Or see the index
Languit in de vonk (Rustdag)
Hij voelt zich nu jonger dan gisteren.
Er mag geen schilfer van de bloedlijn,
vindt hij. In zijn hoofd een rare kalmte
vol gaten. En het ongeloof dat dit dorp
stil zal wezen als zij er straks vertrekken.
Met zijn snelheid laat hij langzaam iets
achter in de dikke boeken waarin hij ooit
graag bladeren zal. Het is hard te weten
dat je dan slechts de schim van jezelf
zult zijn, van de kampioen van vroeger
die je vandaag nog aan het worden bent.
Dat je ooit op de krater van jezelf terug
zult blikken op de volheid die toen, en
het kabaal dat daarna. Later zal zijn zoon
hem vragen hoe het was, maar nu is die er
nog niet. Leg je dus maar even languit
in de vonk van voorlopig geluk. Allez.
Bert Bevers
uit Geelzucht III, De Letterloods, Puyvelde, 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Henry Bataille
(1872-1922)
Soirs
Il y a de grands soirs où les villages meurent
Après que les pigeons sont rentrés se coucher.
Ils meurent, doucement, avec le bruit de l’heure
Et le cri bleu des hirondelles au clocher…
Alors, pour les veiller, des lumières s’allument,
Vieilles petites lumières de bonnes soeurs,
Et des lanternes passent, là-bas dans la brume…
Au loin le chemin gris chemine avec douceur…
Les fleurs dans les jardins se sont pelotonnées,
Pour écouter mourir leur village d’antan,
Car elles savent que c’est là qu’elles sont nées…
Puis les lumières s’éteignent, cependant
Que les vieux murs habituels ont rendu l’âme,
Tout doux, tout bonnement, comme de vieilles femmes.
Henry Bataille poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bataille, Henry
Hongerlief
Het is gemaakt van geloof
en liefde het geloof dat de
morgen niet zo slecht is of
de middag brengt geluk in
het land van de zeemeermin
een klein hofje van genot
met in ons hand de kalashnikov
van een gelukkige jeugd
sluiten we het bureau voor
cratie achter ons nemen
een morele vakantie naar
Koog aan de Zaan omdat
we een ding weten wij zijn
gemaakt van geloof en niet
van grenzen zo voeden wij
de liefde die schoonheid
dichterbij laat komen voelen
hoe die liefde honger
die honger liefde en dat
als de honger gestild
het lief nog steeds is.
Martin Beversluis
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Het lot van de knecht
Op de Col du Grand Cucheron groeide je
door de angst voor de leegte heen, deed je
steeds beter voort, door hoogte aangejaagd.
Ook die ellendige Col du Granier schroeide.
De schuren die jij passeert zie je niet. Toch
zijn ze vol van voedsel, van te melken geiten.
Je drijfveer? Het vuur van die fijne pijn, daar
gaat het je om. Het volste recht heb je. Maar
mocht het te herdoen zijn, dan zou je liever
beter zijn. Je bent echter wat je bent. Meer
valt er straks niet te doen dan je toekomst aan
het verleden te meten. Dat moest je al weten
voor je hieraan begon, jongen. In je dromen
wegduikende kopmannen, en doortraptheid.
Als je morgen vroeg ontwaakt voel je je weer
een adelaar, maar wel met honger. Wie weet
wat de rit naar de zee brengt. Nu is je palmares
nog leeg, als een volière zonder vogels.
Bert Bevers
uit Geelzucht III, De Letterloods, Puyvelde, 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Henry Bataille
(1872-1922)
Je t’ai rêvée en la naïveté des choses . . .
Je t’ai rêvée en la naïveté des choses,
Et j’ai parlé de toi aux plus vieilles d’entre elles,
À des champs, à des blés, aux arbres, à des roses. –
Elles n’en seront pas pourtant plus éternelles,
Mais d’elles ou de moi celui qui doit survivre
En gardera quelque douceur pour ses vieux jours…
Je m’en vais les quitter, puisque voici les givres.
Tu ne les connaîtras jamais… les temps sont courts . . .
Mais vous ne pouvez pas vous être indifférentes,
Simplement parce que je vous ai très aimées . . .
Ô les toutes petites et si vieilles plantes !
Moi qui ne me les suis jamais imaginées
Hors de leur sol natal, ce m’est un grand chagrin
De savoir qu’elles mourront sans t’avoir connue . . .
Elles ont des airs si résignés, si sereins,
Et si tristes de ce que tu n’es pas venue !. . .
Que mon coeur soit pour toi le grand champ paternel,
Où si tu n’es pas née au moins tu dois mourir.
Que je te plante en moi, germe de toute rose,
Pour oublier que tu vécus ailleurs qu’en moi. –
Et tu passeras moins qu’ont passé bien des choses. –
Henry Bataille poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bataille, Henry
Mijn stad
Nu speelt men hier de
nazomerkoning miauwt
men tegen muren of raast
in een richting door over
de cityring elk mooi oud
gebouw slopen we direct
maakt niet uit over veertig
jaar staat hier de toekomst
de lindeboom een hologram
de stadsheer verpauperd
verpulverd met de grond
gelijk bewoners op straat
Dit lijkt wel mijn stad
we proberen eens wat en
tonen vooral niet teveel
gevoel zo gewend reeds
aan afbraak dat melancholie
is als overrijp fruit in een
stilleven het ziet er nog uit
maar het begint meer en
meer te rotten.
Martin Beversluis
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
John Berryman
(1914-1972)
Dream Song 4
Filling her compact & delicious body
with chicken paprika, she glanced at me
twice.
Fainting with interest, I hungered back
and only the fact that her husband & four other people
kept me from springing on her
or falling at her little feet and crying
“You are the hottest one for years of night
Henry’s dazed eyes
have enjoyed, Brilliance.” I advanced upon
(despairing) my spumoni. — Sir Bones: is stuffed,
de world, wif feeding girls. —
Black hair, complexion Latin, jewelled eyes
downcast . . . The slob beside her feasts . . . What wonders is
she sitting on, over there?
The restaurant buzzes. She might as well be on Mars.
Where did it all go wrong? There ought to be a law against Henry.
–Mr. Bones: there is.
John Berryman poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B
Wat in het klein niet werkt
I
Toen de machines kwamen
vonden mensen tijd de
planeet in te richten naar
hun evenbeeld het werd een
kale wereld van honger en
armoe want naakt zonder bezit
en op elk niveau hongerig wordt
een mens geboren toen de
machines eenmaal uitgevonden
waren begon god spontaan een
zwanezang te zingen hij stierf na
een lang vreesbed aan de
slopende ziekte ongeloof de
mens wisselde god voor geld
kapitaal productiemiddelen arbeid
vormden de nieuwe drieëenheid
en mensen aanbeden winsten
die groeiden om te groeien om
te bewijzen dat het groeien kan
tot in de hemelen tot in den
eeuwigheid amen.
II
De cellen in je lichaam begonnen
te groeien om het groeien de dokter
vond dat niet goed en had er een
naam voor hij noemde het kanker
ik heb je zien sterven mamma toen
jij kaal werd van die kuren schoor ik
mijn kop ook jij geen haar ik geen
haar ik dacht dat ik solidair kon zijn
en je zo misschien kon redden
maar toen je op een dag vlak voor
kerst thuiskwam je huid geel was
van de zoveelste chemo zag ik
dood in je ogen solidair was
gewoon weer een woord
geworden sterven deed je in
je eentje je vergroeide als
herinnering groeide stilstaand
met mij mee tot wat ik nu met
niemand meer delen kan
mijn oorsprong de vrouw
uit wie ik voortkwam.
Martin Beversluis
Martin Beversluis (Vlaardingen, 1972) debuteerde in 1995 met de bundel ‘De Zeisloper’. Daarna speelde hij als dichter in de band Listening Principles. Ook werkte Martin Beversluis samen met zeefdrukker/ beeldend kunstenaar John Dohmen, met wie hij de bundels ‘Rijpen onder invloed’ (2005) en ‘Blauw van jou’ (2007) in eigen beheer uitgaf. Sinds 2007 is Martin Beversluis succesvol actief als slamdichter in de Nederlandse Poetry Slam. In 2009 stond hij in de Finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam en in 2011 stond Beversluis in de Halve Finale. Op 5 november 2011 presenteerde Martin Beversluis zijn zevende bundel: ‘Talisman’. Op 17 maart 2012 nam hij deel aan het TiLT-Festival in De NWE Vorst in Tilburg. Sinds september 2012 maakt Beversluis deel uit van muzikaal dichterscollectief Hongerlief. Komend najaar verschijnt van Martin Beversluis de minibundel ‘Tijdreis’.
Zie ook:
www.beversluis.com
www.facebook.com/martin.beversluis
twitter: @Martin_B013
www.benkleyn.nl
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Bedrijf
Schaduwloos theater. In kasten onder de planken
vlaggen met verschoten symbolen. Er zouden
kaarsen. En gazen kousen. Beloofd was zindering,
wortel en tak. Maar alles verloopt stroef, en koel
als een lege trombone. Het wachtwoord: onschuld.
Wat buiten herfst met bramen doet. Alles in de gaten.
In de bedding van het zwijgen ligt het wijzen.
Bert Bevers
verschenen in Uit de herinneringen van een souffleur, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Beaconstructor
Ik herinner me vooral
de chaos in Amsterdam
toen u de troon aannam
krakersrellen rookbommen
spontaan rondvliegende
straatstenen helicopters
die laag over de stad vlogen
je kunt het je nu bijna niet
meer voorstellen het volk
onderbrak zijn staatshoofd
meermaals dat was uw moeder
en u onderging uw lot toen al
met statigheid majesteit
u bouwde verder aan de
erfenis van de generaties
het viel in het begin niet
eens op eerst was er crisis
toen klommen we daar weer
langzaam uit we namen u
slinks nog wat macht af en
het was altijd uw statigheid
majesteit baken van rust
pas in de laatste jaren zagen
we u naast vorstin steeds meer
vrouw worden u bracht uw ouders
naar het graf waar u eerder al uw man
de prins bracht u deed dat met
waardigheid majesteit en na dat ongeluk
met uw zoon was het voor u wel klaar we
begrijpen het u zult de geschiedenis
ingaan zodra we afscheid hebben genomen
statigheid waardigheid majesteit.
Martin Beversluis
29-01-2013
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin
Henry Bataille
(1872-1922)
Les souvenirs
Les souvenirs, ce sont les chambres sans serrures,
Des chambres vides où l’on n’ose plus entrer,
Parce que de vieux parents jadis y moururent.
On vit dans la maison où sont ces chambres closes.
On sait qu’elles sont là comme à leur habitude,
Et c’est la chambre bleue, et c’est la chambre rose…
La maison se remplit ainsi de solitude,
Et l’on y continue à vivre en souriant…
Henry Bataille poetry
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive A-B, Bataille, Henry
Voorspel
Voor de eerste repetitie ligt het podium er verlaten
bij, als het Bos van Wallers tussen mei en maart.
Scenario, nog zonder inkt in de marge, kreukloos
in de tas. Op het lijf. Rollen komen mij aangestaard
en stamelend nabij, ik zie ze langzaam bloed en vlees.
Aktes. Het omslaan van mijn blad voelt fijner steeds.
Coupures. Daar zit ik dan, orakelend voor intimi.
Bert Bevers
verschenen in Uit de herinneringen van een souffleur, Uitgeverij Kleinood & Grootzeer, Bergen op Zoom, 2006
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature