Or see the index
Obrecht
Daar staat hij eenzaam achterin: laat zonlicht
via glas-in-loden engel op een wit gelaat.
De vespers ruisen kruisgewelfs nog na.
Tussen pilaren door zal het motet weerklinken
dat in zijn hoofd afronding haast nabij is.
Zijn zangers hebben geen vermoeden nog.
Hij hoort hun stemmen reeds. Zijn glimlach straalt
verrukking uit wanneer zijn tred zich richt naar het koor.
Bert Bevers
(uit: Onaangepaste tijden, Uitgeverij Zinderend, Bergen op Zoom, 2006, ISBN 90-76543-09-7)
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Yorkshire Dales
Eenzaam land, al in dit kader wijde wereld.
Tegen voorzichtige bergen figureert klein vee.
Ochtend vervloeit in middag, als had het zin.
Donkere honden sluipen schuren binnen.
Onweer ontrolt: waakzame ooien plaatsen zich
voor al te dartel kroost. Bij bliksemflitsen
schieten hun blikken neerwaarts als reigerhalzen.
Bert Bevers
Uit: Afglans – Gedichten 1972-1997, Uitgeverij WEL, Bergen op Zoom, 1997, ISBN 90 6230 080 4
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Op de Kruzenshtern
Het dek van de Kruzenshtern glooit als een omgekeerde schoenzool.
Beneden in de kombuis schillen jonge matrozen patatten. Op
het fornuis ernaast een eenzame tomaat. O, neigend kompas:
hoe zoet is voor u de zee. Ik hunker haast de horizon voorbij,
maar weet het schip hier aan de ree. Dan hoor ik plots mijn vader
van kanotochten in de branding spreken, zie ik hem
in jeugdherinneringen stampend aan de reling van een sleepboot
woeste zee bedwingen. Hij mocht met loodsen wel eens mee.
Kartelrandfoto’s heb ik uit zijn jonge jaren: niet weet hij wie
wiens vader worden zal. Hij danst aan wal in zwemtenue
met ouderwetse meisjes. Waarom? Niet echt kijkt hij naar hen om,
zij zien wel hem in heel zijn onbeholpen heldendom.
Daar denk ik aan op het plankier van deze viermastbark.
Hier sta ik met een almaar grijzer snor aan boord van wat ik als
een huis beschouwen kunnen zou. Getouw dat wijst naar zware
luchten. Er kruipt een god langs naar beneden en erboven
knettert zacht sint-elmusvuur. Waarom ben ik het liefst
in mijn vertrek en schieten avonturen mij door aderen
zodra ik voet zet aan een boord? Zitten er erfelijkheden in het woord?
Zeelui blijven met wapperende lintjes aan hun hoofd en strepen
over uit te trekken borsten in wezen altijd jongetjes, met ver
een huis, bedachte avonturen en vluchtige meisjes onder de pet.
Geloof in iets. In een vorig leven was ik kapitein. Hier
vastgelegd. Hij slaat een bladzijde van water om.
Bert Bevers
Uit: In de buurt van de wereld, Kleinood & Grootzeer,
Bergen op Zoom, 2002 (ISBN 90-76644-23-3)
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Bert Bevers
De bidder van Larsa
Welke aanroeping rust daar voor eeuwig
in uw mond van goud, prevelaar uit gindse tijd?
“Bent u daar, Oetoe? Hammoerapi hier. Hoogmoed
weiger ik te kennen, daarvan komt toch slechts kwaad
bloed. Maar soms moet ik wegen wijzen die men
liever mijdt, of de vochtige kant van water. Zegen
als het u belieft mijn worp naar verre oorden.”?
Knieval voor immer, geen woorden voor later.
Verzwijgen wat je niet wilt zeggen is je spiegelen
aan de binnenkant van een masker, trage zege.
Verschenen in Onaangepaste tijden, Uitgeverij Zinderend, Bergen op Zoom, 2006
(ISBN 90 76543 09 7)
Bert Bevers gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Bert Bevers
Première
Wenen. Mei 1906. Salome van Richard Strauss
gaat klinken in deze oude Dubbelmonarchie.
Uitverkochte zaal, leert een kier tussen gordijnen.
Geroezemoes heet in het Duits Geschwirr.
Benieuwd naar wat er komen gaat slaat
Gustav Mahler zijn programmaboekje open. Hé, kijk:
ook Giacomo Puccini is hier. Wat verderop
strijkt bleek een jongeling, voor het eerst in de stad
om musea te bekijken, z’n haren glad. Net zeventien
is hij, en zijn paspoort noemt hem Adolf Hitler.
Licht dimt, en doek gaat op. Geruisloos haast,
als op een uitvaart de trage tred langs overlevers.
Verschenen in Onaangepaste tijden, Uitgeverij Zinderend, Bergen op Zoom, 2006
(ISBN 90 76543 09 7)
Bert Bevers gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Avondmaal
bij het schilderij van Michael Triegel
Strak van zwartheid achterdoek. Of is het voorhang?
Wat zit hij daar te kijk in gillende stilte, aan een tafel
met mooi geplooid laken erover en ruimte voor
wel dertien man alleen. Zijn gezicht onbeschreven blad,
de haren eromheen lijken verse wondkorst als water
dat aan de randen van ruige sloten schoorvoetend ijs wordt.
Achter zijn rug onbekende steden vol verzonnen plattegrond,
gekneusde dromen, krimpende en ruimende einders.
Als beloning voor deugdzaam leven een kers, een erg rode.
Vrucht van paradijs naast lege glazen. Hij vraagt zich af
of je kunt stoppen met springen. Agnus Dei. Ontferm u.
De Heer zal bij u zijn in alle leegte.
(Verschenen in Brabant Literair, Den Bosch, 52ste jaargang, nummer 1, januari 2003)
Bert Bevers gedicht: Avondmaal
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Veertig laarzen
Bij het bekijken van een krantenfoto
Twintig man. Arm-in-arm. Vondst bij graven
voor de bouw van een fabriek. Samen fluitend trokken
deze jongens vrolijk ooit het water over. Er moest
een Grote Oorlog, en zij, zij zouden daar wel even.
Door bakeliet van telefoons over de schans en kogels
tegemoet gestuurd hield voor hen, Arras in ’17,
het leven zomaar halt. Koppig bot dat gebroken wit
in van nog meer zwangere grond op later wachtte.
Onder verse klaver en bloeiende netel de blikken dood
naar boven gericht in leeggegeten kassen.
Nu van de aarde de opperhuid is weggeharkt,
liggen zij elleboog in elleboog een Holbein na te doen
met aan hun voeten nog in goede staat hun laarzen.
(Verschenen in In de buurt van de wereld, Bergen op Zoom,
Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, 2002 , ISBN 90 76644 23 3)
Forty boots
On seeing a newspaper photograph
Twenty men. Arm in arm. A find on excavating
for the building of a factory. Whistling together
these lads cheerfully crossed the water. A Great War
had to be fought, and they, they were to do their bit.
Through bakelite of telephones over the top and
dispatched towards bullets, life for them, at Arras in ’17,
abruptly came to a halt. Patient bones that broken-white
in a ground fertile from yet more warfare waited for later.
Under fresh clover and flowering nettles their dead gaze
ever heavenward in eaten-away boxes.
Now the outer skin of the earth has been raked off,
they lie elbow to elbow imitating a Holbein
with on their feet – and still in good repair – their boots.
Bert Bevers: Veertig laarzen (Forty boots)
Vertaling: John Irons
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Bert Bevers
De weg naar Rapallo
In memoriam Wouter Weylandt
(1984-2011)
Het kaarsje dat ik brandde toen je daar zo plots
op asfalt lag smeult zachtjes na. Een hard hoofd,
maar niet het jouwe. We zullen om je rouwen.
Plaatsnamen zoemen. Middelburg. Juist een jaar
geleden won je daar een etappe in de Giro, ook
een derde. Maar tevens Nokere. En Valladolid.
We zien je daar nog staan. Onder je kuifje wuif je
met je ogen een zegelied naar huis. Kruibeke.
Gullegem, weer Gullegem. Sint-Niklaas, Ichtegem.
Je moest hier niet eens zijn. Je zou naar de Vuelta.
Rapallo bleek te ver. Waarom denk ik toch vooral
aan tuinmannen en Isfahan? Ik wist niet dat
er zo veel bloed uit een jong hoofd stromen kan.
© Bert Bevers, 9 mei 2011
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert, Historia Belgica
Bert Bevers
over Jan Hanlo’s gedicht Oote
Het gaat hier natuurlijk om een typisch geval van met de mantel der liefde bedekken. In Zo meen ik dat jij ook bent – Biografie van Jan Hanlo kon auteur Hans Renders natuurlijk niét doen of een en ander niet gebeurd was, dus hij komt er niet onderuit ergens tussen neus en lippen te vermelden dat in de jaren vijftig een Vlaming de euvele moed had gehad de originaliteit van het voorwerp van zijn verering in twijfel te trekken. Het betrof de Antwerpse dichter Adriaan De Roover (88 ondertussen), die Hanlo destijds in het tijdschrift De Tafelronde niet eens openlijk van plagiaat beschuldigde, maar een citaat uit diens beroemde vers Oote simpelweg liet volgen door een stukje uit een veel ouder werk. Volgens Rutger H. Cornets de Groot zou een beschuldiging van plagiaat volslagen misplaatst zijn: “Veeleer toont dit voorbeeld aan dat niemand zijn eigen gedachten kiest: gebruik van taal houdt die erkenning in. Poëzie noch taalgebruiker zijn autonoom; beide liggen verankerd in de gemeenschap, in de taal, hoezeer die gemeenschap ook vijandig kan zijn aan de individuele expressie van haar leden.”
Ik denk er zo het mijne van. Ter vergelijking:
oote oote oote boe
hoe boe hoe boe
hoe boe hoe boe
B boe
Boe oe oe
Oe oe (etc.)
Eh eh euh euh euh
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh
Ach ach ah ach ach ah a a
Oh ohh ohh
Adriaan De Roover (foto B. Bevers)
En dan het fragment waarvan Antwerpenaar De Roover (foto) wist dat het in hoofdstuk 18 uit het Vierde Boek van François Rabelais’ meesterwerk Pantagruel te vinden was:
Bou, bou, bou, bou!
Otto, to, to, to, ti, bou
bou, bou, bou, ou, ou
ou, bou, bou, bous
bous
bous, bous, bous, bous
paich, hu, hu, hu, ha, hu
ah ! ah! ah!
Be, be, bous, bous, bobous
ho, ho ho ho ho
Vierhonderd jaar eerder geschreven, en geen experimentele poëzie maar het gejammer dat Panurge slaakt als hij zeeziek is….
Bert Bevers over Jan Hanlo’s gedicht Oote
fleursdumal magazine
More in: Bevers, Bert, Hanlo, Jan, The talk of the town
Bert Bevers
Petrarca reist ongewapend
door de Ardennen
In nevel knarsen wielen door de wouden.
De paarden houden bijna voor bevel al halt.
Zij liepen reeds op duizend heuvels en langs
duizend beken. Rust nu, tussen vreemde bomen.
Herkent de dichter van de buizerd en de sperwer
het verschil in klank? Hij krabt zich in het haar, stapt wat rond
vanwege stijve leden. Naast hem staren donkere vijvers
in stomme schijn omhoog, als ganzen naar een onweer.
Hij peinst. Het bestaan plooit zich volgens hem
steeds naar voorspellingen. Voltrek u, wonder, elke keer
opnieuw aan hem: ook in deze onbekende hellingen
ziet hij van zijn lief contouren. Ze stemmen hem droef.
Hij kent de grenzen van de wereld niet zo goed.
Wat is er al gebeurd in streken waar hij nooit van hoorde?
Ook daar toch gloorde dagelijks de zon,
begon het daveren van leven steeds opnieuw.
Op ruige wol het moede hoofd. In zijn slaap
palaveren politici, gooien krijgers dolken naar een wolk
en schilt een Laura peertjes. Dan slaat trillend licht
in het hart van zijn dromen: vertrek naakt.
Francesco raakt wat natte neuzen aan. Hij doet een plas
tussen de wilde weit. En stijgt dan op
Verschenen in In de buurt van de wereld,
Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2002
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Bert Bevers
Bach gaat een pint pakken
Soms bekruipt hem het gevoel dat hij net zo goed
een vergiet water kan gaan geven. De deur dan uit
maar even. De lippen in een verse schuimkraag in
de Drallewatsch. Hij laat een boer en hoort ineens
aan engelen schenkbaar de ziel. Daar is dan zonder
weerstand volkomen helder voor eeuwig de melodie
van zijn Magnificat. Vooropgezet niet echt een plan.
Ongepubliceerd © Bert Bevers
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Bert Bevers
De inkeer van de spoorzoeker
Beleefde gedichten werden hier geschreven. Over thans vergeten
muiterij, nutteloos als muilezelballen. Hij nam zich ooit voor om
nooit naar dat verleden te gaan en nu is hij er toch. Binnen. Waar
hij gehoofd is, van goden de trage wedloop naar nieuwe levens
vermoedt, naar lente verlangt. Waar hij op hoort van dat fluks
verschrompelen van weten, een geluid dat ruikt naar geronnen
bloed. Kies de verkeerde vijand niet. Wij moeten mooie onbekenden
blijven, opstandelingen die niet willen herkend worden in dit oude
warnest. Toch voel je dat ze zich blijven oefenen in het vervolmaken
van de misleiding, mannen die hun hoed op het hoofd drukken bij
het vallen. Er zijn mensen, zo weet ik, die brieven schreven aan hun
koning. Van ongeldige mandaten geen weet hadden, gans de tijd
geduld. Heb in de schaduw van die bestorming met kapdragers
geen meelij. Herroepen in vlammen werd immers nooit het vonnis.
De inkeer van de spoorzoeker zal worden opgenomen in de binnenkort te verschijnen bundel: Arrondissementen (Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom). © Bert Bevers gedichten
kempis.nl poetry magazine
More in: Bevers, Bert
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature