In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Bevers, Bert

«« Previous page · Bert Bevers gedicht: Obrecht · Bert Bevers: Yorkshire Dales · Bert Bevers: Op de Kruzenshtern · Bert Bevers gedicht: De bidder van Larsa · Bert Bevers gedicht: Première · Bert Bevers gedicht: Avondmaal · Bert Bevers gedicht: Veertig laarzen (Forty boots) · Bert Bevers gedicht: De weg naar Rapallo. In memoriam Wouter Weylandt (1984-2011) · Bert Bevers over Jan Hanlo’s gedicht Oote · Bert Bevers: Petrarca reist ongewapend door de Ardennen · Bert Bevers: Bach gaat een pint pakken · Bert Bevers: De inkeer van de spoorzoeker

»» there is more...

Bert Bevers gedicht: Obrecht

 

Obrecht

Daar staat hij eenzaam achterin: laat zonlicht
via glas-in-loden engel op een wit gelaat.

De vespers ruisen kruisgewelfs nog na.
Tussen pilaren door zal het motet weerklinken

dat in zijn hoofd afronding haast nabij is.
Zijn zangers hebben geen vermoeden nog.

Hij hoort hun stemmen reeds. Zijn glimlach straalt
verrukking uit wanneer zijn tred zich richt naar het koor.

Bert Bevers

(uit: Onaangepaste tijden, Uitgeverij Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90-76543-09-7)

kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Bert Bevers: Yorkshire Dales

 

 

Yorkshire Dales


Eenzaam land, al in dit kader wijde wereld.

Tegen voorzichtige bergen figureert klein vee.

Ochtend vervloeit in middag, als had het zin.


Donkere honden sluipen schuren binnen.

Onweer ontrolt: waakzame ooien plaatsen zich

voor al te dartel kroost. Bij bliksemflitsen


schieten hun blikken neerwaarts als reigerhalzen.


Bert Bevers

Uit: Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997, ISBN 90 6230 080 4


kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Bert Bevers: Op de Kruzenshtern

 

Op de Kruzenshtern

Het dek van de Kruzenshtern glooit als een omgekeerde schoenzool.
Beneden in de kombuis schillen jonge matrozen patatten. Op
het fornuis ernaast een eenzame tomaat. O, neigend kompas:
hoe zoet is voor u de zee. Ik hunker haast de horizon voorbij,
maar weet het schip hier aan de ree. Dan hoor ik plots mijn vader
van kanotochten in de branding spreken, zie ik hem

in jeugdherinneringen stampend aan de reling van een sleepboot
woeste zee bedwingen. Hij mocht met loodsen wel eens mee.
Kartelrandfoto’s heb ik uit zijn jonge jaren: niet weet hij wie
wiens vader worden zal. Hij danst aan wal in zwemtenue
met ouderwetse meisjes. Waarom? Niet echt kijkt hij naar hen om,
zij zien wel hem in heel zijn onbeholpen heldendom.

Daar denk ik aan op het plankier van deze viermastbark.
Hier sta ik met een almaar grijzer snor aan boord van wat ik als
een huis beschouwen kunnen zou. Getouw dat wijst naar zware
luchten. Er kruipt een god langs naar beneden en erboven
knettert zacht sint-elmusvuur. Waarom ben ik het liefst
in mijn vertrek en schieten avonturen mij door aderen

zodra ik voet zet aan een boord? Zitten er erfelijkheden in het woord?
Zeelui blijven met wapperende lintjes aan hun hoofd en strepen
over uit te trekken borsten in wezen altijd jongetjes, met ver
een huis, bedachte avonturen en vluchtige meisjes onder de pet.
Geloof in iets. In een vorig leven was ik kapitein. Hier
vastgelegd. Hij slaat een bladzijde van water om.

 

Bert Bevers

Uit: In de buurt van de wereld, Kleinood & Grootzeer,
Bergen op Zoom, 2002 (ISBN 90-76644-23-3)

kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Bert Bevers gedicht: De bidder van Larsa

 

Bert Bevers

De bidder van Larsa


Welke aanroeping rust daar voor eeuwig
in uw mond van goud, prevelaar uit gindse tijd?

“Bent u daar, Oetoe? Hammoerapi hier. Hoogmoed
weiger ik te kennen, daarvan komt toch slechts kwaad

bloed. Maar soms moet ik wegen wijzen die men
liever mijdt, of de vochtige kant van water. Zegen

als het u belieft mijn worp naar verre oorden.”?
Knieval voor immer, geen woorden voor later.

Verzwijgen wat je niet wilt zeggen is je spiegelen
aan de binnenkant van een masker, trage zege.


Verschenen in Onaangepaste tijden, Uitgeverij Zinderend, Bergen op Zoom, 2006
(ISBN 90 76543 09 7)

Bert Bevers gedichten
kempis.nl poetry magazine

More in: Archive A-B, Bevers, Bert


Bert Bevers gedicht: Première

 

Bert Bevers

Première


Wenen. Mei 1906. Salome van Richard Strauss
gaat klinken in deze oude Dubbelmonarchie.

Uitverkochte zaal, leert een kier tussen gordijnen.
Geroezemoes heet in het Duits Geschwirr.

Benieuwd naar wat er komen gaat slaat
Gustav Mahler zijn programmaboekje open. Hé, kijk:

ook Giacomo Puccini is hier. Wat verderop
strijkt bleek een jongeling, voor het eerst in de stad

om musea te bekijken, z’n haren glad. Net zeventien
is hij, en zijn paspoort noemt hem Adolf Hitler.

Licht dimt, en doek gaat op. Geruisloos haast,
als op een uitvaart de trage tred langs overlevers.


Verschenen in Onaangepaste tijden, Uitgeverij Zinderend, Bergen op Zoom, 2006
(ISBN 90 76543 09 7)

Bert Bevers gedichten
kempis.nl poetry magazine

More in: Archive A-B, Bevers, Bert


Bert Bevers gedicht: Avondmaal

 

Avondmaal

bij het schilderij van Michael Triegel

Strak van zwartheid achterdoek. Of is het voorhang?
Wat zit hij daar te kijk in gillende stilte, aan een tafel
met mooi geplooid laken erover en ruimte voor
wel dertien man alleen. Zijn gezicht onbeschreven blad,
de haren eromheen lijken verse wondkorst als water
dat aan de randen van ruige sloten schoorvoetend ijs wordt.

Achter zijn rug onbekende steden vol verzonnen plattegrond,
gekneusde dromen, krimpende en ruimende einders.
Als beloning voor deugdzaam leven een kers, een erg rode.
Vrucht van paradijs naast lege glazen. Hij vraagt zich af
of je kunt stoppen met springen. Agnus Dei. Ontferm u.

De Heer zal bij u zijn in alle leegte.

(Verschenen in Brabant Literair, Den Bosch, 52ste jaargang, nummer 1, januari 2003)


Bert Bevers gedicht: Avondmaal

kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Bert Bevers gedicht: Veertig laarzen (Forty boots)

 

Veertig laarzen

Bij het bekijken van een krantenfoto

Twintig man. Arm-in-arm. Vondst bij graven
voor de bouw van een fabriek. Samen fluitend trokken
deze jongens vrolijk ooit het water over. Er moest
een Grote Oorlog, en zij, zij zouden daar wel even.

Door bakeliet van telefoons over de schans en kogels
tegemoet gestuurd hield voor hen, Arras in ’17,
het leven zomaar halt. Koppig bot dat gebroken wit
in van nog meer zwangere grond op later wachtte.

Onder verse klaver en bloeiende netel de blikken dood
naar boven gericht in leeggegeten kassen.
Nu van de aarde de opperhuid is weggeharkt,
liggen zij elleboog in elleboog een Holbein na te doen

met aan hun voeten nog in goede staat hun laarzen.

(Verschenen in In de buurt van de wereld, Bergen op Zoom,
Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, 2002 , ISBN 90 76644 23 3)

 

Forty boots

On seeing a newspaper photograph

Twenty men. Arm in arm. A find on excavating
for the building of a factory. Whistling together
these lads cheerfully crossed the water. A Great War
had to be fought, and they, they were to do their bit.

Through bakelite of telephones over the top and
dispatched towards bullets, life for them, at Arras in ’17,
abruptly came to a halt. Patient bones that broken-white
in a ground fertile from yet more warfare waited for later.

Under fresh clover and flowering nettles their dead gaze
ever heavenward in eaten-away boxes.
Now the outer skin of the earth has been raked off,
they lie elbow to elbow imitating a Holbein

with on their feet – and still in good repair – their boots.

 

Bert Bevers: Veertig laarzen (Forty boots)
Vertaling: John Irons

kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Bert Bevers gedicht: De weg naar Rapallo. In memoriam Wouter Weylandt (1984-2011)


 
Bert Bevers
De weg naar Rapallo
In memoriam Wouter Weylandt
(1984-2011)
 
Het kaarsje dat ik brandde toen je daar zo plots
op asfalt lag smeult zachtjes na. Een hard hoofd,
maar niet het jouwe. We zullen om je rouwen.
 
Plaatsnamen zoemen. Middelburg. Juist een jaar
geleden won je daar een etappe in de Giro, ook
een derde. Maar tevens Nokere. En Valladolid.
 
We zien je daar nog staan. Onder je kuifje wuif je
met je ogen een zegelied naar huis. Kruibeke.
Gullegem, weer Gullegem. Sint-Niklaas, Ichtegem.
 
Je moest hier niet eens zijn. Je zou naar de Vuelta.
Rapallo bleek te ver. Waarom denk ik toch vooral
aan tuinmannen en Isfahan? Ik wist niet dat
 
er zo veel bloed uit een jong hoofd stromen kan.
 

© Bert Bevers, 9 mei 2011

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive A-B, Bevers, Bert, Historia Belgica


Bert Bevers over Jan Hanlo’s gedicht Oote

 

Bert Bevers

over Jan Hanlo’s gedicht Oote

Het gaat hier natuurlijk om een typisch geval van met de mantel der liefde bedekken. In Zo meen ik dat jij ook bent – Biografie van Jan Hanlo kon auteur Hans Renders natuurlijk niét doen of een en ander niet gebeurd was, dus hij komt er niet onderuit ergens tussen neus en lippen te vermelden dat in de jaren vijftig een Vlaming de euvele moed had gehad de originaliteit van het voorwerp van zijn verering in twijfel te trekken. Het betrof de Antwerpse dichter Adriaan De Roover (88 ondertussen), die Hanlo destijds in het tijdschrift De Tafelronde niet eens openlijk van plagiaat beschuldigde, maar een citaat uit diens beroemde vers Oote simpelweg liet volgen door een stukje uit een veel ouder werk. Volgens Rutger H. Cornets de Groot zou een beschuldiging van plagiaat volslagen misplaatst zijn: “Veeleer toont dit voorbeeld aan dat niemand zijn eigen gedachten kiest: gebruik van taal houdt die erkenning in. Poëzie noch taalgebruiker zijn autonoom; beide liggen verankerd in de gemeenschap, in de taal, hoezeer die gemeenschap ook vijandig kan zijn aan de individuele expressie van haar leden.”

Ik denk er zo het mijne van. Ter vergelijking:

oote oote oote boe

hoe boe hoe boe

hoe boe hoe boe

B boe

Boe oe oe

Oe oe (etc.)

 

Eh eh euh euh euh

Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh

Ach ach ah ach ach ah a a

Oh ohh ohh

Adriaan De Roover (foto B. Bevers)

En dan het fragment waarvan Antwerpenaar De Roover (foto) wist dat het in hoofdstuk 18 uit het Vierde Boek van François Rabelais’ meesterwerk Pantagruel te vinden was:

Bou, bou, bou, bou!

Otto, to, to, to, ti, bou

bou, bou, bou, ou, ou

ou, bou, bou, bous

 

bous

bous, bous, bous, bous

paich, hu, hu, hu, ha, hu

ah ! ah! ah!

Be, be, bous, bous, bobous

ho, ho ho ho ho

 

Vierhonderd jaar eerder geschreven, en geen experimentele poëzie maar het gejammer dat Panurge slaakt als hij zeeziek is….

Bert Bevers over Jan Hanlo’s gedicht Oote

fleursdumal magazine

More in: Bevers, Bert, Hanlo, Jan, The talk of the town


Bert Bevers: Petrarca reist ongewapend door de Ardennen

 

Bert Bevers

Petrarca reist ongewapend

door de Ardennen

In nevel knarsen wielen door de wouden.
De paarden houden bijna voor bevel al halt.
Zij liepen reeds op duizend heuvels en langs
duizend beken. Rust nu, tussen vreemde bomen.

Herkent de dichter van de buizerd en de sperwer
het verschil in klank? Hij krabt zich in het haar, stapt wat rond
vanwege stijve leden. Naast hem staren donkere vijvers
in stomme schijn omhoog, als ganzen naar een onweer.

Hij peinst. Het bestaan plooit zich volgens hem
steeds naar voorspellingen. Voltrek u, wonder, elke keer
opnieuw aan hem: ook in deze onbekende hellingen
ziet hij van zijn lief contouren. Ze stemmen hem droef.

Hij kent de grenzen van de wereld niet zo goed.
Wat is er al gebeurd in streken waar hij nooit van hoorde?
Ook daar toch gloorde dagelijks de zon,
begon het daveren van leven steeds opnieuw.

Op ruige wol het moede hoofd. In zijn slaap
palaveren politici, gooien krijgers dolken naar een wolk
en schilt een Laura peertjes. Dan slaat trillend licht
in het hart van zijn dromen: vertrek naakt.

Francesco raakt wat natte neuzen aan. Hij doet een plas
tussen de wilde weit. En stijgt dan op

 

Verschenen in In de buurt van de wereld,
Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2002

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive A-B, Bevers, Bert


Bert Bevers: Bach gaat een pint pakken

 

Bert Bevers

Bach gaat een pint pakken

Soms bekruipt hem het gevoel dat hij net zo goed
een vergiet water kan gaan geven. De deur dan uit
maar even. De lippen in een verse schuimkraag in
de Drallewatsch. Hij laat een boer en hoort ineens
aan engelen schenkbaar de ziel. Daar is dan zonder

weerstand volkomen helder voor eeuwig de melodie
van zijn Magnificat. Vooropgezet niet echt een plan.

 

Ongepubliceerd © Bert Bevers

kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Bert Bevers: De inkeer van de spoorzoeker

 

Bert Bevers

De inkeer van de spoorzoeker


Beleefde gedichten werden hier geschreven. Over thans vergeten
muiterij, nutteloos als muilezelballen. Hij nam zich ooit voor om
nooit naar dat verleden te gaan en nu is hij er toch. Binnen. Waar
hij gehoofd is, van goden de trage wedloop naar nieuwe levens

vermoedt, naar lente verlangt. Waar hij op hoort van dat fluks
verschrompelen van weten, een geluid dat ruikt naar geronnen
bloed. Kies de verkeerde vijand niet. Wij moeten mooie onbekenden
blijven, opstandelingen die niet willen herkend worden in dit oude

warnest. Toch voel je dat ze zich blijven oefenen in het vervolmaken
van de misleiding, mannen die hun hoed op het hoofd drukken bij
het vallen. Er zijn mensen, zo weet ik, die brieven schreven aan hun

koning. Van ongeldige mandaten geen weet hadden, gans de tijd
geduld. Heb in de schaduw van die bestorming met kapdragers
geen meelij. Herroepen in vlammen werd immers nooit het vonnis.

 

De inkeer van de spoorzoeker zal worden opgenomen in de binnenkort te verschijnen bundel: Arrondissementen  (Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom).  © Bert Bevers gedichten

kempis.nl poetry magazine

More in: Bevers, Bert


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature