere mensen uit de politiek. Over hoe een of andere handeling van een of ander iemand exemplarisch is voor dit ‘dorp’ en haar mentaliteit.
Het kan ook zijn dat iemand in deze zaal hard wordt aangepakt. Maar niet té hard, het moet natuurlijk wel gezellig en grappig blijven. Maar om het grappig te laten zijn, moet het wel gaan over iemand die wij allemaal (persoonlijk) kennen, anders valt er niets te lachen. Als je dan niet lacht ben je de gebeten hond en dus iemand zonder humor.
Harde uitspraken moeten grappig zijn, anders zijn ze alleen maar pijnlijk! Jongens, lach dan, lach dan!
Het lijkt wel een formule. Een pamfletformule!
Eens kijken, wat zou de formule deze avond kunnen bevatten?
Ik gok dat het woord ‘dorp’ toch wel een aantal keer valt.
Wethouder van Cultuur Marjo Frenk is een goede kansmaker op een naamsvermelding denk ik.
Anton Dautzenberg komt vast weer met een sexuele verdachtmaking van iemand, misschien voormalig stadsdichter Cees van Raak die seks heeft gehad met de hond van Daan Taks? (Nachtdichter van Tilburg.) Wellicht betrekt hij er een landelijke bekendheid in, want dat onderscheid moet uiteraard gemaakt worden! Het onderscheid tussen de landelijke bekendheid versus het provincialisme dat noodzakelijk in die zin betrokken is als je een accent legt op lándelijke bekendheid. Hij wel, verdomme. Dan maar een grapje maken: Poep! Ha. Ha. Ha. Enig!
Misschien houdt Anton (zo mag ik ‘m noemen, zegt ook weer wat over mij, ik ken hem. Dat maakt mij iets meer immuun voor zijn harde uitspraken die mij mogelijk te wachten staan. Wauw!) eerder een betoog over iets met bloed en de nachtburgemeester Godelieve Engbersen. Iets over een moord die gepleegd is waarbij wederom de hond van Daan Taks betrokken was.
Luuk Koelman zal hoe dan ook de woede van heel het land op de hals halen met zijn column, dat moet haast wel. Als je de woede van bijna heel het land al op de hals hebt gehaald, met de column over Mariska Orbán-de Haas, dan moet je toch minstens het hele land boos maken wil je nog opvallen. Maar wij in de zaal zijn ‘insiders on the joke’ dus wij kunnen dan met een gerust hart zeggen dat de rest van het land zo kleinburgerlijk is en nooit iets snapt. “Hoe kun je die ironie nou niet inzien? On-be-grijpelijk”, fluistert ene Lidy uit Tilburg dan tegen haar man Hans; “Wij zijn dan nog behoorlijk open-minded, toch Hans?” “Gelukkig maar.”
Wat maakt het toch zo smakelijk, dat pakken op de persoon, de Ad Hominem?
“Polemiek!” Hoor ik Antonnetje en zijn billemaat Erik Hannema roepen in mijn hoofd.
Ja, polemiek jongens, polemiek! Het is een kunst, dat moet gezegd, maar bedrijf het dan ook! Polemiek betekent redetwisten. Daar hebben we het woord ‘rede’ dus weer. Diezelfde rede die ons tot de waarheid zou kunnen brengen. De twee deelnemers zouden het komen tot waarheid hoog in het vaandel hebben staan, waarom zou je anders redetwisten? Om je gelijk te halen misschien? Zou kunnen, maar een gelijk zonder daadwerkelijk gelijk lijkt mij weinig voldoenend. Misschien wordt deze kunst wel veel bedreven op avonden zoals deze uit een gevoel van nostalgie: “Vroeger kon men dit nog, vroeger was er nog iets om voor te strijden, vroeger waren er nog revoluties in het Westen!” Onrust stoken om mensen op te ruien en te motiveren. Maar, waarom zou je dan mensen persoonlijk pakken met fictieve gebeurtenissen of –verdachtmakingen?
Misschien omdat het te lang bespreken van de ware gebeurtenissen, fouten en terechte verdachtmakingen te pijnlijk en ongemakkelijk is. Het moet wel gezellig blijven en dus worden er een paar fictieve gebeurtenissen tussen de regels geplakt zodat de mogelijkheid dat de ware gebeurtenissen ook fictief zijn nog blijft bestaan.
We willen wel de roddels maar niet de confrontatie, niet echt. We willen alleen de smakelijke sappige details mits ze weinig lijken te zeggen over onszelf. Is ook makkelijker natuurlijk! De ander is gek, de ander is grappig.
Is het waar dat men vroeger dan wel eindeloos opzoek was naar de waarheid? Ik denk het niet, althans, niet meer dan nu. Ten tijde van de Franse Revolutie verzon de lage adel er ook op los, wat er maar nodig was om de burgers aan hun kant te krijgen. Dat dit lukte en uiteindelijk meer vrijheid tot stand bracht is een feit. Al waren de donkere tijden van de middeleeuwen iets minder donker dan zij ons tot op de dag van vandaag hebben doen denken. Maar zij deden dit met gevaar voor eigen leven, niet braaf in een zaal in Tilburg. Waarom zouden wij dan een hang hebben naar die revoluties van vroeger en de pamflettaal die daarmee samenhangt? Welke donkere tijden proberen wij te ontvluchten?
Kijk, Jace vd Ven (eerste stadsdichter van Tilburg) komt uit vroeger, dus hij hoeft het vroeger niet naar nu te trekken. Hij weet al hoe het toen was en kan hoogstens oprecht nostalgische gevoelens ervaren. Juist doordat hij uit vroeger komt weet hij ook dat de geschiedenis zich herhaalt. Hij kan zijn nootjes pakken, naar de show kijken en pogen iets universeels te schrijven als dichter. Want dat kan hij. Jace kan, en misschien wel hierdoor, gedichten maken die buiten de tijd staan. Dat is wat een goed gedicht doet.
Misschien dat Tom America ons nog een vieze film toont, met in een soundscape de naam van Burgermeester Noordanus in herhaling. Of iets met een jong Thais meisje, gespeeld door mij, dan kunnen we dat meteen voor het TilT-festival gebruiken, Tom! Theatermaker Peer de Graaf en dichter Martin Beversluis doen dan samen een interpretatieve dans, naakt uiteraard.
Nu, ik hoop dat u precies vaak genoeg genoemd wordt deze avond om belangrijk gevonden te worden, maar net te weinig om uw ziel ontbloot te voelen.
De formule zal het leren: Pastor Harm Schilder + grapje over piemeltjes van jonge jongens = hihi. Tilburg culturele hoofdstad + iets met de VVD + naamsbekendheid want ik ken d’n dieje – lekker gewoon gebleven = haha.
Deze avond gaat ons hopelijk enorm verlichten. Of de rede hier zegeviert kunt u allen zelf bepalen, we houden na afloop een opiniepeiling in het licht van: ‘uw stem is ook belangrijk’, dit past binnen het thema waar de pamflettisten zo voor gepamfletteerd hebben: Gelijkheid. Het bespotten van de poppetjes kan beginnen!
Het lucht vast wel op, dus in die zin wellicht…. Verlichting.
Esther Porcelijn, 19 jan 2013
(Column voorgedragen tijdens ‘Schuimt’, columnistenbijeenkomst met o.a. Anton Dautzenberg, Luuk Koelman, JACE vd Ven, en Tom America, in jazzpodium Paradox in Tilburg)
More in: Archive O-P, Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Literaire avond “Dichterbij”
Donderdag 17 januari 2013
Theater De Nieuwe Vorst Tilburg
Op donderdag 17 januari organiseren stadsdichter Esther Porcelijn en Verse Pookoe de eerste editie van een nieuwe maandelijkse literaire avond genaamd: ‘Dichterbij’.
De eerste editie zal plaatsvinden in de Rode Salon van Theater De Nieuwe Vorst.
De avond zal een combinatie zijn van proza, poëzie en muziek met dichters en andere woordkunstenaars uit Tilburg en de rest van het land.
Zowel beginnend talent als ervaren schrijvers krijgen de kans om het podium te betreden.
Na de sluiting van Ruimte-X en het stoppen van Aardige Jongens, voelde Esther Porcelijn en Verse Pookoe zich geroepen om de literaire wereld van Tilburg in beweging te houden en ook een nieuw publiek aan te spreken met deze nieuwe avonden.
In deze eerste editie zullen onder anderen te zien zijn: Arnoud Rigter, Oowtje Ananas, Daan Taks, Martin Beversluis, Amber-Helena Reisig en Simon Mulder. Als afsluiter zal de band “The Liszt” optreden (Robert-Jan Gruijthuijzen, Ronald Herregraven, Tim Ruterink, Tom Delforterie).
De presentatie zal in handen zijn van de stadsdichter.
Locatie: Theater De Nieuwe Vorst Tilburg
Donderdag 17 januari 2013
Entree: Gratis
Aanvang: 19.30
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto jef van kempen
Esther Porcelijn
NUT(S)
Ja. Ik geef het toe: Ik studeer filosofie. Guilty!! (zoals Peter Griffin het zegt in Family Guy). Ik ben die persoon die het advies van de ouders in de wind geslagen heeft en toch naar de toneelschool is gegaan en daarna naar het Departement Wijsbegeerte aan de UvT.
Ik weet het, je hoeft geen open deuren in te trappen: Ik ben geen advocaat of econoom aan het worden, Ergo: ik word niet erg rijk. Voor sommigen nog Ergoër: Ik volg geen nuttige studie. Ik ben voor velen dé vleeswording van de Linkse Kerk en beoefen dé linkse hobby der linkse hobby’s. Daarbij denken veel mensen dat filosofie vaag en esoterisch is; een studie waar je gewoon wat kletst over van alles en daar een 10 voor krijgt. Dus ik ben ook nog eens een vage linkse hobby-hippie.
Errug!! Pauper plebs. Nog erger misschien wel: Een toekomstige uitkeringstrekker en hoe dan ook een subsidieslurper. Nog Erruger!! Wow!
Op het departement woedt, tussen de studenten, onder leiding van enkelen die de moed echt stevig in de schoenen is gezakt, al een tijd een discussie, of een monoloog.. nee toch een discussie.
Daarin gaat het vaak over het nut van onze studie en van het vak van een filosoof. Tijdens lange gesprekken maakt iemand nét iets te vaak de grap: “Ach, we vinden een baan ondanks de filosofie, niet dankzíj.”
Dan, als iemand het zat wordt gaat het argumentenkanon aan. Nu zou ik de argumenten kunnen opnoemen, bijvoorbeeld dat o.a. Nederlandse politici, Amerikaanse presidenten, beroemde kunstenaars, journalisten en CEO’s van grote bedrijven filosofie hebben gestudeerd, maar dat is anekdotische argumentatie, en we weten allemaal dat een aantal individuele voorbeelden nog geen goed argument maakt.
Ik zou ook kunnen beginnen over hoe de democratie volledig is uitgedacht door filosofen en hoe de vrijheid die wij nu genieten alleen maar kan bestaan doordat een paar goede denkers de grenzen van die vrijheid hebben uitgedacht. Maar dan zou ik mijn professoren klakkeloos napraten, en in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, en meer van dat soort powerpoint-uitspraken. Of hoe exacte wetenschap ook niet exact is, voor als iemand beweert dat wat wij doen niet empirisch toetsbaar is en dus maar geklets. Maar dat is ook niks, iemand anders met hetzelfde probleem opzadelen als jijzelf. Misschien zou ik iets kunnen zeggen over communicatie- of vrijetijdswetenschappen, dat die studies pas écht nutteloos zijn, maar daar heeft niemand wat aan, laat staan dat het een argument is voor wat dan ook.
Beter kan ik iets proberen te zeggen, of nee, te duiden, wat betreft de termen ‘links’ en ‘nut’, alleen denk ik dat we daar toch een lang gesprek voor nodig hebben waarin we het vast ook zouden hebben over hoe wat ‘men’ vindt helemaal niet altijd waar hoeft te zijn, en over de invloed van de media en andere joop.nl onderwerpen.
Ik zou mijzelf fiks kunnen verdedigen uit pissigheid waaruit blijkt dat ik mij juist veel aantrek van wat men vindt, meer nog dan die abstracte groep ‘velen’ waar ik het over heb. Ik zou dan als ik echt boos word iets kunnen roepen als: “Alsof jij met je heftige hang naar rijkdom en dikke status echt gelukkig wordt of ook maar ergens verstand van kan hebben.”
Als ik dat zou doen dan zou ik dingen zeggen die ik helemaal niet vind en mij alleen maar meer stereotiep maken dan ik ben. Bovenal zou het de domste drogreden zijn. Ad hominem. Dat is pas echt errug. Ai.
Esther Porcelijn
(27) studeert filosofie aan de Universiteit van Tilburg. Ze is bovendien actrice en stadsdichter. Eerder gepubliceerd in UNIVERS 2012.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto: jef van kempen
Esther Porcelijn
Taal van Tilburg
Iemand ‘liket’ een filmpje op internet.
Hamasleider als een natte dweil uit een auto gesleept.
Ik trek mijn pèkske aan voor de carnaval, het is een bananenpèkske.
Voor als de natte-dweilen-look uit het terrorfilmpje niet meer van nu is.
Je moet wat als je op sjantenelle gaat.
Natte dweilen doen het niet goed bij de ‘gasten’.
Dropshotje over mijn harige tanden en slagroom uit mijn navel.
Met de cárnaval een dansje wagen.
Er staat een man naar mij te loeren
Bert heet hij, Bert knikt en lacht ruim,
Bert is ’n goei mèns.
Pinteman vatten bij de schuimhorens.
Zuipen is voor vrouwen met baarden.
In de wereld gaat alles sneller
Mensen slepen elkaars lichamen voort
Facebook checken op de smartphone
Fucking random epic awesome as fuck
Third generation techno-memes ,epic fail.
Liked it, no just, you know, its like you troll.
I will troll the fuck out of you just,you know,
Posting some articles about stuff and shit.
Thinking it says something about my… you know…
Personality. My me, me me.
Oorlogen waaien verder,
Maar godnondedju wa is d’r veul gezèver.
En zodra ik die zachte klanken hoor
Weet ik dat de mensen meewaaien.
Een woord als: ‘leutig’ maakt alles licht,
Van goudgele pintjes en boterbloemvrouwen
Vrede zij met u. Aflaat betalen,
Van geschoren schaapjes en eikenhout.
“Sterfte? Da’s toch gewoon?
Iedereen zal d’r aan moeten geloven
Què dè betrèf.”
Warmte als oude enveloppen,
Naast kille lange I- en L- en K-vormige gebouwen
De È, ò, eu, ao, à.
Die klanken zouden versmelten tot grote
zandstenen rondbogige gotische vroeger gebouwen.
Waar witte vrouwen in lange jurken rond je dansen.
Kom dan bij mij dansen! Dans met mij!
Buiten is het koud, buiten de tong, op de tanden.
De T, je loopt tegen die harde plastic: “T” Keihard.
Dat is p’cies zo’n ding waar je niet omheen kan
Zo hèdde ge da wel met meer dingskes
Dat valt dan vies tegen ja, maar zo gaat het.
P’cies zôn dingske.
Net als de muziek van carnaval.
Hard en draaierig.
D’r is wel iemand die je opvangt,
met een glijbaan van de: ` (‘accent grave’).
Een zachte landing.
Dà ’s altij’.
Beter togen wij ons naar ’t café.
Beter gaan we samen, tegen de kou
In ons pèkske.
Dan lachen we wat,
Knikken we wat,
Begin ik weer over Hamas.
Zeg jij iets als: “Gôh, ja.”
En dan zeg ik: “inderdaad, erg hè?”
Dan zeg jij: “Ja, best, kei erg”
En ik: “mwa, ik begrijp het niet”
En jij: “niet alles is te begrijpen, dènk’.”
Dan rommel ik in de nootjes
En terwijl jij toekijkt
Vinden we daar onze subtekst.
Esther Porcelijn, 2012
Speciaal gemaakt voor de Taal van Tilburgdag
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto: jef van kempen
Esther Porcelijn
Niet nog een column over Stapel
Diederik Stapel was weer overal in het nieuws. Als hij dan eindelijk na twee dagen uit het nieuws en uit de carrousel van Pauw en Witteman is gezwiept, dan moddert zijn naam nog even door in alle columns en blogs van opiniebladen en online magazines. Best wel irritant eigenlijk.
Bert Brussen (De Jaap) schreef op dinsdag 3 december een zeer kritische en scherpe analyse van het boek van Stapel:
Hierin duidt Brussen het boek van Stapel als een symptoom van zijn nog altijd bestaande hang naar aandacht en erkenning. Voor Brussen is de kritiek en de ‘karaktermoord’ op Stapel ook een aanduiding van de angst van mensen om medeplichtig te zijn aan ditzelfde klimaat waar Stapel in floreerde. Als je iemand aanwijst als de zondebok en zijn handelen beschrijft als onmenselijk, dan zijn alle andere mensen in elk geval niet zoals hij en hoef je ook niet bang te zijn dat je zelf zo bent of zou kunnen zijn; Stapel is onmenselijk, jij niet, dus jij bent niet zoals Stapel.
De sociale psychologie als wetenschap moet er ook aan geloven in de analyse van Brussen en van de commissie Levelt: ‘Stapel kon zo handelen door gebrek aan kritiek.’
De hele wetenschap der Sociale Psychologie heeft een enorme opdonder gekregen, eventueel terecht. Maar gezien Stapel als monster is afgeschilderd, valt de rest van de sociaal psychologen onmiddellijk buiten die categorie.
Onder filosofen worden wetenschappen als sociale psychologie eigenlijk vrij snel als pseudo-wetenschap bestempeld. Een bepaalde tak van de filosofie zal tot in het einde der tijden puur empirisch onderzoek een onvolledige bron van kennis vinden, andere takken van de filosofie zullen niet zozeer tegen dit soort onderzoek zijn, maar zullen te hapklare conclusies wel altijd wantrouwen. Het is makkelijk om vanaf de zijlijn te zeggen, maar had één filosoof bij de onderzoeken van Stapel gezet, en die had de conclusies onmiddellijk bevraagd: Hoe weet je dit zeker? Zijn dit soort data niet altijd heel contingent? Weet je zeker dat je deze conclusie niet hebt getrokken omdat je dit eigenlijk in je vraagstelling al had verwacht? Kun je echt zo hard stellen dat iemand die a doet, altijd in de categorie b valt?
Grappig is dat de Stapel-affaire niet zo heel uitgebreid is besproken op het departement Filosofie, ook omdat niemand hem persoonlijk kende, en wij geen van allen college van hem hadden maar misschien ook omdat het filosofen niet verbaast.
Toen de affaire een affaire begon te worden besefte ik pas echt hoeveel impact dit had op de universiteit toen ik hierover vragen kreeg van vrienden uit andere steden. Van een afstand lijkt zoiets wat te zeggen over de gehele universiteit, terwijl een vriend van de Uvt, die psychologie studeert, ook nooit college van Stapel had gevolgd en eigenlijk niet precies wist wie het was.
Imagoschade. Er is alleen al sprake van imagoschade omdat het zovaak genoemd wordt. Er is sprake van imagoschade dus is er sprake van imagoschade.
Een paar dagen geleden besprak ik de nieuwtjes over Stapel met een vriend van mij uit Rotterdam. Ik was heftig aan het vertellen over onderzoekers die hun graad dreigen te verliezen, over onderzoekers die ineens tien onderzoeken van hun publicatielijst moeten schrappen en zo ongeveer opnieuw moeten beginnen. Ik stelde mij voor dat dit hun levenswerk is en dat dit nu een lege huls blijkt te zijn.
De vriend antwoordde met: “Maar dat is toch niet erg? Niet echt erg.”
Dus ik vertelde nog heftiger over imagoschade en onderzoeksgeld, over geloofwaardigheid en over de wetenschap als autoriteit.
De vriend vond het nog altijd niet echt iets wat ‘erg’ genoemd kan worden, hij zei dat als iets te maken heeft met geld dit nog niet meteen erg is.
Ik begreep wel wat hij bedoelde, het is niet erg zoals dode kinderen erg zijn, niet erg zoals voedselbanken zonder voedsel. Dat soort dingen zijn veel erger. Als ik dat niet al zou vinden dan zou ik het wel moeten vinden, anders ben ik een monster en dus een soort Stapel.
Het spreekt voor zich dat dit een ander soort erg is. Maar het is erg. Dat moet wel even benoemd worden natuurlijk.
Imagoschade om de imagoschade.
Erg om de erg.
Ik erken dit automatisch door deze tekst te schrijven, als ik het niet erg vond, of erg was gaan vinden of er niets van zou vinden dan zou ik dit niet schrijven.
Misschien toch goed dat de vriend van mij die vraag stelde: is het echt erg?
Het is niet alleen goed door het antwoord dat je zou kunnen geven, maar goed omwille van de vraag zelf. Anders zou ik toch zomaar iets vinden omdat het gevonden dient te worden. Dat soort vragen hadden aan Stapel gesteld moeten worden.
En nu zal ik niets meer schrijven over deze affaire, heus beloofd!
Ik zal er niets meer over schrijven omdat ik er verder niets aan toe te voegen heb. Ik hoop dat er beter onderzoek gedaan wordt en dat mensen die er nog wel over schrijven dit niet doen om zichzelf buiten Stapel te plaatsen als een zichzelf schoonwassende vingerwijzer. Klaar nu. Echt. Ja echt.
Stapel.
Esther Porcelijn (27) studeert filosofie (bachelor) aan de Universiteit van Tilburg en is stadsdichter.
Eerder gepubliceerd in UNIVERS 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
photo jef van kempen
Verlichting
Woeste dijen klagen steen en been
Over wie nu waar de vuile was heeft opgehangen,
Waarom de éne veel en de ander geen
Geruchten op kan vangen.
Wie heeft er ooit gehoord van gedachten
Die zweven in de lucht om vers te plukken,
Die voor alles wat je kunt bedenken zó
Je woorden uit je zinnen rukken.
De andere mensen zijn toch slechts decor
Die zijn er echt alleen om neer te halen,
Om aan te wijzen wat eraan mankeert
Te oud, te dik en ’t blijkt ook nog een kale.
Wie zegt er ooit iets wat vernieuwend is?
Dat werkelijk een klomp breekt of taboe,
Dat alles in de wereld op zijn kop zet
Of is dat maar elitair gedoe?
Je streelt je ego en bekijkt het in ’t raam
Het lijkt groter dan de dag ervoor,
Je borstelt het nog extra tot het glanst
Nog één keer kijken, ’t kan er wel mee door.
Het moment dat je het bijna weet
De allergrootste oplossing voor alles!
Je ziet het exact voor je, je hebt het beet!
En dat je ironie het komt vergallen.
Daar buiten is de wereld opgesplitst
In mensen die het zíjn en die het willen,
Het is jouw categorisering om jezelf
Uit het normaalste op te tillen.
Sta je van bovenaf te paraderen met je kennis
Dan zit je middenin de paradox van hen
Die, in vol daglicht, op de markt
Net gepasseerd zijn door Diogenes.
Esther Porcelijn
stadsdichter Tilburg, 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Half ons verstand
Mag ik een half ons verstand, drie kilo geluk, twee keer ingevroren welvaart, een paar pakjes behulpzaamheid, wat inlevingsvermogen, zeven vrienden, en wat appeltaart een enkel frietje, twee wodka-lime, en als het kan nog een verse bos cafeïne om de dag door te komen..
Wat sperziebonen om mijn vuist omheen te ballen, die heeft u ook?
Een heel oud vrouwtje om te kunnen concluderen dat ik nog zeeën van tijd heb.
Ik zal haar laten oversteken, aan de hand nemen en over het zebrapad helpen.
Mag ik zeven dwergen die mij kunnen dragen als ik moe ben.
En een man die van mij houdt. Die telkens als ik er niet meer in geloof op mij afrent en zegt: “Ik geloof in je, IK wél!”
Begrijpt u wat ik bedoel?
Hij moet onopvallend zijn op momenten dat ik hem niet nodig heb, en elke keer dat ik hem wel nodig heb op mij afrennen, al ben ik in Schagen.
Ik wil een vis die mij aankijkt, en waarvan ik merk dat hij mij echt aankijkt, als enige, hij hoeft zijn kieuwen maar te bewegen en ik weet wat ik vandaag moet gaan doen.
De wereld redden, ik wil de wereld redden. Hem eerst precies in het midden doorsnijden,
en dan oplepelen als een kiwi. Hij zal zoet smaken, met een warme vulling.
Hebt u daar een mes voor?
Alle mensen op de wereld zullen op een gerimpeld land wonen, ze houden elkaars handen vast om er niet vanaf te vallen.
Ik zoek ook nog muziek, muziek die ik kan vervormen naar mijn bui. Het is maar één cd en ik kan horen wat ik wil horen.
Kleuren, ik zoek kleuren die er niet bestaan, ik wil mij kunnen voorstellen dat er een kleur is die ik nog nooit heb gezien, en het is niet een soort oranje, of een soort blauw.
Het is iets anders.
Anders nog iets?
Ja iets racistisch, ik mag graag iets racistisch, een grote KKK muts die mode wordt, ik zal iedereen dwingen om hem te dragen.
Dan heb ik, als ik mij verveel, iets om naar te kijken.
Één dag almachtig, en ik ben de koning van het land, en het land is veel kleiner dan we tot nu toe dachten, het is een land met 6 miljard van dezelfde mensen die opeens de ingeving krijgen helemaal niet hetzelfde te zijn, ze zullen in de bomen klimmen en het volkslied zingen, de vogels zullen in huizen wonen en klagen over het weer en de belastingdienst.
Hiernaast deden ze er nogal moeilijk over, maar dit hadden ze wel!
Mag ik ook een vrachtschip met veertig indianen, die heel gelukkig in een container dansen, om de lijken heen van diegene die het niet overleefd hebben.
Daarbij zoek ik jaren naar een pil waarmee je de hele nacht door kan dansen, en niet omdat je heel veel energie hebt, maar omdat de tijd is gestopt.
In die tijd zal ik dansen met de rest. Het zal bezaaid zijn met allerlei.
Vooral met dictatoren die de avond van hun leven hebben, Lenin, Stalin, Hitler, Mussolini hebben de grootste pret, discussietafels waar je kan aanschuiven, even bijkletsen met Julius Caesar, hij ziet er heerlijk uit, en heeft de gordijnen aan de muur om zich heen gedrapeerd.
Iedereen loopt langs de tafels, en speelt het grote ‘visies’ kwartet met de dictatoren.
Wie wint krijgt een kasteel.
Zodra de tijd het weer doet wonen alle dictatoren samen in het kasteel, hoog in de lucht.
Daar zullen ze neerkijken op het volk, zoals ze dat altijd al hebben gedaan. Ze zullen lachen. En wij beneden kwartetten met levens.
Mag ik van jou de boer? Dan krijg jij van mij de vrouw.
Nee doe mij maar een heer! Die krijg ik maar niet te pakken.
Een joker, een heer, wat is het verschil?
De mens heeft gewonnen.
En daarom zoek ik een trofee, Een trofee voor de gewonnen mens.
De mens die uit de polder is opgeklommen om zijn vinger in de dijk te doen omdat het water anders van hem wint.
Mag ik u dus met nadruk vragen om een berg om de trofee op te zetten.
Wie wil mag komen kijken.
Ik wil een wortel. Afgeblust met een beetje vrede..
Hier opeten alstublieft..
U hebt geen wortel?
Dan ga ik wel naar hiernaast..
Ik neem er ook één voor u mee.
Hier opeten alstublieft.
Esther Porcelijn 2012
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto jef van kempen
Esther Porcelijn
Godvergeten Ironie
Je mag het wel benoemen
Maar je mag het niet zíjn
Je mag er wel om lachen
Maar je mag het niet willen
Je mag het wel afgrijselijk vinden
Maar je mag je er niet in verdiepen.
In een café praten heren over politiek.
Er wordt gestampt en gefoeterd
geproest en verloederd.
Maar niemand ziet de poster
op de achtergrond
in oranje, blauw en wit
waar iedereen precies
aan gekluisterd zit.
Zolang je maar
dingen zegt als:
“ze naaien ons toch wel!”
Met een grijns
en met een biertje.
En: “maarja.. ach”
of: “als het maar gezellig is!”
Zolang je dat maar zegt
ben je er tenminste
geen onderdeel van.
Hoef je niet bang te zijn
dat iemand echt
een goede vraag stelt.
Zolang je het parodieert
ben je het niet.
Esther Porcelijn poetry
stadsdichter Tilburg, 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Hondje
Gaan we naar buiten? Gaan we naar buiten? Jaa we gaan naar buiten! We gaan naar buiten, jaa! Mijn baas. Mijn geweldige baas. Zo loyaal en mooi en perfect en hij kan goed koken. Ik dacht dat ik altijd alleen zou blijven, dat niemand mij zou willen maar toen kwam hij en toen en toen en en en en. We gaan naar buiten!
Baas lacht. De tanden bloot. Grr. Ja baas. Grr. Boos! Ik ben ook boos. Grr. Samen boos! Jaa! Blote tanden baas! Heel bloot! Gaan we nog naar buiten baas? Ja? Ja! Baas begrijpt mij altijd goed. Weet precies wat ik leuk vind en ook wat ik niet leuk vind. Ik vind leuk: eten, en vooral lekker eten, stukje vlees, en ik vind leuk: goed geaaid worden en geborsteld, en een mooi bed en ik vind ook leuk: om anderen weg te jagen en het huis bewaken vind ik ook leuk. Wat ik niet leuk vind: katten, poedels en cavia’s. Die moeten maar weg, die zijn niet leuk. En ik vind ook niet leuk: anderen die de baas spelen. Ik ben de baas. IK ben de baas, en baas zegt ook altijd: “wij zijn de baas!” Ha! En ik vind raar eten ook niet leuk. Maar knakworsten wel, want die zijn normaal.
Ja, we gaan naar buiten! Samen de baas van buiten! Sinds ik baas heb, durf ik veel sneller te happen naar vreemden. Ik vond ze altijd al niet leuk, maar nu zijn we samen de baas. Ha! Baas is vrolijk boos. Hij heeft gekke blote tanden. Even hier plassen. En hier. Baas trekt me hard weg. Maar ik wil plassen baas! Baas zegt nee. Hij rinkelt met sleutels. Maar ik wil hier plassen, en hier nog een druppel. Zo. Toch gedaan. Nu ben ik de baas van de neuzen van de vreemden. Baas is ineens boos. Boze baas. Sorry baas echt sorry sorry maar ik wil nog even hier plassen. Baas. BAAS!! Ik wil hier nog even. Ah toeeee! Nou baahaas! Hij trekt mij mee. Hij laat mij nooit helemaal los. Maar ik kan toch zo ver lopen als baas wil, en dat is ver genoeg. Baas doet ineens gek. Rinkelt weer met zijn sleutels. Hoge piep. Grr.. boos. Hij tilt mij op en duwt mij in zijn wielenmachine. Dat gebruikt baas omdat hij niet zo hard kan rennen als ik. Elke dag gaat hij daarin en dan is hij lang weg en dan denk ik dat hij nooit meer terugkomt maar dan komt hij toch altijd weer terug. O, wat ben ik dan blij. Ik hoef nooit in de wielenmachine, alleen als ik ziek ben. Maar ik ben niet ziek en ik ben in de wielenmachine. Baas!! Baaaas!! Naast mij ligt een grote koffer, ik ruik eraan. Het ruikt naar, naar naar.. Die machine waar baas altijd zijn vacht in schoonmaakt! Waarom baas? Je hebt al een vacht aan! Één met bloemen erop vandaag.
Baas doet lief maar is boos. Ik zie dat. Hij praat nu lief zoals normaal maar ik zie aan zijn tanden dat hij boos is. Hij doet neplief. Stom.
Oo, maar andere wielenmachines! Die zijn ook leuk. Met baas ben ik niet meer alleen, zoef zoef zoef zoef zoef, overal wielenmachines en we gaan veel sneller dan ik kan rennen. Zoef! Samen de baas, baas? Samen de baas? Baas doet boos. Baas is boos. Hij roept “af” en nog wat andere dingen die ik niet versta. En hij wil niet dat we samen roepen. Alleen hij mag nu roepen. Goed dan. Ik ga wel een rondje om mijzelf heen waggelen in de wielenmachine. Nu lig ik beter. Ik lig goed. Maar dan stopt de wielenmachine. Oo ik mag eruit! Gaan we naar buiten baas? Gaan we naar buiten??
Ja, we gaan naar buiten. Jaa!
Baas pakt mij bij mijn kraag en trekt mij naar buiten. Grr baas, grr!!! Boos!
Hij slaat mij op mijn hoofd, dan draait het even. Whaa.. dat is gek, maar niet fijn gek, stom gek. We lopen naar een boom! Jaa, toch nog een plas doen! Whaa! Even een baas zijn van de neuzen! Jaa!! Jaa baas?
Maar hij pakt mij bij de kraag en ik hoor klik en dan zegt hij iets met veel û en o klanken.
Baas loopt weg.
BaBaas? Waar ga je heen baas? Ben je weer lang weg? Baas?? Ik loop achter baas aan maar ik word teruggetrokken. Hallo! Baas! Ik zit vast baas!
Baas doet niets. Hij gaat in zijn wielenmachine en zoeft weg.
Naast mij zoeven nog heel veel wielenmachines. Zoef-zoef-zoef-zoef. Hele hoge en lage tonen. Baas komt vast nog wel met een stuk vlees. Of een cavia om te bijten. Of een fris kussen waar ik dan de baas van mag zijn. Of met een aai.
Vast aan de boom. ’t Trekt aan mijn hals. Bah. Flauw. Stom. Baas was een nepbaas. Ik ben nu wel buiten, dat wel.
Esther Porcelijn 2012
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature