Or see the index
Mark Akenside
(1721 – 1770)
The Nightingale
To-night retired, the queen of heaven
With young Endymion stays;
And now to Hesper it is given
Awhile to rule the vacant sky,
Till she shall to her lamp supply
A stream of brighter rays.
Propitious send thy golden ray,
Thou purest light above!
Let no false flame seduce to stray
Where gulf or steep lie hid for harm;
But lead where music’s healing charm
May soothe afflicted love.
To them, by many a grateful song
In happier seasons vow’d,
These lawns, Olympia’s haunts, belong:
Oft by yon silver stream we walk’d,
Or fix’d, while Philomela talk’d,
Beneath yon copses stood.
Nor seldom, where the beechen boughs
That roofless tower invade,
We came, while her enchanting Muse
The radiant moon above us held:
Till, by a clamorous owl compell’d,
She fled the solemn shade.
But hark! I hear her liquid tone!
Now Hesper guide my feet!
Down the red marl with moss o’ergrown,
Through yon wild thicket next the plain,
Whose hawthorns choke the winding lane
Which leads to her retreat.
See the green space: on either hand
Enlarged it spreads around:
See, in the midst she takes her stand,
Where one old oak his awful shade
Extends o’er half the level mead,
Enclosed in woods profound.
Hark! how through many a melting note
She now prolongs her lays:
How sweetly down the void they float!
The breeze their magic path attends;
The stars shine out; the forest bends;
The wakeful heifers graze.
Whoe’er thou art whom chance may bring
To this sequester’d spot,
If then the plaintive Siren sing,
O softly tread beneath her bower
And think of Heaven’s disposing power,
Of man’s uncertain lot.
O think, o’er all this mortal stage
What mournful scenes arise:
What ruin waits on kingly rage;
How often virtue dwells with woe;
How many griefs from knowledge flow;
How swiftly pleasure flies!
O sacred bird! let me at eve,
Thus wandering all alone,
Thy tender counsel oft receive,
Bear witness to thy pensive airs,
And pity Nature’s common cares,
Till I forget my own.
Mark Akenside poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, CLASSIC POETRY
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Überfluß
Im Nachschlaf wate ich langsam ins Wasser
rein. Das tue ich nie. Wenn ich mich tropfend
wundere was ich hier zu tun stehe da tauchst du auf.
Mit dem jungen schlanken Körper den ich kenn’
von alten Fotos, zackengerandet und alles, aber
mit dem Haupt das ich so sanft streichelte
bis du beinahe bei deinem letzten Atem. Weißt du
noch? Du lächelst. “Was machst du jetzt?
Du magst Schwimmen doch überhaupt nicht
Junge?” sagst du. Du drückst mich naß an
deine Brust die so der meinen ähnelt. “Hallo Vater,”
sag’ ich. “Guten Tag Vati. Wo bist du all die Zeit?”
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Duits door Fred Schywek
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
Die leeg in jou wegwees
Die
verslaenheid in die leë vertrek
Die
ongeloof en seer skok
om te ontdek, jy’s weg
Sak
en pak, soos in nooit terugkeer.
Om
skielik te besef jy’s alleen
so hulpeloos, alleen
met
‘n tiktak van ‘n muurhorlosie
wat
die skokstilte verbreek,
is daar só baie vrae
‘n
warboel gedagtes wat deur
my
brein flits oor ons laaste konflikwoord
My
hartstog geprop, in ‘n goiingsak
Geen
Lipstifspieëlboodskap of ‘n laaste wegloopstorie,
teen my vrieskas geplak.
Floris Brown
fleursdumal.nl magazine for art & literature
More in: Archive A-B, Brown, Floris, Floris Brown
Martin Beversluis
Draag mij
Draag mij als loszittende huid
als jeuk of als schilfer ik heb
zonden die je niet kunt ruiken
er zijn zeden die ik niet kan zien
er is een dans waaraan ik niet
deelnemen kan er gebeurt de
hele dag van alles draag mij
als verzonken rood als een
geschrokken tuinier of een
geschikte geisha er is nog zoveel
te doen draag mij terloops en
opzichtig pronk met mij
Draag mij als een virus sta
met mij op slaap met mij in
vervloek me en ik zal niet
weggaan er zijn zeden die
ik niet zie ik bezit een
waarmerk met als kenmerk
dat ik niet te sterk opval
dat je me vertrouwt
Draag mij want ik ben triest en oud
ik heb een kop als een bonuskluis
schaapjes op het droge grootste
gemene deler u bent precies als
ik een geweten als een hooischuur
de teevendeals gesloten
en verzekerd tegen uitval
begrijp ik uw commotie
de decadentie wordt betaald
met sterven aan een aanval
en dan van god horen dat ik heb gefaald.
Martin Beversluis poetry
Martin Beversluis is City Poet of Tilburg NL in 2015-2017
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin, City Poets / Stadsdichters
C. (Kees) Buddingh’ (1918-1985) mag gerekend worden tot de populairste schrijvers van zijn generatie.
Met zijn Gorgelrijmen verwierf hij al in de jaren veertig en vijftig zijn eerste bekendheid: ‘De blauwbilgorgel’ is zelfs klassiek geworden.
Dankzij zijn droge humor en karakteristieke stemgeluid was hij een opvallende verschijning tijdens Nederlands eerste grote dichtersmanifestatie Poëzie in Carré (1966).
Naast zijn dichterschap beoefende Buddingh’ alle denkbare literaire genres, van detectiveroman tot literaire essayistiek. Voor de bundel ‘Het houdt op met zachtjes regenen’ kreeg hij in 1976 de Jan Campertprijs.
Wim Huijser
Dichter bij Dordt
biografie van C. Buddingh’
Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar 2015
gebonden, 410 pagina’s
ISBN 9789038899930, verkoopprijs € 34,99
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, BIOGRAPHY, Buddingh', Cees
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Overflod
I eftersøvnen vader jeg langsomt ud i
vand. Det gør jeg aldrig. Når jeg dyngvåd
spørger mig selv hvad jeg laver her, genopstår du.
Met den unge slanke krop som jeg kender
fra gamle fotoer, takket og det hele, men
med hovedet som jeg så blidt aede,
da du var næsten ved dit sidste åndedrag. Husker
du stadig? Du smiler. “Hvad er det her for noget?
Du var aldrig særlig ivrig efter at svømme, vel,
dreng?” siger du. Og du trykker mig våd mod
dit bryst, som så udpræget ligner mit. “Davs, far,”
siger jeg. “Davs, farmand. Hvor er du hele tiden?”
Gedicht ‘Overvoed’ van Bert Bevers
Vertaald naar het Deens door John Irons
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
Bert Bevers (1954) is dichter en beeldend kunstenaar. Hij werd geboren in Bergen op Zoom maar woont al sedert de vorige eeuw aan de andere kant van de landsgrens, in hartje Antwerpen.
Bij Uitgeverij WEL verschenen twee uitgebreide bloemlezingen uit zijn werk: Afglans (Gedichten 1972-1997) en Eigen terrein (Gedichten 1998-2013). Werk van zijn hand werd opgenomen in diverse bloemlezingen en literaire tijdschriften. Bert Bevers is medewerker aan de Nederlandse Poëzie Encyclopedie, lector van Uitgeverij Kleinood & Grootzeer en lid van de raad van bestuur van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen. Voor meer informatie: www.bertbevers.com
In deze bijdrage een reeks vertalingen van het gedicht ‘Overvloed’ van Bert Bevers.
Overvloed
In de naslaap waad ik langzaam water
in. Dat doe ik nooit. Als ik me druipend
afvraag wat ik hier te doen sta verrijs jij.
Met het jonge slanke lichaam dat ik ken
van oude foto’s, gekartelrand en al, maar
met het hoofd dat ik zo zachtjes streelde
toen je bijna aan je laatste adem. Weet je
nog? Je glimlacht. “Wat krijgen we nou?
Jij gaf toch helemaal niets om zwemmen,
jongen?” zeg je. En je drukt me nat tegen
je borst die zo op de mijne lijkt. “Dag pa,”
zeg ik. “Dag papa. Waar ben je al die tijd?”
Bert Bevers
Oorvloed
In die naslaap waad ek stadig die water
in. Dit doen ek nooit nie. As ek myself druipend
afvra wat ek hier staan en doen, verrys jy.
Met die jong slanke liggaam wat ek ken
uit ou foto’s, met kartelrandjes en al, maar
met die kop wat ek so saggies gestreel
het toe jy byna op jou laaste asem was. Onthou jy
nog? Jy glimlag. “Wat gaan nou hier aan?”
Jý hou tog glad nie van swem nie,
jongman?” sê jy. En jy druk my nat teen
jou bors wat soos my eie bors lyk. “Dag pa,”
sê ek. “Dag pappa. Waar is jy die hele tyd?”
Gedicht Bert Bevers
Vertaald naar het Afrikaans door Carina van der Walt
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Carina van der Walt, Overvloed, TRANSLATION ARCHIVE
Martin Beversluis
Opstaan
We beeldden eens klantkaarten uit
hieven glazen en vertieften als een
pretpark waar het vertier van vertrok
al die landen van ooit vormden
samen onsamenhangende
continenten waar mensen enkel
de taal van dubbele tongen
spraken nog een rondje
nog een rondje
dan namen we aan dat zelfkennis
wijsheid was zo was zij aan ons
de wijsheid een waarheid van
kinderen en dronkelappen
Uiteindelijk tekenden we maar
bij het kruisje omdat daar de
schat lag naar onze vaste
overtuiging we herhaalden
onszelf als teken van stress
en we gingen ook wel eens
gewoon dood
tot het tijd was op te staan.
Martin Beversluis Stadsdichter Tilburg 2015 – 2017
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin, City Poets / Stadsdichters
Martin Beversluis
Maagden
Wij zijn een huis waar elke klok
een andere tijd aangeeft
dus blijft het altijd nu
ik graaf een kuil in een bos hout
jij zet de katten op sterk water
een onweerswolk drijft regenloos voorbij
ik zeg kijk
jij sluit je ogen en komt klaar
dan plukken we de bliksem van je benen
brandmerken onze vingers en tongen tot
naakte waarheid
we willen elkaar nooit echt leren kennen
lopen ieder apart in ditzelfde huis
jij bent tien uur ik vijf voor twaalf
het gaat maar in rondjes we halen nooit in
neuken als maagden puur voor de sensatie
maar nog lang niet voor de bevrediging.
Martin Beversluis poetry
Stadsdichter Tilburg 2015-2017
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin, City Poets / Stadsdichters
Martin Beversluis
Aanraken
Alle tijd is aanraken
en je niet meer
herinneren wat er
nooit toe deed
wat slechts
beweging was
in het gemoed
huidherinneringen
strelen en dichtbij
de glooïngen van
je vel en been het
terrein dat ik mag
ontginnen om
eenmaal ontgonnen
opnieuw te beginnen
begonnen.
Martin Beversluis poetry
Stadsdichter Tilburg 2015-2017
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin, City Poets / Stadsdichters
De stervende Germanicus
Bij de schilderijen van Heinrich Füger en Nicolas Poussin
Omgeven door getrouwen sterft Germanicus.
Men rouwt reeds voor de laatste adem
zijn huidig lichaam rust geeft. Nog even
in het leven voelt hij zich daarom eenzamer
dan ooit, als Capreae in de zee. Hij denkt
aan sperwers over velden. Zijn ogen tekenen
wegen in de lucht die wij nooit volgen kunnen.
Bert Bevers
(Verschenen in Bzzlletin, 17de jaargang, nummer 160, Den Haag, 1988)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bevers, Bert
Martin Beversluis
Schermmensen
En op een ochtend
waren we kleiner
enkel een wandelend
schermpje van vier bij acht
centimeter met echt alle
communicatie bij de hand
verleerden we langzaam onze taal
onze tongen hingen er slapjes bij
want we scholden liever
ons schermpje vol
dat was anoniemer
starend in een nieuwe wereld
die onvoorstelbaar groot
toch klein en handzaam is
vier bij acht centimeter
voldoende om een mens
in op te bergen het laat
zelfs nog wat ruimte
voor vage fantasie
maar ook die zullen we weldra
in kaart kunnen brengen
we zullen haar van alle kanten
aandachtig bestuderen
en uiteindelijk besluiten
dat dat schermpje
nog een centimeter kleiner kan.
Martin Beversluis
Stadsdichter Tilburg 2015-2017
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Beversluis, Martin, City Poets / Stadsdichters
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature