Or see the index
Voltaire
(1694-1778)
À Uranie
Je vous adore, ô ma chère Uranie !
Pourquoi si tard m’avez-vous enflammé ?
Qu’ai-je donc fait des beaux jours de ma vie ?
Ils sont perdus ; je n’avais point aimé.
J’avais cherché dans l’erreur du bel âge
Ce dieu d’amour, ce dieu de mes désirs ;
Je n’en trouvai qu’une trompeuse image
Je n’embrassai que l’ombre des plaisirs.
Non, les baisers des plus tendres maîtresses ;
Non, ces moments comptés par cent caresses,
Moments si doux et si voluptueux,
Ne valent pas un regard de tes yeux.
Je n’ai vécu que du jour où ton âme
M’a pénétré de sa divine flamme ;
Que de ce jour où, livré tout à toi,
Le monde entier a disparu pour moi.
Ah ! quel bonheur de te voir, de t’entendre !
Que ton esprit a de force et d’appas !
Dieux ! que ton cœur est adorable et tendre !
Et quels plaisirs je goûte dans tes bras !
Trop fortuné, j’aime ce que j’admire.
Du haut du ciel, du haut de ton empire,
Vers ton amant tu descends chaque jour,
Pour l’enivrer de bonheur et d’amour.
Belle Uranie, autrefois la Sagesse
En son chemin rencontra le Plaisir ;
Elle lui plut ; il en osa jouir ;
De leurs amours naquit une déesse,
Qui de sa mère a le discernement,
Et de son père a le tendre enjouement.
Cette déesse, ô ciel ! qui peut-elle être
Vous, Uranie, idole de mon cœur,
Vous que les dieux pour la gloire ont fait naître,
Vous qui vivez pour faire mon bonheur.
1734
Voltaire poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Voltaire
Renée Vivien
(1877-1909)
Roses Rising
My brunette with the golden eyes, your ivory body, your amber
Has left bright reflections in the room
Above the garden.
The clear midnight sky, under my closed lids,
Still shines….I am drunk from so many roses
Redder than wine.
Leaving their garden, the roses have followed me….
I drink their brief breath, I breathe their life.
All of them are here.
It’s a miracle….The stars have risen,
Hastily, across the wide windows
Where the melted gold pours.
Now, among the roses and the stars,
You, here in my room, loosening your robe,
And your nakedness glistens
Your unspeakable gaze rests on my eyes….
Without stars and without flowers, I dream the impossible
In the cold night.
Renée Vivien poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Renée Vivien, Vivien, Renée
Voltaire
(1694-1778)
À une jeune veuve
Jeune et charmant objet à qui pour son partage
Le ciel a prodigué les trésors les plus doux,
Les grâces, la beauté, l’esprit, et le veuvage,
Jouissez du rare avantage
D’être sans préjugés, ainsi que sans époux !
Libre de ce double esclavage,
Joignez à tous ces dons celui d’en faire usage ;
Faites de votre lit le trône de l’Amour ;
Qu’il ramène les Ris, bannis de votre cour
Par la puissance maritale.
Ah ! ce n’est pas au lit qu’un mari se signale :
Il dort toute la nuit et gronde tout le jour ;
Ou s’il arrive par merveille
Que chez lui la nature éveille le désir,
Attend-il qu’à son tour chez sa femme il s’éveille ?
Non : sans aucun prélude il brusque le plaisir ;
Il ne connaît point l’art d’animer ce qu’on aime,
D’amener par degrés la volupté suprême :
Le traître jouit seul… si pourtant c’est jouir.
Loin de vous tous liens, fût-ce avec Plutus même !
L’Amour se chargera du soin de vous pourvoir.
Vous n’avez jusqu’ici connu que le devoir,
Le plaisir vous reste à connaître.
Quel fortuné mortel y sera votre maître !
Ah ! lorsque, d’amour enivré,
Dans le sein du plaisir il vous fera renaître,
Lui-même trouvera qu’il l’avait ignoré.
Voltaire poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Voltaire
Renée Vivien
(1877-1909)
Ta royale jeunesse a la mélancolie
Ta royale jeunesse a la mélancolie
Du Nord où le brouillard efface les couleurs,
Tu mêles la discorde et le désir aux pleurs,
Grave comme Hamlet, pâle comme Ophélie.
Tu passes, dans l’éclair d’une belle folie,
Comme elle, prodiguant les chansons et les fleurs,
Comme lui, sous l’orgueil dérobant tes douleurs,
Sans que la fixité de ton regard oublie.
Souris, amante blonde, ou rêve, sombre amant,
Ton être double attire, ainsi qu’un double aimant,
Et ta chair brûle avec l’ardeur froide d’un cierge.
Mon coeur déconcerté se trouble quand je vois
Ton front pensif de prince et tes yeux bleus de vierge,
Tantôt l’Un, tantôt l’Autre, et les Deux à la fois.
Renée Vivien poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Renée Vivien, Vivien, Renée
Renée Vivien
(1877-1909)
Prolong the night
Prolong the night, Goddess who sets us aflame!
Hold back from us the golden-sandalled dawn!
Already on the sea the first faint gleam
Of day is coming on.
Sleeping under your veils, protect us yet,
Having forgotten the cruelty day may give!
The wine of darkness, wine of the stars let
Overwhelm us with love!
Since no one knows what dawn will come,
Bearing the dismal future with its sorrows
In its hands, we tremble at full day, our dream
Fears all tomorrows.
Oh! keeping our hands on our still-closed eyes,
Let us vainly recall the joys that take flight!
Goddess who delights in the ruin of the rose,
Prolong the night!
Renée Vivien poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Renée Vivien, Vivien, Renée
NRC Handelsblad neemt het niet zo nauw met het laatste gedicht van Leo Vroman (1915-2014)
In de NRC van 1 maart 2014 (blz 12) stond het laatste gedicht dat Leo Vroman voor zijn overlijden schreef. NRC Handelsblad drukte het gedicht foutief af. Het eerste woord van de laatste regel stond gedrukt als laatste woord van de voorafgaande regel, waardoor het rijmpaar verdwenen was.
Cornelis W. Schoneveld, oud-docent historische Engelse letterkunde en vertaalwetenschapper aan de Universiteit van Leiden èn medewerker aan fleursdumal.nl, attendeerde de redactie van NRC op de vergissing.
EINDE
Hij lijkt vast minder erg –
die lief bijeengebrachte
hoop spaanders van mijn gedachten –
op mij dan op een berg.
Waar zal die laaiende gestalte
van mij dan uit bestaan
en waar kwam die al te
late eerste vonk vandaan?
Versie NRC
(. . .)
Waar zal die laaiende gestalte
van mij dan uit bestaan
en waar kwam die al te late
eerste vonk vandaan?
De redactie van NRC liet Cornelis Schoneveld weten het niet de moeite waard te vinden om actie te ondernemen op zijn verzoek om de tekst te corrigeren.
Het is ook maar een gedicht natuurlijk.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, POETRY IN TRANSLATION: SCHONEVELD, The talk of the town, Vroman, Leo
Leo Vroman overleden
Leo Vroman (Gouda, 10 april 1915 – Fort Worth, 22 februari 2014) was dichter, prozaïst, essayist, illustrator en hematoloog. Hij studeerde biologie in Utrecht en vluchtte in 1940 naar Nederlands-Indië. In 1945 werd hij uit Japanse gevangenschap bevrijd en vestigde zich in Verenigde Staten, waar hij tot op de dag van vandaag woonde, samen met zijn vrouw Tineke. Vroman debuteerde in 1946 met de bundel Gedichten. Talloze publicaties en zowat alle belangrijke literaire prijzen heeft hij op zijn naam staan.
Ik wil je zo makkelijk niet kwijt,
zie je liefst een hele tijd
naliggen en zitten
alsof je zo pas nog die witte
zakdoek hebt uitgespreid
op het bolle slapende beest.
Helaas, dit zoek ik het meest:
het schadeloos besmetten
van je alledaagse leven
om je bij voorbeeld even
het optellen te beletten
van geld, het verdelen van pap.
Dit klinkt misschien als een grap,
een fladder-, een eiwitlicht,
of zelfs kodderig gedicht.
Het is mij dodelijke ernst.
(Leo Vroman 1959)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, In Memoriam, Vroman, Leo
Nikola Vaptsarov
(1909-1942)
The Wife’s Song
Now the quiet full of fear
flowers in our little shack.
Over is the fight, my dear,
but you don’t come back.
And I wept, and did implore;
why would you not hear?
So you went. Within our door
close it grew and drear.
All I heard was the alarm
of my heart that beat in pain,
and softly I put out my arm
hoping to find you there again.
I am jealous, Fernandez,
there’s a word I hate –
“freedom”, – for it did obsess
all your thoughts of late.
Maybe you are right, who knows?
Maybe you are right, my dear,
but the pain still tears and gnaws
and I fear, I fear
that dreadful emptiness that hangs
in our room and seems to grow.
There, I hear, the front-gate bangs. –
But you won’t come back, I know.
ПЕСЕН НА ЖЕНАТА
Днес тревожния покой
дебне в малката ни къща.
Стихна боя, мили мой,
ала ти се не завръщаш.
А те молих, плаках аз,
ти защо не ме послуша?
Тръгна. В стаята тогаз
стана тихо и задушно.
Само моето сърце
чувах как тревожно бие
и протегнала ръце,
исках пак да те открия…
Аз ревнувам, Фернандес,
мразя даже тази дума
“свобода”, която днес
те увлече тъй безумно.
Може би си прав, нали?
Може би си прав, любими,
ала мене ме боли
и тежи ми, и тежи ми
тая страшна пустота,
легнала във нашта стая.
Хлопна пътната врата. –
Няма да се върнеш. Зная.
Nikola Vaptsarov poetry
source: http://www.slovo.bg/old/f/en/vaptsarov/
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Vaptsarov, Nikola
JACE van de Ven
Op de tonen van de beiaard
I
muziek zal je van elke klokslag krijgen
gezang dat bij de nagalm bovenkomt
synchronisch lacht en huilt en goedig gromt
als één akkoord de rest wil overstijgen
de beiaardier op zijn klavier van stokken
weet dat zijn klokken anarchisten zijn
maar krijgt ze aaiepoezend op één lijn
om het gevoelig met hen uit te knokken
daar valt hij aan centraal en in de flanken
en heel het klokkenspel lijkt op de vlucht
te slaan maar hergroepeert zich in de lucht
waar het voorbij zweeft op zijn eigen klanken
II
grondtoon, klaagtoon,
boventoon is jubeltoon
fluittoon, juichtoon
maar dood is mijn broer Toon
sla er maar op
sla ze maar aan
van je bim bam beieren
klokken zijn geen eieren
klaagtoon, vraagtoon
jij vervloekte plaagtoon
waar is mijn broer Toon
sla er maar op
sla ze maar aan
van je bim bam beieren
klokken zijn geen eieren
III
uit de weg, uit de weg
sms-jes, e-mails, tweets
tv-signalen, al wat vliegt
ik ga aan de kant voor niets
zijn jullie ook verzonden
door een klap op een stok
langs een touw en een klepel
die een hengst gaf op een klok
jullie vragen waar ik heenga
wie mij download her en der
ik denk niemand hier beneden
klokgelui vliegt veel te ver
de tonen van de beiaardier
moeten reizen zonder end
de deur waarop zij kloppen
ligt voorbij het firmament
IV
voor wie de klok luidt
rataplan
zakenman of ambachtsman
voor wie de klok luidt
rataplan
voor wie de klok luidt
bon-vivant of charlatan
rataplan
voor wie de klok luidt
Koerdistan of Kanaän
rataplan
de klok luidt en passant
rataplan voor alleman
voor wie de klok luidt
die is eran
(c) 2013 JACE van de Ven poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Ven, Jace van de
Alfonsina Storni
(1892-1938)
S i e s t a
Sobre la tierra seca
EI sol quemando cae:
Zumban los moscardones
Y las grietas se abren…
El viento no se mueve.
Desde la tierra sale
Un vaho como de horno;
Se abochorna la tarde
Y resopla cocida
Bajo el plomo del aire…
Ahogo, pesadez,
Cielo blanco; ni un ave.
Se oye un pequeño ruido:
Entre las pajas mueve
Su cuerpo amosaicado
Una larga serpiente.
Ondula con dulzura.
Por las piedras calientes
Se desliza, pesada,
Después de su banquete
De dulces y pequeños
Pájaros aflautados
Que le abultan el vientre.
Se enrosca poco a poco,
Muy pesada y muy blanda,
Poco a poco se duerme
Bajo la tarde blanca.
¿Hasta cuándo su sueño?
Ya no se escucha nada.
Larga siesta de víbora
Duerme también mi alma.
alfonsina storni poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Storni, Alfonsina
Renée Vivien
(1877–1909)
The Touch
The trees have kept some lingering sun in their branches,
Veiled like a woman, evoking another time,
The twilight passes, weeping. My fingers climb,
Trembling, provocative, the line of your haunches.
My ingenious fingers wait when they have found
The petal flesh beneath the robe they part.
How curious, complex, the touch, this subtle art—
As the dream of fragrance, the miracle of sound.
I follow slowly the graceful contours of your hips,
The curves of your shoulders, your neck, your unappeased breasts.
In your white voluptuousness my desire rests,
Swooning, refusing itself the kisses of your lips.
Renée Vivien poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Renée Vivien, Vivien, Renée
Cesar Vallejo
(1892 – 1938)
Tiempo, tiempo
Tiempo, tiempo
Mediodía estancado entre relentes.
Bomba aburrida del cuartel achica
tiempo tiempo tiempo tiempo.
Era Era.
Gallos cancionan escarbando en vano.
Boca del claro día que conjuga
era era era era.
Mañana Mañana.
El reposo caliente aun de ser.
Piensa el presente guárdame para
mañana mañana mañana mañana.
Nombre Nombre.
¿Qué se llama cuanto heriza nos?
Se llama Lomismo que padece
nombre nombre nombre nombre.
Cesar Vallejo poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive U-V, Vallejo, Cesar
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature