In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. NATIVE AMERICAN LIBRARY
  15. PRESS & PUBLISHING
  16. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  17. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  18. STREET POETRY
  19. THEATRE
  20. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  21. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  22. WAR & PEACE
  23. WESTERN FICTION & NON-FICTION
  24. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Porcelijn, Esther

«« Previous page · Theater Kwezel speelt: OVERLOOP, een verhuizing · Esther Porcelijn: Bomensoep. Een modern sprookje · Esther Porcelijn: Gedicht voor het overgebleven ijsblokje · Installatie Esther Porcelijn tot stadsdichter van Tilburg · Esther Porcelijn en Jasper Hupkens in “Het is mij bijna gelukt” · Esther Porcelijn: Verhuizing van een vrouwelijke stadsdichter · Esther Porcelijn: Binnenwereld · Esther Porcelijn: Mijn versie van een haiku (in de periode dat ik nog niet wist wat een haiku is) · Esther Porcelijn: Moeders (naar Allen Ginsbergs’ “America”) · Installatie Stadsdichter Esther Porcelijn verplaatst · Esther Porcelijn: Droste-effect, de nieuwe wending · Esther Porcelijn speelt in De Ingebeelde Zieke van Molière

»» there is more...

Theater Kwezel speelt: OVERLOOP, een verhuizing

Theater Kwezel speelt:

OVERLOOP, een verhuizing

Een locatieproject in de Staalmanpleinbuurt, Amsterdam. Een theatervoorstelling over die belangrijke stap in je leven. Van Esther Porcelijn, Marius Bruijn en Maaike Haneveld. Overloop wordt een komische voorstelling met tekstscenes, poppenspel (voor volwassenen) en muziek voor iedereen vanaf 12 jaar.

Theater

OVERLOOP is gemaakt op locatie op het Abraham Staalmanplein in Amsterdam Slotervaart. In deze buurt, de Staalmanpleinbuurt, zijn grootschalige veranderingen gaande. Oude flats worden afgebroken, nieuwe worden gebouwd. Overal zijn mensen aan het verhuizen. Dit is het decor van de komische en absurdistische theatervoorstelling. Ons personage, Leen, woont te midden van deze straten. En ze is vastbesloten te vertrekken.

 

Thema

Overloop gaat over een overgangsfase, een stap in het onbekende. Het onbekende ziet er wellicht duister, bedreigend en verwarrend uit, er lijken weinig wegen te bewandelen en weinig perspectief op verbetering. En toch wil hoofdpersoon Leen die stap zetten. Om er in de nieuwe situatie beter en zelfverzekerder uit te komen. En misschien is die nieuwe situatie wel gewoon in het oude huis!

De Makers

Bewerking en spel: Marius Bruijn & Esther Porcelijn

Regie: Peter de Jong

Tekst: Maaike Haneveld

Bekijk de Teaser op YouTube

 

Voorstellingen

OP LOCATIE op het Abraham Staalmanplein 12,  Amsterdam Slotervaart,  Borrel na afloop

– try out – vrijdag 13 jan. 19:00

– première – vrijdag 13 jan. 21:00

– zaterdag 14 jan. 16:00 en 20:00

– zondag 15 jan. 14:00 en 17:00

– zaterdag 21 jan. 16:00 en 20:00

– zondag 22 jan. 14:00 en 17:00

Extra voorstellingen in de

Vondelbunker: Vondelpark 6, Amsterdam

www.vondelbunker.nl

– vrijdag 20 januari 2012, Toegang 10 euro,

reserveren aanbevolen via: marius@kwezel.nl

Meer info op www.kwezel.nl

fleursdumal.nl magazine

More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther, THEATRE


Esther Porcelijn: Bomensoep. Een modern sprookje

photo KEMP=MAG

Esther Porcelijn

Bomensoep

Een modern sprookje

Er was eens een jongen die de wereld wilde redden.

De jongen hield niet van dingen die verkeerd gaan, en zeker niet van dingen die vergaan.

De jongen werd altijd treurig in de herfst, als de bladeren van de bomen vallen.

Niemand anders leek het erg te vinden, niemand keek er van op of om. “Ja de bladeren vallen van de bomen, nou en?” zeiden ze dan tegen hem.

Hij vond de bomen dan zo naakt en vond het zielig voor ze dat niemand ze een jasje om deed.

De mensen lachten hem dan uit als hij dat zei. “Het wordt toch lente!” zeiden ze dan.

“ja, maar wat nu als de lente niet komt! Wat als de bomen eeuwig zo kaal blijven?”

“dat is onzin, doe niet zo raar!” zeiden de mensen dan.

In de herfst bleef de jongen uren en uren naar een boom kijken, hoe elk blaadje viel en hoe de boom bij elk verloren blaadje even leek te schudden in de wind.

Als hij het te koud kreeg, ging hij naar huis, naar zijn moeder. Hij moest altijd op tijd thuis zijn om soep te maken. Zijn moeder lag vaak op bed, waarom precies wist hij niet, “ik heb weer last van mijn ziekte” zei ze dan. En als zijn moeder last had van haar ziekte moest hij soep maken. Het gebeurde steeds vaker.

Thuis begroette hij zijn moeder, tilde haar op, maakte het bed op, legde haar er weer in, stofte de kamer, gaf de planten water en maakte soep.

Hij ging bij haar op bed zitten met twee kommen soep. Hij vertelde haar over de bomen en hoe ze bladeren verloren en hoe ze het koud hadden. “De mensen vinden mij raar” zei hij. Zijn moeder zei dat hij een lieve maar inderdaad ook een rare jongen was. “Bomen hebben het niet koud”, zei ze, “En het wordt vanzelf weer lente, dat komt allemaal goed.”

“Ja, dat zeiden de mensen ook al,” zei de jongen, “Nou, zie je wel!” zei zijn moeder en ze draaide zich op haar zij en ging weer liggen “je moet nog huiswerk maken!”.

Hij besloot er maar niet meer over te beginnen. Het was al avond en hij was moe, te moe om nog huiswerk te maken.

Een paar maanden later werd het lente. Zo ging het elk jaar. Het stelde de jongen niet gerust. “Wat nu als de lente niet komt?”, dacht hij, “Moet ik elk jaar er opnieuw vanuit gaan dat de lente weer komt?” “De bomen moeten zo hard werken om weer nieuwe blaadjes te maken, zo houden ze toch te weinig tijd over?” “En waar hebben bomen tijd voor nodig dan?”, vroegen de mensen, “Om aan bomendingen te denken en bomendingen te doen.” , zei de jongen.

Een paar jaar verstreken en de jongen stond elk jaar naar de bomen te staren.

En elke lente keek hij argwanend naar de mensen om hem heen.

Tegen zijn moeder zei hij er maar niets meer over. Die was al ziek genoeg.

Op een dag, ergens in de herfst, besloot de jongen dat het genoeg was geweest met het vergaan van de bladeren.

Hij besloot om elk gevallen blaadje weer aan de boom te plakken. Hij ging elke dag met een trap en touw en lijm van huis, zette de trap tegen een boom, raapte een blaadje op van de grond en bond deze met een touwtje aan de tak en lijmde deze vast.

“Hij is gek geworden!” , zeiden de mensen op de grond, en vonden het zó raar dat ze hun schouders ophaalden en doorliepen.

Als het lukte dan ving de jongen de blaadjes op, zodat ze niet op de grond vielen. Dat was het beste, dan kon hij precies het blaadje bij de juiste tak vinden.

Elke dag ging hij na dat werk terug naar zijn moeder om soep te maken. Zij was erg ziek geworden en had veel hulp nodig. Hij tilde haar weer op, maakte het bed op, legde haar er weer in, stofte de kamer, gaf de planten water en maakte soep. “Hoe is ‘t buiten?”, vroeg zij dan. “Buiten is het goed,” zei hij dan. Veel meer kon ze niet zeggen, daarvoor was ze te moe, en over huiswerk werd al heel lang niet meer gesproken.

Iedere dag ging hij van huis met de trap, ‘t touw en de lijm om de bomen te repareren, totdat hij alle blaadjes weer aan alle bomen had gedaan. Tevreden keek hij rond en dacht: “zo, jullie vergaan tenminste niet.”

Een paar maanden later was het lente, of tenminste, dat had het moeten zijn. Er kwamen geen nieuwe blaadjes aan de bomen. De mensen op straat keken omhoog en vonden het zo raar dat ze hun schouders ophaalden en doorliepen.

De jongen was niet verbaasd maar maakte zich wel zorgen om de blaadjes die nu bruin waren. Er was niets groens te vinden.

Hij was thuis soep aan het maken voor zijn moeder toen zij vroeg: “hoe is ‘t buiten?”

Hij wist niet wat hij moest zeggen en besloot haar mee naar buiten te nemen.

Eenmaal buiten wist de moeder niet wat ze zag. Overal bruine blaadjes, nergens iets groens, en mensen op straat die zich er niets van aantrokken. “het is toch ondertussen lente?”, vroeg ze, “ja”, zei hij, “heb jij dit gedaan?”, vroeg ze, “ja”, zei hij.

De moeder begon heel erg te huilen en ze sprak voorbijgangers aan.” Zien jullie niet wat jullie hebben gedaan door niets te doen? Deze jongen wilde de bomen redden, en nu is de lente verdwenen en jullie doen alsof er niets aan de hand is, kan het jullie dan niets schelen?”

De mensen op straat schrokken enorm. Ze wilden liever inderdaad ook groene blaadjes. En het kon ze toch wel wat schelen. “H.H.H…Heb je misschien wat hulp nodig?” vroeg iemand. “Ja” zei de jongen. En samen met iedereen gingen ze de bomen weer snoeien en klaarmaken voor het volgende jaar. Alle oude blaadjes eraf en ruimte maken voor de nieuwe. Alle oude takken en blaadjes in een grote emmer. Iedereen hielp mee.

De jongen keek naar de grote emmer vol blaadjes en takken. “Bomensoep” zei hij tegen zijn moeder. “Ja, bomensoep” zei zij. En de mensen op straat boden de jongen aan om hem ook thuis te helpen. De mensen vonden hem niet meer raar. Niemand haalde nog zijn schouders op en niemand liep nog door.

Bomensoep.

 

Esther Porcelijn verhalen en gedichten

kempis.nl poetry magazine

More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn: Gedicht voor het overgebleven ijsblokje

 

 foto joep eijkens

Esther Porcelijn

Gedicht voor het overgebleven ijsblokje

 

Zal ik je opeten of niet

In mijn mond nemen

En laten smelten

 

Op je kauwen tot brokjes

En de brokjes weer herkauwen

Tot je water bent

 

Doorslikken en voelen

Hoe je niet koud smaakt

Als dat had gekund

 

Je bent vergaan, drinken is valsspelen

Ik ben te laat

 

Esther Porcelijn gedichten

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Installatie Esther Porcelijn tot stadsdichter van Tilburg

foto jef van kempen

Installatie

Esther Porcelijn

tot stadsdichter van Tilburg

Op zondagmiddag 30 oktober a.s. zal afscheid worden genomen van Cees van Raak als de Tilburgse stadsdichter 2009-2011, en zal de nieuwe stadsdichter, Esther Porcelijn, worden geïnstalleerd.

De installatie wordt, zoals gebruikelijk, georganiseerd door Stichting Cools en vindt plaats in de Rode Salon van theater De NWE Vorst, Willem II straat 49. Van 12.45 uur tot ongeveer 13.05 uur is de inloop voor het installatieprogramma dat naar verwachting om 14.30 uur zal eindigen.

Het programma van de installatie zal worden gepresenteerd door oud-stadsdichter Nick J. Swarth. In hoofdlijnen omvat het programma de volgden onderdelen: Wilbert van Herwijnen, de voorzitter van de Stadsdichtercommissie, zal de keuze van de commissie voor Esther Porcelijn toelichten, en wethouder Marjo Frenk zal haar vervolgens installeren. Voorts zijn er optredens van Cees van Raak, Esther Porcelijn, en, op speciaal verzoek van laatstgenoemde, Neeltje Maria Min.

≡ Gedichten en prozateksten van Esther Porcelijn op deze website

fleursdumal.nl magazine

More in: City Poets / Stadsdichters, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn en Jasper Hupkens in “Het is mij bijna gelukt”

Wegens succes gaat de voorstelling

Het is mij bijna gelukt

in reprise!

Het is mij bijna gelukt is een voorstelling over de mythes en scepsis rondom het leven na de dood. Twee personages vechten met zichzelf en met elkaar om grip te krijgen op het hiernamaals.

De spelers en dramaturg hebben onderzoek gedaan naar bijna-dood-ervaringen en interviews gehouden met mensen die deze ervaringen hebben gehad. Zij willen wetenschap aan theater koppelen door grote onderwerpen compact te maken en thema’s, die door velen als zwaar worden gezien, licht te maken. Bij elke voorstelling zal een filosoof of wetenschapper een korte lezing geven over het desbetreffende onderwerp.

Bij de nieuwe voorstelling, vanaf begin januari met dezelfde groep, zal ook weer een wetenschapper gekoppeld worden om een lezing te geven. Theater Walhalla te Rotterdam wil de groep programmeren voor komend jaar in een drieluik.

Bij deze Esther Porcelijn en Jasper Hupkens voorstelling: Onder leiding van Fransje Christiaans hebben Het is mij bijna gelukt gemaakt. Filosoof Arthur Kok (Universiteit van Tilburg) zal de voorafgaande lezing verzorgen.

Locatie: Club-Trouw te Amsterdam op: 25,26 en 27 oktober.

Bekijk voor de kortingsactie naar dit filmpje: http://vimeo.com/30668988

Reserveren door te bellen: 020-463 77 88 of kijk op www.trouwamsterdam.nl onder het kopje “programma”, wees er snel bij, er zijn maar beperkte plaatsen!

fleursdumal.nl magazine

More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther, THEATRE


Esther Porcelijn: Verhuizing van een vrouwelijke stadsdichter

© foto joep eijkens

 

Verhuizing van een

vrouwelijke stadsdichter

 

Als het droste-effect hoogtij viert

En scheve ogen uit oude mannen puilen

Om net onder mijn rok te kijken

Wachtend op hun jeugdigheid

Heb ik toch geen medelijden.

Was ik maar één van hen,

Een rijpere oude man

onder mijn eigen rok kijkend.

 

Elke dag dat ik me verplaats is

Als een enorme verhuizing

Maar mochten mensen bang zijn

Dat ik te Amsterdams ben

Wees niet bevreesd,

Ik ben ook maar een mens.

 

We zitten allen in dezelfde carrousel.

Het ene paardje is roze en het andere paars

Maar allen in dezelfde carrousel van het droste-effect.

 

Merry Go-Merry Go

Merry Go Round

 

Misschien word ik ooit nog een echte vent.

Tot die tijd ben ik de kleinste vrouw,

of, als ik op een landkaart sta, de grootste ter wereld.

 

Het is wit en het staat in het Vondelpark..

Witte gij ut?

 

Esther Porcelijn

Esther Porcelijn is actrice, schrijfster, student filosofie en sinds augustus 2011 stadsdichter van Tilburg

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn: Binnenwereld

© foto joep eijkens

 

Binnenwereld

Kom dan bij me liefje

Kom dan bij me, liefje

Kom dan bij mij liefje.

Een dikke druppel op het raam.

Ik wil erbij, mijn vinger glijdt over het natte glas en volgt de druppel, als een slak wurmt hij voor mijn vinger uit, in bochten voegt hij zich samen met andere druppels en telkens valt hij zwaarder op de volgende druppel. Mijn vinger raakt hem bijna en ik dans met de druppel. Als ik een druppel was dan zou ik nu door hem opgegeten worden, we zouden samen langs het raam de straat op glijden. Samen in de goot, samen onder de grond, samen in een rivier en samen in de zee. Maar ik ben geen druppel, ik ben maar een vinger. En een vinger kan hij niet opeten. Ik kan hem opdrinken. Maar dan is hij niet meer bijzonder, dan is hij gewoon mij. Eeuwig buiten mijn vinger.

Onnadenkend slaat jouw hand tegen het raam. De druppel is verdwenen.

Jij hebt liever niet dat ik dans.

Jij hebt liever dat ik sta. Met mijn armen over elkaar geslagen.

Jij wacht.

Jij wacht tot ik uitbarst, tot ik gil en krijs dat je niets begrijpt, tot ik borden tegen de muur gooi en jij kan brommen. Jij bromt als je boos bent, een diepe brom die mij zegt dat je altijd beter bent. Want ik kan niet brommen.. niet zoals jij. Ik kan alleen gillen.

Pff.. met je brom.. Brrrrr.  Ja Brr ja. Om te brrraken. Bah.

Het regent buiten, en jij dweept met je gedachten. Dweept over hoe vreemdheid het meest geschikte is. Over hoe vreemdheid goor is, hoe alles precies, zo vreselijk precies uitgedacht moet worden. Nee hoor, niks geen zomaar iets, geen kant en klaar, geen over en uit en geen sla mijn pet maar af. Juist alles lekker uitdenken, uitdokteren en de heilige geest samenbrengen met de meest freudiaanse gedachte, nooit zomaar, nooit zomaar iets. Nergens toeval, nee, juist het meest ontoevallige. Het meest ontoevallige vinden in hetgeen op het puntje van je tong ligt. Niemand mag zomaar iets denken te zeggen, eerst het denken, dan het zeggen. Ik bedoel maar. Nee. Dat mag dus niet. Geen vanzelf, geen blabla, juist bleubleu. Ja, bleubleu mag wel. Maar dan alleen als je precies de b, de l en de eu onderscheidt. Altijd precies dat kleinste in dat allerkleinste idee vouwen, en dan een hoekje van je gedachte buigen om de scheur in je eigen geest.

In je fauteuil.

Ego-origami.

Oh! ik ken je precies. Ik weet wel wat je denkt.

Leer mij jou kennen. Ha!

Je bent precies zo iemand. Zo iemand die zelfs z’n onderbroeken opvouwt.

Alles glanzend wit. Om je tanden in te zetten zo wit. Ik zou je willen bijten, en je verscheuren tot alles rood is en niets meer wit. Maar je vouwt je was. In je blote billen.

Zo vreselijk nauwkeurig.

Zo vreselijk vreselijk nauwkeurig.

Oh wat zou ik je willen bijten, in je blote billen. En dan overal stukjes van je billen gooien. En jij veegt ze dan telkens weer netjes op een hoopje en lijmt de stukjes bil aan elkaar. En ik bijt je dan weer, happen en vegen, happen en vegen, happen en vegen en vegen en happen.

Maar je vouwt. Je vouwt alles op.

Je vouwt mij op, je vouwt mij op tot ik in je handpalm pas.

Je haalt mij naar je toe en kijkt mij aan met je grote blauwe ogen.

Die ogen waar ik in wil zwemmen, ik wil een sprong wagen naar je waterogen, sta op het puntje van je handpalm maar je grote vinger duwt mij om.

Ik val plat op mijn rug en je begint mij te kietelen.

Ik kronkel heen en weer als een wurm en elke keer dat ik overeind probeer te komen duw je mij weer om. Je lacht.

Ik schreeuw nog ons codewoord: “genade! genade!” Maar je kietelt door en blijft lachen.

Je geniet ervan, omdat jij het niet voelt. Jij kan ervan genieten want jij voelt het kietelen niet.

Zuchtend zak je door je knieën en spring je op. Je gooit mij in de lucht, vangt mij op en dan kijk je mij aan met je grote blauwe ogen.

Dan stop je mij in je mond en slik je mij door. Zonder te kauwen.

In je slokdarm probeer ik je te kietelen, en je lacht, je lacht nog steeds.

Ik wil je laten kotsen en kietel en knijp je in je luchtpijp. Ik schiet je in het verkeerde keelgat en je proest.

Ik zit vast tussen je neus en oren, precies in het midden.

Nu moet ik je laten huilen, er zit niets anders op.

Ik zing een liedje over een oude vrouw uit een koud land die nooit liefde heeft gekend, een oude vrouw die altijd heeft geleerd haar rug recht te houden tegenover mannen, en nu krom is en alleen.

Je begint te huilen.

Tranen met tuiten.

Het enige is.. dat je ook nog lacht, je schokt en er klinkt een hoog schel geluid.

Tuurlijk lach je. Je wist dit allang. Niets overkomt jou zomaar.

Terwijl ik in een golf van zout water naar je ogen wordt gevoerd hou ik mij nog net vast. Ik zit achter je oog en hou mij vast aan een kegeltje. Daar kan ik zwemmen, zwemmen in je waterogen.

Ik zie dat je een zakdoek pakt en jezelf dept. De voorzienigheid zelve..

Je loopt naar een café en bestelt een whisky. Aan de andere kant van de bar zit een oude vrouw, ze heeft het koud en is krom. Ze huilt ook, maar ze is dan ook heel oud.

Ga dan naar haar toe! Ga dan naar haar toe! Als je tranen laat moet je er naar leven!

Je doet niets. Je huilt in je stoel. En je lacht. Je hoge schelle geluid krijst door de leemtes in je hoofd.

Zeg dan iets tegen haar! Zeg dan iets!!

Je doet niets. Je huilt in je stoel. En je lacht.

Ik fluister je in: “weet je nog, weet je nog lieve dat je vierkanten altijd beter vond dan cirkels.”

Je stapt naar de vrouw toe en zegt: “madame, weet u dat vierkanten eigenlijk ronder zijn dan cirkels?” En dan Brom je. Weer die Brrromm….

De vrouw kijkt tevreden en knikt. Even recht ze haar rug om vervolgens weer ineen te krimpen. Ze lijkt nog krommer. Ze zegt iets over dat ze zelf ooit ook een cirkel was, althans dat ze dat dacht. Dat alles oneindig was. En later bleek dat niet zo te zijn, dat had de levenservaring haar geleerd.

Jij bromt.

Samen zitten jullie cirkels te scheuren uit vierkante bierviltjes.

Ik zing de achtergrond muziek..

“Al zijn je haren niet geperremanent.. en is het gebruik van zeep jouw onbekend, toch zou ik je voor geen ander ruiiiilen, omdat ik zoveel van je hoooouuu”

Om te kotsen. Brrrrrrraken.

Tranend van het kotsen boven de wc thuis, ik val bijna mee. Je pakt mij weer op.

Je waterogen zijn rooddoorlopen.

Eindelijk is niet alles meer wit.

Je zet mij neer op tafel, voor een Droste-blik, dan plof je in je fauteuil.

Je veegt je mond af en lacht. Zo zie je mij het liefst. Ik ben het vrouwtje dat kijkt naar het vrouwtje dat het Droste-blik vasthoudt met daarop een vrouwtje dat een Droste-blik vasthoudt.

“Lekker chocolaatje van me” roep je en je gooit stukjes gedroogde tulp naar mij.

Ik ontvouw mij voor je. Jij ontvouwt mij. Totdat ik niet meer in je handpalm pas en ik het Droste-blik omduw.

Het regent buiten.

Op de tafel zit ik, blote knieën en in jouw overhemd.

“Lekker toffeetje van me” roep je en je gooit een briefje naar mij. Een liefdesverklaring. Zomaar omdat het kan.

Je lacht.

Je lacht omdat je niet voelt van binnen hoe het voor mij voelt. Je bedoelt maar.

Nee, precies niet, je weet precies wat je doet!

De ramen zijn van binnen beslagen en ik druk met mijn neus tegen het raam, ik schrijf mijn antwoord op je liefdesverklaring.

Ik schrijf een cirkel en een vierkant en nog iets met een bepaalde vorm.

Je lacht, leunt tegen het raam en veegt mijn antwoord weg.

“Ik wil”, stamel ik, “ik wil, ik wil..”

Je wipt op, veegt mijn neus. Je wil sigaretten halen.

Tuurlijk.

Uiteraard.

Sigaretten.

Je doet de deur open

“Ik wil…” zeg ik nog net voordat je de deur dichtdoet. Zo vreselijk nauwkeurig, Oh!

Je lacht en doet de deur dicht. Je bromt. “Hm… Br…” doe je.

Brr…om te Brrrrraken.

Leer mij jou kennen! Pff..

 

Esther Porcelijn

September 2011. Geschreven voor Incubate en de Rode Kamer met het thema: Outsiders.  Esther Porcelijn is actrice, schrijfster, student filosofie en sinds augustus 2011 Stadsdichter van Tilburg.

kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn: Mijn versie van een haiku (in de periode dat ik nog niet wist wat een haiku is)

Esther Porcelijn

 

Haiku

Ik

Zit op een steen

Auw

De steen brandt

En toch

Toch

Is het min 10

 

Mijn versie van een haiku

(in de periode dat ik nog niet wist wat een haiku is)

 kempis.nl poetry magazine

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn: Moeders (naar Allen Ginsbergs’ “America”)

foto jef van kempen (k=m)

 

Esther Porcelijn

Moeders, naar Allen Ginsbergs’: “America”

Mijn moedertje

 

Mijn kleine fijne moedertje.

Mijn “2 euro 99 ammehoela” moedertje.

Mijn “afgeprijsd is ook niet duur” moedertje.

Mijn kleine grote moeder, mijn terracotta tegels, crèmekleurig, Perzisch tapijt, kwaliteit verraadt zich áltijd moedertje.

Mijn hippie vondelpark blowtje doen blote voeten zeven vriendjes vroeger moedertje.

Mijn moeder die de beste vrouwengeluiden maakt moeder: ” whooeaa. . .och. . .ho. . .ts. . .nt. . .ho. . .ach. . .whooeaa!!”

Mijn alles behalve breien, en alles behalve braaf, en álles behalve burgerlijk moeder.

Mijn eigenlijk Italiaans moedertje!

Mijn Jiddische memme!

Mijn: “‘t prikt maar een klein beetje” en ” túúrlijk past dit nog in de koffer”

en mijn ” maar hij heeft een heel goed karákter” moedertje.

Olijfbruin en auberginekleurig en geurig en altijd de lippen binnen de lijntjes gestift en nooit pretentieus en nooit strooien met kennis en onvermijdelijk smaakvol en grappen en grollen zonder te pochen en zonder weemoed denken aan vroeger.

En zo vaak gelijk, moeders, bijna toch altijd gelijk, moeders, en nu waarschijnlijk ook, moeders, ja, moeders, nee, moeders, altijd gelijk, moeders, ja goed gedaan, moeders, en goed gepoetst, moeders, ja wel gelijk, moeders.

Ik weet het, moeders, ja, moeders, ja, moeders,

moeders,

moeders,

MOEDERS,

MOEDERRRSSS!!

 

Ja, moeders? ”                                   

‘t Lijkt wel een grafrede zeg!”

Ja moeders . . . .

 

Esther Porcelijn gedicht

kempis.nl poetry magazine

Esther Porcelijn is met ingang van 28 augustus 2011 stadsdichter van Tilburg.

Meer gedichten en verhalen van Esther Porcelijn op deze website, zie:  Ξ esther porcelijn

More in: Archive O-P, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Installatie Stadsdichter Esther Porcelijn verplaatst

Installatie Stadsdichter Esther Porcelijn verplaatst !

Zoals bekend wordt elke twee jaar de nieuwe stadsdichter van Tilburg geïnstalleerd tijdens de manifestatie Boeken rond het Paleis. Dit jaar is het echter niet mogelijk om de feestelijke start van de nieuwe stadsdichter op die dag te laten plaatsvinden. Esther Porcelijn is behalve de nieuwe stadsdichter van Tilburg een verdienstelijk actrice. Momenteel speelt zij in theatervoorstelling ‘De ingebeelde zieke’ van Molière in een bewerking van theatergroep ‘De Utrechtse Spelen’. Samen met acteurs als Peter Blok, Loes Luca en Goergina Verbaan moet zij ‘s middags tijdens Boeken rond het Paleis een voorstelling spelen. In overleg met de nieuwe stadsdichter wordt een nieuwe datum bepaald.

Boeken rond het paleis Tilburg

zondag 28 augustus 2011 

Esther Porcelijn 4e van rechts

fleursdumal.nl magazine

More in: City Poets / Stadsdichters, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn: Droste-effect, de nieuwe wending

Esther Porcelijn

Droste-effect, de nieuwe wending


“Afgetrapt is het nieuwe opgedirkt”

Ik race door een tunnel, de lijnen op de weg zijn één lange streep.

De lucht fluit op een lage toon langs mijn oren. Aan de zijkanten van de tunnel zie ik borden en banieren met kreten die naar mij schreeuwen: “doe het!, ” “grijp je kans” “zo rijk als ik? ” ” kom mij halen pak me dan,” “zwart is het nieuwe wit,” ” pak me dan” ” fluit mijn deun” “kom, ik wijs je” “wees mij” “ruik naar mij” “pak me dan” ” eet mij op.”

Het ruikt naar shampoo.

PAF.

“Doe maar wat” zeg ik tegen de vrouw die mijn haren knipt.

Ik kijk in de spiegel naar mijzelf.

Een soort mopshond met een schort aan. Ondanks dat kriebelt het haar in mijn nek.

In de spiegel zit een vrouw naast mij, ze kijkt beroemd.

“thee?” vraagt de kapster.

“ja, lekker.”

In het onderste van mijn theekopje dwarrelen fractals als muggen in marmer.

Zoemend vliegen ze uit mijn kopje en rond mijn hoofd. Ze tillen mij op uit mijn stoel en nemen mij mee naar boven, boven de mensen en boven de daken, boven een vliegtuig, boven de aarde. De muggen vertellen mij moppen, hele vunzige moppen over mensen enzo, over zekerheid enzo, over waarheid ofzo. En net op het moment dat alles toch niet zo relatief lijkt te schijnen..

PAF. Een klap op mijn hoofd. Het is de kapper, ik heb nog niet betaald.

De beroemde vrouw in de spiegel ademt woorden naar mij toe, woorden als “bespottelijk” en “volk” en “kunnen ze ook niets aan doen” en nog iets over dat de geschiedenis zit altijd herhaalt. Ik zeg tegen haar dat als de geschiedenis zich weer herhaalt het zeer binnenkort weer super trendy, van nu, hét, en helemaal de najaarscollectie zal zijn om bij de onderste alleronderste laag van de bevolking te horen.

Ze gnuift. Ik heb haar op een idee gebracht. De vrouw begint te pruttelen en glijdt uit haar bontjas. Ze siddert en rochelt, er komen belletjes van haar af.

Ze is veranderd in een rups.

De beroemde vrouw die nu een rups is begint de modeblaadjes aan te vreten.

FLITS, een journalist. Flits flits flits flits flits.

“zeg, zeg, zeg mag ik even uw aandacht, heel even één vraag, ah toe ah toe één vraag.”

“u hebt zojuist de beroemde vrouw ontmoet, hoe zag ze eruit?”

“nou, beroemd..”

“ja, juist, typisch iets voor haar, altijd vernieuwend. Flitsflitsflits. En wat ging er nu door u héén op het moment dat u haar ontmoette”

“iets met muggen”

“ja, ze heeft schijnt prikkelig te zijn ja, heel goed ja, echt iets voor de najaarscollectie.

En u hebt haar toch zien veranderen zojuist? In een rups hmm, volgens de informatie. Hoe ging die transformatie?”

“best snel”

“vanwaar die kilte toch? De meeste mensen zouden het toch zien als levensveranderend om de beroemde vrouw in levende lijve zo een trendsetting transformatie te zien doorgaan? Hebt u dan geheel geen medeleven voor het lot van de beroemde vrouw?”

“nee”

“empathieloos dus, ja, geen empathie betekent dus dat u geen volwaardig mens bent. Dat beseft u toch hè?”

. . .

“wat gaat er door u heen? Kom op, wat gaat er nu door u heen? Wat gaat er door u heen?”

” u bent nu zelf ook een beetje beroemd, is dat niet fijn dan?” Wat gaat er dan door u heen bij dat besef?”

“hoe laat is het?”

Flits Flits Flitsflitsflitsflitsflitsflits door het licht van de flitsen zie ik dat de lens van de camera steeds groter lijkt te worden. Een gapend zwarte massa die op mij af komt, nog één keer gaapt het en eet mij op. Beroemd.

Hap.

Wie de dagen verraadt verraadt de dagen traag.

Moederziel alleen op een stip in het midden van een x-factor auditie.

O god o god wie wil mijn kont het meeste kussen, het liefste?

Doe maar eerst een dansje.

Terwijl er peentjes uit mijn poriën komen vallen begint de muziek. Het is een nummer dat doet denken aan een studio100/Disney melodie maar dan geproduceerd door rijke zwarte mannen die ooit lang lang geleden uit een getto kwamen. Het klinkt naar sex maar dan sex zonder mensen.

De jury deint op de maat. Achter het bureau zie ik Andy Warhol op een troon van coke zichzelf in vieren zagen en daarna in achten om zich vervolgens op stukken canvas te plakken. Naast hem zit de Mona Lisa. Ze kijkt koket/blij/treurig en draagt enkel een tangaslip om haar net gebleekte anus nog éven geheim te houden voor de tv-kijkers thuis.

Ik begin met zingen.

La. La. La.

Er komt niet meer uit.

Met elke poging om te zingen bederft mijn mond het voor mijzelf. Mijn mond wordt groter.

De jury heeft boze wenkbrauwen maar blije monden.

Bij elke ademhaal pulseert mijn mond als een kwal, groter en groter. Ik eet ze allemaal op, de 8 Warholcanvassen, en de Mona Lisa totdat ik de gehele studio heb opgegeten.

HAP.

Ik sta op straat. Naakt.

Ik sta op de snelweg.

Naakt en borstenloos.

Ik sta midden op de weg en zie de tunnel verderop.

Weer zijn er die beeldschreeuwen uit de tunnel, “eet mij” “wees mij”………

Er komen auto’s aan. Ze racen mij voorbij en raken mij telkens net niet.

Op een bus die gierend op mij afkomt ligt een vrouw op een poster in gouden bikini mij aan te staren alsof er achter haar blik meer schuil gaat dan enkel behangselplak.

Een gouden vrouw.

Haar tepel is net over een hoekje van een raamkozijn gesmeerd en even lijkt de tepel te bewegen. Nog net weet ik de tepel van de gouden vrouw te pakken en ik zweef buiten de bus. Ik kijk door het raam.

Onder het trillen van de bus beeft een snor net boven de tepel van de vrouw.

De snor blijkt bij een man te horen en er zit ook een neus bij.

De neus lijkt iets te ruiken. Onraad.

Er is onraad in de buurt. Zijn vleugels verraden de onraad.

Hij niest en er komt snot uit de neus. De man die vast zit aan de snor waaraan de neus vast zit smeert het snot met zijn snor aan het raam. Hij spelt iets.

S e l l s.  Sex Sells. De man kijkt mij boos aan en de gouden vrouw op de poster lijkt ineens niet meer zo opgewonden maar gewoon slaperig. Ik waai van de bus af en zit onder het behangselplak.

BAM

Opgewonden.

Spuitend in mijn gezicht vraagt mijn vriendje of ik het lekker vind.

“heerlijk schat, ga door, ga door, geil, ja ja ja, geil, ja.”

Terwijl ik krijsend probeer vol te houden zowel geil te lijken als geil te blijven zie ik in de reflectie van het raam mijn telefoon oplichten. Ik. Moet. Het. Weten.

Welke noodkreet aan het wereldse besef mis ik als ik er niet op inga.

“Ga door schat. Ja, lekker, lekker, ja”

JA! In een stuip schiet ik met mijn handen naar voren en duw op het knopje. (een sms)

Ja schat, ja geil ja.

PING

De popcorn is klaar.

Wegend of er nog korrels zijn. Even schudden.

Ik kom binnen op mijn eigen feest. Iedereen is prachtig, opgemaakt, hoogbehakt en dronken.

Ik breng de popcorn naar mijn bezoek.

Hier. Eten.

De hoogbehakte vrouwen eten mijn popcorn en klagen over het zout. Te zout is fout.

Ze beginnen te knetteren. Wat een feest en wat een geknetter. Vuurwerk vuurwerk!

Alle restjes popcorn slurpen ze naar binnen. Nog meer geknetter. Knal boem raak!

Ze knallen zelf als een korrel maïs. Ze spetteren uit elkaar van blijdschap.

Overal stukjes mens, pang en daar en pang en daar. Tegen het 8panelige Warholwerk.

Tegen de neo-neo-ikealamp. Tegen mij, tegen de anderen. Overal stukken mens.

Wat een knalfuif.

Huilend pruttelen ze weg tot hol gruis. Huilend.

Wèèè…

Terwijl ik mijzelf huilend in slaap twitter mis ik net de analyse over het tweede iets dat toch niets bleek te zijn.

Helaas bereikt het mij niet en zal ik in de laatste opiniepeiling tot de groep: “niet nietsers” geclassificeerd zijn.

Dat is toch iets hè?

Ben ik toch nog iemand.

Ja! Iemand!

Ik word plots wakker in mijn bed.

Blijk ik al die tijd in de realiteit te zitten!

Esther Porcelijn: Droste – effect, de nieuwe wending

fleursdumal.nl magazine

More in: Andy Warhol, Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther


Esther Porcelijn speelt in De Ingebeelde Zieke van Molière

Nieuwe Tilburgse Stadsdichter Esther Porcelijn

speelt in de voorstelling De Ingebeelde Zieke van Molière

Molières De Ingebeelde Zieke, het grote publiekssucces uit 2009, komt voor de periode van 18 augustus t/m 25 september terug in de schouwburgen van Utrecht, Rotterdam en Amsterdam. De kaartverkoop is gestart. Jos Thie, artistiek directeur van De Utrechtse Spelen, regisseert dit stuk met hoofdrollen voor Paul R. Kooij, Loes Luca en Georgina Verbaan. Pers en publiek prezen de fraaie kostuums, het ingenieuze decor en het aanstekelijke spel. De voorstelling trok een record aantal van 22000 bezoekers in 5 weken. Alle reden om deze succesvolle productie met zijn grote cast, uitbundige aankleding en live muziek, uitgevoerd door barokorkest Musica Poetica onder leiding van Jörn Boysen, opnieuw in de theaters te brengen.

De Ingebeelde Zieke speelt zich af in Parijs. De rijke, gezonde, maar angstige ingebeelde zieke Argan slijt zijn dagen met het roepen om doktoren en het klagen over hun rekeningen die steevast op de consulten volgen. In de hoop op gratis medische verzorging wil hij zijn dochter Angélique uithuwelijken aan een onaantrekkelijke jonge arts. Zijn liefhebbende verzorgster Toinette en zijn tweede echtgenote Béline hebben echter heel andere plannen. Verwarringen en hilarische verwikkelingen zijn het gevolg in deze komedie.

Jos Thie maakt van De Ingebeelde Zieke een uitbundige, muzikale theateravond. Uitgangspunt vormt de originele barokmuziek, die Marc-Antoine Charpentier op verzoek van Molière componeerde. 350 Jaar lang waren deze partituren zoek, totdat John Powell ze in de jaren ‘80 terugvond in de archieven van de Comédie Française. Opvallend genoeg zijn de muziek van Charpentier en de daarop gebaseerde tussenspelen sinds hun ontdekking nauwelijks gebruikt als basis voor een hedendaagse theaterproductie. Eigen onderzoek van Thie en zijn artistieke team wijst uit dat de muziek en de ensceneringen van de entr’actes aan de basis lagen van de originele voorstelling uit 1673.

Cast:
Paul R. Kooij
Loes Luca
Georgina Verbaan
Martijn Fischer
Peter Blok
Vincent Croiset
Peter de Jong en Karel de Rooy (Mini & Maxi)
Hans Leendertse
Lidewij Mahler
Esther Porcelijn
Thomas Cammaert
En vijftien musici van barokorkest Musica Poetica onder leiding van Jörn Boysen

Vierde van rechts: Esther Porcelijn

Stadsschouwburg Utrecht – do 18 augustus t/m za 3 september 2011
De Rotterdamse Schouwburg – di 6 september t/m zo 11 september 2011
Stadsschouwburg Amsterdam di 20 september t/m zo 25 september 2011

fleursdumal.nl magazine

More in: Porcelijn, Esther, Porcelijn, Esther, THEATRE


Older Entries »« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature