Or see the index
Jasper Mikkers
VERBONDENHEID
(Kees van den Berg spreekt over zijn geliefde Helga Deen)
Niet om haar voor mezelf te houden
spreek ik nooit over haar.
Nu niemand ervan weet, is het gemis
alleen van mij en minder zwaar.
Ik houd van de leegte die ze achterliet
omdat zíj het is die daar ontbreekt.
Als anderen van haar weten, moet ik ook hun gemis dragen
elke dag, en de verdwijning van de anderen.
Dan mag ik nog alleen een lege, verlaten plek zijn:
hij die zonder Helga is; hij die een moord omarmt.
Dan zal ik altijd iemand zijn die een ultiem verlies leed,
een leven waar iets onvervangbaars aan ontbreekt.
Ik wil niet de eeuwige weduwnaar zijn, ik wil niet dat
mijn vrouw een gat ziet op de plaats van mijn ogen.
Alleen door je geheim te houden kan ik je beminnen
Als ik je niet verberg, zal ik in je stikken.
Een tasje uit de oorlog wees ik je als woning toe.
’s Nachts als de wereld slaapt, bezoek ik je.
Ik houd je in het licht en lees je uit de brieven los,
ik inhaleer je in je haarlok, kus je in je maandverband.
Je leven is met mij verknoopt, je knijpt mijn hand
als je naakt over de Himmelfahrtstrasse loopt.
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Kees van den Berg was de geliefde van Helga Deen. Na zijn dood in 2001 werd tussen zijn bezittingen een damestas gevonden met daarin het kampdagboek van Helga Deen, brieven, een haarlok en een maandverband.
De weg die in kamp Sobibor voerde naar de gaskamers, kreeg de cynische benaming Himmelfahrtstrasse of Road to Heaven. De gevangenen moesten zich van tevoren uitkleden. Bij de vrouwen werden de haren afgeschoren.
(Dit gedicht is uitgesproken op 2 september 2013 ter gelegenheid van de onthulling van het beeld in de Helga Deen-tuin te Tilburg)
Jasper Mikkers Poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
Jasper Mikkers
Wanneer er niets meer lijkt te zijn
Wanneer er niets meer lijkt te zijn
dat oog en hand houvast kan geven
we tasten in een leegte zonder licht
dan worden we gered door hen die in
ons wonen, wakker worden, spreken gaan
Het meest zijn we gehecht aan het gezicht
dat uit het harde duister aan komt zweven
en ons weer adem geeft, een stem, bestaan
en lippen om te kussen, een gedicht –
dat ons optilt, terugbrengt naar het leven
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Dit titelloze gedicht schreef Jasper Mikkers op verzoek van kunstenares Margot Homan en is gewijd aan het beeld dat zij maakte en geplaatst is in de Helga Deen-tuin (hoek Willem-II-straat en Fabrieksstraat) in Tilburg. Het beeld beeldt verbondenheid uit, kreeg daarom ook die titel en werd onthuld op 2 september 2013.
Jasper Mikkers poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
Jasper Mikkers
ATLETE
enkels dun als polsen, kroezend haar
in blond geverfde strengen bij elkaar gebonden
te beweeglijk is ze om zich stil te houden
aan de start: atlete van geen veertig kilo
ze loopt op blote voeten
gooit oranje zolen in het licht
vrolijke extase zindert in haar ogen
ze heeft lak aan lucht als tegenwind
verbijsterend vanzelfsprekend is het grote
niets op aarde heeft gewicht wanneer ze rent
de moeiteloosheid van haar loop ontstelt de aarde
ze is haar eigen heerlijke haas
voorbij de finish neemt ze trainingsjack en water aan
op adem komen kent ze niet, geen zweten
omringd door ranke loopsters springt ze in
een halve draai omhoog en giert het uit
nog nooit heeft ze de tijd zo op de huid gezeten
en dan gebeurt het
de zwaartekracht verliest nu alle vat
ze stijgt, zweeft weg, hangt stil: ster boven onze stad
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Op 1 september vond opnieuw in Tilburg de Ten Miles plaats, een loopwedstrijd voor professionels en recreanten. In het onderdeel Ladies Run, een afstand van 10 kilometer voor vrouwen, blinken altijd de Afrikaanse loopsters uit.
Jasper Mikkers Poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
Jasper Mikkers
DEMOCRATIE IS DAAD
ga aan het water staan dat stadhuis spiegelt
presidentieel paleis of parlement
en roep ‘democratie’ en kijk wat er gebeurt
het is geen woord dat als een lelie openbloeit
de klinkers laten geen vliesvleugeligen stijgen
uit vlammen van de gele lissen aan de rand
misschien dat na een tijd zich schimmen
in het donker roeren, traag als vissen
en dat het duister lichter kleurt
ga op je hurken zitten, spel het woord
want weet wat het aan inhoud in zich bergt
is moeilijk grijpbaar en nooit zeker
wanneer je ee zegt, rijst een engel op
met druipend haar, slank als een bloemrietstengel
waar onze blik haar raakt is ze volmaakt
maar zeg je oo, dan antwoordt ze met au
want hagel treft haar en van bleek verandert
ze in blauw, ze staat er naakt en in de kou
en bij de aa tekent een hand onder haar neus
een Hitlersnor, en brillantinekeizer Berlusconi
laat haar dansen op een brandende krant
en bij de ie schampen er kogels langs haar hoofd
wordt ze door Bouterse met ballen als olijven verkracht
ze weert zich nauwelijks, ze lijkt door angst verdoofd
je denkt: ik heb geen macht, ik neem de benen
achter je rug wordt ze aan een bordeel verkocht
voortaan door nachtvlinders van traliestaal bezocht
democratie: haar bouw is fijn, haar vlees onvast
als je niet handelt en niet waakt wordt ze gestolen
uit stad en land, als kapitalen uit een letterkast
democratie: ze is de dochter van de daad en taal
de zuurstof die ze ademt is ethiek, haar klinkers
deelt ze als genen met haar tweelingzuster ideaal
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Dit gedicht schreef Jasper Mikkers op verzoek van de gemeente Tilburg in het kader van de Dag van de Democratie op 14 september 2013.
Jasper Mikkers Poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
Jasper Mikkers
HET AFWEZIGE MONUMENT
ik wil een monument dat alles samenvat
dat tot het wezen hoort van deze stad
en dat van taal en licht vervaardigd is
dat al wat mij in haar bekoort, weerkaatst
waarin ik elk gezicht herken van wie
hier leeft, mij voorging, na mij komt
het heeft een naam die alles in zich sluit
spreekt met een stem waarin ik ieder hoor
ik wijs ernaar als iemand jazz wil horen
of van een overleden lief de foto heeft verloren
en dat weerspiegelt wat er niet meer is
het oud station en vroegere stadhuis
waarnaar ik om kan kijken en dat knikt
wanneer ik zwaai of iemand tikt tegen zijn pet
maar nu ik weet dat het nog niet bestaat
ga ik het zelf maar maken; als het klaar is
plaats ik het aan het eind van elke straat
en tegen enen aan het einde van mijn bed
Jasper Mikkers is Stadsdichter van Tilburg
Noot: Dit is het eerste gedicht dat Jasper Mikkers schreef als (nog te installeren) stadsdichter. Het werd gepubliceerd in het Brabants Dagblad op 29 juni 2013.
Jasper Mikkers Poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, City Poets / Stadsdichters, Mikkers, Jasper
Novalis
(1772-1801)
Ich sehe dich in tausend Bildern
Ich sehe dich in tausend Bildern,
Maria, lieblich ausgedrückt,
Doch keins von allen kann dich schildern,
Wie meine Seele dich erblickt.
Ich weiß nur, daß der Welt Getümmel
Seitdem mir wie ein Traum verweht,
Und ein unnennbar süßer Himmel
Mir ewig im Gemüthe steht.
Novalis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Novalis
Katherine Mansfield
(1888-1923)
A Little Boy’s Dream
To and fro, to and fro
In my little boat I go
Sailing far across the sea
All alone, just little me.
And the sea is big and strong
And the journey very long.
To and fro, to and fro
In my little boat I go.
Sea and sky, sea and sky,
Quietly on the deck I lie,
Having just a little rest.
I have really done my best
In an awful pirate fight,
But we captured them all right.
Sea and sky, sea and sky,
Quietly on the deck I lie–
Far away, far away
From my home and from my play,
On a journey without end
Only with the sea for friend
And the fishes in the sea.
But they swim away from me
Far away, far away
From my home and from my play.
Then he cried “O Mother dear.”
And he woke and sat upright,
They were in the rocking chair,
Mother’s arms around him–tight.
Katherine Mansfield poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Mansfield, Katherine
Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag verschijnt van romancier, reisschrijver en dichter Cees Nooteboom het boek ‘Avenue’, een bundeling van de vele literaire bijdragen die hij voor dit roemruchte Nederlandse tijdschrift schreef.
VPRO BOEKEN met Cees Nooteboom
zo 10 november 2013
Schrijver Cees Nooteboom had in 1955 een vliegende start met zijn debuutroman Philip en de anderen. Na 1963 reisde hij de hele wereld over en schreef hij lange tijd geen romans. Het reizen was goed te combineren met zijn werk als literair redacteur bij Avenue. De bijdragen die hij gedurende vijftien jaar voor dit roemruchte tijdschrift schreef, zijn nu gebundeld uitgegeven.
Deze aflevering van VPRO BOEKEN wordt a.s. zondag uitgezonden, om 11.20 uur op Nederland 1.
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, Archive M-N, Art & Literature News, Cees Nooteboom
Novalis
(Friedrich von Hardenberg, 1772–1802)
Hymnen an die Nacht 6
Sehnsucht nach dem Tode
Hinunter in der Erde Schooß,
Weg aus des Lichtes Reichen,
Der Schmerzen Wuth und wilder Stoß
Ist froher Abfahrt Zeichen.
Wir kommen in dem engen Kahn
Geschwind am Himmelsufer an.
Gelobt sey uns die ewge Nacht,
Gelobt der ewge Schlummer.
Wohl hat der Tag uns warm gemacht,
Und welk der lange Kummer.
Die Lust der Fremde ging uns aus,
Zum Vater wollen wir nach Haus.
Was sollen wir auf dieser Welt
Mit unsrer Lieb’ und Treue.
Das Alte wird hintangestellt,
Was soll uns dann das Neue.
O! einsam steht und tiefbetrübt,
Wer heiß und fromm die Vorzeit liebt.
Die Vorzeit wo die Sinne licht
In hohen Flammen brannten,
Des Vaters Hand und Angesicht
Die Menschen noch erkannten.
Und hohen Sinns, einfältiglich
Noch mancher seinem Urbild glich.
Die Vorzeit, wo noch blüthenreich
Uralte Stämme prangten,
Und Kinder für das Himmelreich
nach Quaal und Tod verlangten.
Und wenn auch Lust und Leben sprach,
Doch manches Herz für Liebe brach.
Die Vorzeit, wo in Jugendglut
Gott selbst sich kundgegeben
Und frühem Tod in Liebesmuth
Geweiht sein süßes Leben.
Und Angst und Schmerz nicht von sich trieb,
Damit er uns nur theuer blieb.
Mit banger Sehnsucht sehn wir sie
In dunkle Nacht gehüllet,
In dieser Zeitlichkeit wird nie
Der heiße Durst gestillet.
Wir müssen nach der Heymath gehn,
Um diese heilge Zeit zu sehn.
Was hält noch unsre Rückkehr auf,
Die Liebsten ruhn schon lange.
Ihr Grab schließt unsern Lebenslauf,
Nun wird uns weh und bange.
Zu suchen haben wir nichts mehr –
Das Herz ist satt – die Welt ist leer.
Unendlich und geheimni?voll
Durchströmt uns süßer Schauer –
Mir däucht, aus tiefen Fernen scholl
Ein Echo unsrer Trauer.
Die Lieben sehnen sich wohl auch
Und sandten uns der Sehnsucht Hauch.
Hinunter zu der süßen Braut,
Zu Jesus, dem Geliebten –
Getrost, die Abenddämmrung graut
Den Liebenden, Betrübten.
Ein Traum bricht unsre Banden los
Und senkt uns in des Vaters Schooß.
Novalis poetry
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Novalis, Novalis
E u g e n e M a r a i s
(1871-1936)
D a n s v a n d i e r e ë n
O, die dans van ons Suster!
Eers oor die bergtop loer sy skelm,
en haar oge is skaam;
en sy lag saggies,
En van ver af wink sy met die een hand;
haar armbande blink en haar krale skitter;
saggies roep sy,
Sy vertel die winde van die dans
en sy nooi hulle uit, want die werf is wyd
en die bruilof is groot.
Die grootwild jaag uit die vlakte,
hulle dam op die bulttop,
wyd rek hulle die neusgate
en hulle sluk die wind;
en hulle buk, om haar fyn spore in die sand te sien.
Die kleinvolk diep onder die grond
hoor die sleep van haar voete,
en hulle kruip nader en sing saggies;
“Ons Suster! Ons Suster! Jy het gekom! Jy het gekom!”
En haar krale skud,
en haar koperringe blink in die wegraak van die son.
Op haar voorkop is die vuurpluim van die berggier;
sy trap af van die hoogte;
sy sprei die vaal karos met altwee arms uit;
die asem van die wind raak weg.
O, die dans van ons Suster!
Eugene Marais Gedigte
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Eugène Marais, Marais, Eugène
I n M e m o r i a m A d W i l l e m e n
Jasper Mikkers
Teruggebracht Vuur (1)(2)
alle beelden zijn tot rust gekomen
het sneeuwt niet meer, niet in het hoofd, niet achter vensterglas
persen, lijsten, kasten, stiften en penselen
het water in de leiding: alles houdt zich stil
het ontbreekt de wil te zijn nu hij er niet meer is
door de verwildering van vlees is wie hij was
vermenigvuldigd tot een handvol gras
alle beelden zijn tot rust gekomen
de boeren die naar huis toe liepen na het planten van de rijst
de spelerstroep, halfweg een touwbrug over een ravijn
de vlokken die nog vielen, hangen roerloos in de lucht
nu hij is gestopt met dromen
geen naakt zijn netvlies raakt
schoonheid vond hier zwart en rood
geen wit van borsten, bil en dij wordt nog gevangen
in gebogen lijnen: wie stopt nu het verdwijnen
het verdrogen van de jonge vormen in de tijd, wie houdt
het woelen van verlangen ons voor ogen, legt
eeuwig voelen vast
een vuur teruggebracht tot minder dan miniatuur
geen tijd stroomt door zijn vlees, beweegt zijn hand
zijn stem heeft zich verzacht tot minder nog dan hees
zijn bril, een venster dat vergrootte wat zich aan het oog
onttrekken wou, een omgestoten whiskyfles en tekenblok
liggen op tafel, naast zijn broeksriem en een sok
(1) Dit gedicht schreef ik in mijn functie van stadsdichter.
(2) Op 24 september is kunstenaar Ad Willemen overleden. Hij was tekenaar, etser, lithograaf en fotograaf en maakte gouaches. Hij was de leermeester van Reinoud van Vugt en Marc Mulders, exposeerde in binnen- en buitenland en won prijzen. Hij gaf les aan het Koning Willem II College. Met zijn miniaturen van klassieke schilderijen en naakttekeningen (Het geheime oeuvre van Adriaan Willemen) verwierf hij een grote bekendheid.
Jasper Mikkers is stadsdichter van Tilburg
fleursdumal.nl magazine
More in: Ad Willemen, Archive M-N, In Memoriam, Mikkers, Jasper
Willem de Mérode
(1887-1939)
De Dichter
Er leven velen in hem, maar zij sluimren.
Hij mag hen niet ontwekken, en hij wacht
Of geen zich wakker woelen zal, en zacht,
Een duif, tot ’t leven kringlen zal en tuimlen.
Als hij hun schaduw in de grijze nacht
Bewegen ziet, en waagt in de gezichten
Een licht te wekken en met hen te richten,
Bespeurt hij dat hun masker hem veracht.
Zij moeten zelf uit zware slaap zich breken,
Dan zullen zij door zijne lippen spreken
Met woorden ademwarm van liefde en nood.
Hij was zeer moedeloos en zeide bitter:
Bleek wordt hun slaap en ’t leven maakt mij witter.
En toen ontwaakte een in hem en werd groot.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive M-N, Mérode, Willem de
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature