Or see the index
Half ons verstand
Mag ik een half ons verstand, drie kilo geluk, twee keer ingevroren welvaart, een paar pakjes behulpzaamheid, wat inlevingsvermogen, zeven vrienden, en wat appeltaart een enkel frietje, twee wodka-lime, en als het kan nog een verse bos cafeïne om de dag door te komen..
Wat sperziebonen om mijn vuist omheen te ballen, die heeft u ook?
Een heel oud vrouwtje om te kunnen concluderen dat ik nog zeeën van tijd heb.
Ik zal haar laten oversteken, aan de hand nemen en over het zebrapad helpen.
Mag ik zeven dwergen die mij kunnen dragen als ik moe ben.
En een man die van mij houdt. Die telkens als ik er niet meer in geloof op mij afrent en zegt: “Ik geloof in je, IK wél!”
Begrijpt u wat ik bedoel?
Hij moet onopvallend zijn op momenten dat ik hem niet nodig heb, en elke keer dat ik hem wel nodig heb op mij afrennen, al ben ik in Schagen.
Ik wil een vis die mij aankijkt, en waarvan ik merk dat hij mij echt aankijkt, als enige, hij hoeft zijn kieuwen maar te bewegen en ik weet wat ik vandaag moet gaan doen.
De wereld redden, ik wil de wereld redden. Hem eerst precies in het midden doorsnijden,
en dan oplepelen als een kiwi. Hij zal zoet smaken, met een warme vulling.
Hebt u daar een mes voor?
Alle mensen op de wereld zullen op een gerimpeld land wonen, ze houden elkaars handen vast om er niet vanaf te vallen.
Ik zoek ook nog muziek, muziek die ik kan vervormen naar mijn bui. Het is maar één cd en ik kan horen wat ik wil horen.
Kleuren, ik zoek kleuren die er niet bestaan, ik wil mij kunnen voorstellen dat er een kleur is die ik nog nooit heb gezien, en het is niet een soort oranje, of een soort blauw.
Het is iets anders.
Anders nog iets?
Ja iets racistisch, ik mag graag iets racistisch, een grote KKK muts die mode wordt, ik zal iedereen dwingen om hem te dragen.
Dan heb ik, als ik mij verveel, iets om naar te kijken.
Één dag almachtig, en ik ben de koning van het land, en het land is veel kleiner dan we tot nu toe dachten, het is een land met 6 miljard van dezelfde mensen die opeens de ingeving krijgen helemaal niet hetzelfde te zijn, ze zullen in de bomen klimmen en het volkslied zingen, de vogels zullen in huizen wonen en klagen over het weer en de belastingdienst.
Hiernaast deden ze er nogal moeilijk over, maar dit hadden ze wel!
Mag ik ook een vrachtschip met veertig indianen, die heel gelukkig in een container dansen, om de lijken heen van diegene die het niet overleefd hebben.
Daarbij zoek ik jaren naar een pil waarmee je de hele nacht door kan dansen, en niet omdat je heel veel energie hebt, maar omdat de tijd is gestopt.
In die tijd zal ik dansen met de rest. Het zal bezaaid zijn met allerlei.
Vooral met dictatoren die de avond van hun leven hebben, Lenin, Stalin, Hitler, Mussolini hebben de grootste pret, discussietafels waar je kan aanschuiven, even bijkletsen met Julius Caesar, hij ziet er heerlijk uit, en heeft de gordijnen aan de muur om zich heen gedrapeerd.
Iedereen loopt langs de tafels, en speelt het grote ‘visies’ kwartet met de dictatoren.
Wie wint krijgt een kasteel.
Zodra de tijd het weer doet wonen alle dictatoren samen in het kasteel, hoog in de lucht.
Daar zullen ze neerkijken op het volk, zoals ze dat altijd al hebben gedaan. Ze zullen lachen. En wij beneden kwartetten met levens.
Mag ik van jou de boer? Dan krijg jij van mij de vrouw.
Nee doe mij maar een heer! Die krijg ik maar niet te pakken.
Een joker, een heer, wat is het verschil?
De mens heeft gewonnen.
En daarom zoek ik een trofee, Een trofee voor de gewonnen mens.
De mens die uit de polder is opgeklommen om zijn vinger in de dijk te doen omdat het water anders van hem wint.
Mag ik u dus met nadruk vragen om een berg om de trofee op te zetten.
Wie wil mag komen kijken.
Ik wil een wortel. Afgeblust met een beetje vrede..
Hier opeten alstublieft..
U hebt geen wortel?
Dan ga ik wel naar hiernaast..
Ik neem er ook één voor u mee.
Hier opeten alstublieft.
Esther Porcelijn 2012
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto jef van kempen
Esther Porcelijn
Godvergeten Ironie
Je mag het wel benoemen
Maar je mag het niet zíjn
Je mag er wel om lachen
Maar je mag het niet willen
Je mag het wel afgrijselijk vinden
Maar je mag je er niet in verdiepen.
In een café praten heren over politiek.
Er wordt gestampt en gefoeterd
geproest en verloederd.
Maar niemand ziet de poster
op de achtergrond
in oranje, blauw en wit
waar iedereen precies
aan gekluisterd zit.
Zolang je maar
dingen zegt als:
“ze naaien ons toch wel!”
Met een grijns
en met een biertje.
En: “maarja.. ach”
of: “als het maar gezellig is!”
Zolang je dat maar zegt
ben je er tenminste
geen onderdeel van.
Hoef je niet bang te zijn
dat iemand echt
een goede vraag stelt.
Zolang je het parodieert
ben je het niet.
Esther Porcelijn poetry
stadsdichter Tilburg, 2012
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Hondje
Gaan we naar buiten? Gaan we naar buiten? Jaa we gaan naar buiten! We gaan naar buiten, jaa! Mijn baas. Mijn geweldige baas. Zo loyaal en mooi en perfect en hij kan goed koken. Ik dacht dat ik altijd alleen zou blijven, dat niemand mij zou willen maar toen kwam hij en toen en toen en en en en. We gaan naar buiten!
Baas lacht. De tanden bloot. Grr. Ja baas. Grr. Boos! Ik ben ook boos. Grr. Samen boos! Jaa! Blote tanden baas! Heel bloot! Gaan we nog naar buiten baas? Ja? Ja! Baas begrijpt mij altijd goed. Weet precies wat ik leuk vind en ook wat ik niet leuk vind. Ik vind leuk: eten, en vooral lekker eten, stukje vlees, en ik vind leuk: goed geaaid worden en geborsteld, en een mooi bed en ik vind ook leuk: om anderen weg te jagen en het huis bewaken vind ik ook leuk. Wat ik niet leuk vind: katten, poedels en cavia’s. Die moeten maar weg, die zijn niet leuk. En ik vind ook niet leuk: anderen die de baas spelen. Ik ben de baas. IK ben de baas, en baas zegt ook altijd: “wij zijn de baas!” Ha! En ik vind raar eten ook niet leuk. Maar knakworsten wel, want die zijn normaal.
Ja, we gaan naar buiten! Samen de baas van buiten! Sinds ik baas heb, durf ik veel sneller te happen naar vreemden. Ik vond ze altijd al niet leuk, maar nu zijn we samen de baas. Ha! Baas is vrolijk boos. Hij heeft gekke blote tanden. Even hier plassen. En hier. Baas trekt me hard weg. Maar ik wil plassen baas! Baas zegt nee. Hij rinkelt met sleutels. Maar ik wil hier plassen, en hier nog een druppel. Zo. Toch gedaan. Nu ben ik de baas van de neuzen van de vreemden. Baas is ineens boos. Boze baas. Sorry baas echt sorry sorry maar ik wil nog even hier plassen. Baas. BAAS!! Ik wil hier nog even. Ah toeeee! Nou baahaas! Hij trekt mij mee. Hij laat mij nooit helemaal los. Maar ik kan toch zo ver lopen als baas wil, en dat is ver genoeg. Baas doet ineens gek. Rinkelt weer met zijn sleutels. Hoge piep. Grr.. boos. Hij tilt mij op en duwt mij in zijn wielenmachine. Dat gebruikt baas omdat hij niet zo hard kan rennen als ik. Elke dag gaat hij daarin en dan is hij lang weg en dan denk ik dat hij nooit meer terugkomt maar dan komt hij toch altijd weer terug. O, wat ben ik dan blij. Ik hoef nooit in de wielenmachine, alleen als ik ziek ben. Maar ik ben niet ziek en ik ben in de wielenmachine. Baas!! Baaaas!! Naast mij ligt een grote koffer, ik ruik eraan. Het ruikt naar, naar naar.. Die machine waar baas altijd zijn vacht in schoonmaakt! Waarom baas? Je hebt al een vacht aan! Één met bloemen erop vandaag.
Baas doet lief maar is boos. Ik zie dat. Hij praat nu lief zoals normaal maar ik zie aan zijn tanden dat hij boos is. Hij doet neplief. Stom.
Oo, maar andere wielenmachines! Die zijn ook leuk. Met baas ben ik niet meer alleen, zoef zoef zoef zoef zoef, overal wielenmachines en we gaan veel sneller dan ik kan rennen. Zoef! Samen de baas, baas? Samen de baas? Baas doet boos. Baas is boos. Hij roept “af” en nog wat andere dingen die ik niet versta. En hij wil niet dat we samen roepen. Alleen hij mag nu roepen. Goed dan. Ik ga wel een rondje om mijzelf heen waggelen in de wielenmachine. Nu lig ik beter. Ik lig goed. Maar dan stopt de wielenmachine. Oo ik mag eruit! Gaan we naar buiten baas? Gaan we naar buiten??
Ja, we gaan naar buiten. Jaa!
Baas pakt mij bij mijn kraag en trekt mij naar buiten. Grr baas, grr!!! Boos!
Hij slaat mij op mijn hoofd, dan draait het even. Whaa.. dat is gek, maar niet fijn gek, stom gek. We lopen naar een boom! Jaa, toch nog een plas doen! Whaa! Even een baas zijn van de neuzen! Jaa!! Jaa baas?
Maar hij pakt mij bij de kraag en ik hoor klik en dan zegt hij iets met veel û en o klanken.
Baas loopt weg.
BaBaas? Waar ga je heen baas? Ben je weer lang weg? Baas?? Ik loop achter baas aan maar ik word teruggetrokken. Hallo! Baas! Ik zit vast baas!
Baas doet niets. Hij gaat in zijn wielenmachine en zoeft weg.
Naast mij zoeven nog heel veel wielenmachines. Zoef-zoef-zoef-zoef. Hele hoge en lage tonen. Baas komt vast nog wel met een stuk vlees. Of een cavia om te bijten. Of een fris kussen waar ik dan de baas van mag zijn. Of met een aai.
Vast aan de boom. ’t Trekt aan mijn hals. Bah. Flauw. Stom. Baas was een nepbaas. Ik ben nu wel buiten, dat wel.
Esther Porcelijn 2012
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto jef van kempen
H e r f s t a n g s t
Nog even niet de truien in
Nog even niet de vachten aan
Nog even geen verpulveren van bladeren
Nog even niet de kachelpijp
Nog even het laagje los.
Laat de stad nog éven zien,
Houd haar sluier op,
Al wordt ‘t zwaarder.
Herfst,
Geef mij nog één keer een peepshow.
Laat mij de dakpannen nog één keer roder zien.
Laat mij de grijze stenen nog één keer als zandsteen zien
en laat mij denken dat de huizen onvolledige piramides zijn.
Nog even geen chocoliedjes kerstcd’s.
Rillingen naakte bomen en natte laagjes
Druppels van mijn oren.
Koude winterlucht
die mijn hersenpan in tweeën snijdt
tot één knusse kopjes thee onder een dekentje, en één kersthatende.
Ik zet mijn rendieroren vast op.
Herfst,
Laat mij nog even niet veranderen,
Laat mij nog even geen herhaling zien
Van: “Ouwe koek en net als vorig jaar en zie je wel dacht ik al.”
Van: “Dat zei ik vroeger al, het ligt aan de rest aan de anderen
Het is de schuld van de buitenwereld, ik heb altijd gelijk en de rest verandert.”
Laat mij nog even alles zien alsof het nieuw is, dat er nog geen naam voor is.
Laat mij nog even bedenken hoe het moet heten.
Laat mij nog even niet die oude man worden die alles al benoemd heeft.
Wil je alsjeblieft nog even wachten?
Ik wacht dan met je mee dan turen we samen naar de wereld.
En noemen we alles oneindig vaak omdat we nog niks kennen.
Omdat we nog even niet binnen hoeven te zijn.
Omdat we nog even niet elk jaar hetzelfde ritueel.
Omdat we nog even geen grijsheid zien
Omdat we alle kleuren kunnen bedenken.
We kunnen alles bekijken, als jij ons de kleuren teruggeeft.
Nog even geen dikke sokken zelfde verhalen weer die éne oom.
Nog even niet koud nog even geen oude gedachten herinneringen.
Nog even niet?
Esther Porcelijn, stadsdichter Tilburg, 2012
(eerder gepubliceerd in het Brabants Dagblad)
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Esther Porcelijn
Lege schappen vullen vrienden
Een wandeling door Tilburg
Kom je net om de hoek kijken,uit een andere stad en net uit bed. Loopt een man je tegemoet, schouders ineengedoken en grijs bij de slapen. Hij kijkt je aan en zegt: “hoi!,” alsof het niets is.
Duiven haast onzichtbaar tussen al het grijs,de beetjes pikkend tussen de tegels. Alles wat wij niet moeten.
Bijna de straat uit, de man kijkt om en zwaait.
Je wandelt verder langs de grote begraafplaats waar witte beelden je in Italië doen wanen. Twee grafdelvers. Ze harken de laatste aarde bijeen en wuiven naar je.
Bakstenen huizen net niet oud of nieuw. Kleine Maria’s in de muren gemetseld. Niet los te wrikken.
Bij het station staan rijen mensen,ongeduldig. Matte glasplaten maken de lucht altijd bewolkt. Een zwerver met boemerangkaarten. Je wilt iets tegen hem zeggen. Je stamelt: “hoi..hallo.” Hij heeft geen tanden meer. Je geeft hem een worstenbroodje want dan ga je een beetje naar de hemel.
Drukke dagjesmensen. Djembé-man geeft ritme aan hun loopje. Toeterend, “kiss & ride” en telefoontjes.
Grote weg over. Grijze mosselen en zalm worden aangeprezen. De drukte in. Hippe mensen in joggingbroek vers uit de dansles. Soms geeft iemand je een knipoog. Vrouwen winkelend. Koopjes nemen loopjes met je.
Soep, tassen, taart, schoenen en Hemaworst. Mensen blij en teleurgesteld. Art deco glas in lood. Want zoiets valt jou op.
Oude gebouwen links en rechts. Kunstgaleries tussen fietsen en fruit. Als in Frankrijk in de zon. Terrasje pakken. Je bestelt bij de ober: “zou ik een koffie mogen?” Waarom zeg je dat altijd? Tuurlijk mag dat! Koffie op een pleintje.
Kleine straten met gekleurde raamkozijnen. Stiekem kijk je naar binnen. Hoge plafonds en een vrouw veegt haar stoep. Je knikt, zij kijkt en veegt. Muziek klinkt uit een club.
Je bent bij een groot plein. Sommigen zitten stil, anderen niet. Fontein met vele gaten. Enorme ruimte met hele kleine stroken gras. Jonge meisjes spelen met hun telefoon.
Dan ben je er, bij het café. Een bruin café. De gasten schaken wat en drinken wat. De deur gaat open. Iedereen lacht je toe. Muziek. Je danst op de tafels.
Tilburg.
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Seconden later zijn wij allerbesten
Seconden later zijn wij allerbesten.
Hij spreekt alweer van vroeger en van toen,
van: “ weet je nog?” en onze eerste zoen.
Hij koos de mooiste, deelde wat er restte.
Wij lachend om die avond in ’t plantsoen,
de avond in het gras op Tilburg West en
ik kon niet wachten op mijn grootse test en
zag hem mijn liefje van haar goed ontdoen.
Terwijl hij alle mensen om zich rijgt,
zijn nonchalante ‘k-weet-’t-ook-niet-geste,
ben ik diegene die zacht grapt en zwijgt.
Zal ik dan toch de rake waarheid ketsen?
Hem laten zien dat ik hem overstijg?
Ach wat, ik blijf toch altijd de gekwetste.
Esther Porcelijn
30 januari 2012
(uit: Over vriendschappen en andere ongemakken, Aardige Jongens, maart 2012)
More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Levenslus
Voor Ton de Witte 29 maart 1966 – 6 maart 2012
Het absoluut omgekeerde van leven
Alles in negatief zien, want kleuren zijn niet mooi
Alles is niet.
Niet hier maar daar kent niemand het.
Niet eens verveling, gewoon, nee niet gewoon.
Altijd de buitenstaander.
Lachen, maar waarom. De vragen voorbij.
Zo ver van erbij zijn, bij de anderen.
Mensen zijn zo vluchtig.
Wie kan het iets schelen hoe je bent,
Of je echt lacht of niet.
En wel zo gewoon.
Gewoon bestek, gewoon boodschappen, gewoon ansjovis
Gewoon mensen.
Maar altijd weten dat vragen ook maar vragen is.
Gewoon de afwas, gewoon een biertje, gewoon je buurman, gewoon de wc, gewoon de deurklink.
Gewoon de bank, gewoon de naden in je schoen, gewoon haren.
Gewoon waaien, gewoon slapen, gewoon knikken en je wapenen.
Gewoon ideeën.
Gewoon de oude doos, gewoon de rode huisjes van Monopoly.
Gewoon mee.
Gewoon je sperziebonen laten liggen.
Gewoon de blaadjes bezinken in je thee.
Was er geen klaagzang zoals in de films? Was het maar als in de films, dan komt er altijd een wijze man uit een oud dorp die bijtend op een graantje net die ene zin zegt die wegpinkt voor ‘t traantje.
Zou er licht zijn? Licht zo licht als een eindeloze zucht.
‘t Is geen vlucht, het is een sprong.
Een groot “waarom?” staat te kloppen maar het huis is te vol. Het staat te bonken maar is niet thuis.
Een vraag is al teveel. Als een vraag er is dan kun je nog door.
Het past niet, het hoofd te vol.
Het is niet laf, wie is er laf?
Beleefd voor het leven.
Het leven serieus nemen.
Juist dan zijn vragen maar vragen.
Alles in negatief zien, lachen en knikken.
Altijd beleefd voor het leven geweest.
Alles is niet. Nu niet.
Esther Porcelijn
Stadsdichter Tilburg
Ton de Witte (45) is dinsdag (6 maart 2012) plotseling overleden. Hij laat zijn collega’s bij De NWE Vorst in Tilburg in diepe rouw achter. Ton de Witte was de stuwende kracht achter de culturele stadswandelingen van L’Avventura en maakte naam als gedreven steunpilaar, vormgever en theatermaker van veel jonge acteurs en dansers.
fleursdumal.nl magazine
More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto joep eijkens
Esther Porcelijn
Trots op Tilburg?!
Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg!?
“Doe maar gewoon!” Zegt de man tegen de vrouw.
“Dan doe je al gek genoeg.”
“Spaar jezelf of je piekt te vroeg
En dan geeft niemand om jou.”
De vrouw, hevig verontwaardigd,
Wilde hem enkel bekoren:
“Mijn borsten gelift tot aan mijn oren,
ze raken al jaren mijn gezicht.”
“Het onkruid tussen de tegels geplukt,
de oude details gerenoveerd.
“Elke andere man zou vereerd
zijn en intens verrukt!”
“Al jaren klaagde je over mijn vormen
Je vond ze niet bij de tijd!”
“Ik moest zelfs, tot mijn spijt,
mijn oude beelden bestormen”
“Nee nee,” zei de man, “je vergist je schat!”
“Mijn liefde voor jou is geen prijs.”
“Ik hoef geen hemels paradijs,
Voor mij volstaat de grauwe stad.”
“Bij mij valt niets te winnen.
Ik heb frietsaus, geen mayonaise
En zeker geen bearnaise!
Juist daarom wil ik je beminnen!”
“Je buitenkant neem ik voor lief
Het gaat mij om van binnen!”
“Ik hou van al je twintig kinnen
En van je vlekkenmotief!”
“Je kent mij toch, ik ben niet van ingewikkeld.”
“Van hoge kunst en woorden,
en muziek met zware akkoorden!”
“Van theater met een grote T, ’t is niet wat mij prikkelt!”
“Ik hoef geen importevangelie
Van die boven-rivierse mensen,
met hun grote wereldse wensen.”
“Eenvoud is de schoonste harmonie!
“Ach hypocriet!”, zei de vrouw tot haar man,
“wat nou, doe maar gewoon?”
“Je spreekt zelf als de hoogste boom,
Ja, jij kan er wat van!”
“Geen opsmuk, zeg je, wat een gezwam!”
“Eerst zeuren dat het minder moet,
dat uiterlijk er niet toe doet
En geen theater uit Amsterdam..”
“..En dan morgen met een stoet
Van 25 mensen naar Madurodam!”
Stadsdichter Esther Porcelijn schreef het gedicht “trots op tilburg?!” t.b.v. de wedstrijd voor beste binnenstad van Nederland. Voor elke genomineerde stad ging een delegatie van 25 man naar Madurodam voor de bekendmaking van de winnaar.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, City Poets / Stadsdichters, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto joep eijkens
Esther Porcelijn
In Breda en in Tilburg
Ik woonde in een ansichtkaart
Breda is één groot vroeger
Een raam op zolder starend naar
De kerk en alle kroegen;
Waar mensen feestend zweterig
Zich door de biertjes zwoegen.
Omlijst is elk klein detail
De hofjes en de muren
Van baksteen staat elk huis zo lang
Dat al eeuwenoude uren
Mensen turend hun gedachten
Op de stad afvuren.
Toch lijken de inwoners
De schoonheid niet te delen
Ze ogen rijk en carnaval
Religie gaat vervelen;
Het boordje is geruild voor polo
‘t Verstikt nog steeds hun kelen.
Hen lijkt de vreemdheid ongehoord
Ze houden niet van anders
Geen polo: is te stumperig
En de rest, de omstanders?
Zij drinken er lustig op los
En dansen hun polonaise om de bijstanders.
Nu ik verhuis naar een andere stad
Waar oude muren zeldzaam
En hofjes onbestaand
Kijk ik door mijn nieuwe raam:
Een plein met auto’s en bomen
Vroeger heeft hier een andere naam.
De mensen, echter, zijn zélf anders
Sferen van raarheid, hun gelaat
Is minder strak hooghartig
Rokerige dronkenmanspraat,
Tijdens lange cafénachten,
Dragen ze als een sieraad.
Ik woonde in een ansichtkaart
Waar ik de schoonheid had
De nieuwe plaats is anders, ja,
Maar vrolijk en minder glad
Bij dat besef verscheur ik mijn post
Een ansichtkaart is toch maar plat.
Esther Porcelijn is stadsdichter van Tilburg
Kempis.nl poetry magazine
More in: City Poets / Stadsdichters, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
foto joep eijkens
Esther Porcelijn
Aabe, Weeft Getrouw
(AaBe, Textielfabriek Tilburg)
Weefgetouw, oorverdovende patronen
Van draden los naar vast
Waar personeel gepast
In gekleurde overalls hun rangen tonen.
Aandraaien, kamrijgen, rietsteken en draadmaken
De beweging rijgt zich door de mensen
Die allen delen in hun wensen
Van goed salaris en goede zaken.
Na de prikkaart in de prikklok
Gaat ieder naar zijn plaats
Geen minuut te laat
Niemand wil ’t met de baas aan de stok.
De heren van den Bergh als directeur
Zijn heren van gezag
Een wekelijks bezoek brengt
De werkvloer in bedrijviger humeur.
“Samenwerking schept vreugde en trots”
De ezels zijn geketend
Maar weten wat dit betekent:
Naar links en dán naar rechts, dat is ’t vlotst.
De ruimte, een modern juweel
Het nieuwste netste schoonste
Waar orde ’t gewoonste
Zonder ouderwets gekrakeel.
Eindeloze ruimte, de centrale gang
Als ader door de bedrijvigheid
Rechte vormen en openheid
En grote duidelijkheidsdrang
Hier scheppen mensen bewust
Reinheid, en met regelmaat
Als bijen in een honingraat
Hier weeft men goede nachtrust.
Als plots het dekbed de wol
De das heeft omgedaan.
Het gebouw wordt ontdaan
Van zijn jarenlange rol.
De eerste barsten beginnen te komen
De laatste man prikt kaart in klok
Nog één keer klanken in de nok
Nooit meer jonge jongensdromen.
Brokkelende stenen
Klimop langs metalen palen
Leegte komt zijn ruimte halen.
Geen herkenning, enkel vreemden.
De structuur ontsluiert zich traag
De bedrading toont zich ook
Vervlochten met een betonnen strook
Soms is binnen of buiten vaag.
De draden en de organen van de structuur
Weven alles samen tot geheel
Zodat men bij het kijken veel
Kan herkennen in een muur.
Het gebouw geeft haar geheimen bloot
We kijken in de kieren
En zien de tijd vieren
Dat ze immer nieuwheid doodt.
Je zou haar skelet willen toedekken
Zoo naakt en zoo koud
Als een arme vrouw te oud
Om haar ledematen uit te rekken.
Gelijkend onszelf zijn de delen samen één
Wij bestaan uit losse stukken
Waar zit dan het geluk en
Wie houdt ons allen op de been?
Het weven van ons samen tot één deel
Gebeurt niet vanzelf en zonder kracht
En wie te lang wacht
Blijft over zonder al te veel.
Zoals het skelet van een gebouw
Onszelf kan representeren
Wij spiegelen elkaar, laten we dat eren
Jij weeft mij en ik weef jouw.
De bedrading zijn losse delen die ieder
Nodig zijn voor overleven
Het gaat niet om het korte en het even
Het gaat niet om de hoogste bieder.
Wie schoonheid ziet herkent ’t acuut.
Wie geld ziet zal gaan kwijlen
En wie wil schoonheid laten veilen?
Een oud gebouw met een nieuw debuut?
Nieuwe plannen voor dit complex
Duurzaam herbestemmen
Maar het skelet blijvend herkennen
In het mooist, het duurst, het gekst.
Nu is de oorverdovende stilte begonnen
Een lichaam heeft een beweger nodig
Saamhorigheid lijkt overbodig
Maar zonder wever rest enkel het verstommen.
De oude vrouw is broos en ijl
Ze zucht onder haar pilaren
Ze wil enkel dat haar jaren
Terugkeren in een nieuwe stijl.
De oude vrouw was excentriek
Nu beeft ze aan haar koude draden
Misschien dat we bij de Eskimo’s nog dekens kunnen halen
Ze voorkomen immers reumatiek.
Aabe; weeft getrouw is geschreven door stadsdichter Esther Porcelijn voor het Erasmusfestival 2011. AaBe of voluit: Albert van den Bergh was gevestigd aan de Hoevenseweg in Tilburg. De fabriek voor wollen dekens, die een rendier als logo had, ging in 2008, na een reeks van reorganisaties, failliet.
kempis.nl poetry magazine
More in: Archive O-P, City Poets / Stadsdichters, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
17 maart 2012
Tilburgs literatuur- en
theaterfestival TILT
Wegens groot succes geprolongeerd: TiLT. Een festival dat bol staat van literatuur, muziek, theater en beeldende kunst. Verrassende cross-overs, spraakmakende interviews, hilarische acts en een vette band. Vorig jaar was de eerste editie stijf uitverkocht. Op zaterdag 17 maart gaat De NWE Vorst in Tilburg opnieuw op TiLT.
In de Boekenweek komen de letteren tot leven. En hoe! Het Zuidelijk Toneel opent het bal, in een verrassende combi met Fontysstudenten. Robert Vuijsje komt langs met zijn nieuwe roman Beste Vriend. AKO-literatuurprijswinnares Marente de Moor zal er zijn. Maar ook absurdist Gummbah met zijn Net niet verschenen boeken, Henk van Straten met zijn Superlul, en stadsdichteres Esther Porcelijn met vers Tilburgs vlees.
Overal in De NWE Vorst zijn optredens. Bezoekers vinden vier zalen vol proza, poëzie, beeldende kunst, muziek en theater. Er zijn columns van Hanna Bervoets (Volkskrant) en Renske de Greef (nrc-next) en liedjes van Koek & Trommel. Er is Stine Jensen met filosofie over Facebook, A.H.J. Dautzenberg met spraakmakende literatuur, een poëzieinstallatie van kunstenares Anouk van Reijen en nog veel meer. In de meeste gevallen gaat het om programma’s die speciaal voor TiLT zijn gemaakt. En dat alles wordt afgesloten met een swingende deejay en de boomende band The Kik.
Nieuw dit jaar is Kroeg op TiLT. Op vrijdag 16 maart, de avond vóór het festival, staan zes kroegen op de Korte Heuvel in het teken van de taal. Gedichten, muziek, dans, zang, verhalen, film, alles zal versmelten tot één uniek evenement. Een gratis crossoverprogramma vol Tilburgs talent, samengesteld door Studievereniging Animo van de Tilburg University.
TiLT vindt plaats in de Boekenweek, op zaterdag 17 maart, van 20.00 – 02.00 uur in theater De NWE Vorst in Tilburg. Tickets kosten € 17,50. Meer info: www.tilt.nu
fleursdumal.nl magazine
More in: A.H.J. Dautzenberg, Art & Literature News, Gummbah, MUSIC, Porcelijn, Esther, THEATRE, Tilt Festival Tilburg
Ivo van Leeuwen, 2011
Portret van Esther Porcelijn, actrice en stadsdichter van Tilburg
©ivovanleeuwen
kempis.nl poetry magazine
More in: Ivo van Leeuwen, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature