In this category:

Or see the index

All categories

  1. AFRICAN AMERICAN LITERATURE
  2. AUDIO, CINEMA, RADIO & TV
  3. DANCE & PERFORMANCE
  4. DICTIONARY OF IDEAS
  5. EXHIBITION – art, art history, photos, paintings, drawings, sculpture, ready-mades, video, performing arts, collages, gallery, etc.
  6. FICTION & NON-FICTION – books, booklovers, lit. history, biography, essays, translations, short stories, columns, literature: celtic, beat, travesty, war, dada & de stijl, drugs, dead poets
  7. FLEURSDUMAL POETRY LIBRARY – classic, modern, experimental & visual & sound poetry, poetry in translation, city poets, poetry archive, pre-raphaelites, editor's choice, etc.
  8. LITERARY NEWS & EVENTS – art & literature news, in memoriam, festivals, city-poets, writers in Residence
  9. MONTAIGNE
  10. MUSEUM OF LOST CONCEPTS – invisible poetry, conceptual writing, spurensicherung
  11. MUSEUM OF NATURAL HISTORY – department of ravens & crows, birds of prey, riding a zebra, spring, summer, autumn, winter
  12. MUSEUM OF PUBLIC PROTEST
  13. MUSIC
  14. PRESS & PUBLISHING
  15. REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS
  16. STORY ARCHIVE – olv van de veestraat, reading room, tales for fellow citizens
  17. STREET POETRY
  18. THEATRE
  19. TOMBEAU DE LA JEUNESSE – early death: writers, poets & artists who died young
  20. ULTIMATE LIBRARY – danse macabre, ex libris, grimm & co, fairy tales, art of reading, tales of mystery & imagination, sherlock holmes theatre, erotic poetry, ideal women
  21. WAR & PEACE
  22. ·




  1. Subscribe to new material: RSS

Carina van der Walt

«« Previous page · CARINA VAN DER WALT: EROTIEK IN DE POËZIE VAN EMMA CREBOLDER · Carina van der Walt: Bruidjes · Literaire Salon in’t Wevershuisje, 2014 · Carina van der Walt vertaalt Jace van de Ven · Carina van der Walt over Poetry International 2014: “Meisjes zijn het allermooist op aard” · Carina van der Walt: gedicht ‘Madiba’ · Carina van der Walt: Haïti hagedisje · Carina van der Walt: Vrouestemme oorheers digterswêreld · Carina van der Walt: Volledig volmaakte oneetbare kersies · Carina van der Walt: Luchtalarm · Carina van der Walt: laaste woorde aan Kevin Carter

CARINA VAN DER WALT: EROTIEK IN DE POËZIE VAN EMMA CREBOLDER

Emma Crebolder’s bundel Verzoenen (2014) heeft een ‘ lekker stoute’ ondertoon net als haar bundels Vallen (2010) en Vergeten (2010). Deze drie titels stralen samen een ouderdomsproblematiek uit. Zo ’n thema is echter een te voor de hand liggende gemene deler. Er zit veel meer in deze bundels, want er heerst namelijk een erotische geladenheid die je als lezer niet vanzelfsprekend verwacht. Crebolder vrijt talig bij voorkeur in de zee en met grote ogen gericht op andere levende wezens zoals een aardworm, eekhoorns, naaktslakken en chimpansees.

CREBOLDEREMMA03De verandering van naam zodra een vrouw in het huwelijk treedt is iets waar ook zij zich mee moest verzoenen als vrouw van haar tijd. Een naamsverandering is een talige en soms dramatische ingreep in het privé leven waar mannen zich weinig bij kunnen voorstellen. Crebolder verzoent zich hier heel verleidelijk mee. Ze schrijft op p.27 in Verzoenen:

Door aanhuwen werd ik verdoopt
zoals mijn moeder en haar moeder
andermans naam gingen dragen.

Ik leef met de naam, lig erop, hang
hem over mijn schouders, verleid
hem zich thuis te voelen.

Ook in Vergeten (eerste bundel in deze serie, p.13) schreef ze al:

… Wat we verloren raakten is
geen naam, het zijn bijeengedreven veren.
Er hoort een woord omheen dat zit als
een condoom, strak denk ik. Ruim voorin.

Hoe erotisch, hoe seksueel kan een naam zijn – verzoening met haar eigen naam maar ook het terugvinden van vergeten namen. Verleiding is een merkteken van Crebolder. Waar wil je een betere “pick up line” vinden dan in de volgende regel uit Vergeten (p.45)?:

Wat moet ik je geven om je aan
mij uit te lenen?

In het slot van hetzelfde gedicht zijn de chimpansees een metafoor voor haar en haar gerenommeerde metgezel als ze zich herinnert:

Later zou het vlooien beginnen
en het tuiten van de lippen.

CREBOLDEREMMA04Eerder in Vergeten beschrijft Crebolder de naaktslakken als obscene kronkeltuigen die haar Oost-Indische kers vreten. Even aards gaat het eraan toe in de jongste bundel Verzoenen. Ze schrijft dat ze bij een aardworm wil liggen om goed voor eeuwig te kunnen slapen. In de wereld van de oudjes zag ze dat een kus als een hommel tegen een raam aan vliegt. Ze roept iedereen op hun kikkervisjes te delen. Ze hoort een meerkoet blurb (een van vele neologismen in haar woordenschat), terwijl de wind in de populieren jachtig tekeer gaat. Parende eekhoorns in Vallen worden in haar ogen spookacrobaten waar alleen zij van weet, maar die ze nooit zag. Crebolder beschrijft deze onderbuik activiteiten in de dierenwereld als getuigschriften.

Dezelfde verholen onderbuik gevoelens draagt ze over op de vormen van wolken, een losgeslagen tak en zelfs op de wind in Verzoenen, p.11:

Zoals bij het verholen vrijen
de contouren wijken, dijen
de lijnen uit…

Een van de laatste gedichten in Vergeten op p. 53 is ultiem erotisch. Le petit mort dringt tijdens de climax door tot in de oogballen van het vrijende paar. De ontnuchtering is zo na aan de roes.

… We schuiven als paar in
elkaar tot de oogbol verschiet. Terwijl
het nog zacht nasneeuwt onder ons vel
ligt het juk al klaar. Misleid zijn we wel.

In alle drie de bundels zijn de laatste gedichten op pagina vijf en vijftig. Het slotgedicht in Vallen gaat ook over verleiding en vooral over de onverwachte vormen van verleiding. Dit resoneert door de bundel.

Het wordt niet neervallen
maar paarsgewijs wentelen.

Uiteindelijke is het vooral de stem van de zee die alle taalvermogens waarover Crebolder beschikt, uitdaagt. De zee is er bij eb en de zee is er bij vloed. Zwem- en waterbeelden stromen door deze bundels. In Vergeten (p.41) herinnert ze zich hoe het is om als kind in de zee te zwemmen:

De zee weet niet wat ze met ons deed.
Ze spreidt een waaier van schuim
over ons. We bewegen als kikkers
in haar.

Het is alsof de zee haar alfa en omega is. Cyclussen als getijden, geboorte en dood, dat zijn de ijkpunten van de liefde uit de zee die overgaat op het land in Verzoenen (p. 19):

Zeezout heb ik ingenomen
en watervruchten afgepeld.
In zeewier ben ik verzonken
toen langszij kleine vissen
onverstoorbaar verder zwommen.
Vanuit mijn vooronder kan ik nu
eindelijk het verre bovenlicht begroeten.

En ergens verholen zoekt nog één tentakel na haar verholen schacht. De dood kondigt zich aan op p.49. Misschien als een herinnering aan de oorsprong?

Definitief de zee in lopen
en vervluchtigen in de geliefde.

Dit gedicht doet me denken aan Ingrid Jonker die doodongelukkig in de liefde de zee inliep bij Drieankerbaai. Zij was een talentvolle Afrikaanstalige dichter en stierf voortijdig op 35-jarige leeftijd. Bij Crebolder is het echter geen wanhoopsdaad. Nee. Bij haar wordt de liefde verzoend met het zout; is liefde, is erotiek een vorm van verzilting.

…Mijn uitvaart
stel ik me soms zo voor.

…Aan scherven verwond ik me.
Ik kom. Zijn zout zal me genezen.

Niet alle erotische verwijzingen in haar laatste drie bundels zijn hiermee besproken. De liefdevolle energie en vitaliteit siddert na om haar te voeren naar weer nieuwe getijden met “de oude zee verderop” die nog steeds “in vloeiende zinnen” spreekt. Crebolder opponeert met hartstocht het contrapunt van het leven: niet een “sadder but wiser girl”, maar vrolijk ‘wiser and wetter’.

Carina van der Walt

 Carina Van der Walt: Erotiek in de poëzie van Emma Crebolder.  Fotoportret van Emma Crebolder door  Carina van der Walt (2014)

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive C-D, Archive W-X, Carina van der Walt, Crebolder, Emma, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Bruidjes

Carina van der
Walt

 

bruidjes

I

veel meer wist Jessy niet dan
haar naam met haar vinger
in het zand van de veld-
school te schrijven
toen het bloed kwam

toen nam haar moeder
haar bij de hand naar
kusasa fumbi waar
meisjes op de schouders
van zingende & dansende vrouwen
samen beginnen aan een ritueel

– het stof van hun kindertijd
bloedt maar droogt snel
& wordt voor altijd tussen
hun steeltjes weggeblazen:
alle meisjes knakken één voor één –

zo leerde ze te dansen
haar schriele heupjes
verleidelijk te zwaaien
zo haar gezichtje fraai te omlijsten
& te wiegen als een veldbloempje

deze dingen te leren
is als in een veldbrand neer te zitten
in de schroeiende schoot
van de man die haar naamloos
als sintels uitbrandt

II

het vest werd te zwaar
de rivier te koud
ze trilde werd verdrietig
& wist niet meer wanneer of hoe
de strakke explosieven te ontsteken

alleen dat zij schuldig was dat alles
de bom de domme vingers alles
haar schuld was zeiden haar broer
vader & alle ooms uit KABOEM
haar schuld zeiden ze allemaal –
méér wist zij niet op haar 10de

dit huwelijkspand van de Taliban
is geen apart verboden verhaal
maar in onschuld wist ze toch hoe
ze een op haar lijf gedicteerde
zelfmoordaanslag niet moest noteren

III

een rijk leven
kon hij haar geven
dat kan ieder zien aan de gouden
dikke klodders op zijn mouw
aan haar jurkje fraai genaaid
in goud oranje & in rood
aan de oogverblindende sierraden

zij is zijn Jodinnetje
zijn duif zijn lam
zijn narcis van Saron
zijn lelie van de dalen
wier vruchtbaarheid hij
nog wil ruiken & wil proeven
zoals van granaatappels & van bloed

hij is voor haar een vreemde
een god een zon
een man veel te dichtbij
te oud ernstig & gretig
met zijn 2 geaderde handen
als plukkers in een nog onrijpe gaard
als gieren die graaien tussen borstveertjes

eerder wist ze niet van deze in goud gehulde overdadige armoede
ze verlangt naar zand een put met helder water een losse grijze jurk
de warme zon rijpe granaatappels & ochtendduiven

 

Carina van der Walt: Bruidjes

I- Jessy, kindbruid uit Malawi; II- Spogmai uit Afganistan; & III- Rebecca uit het Rijksmuseum.

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Literaire Salon in’t Wevershuisje, 2014

Literaire Salon in’t Wevershuisje het op woensdag 20 Augustus sy tweede aflewering in Tilburg beleef. Die eerste aflewering was op 30 Junie 2013 met die Afrikaanse digteres Heilna du Plooy as hoofgas. Intussen het haar nuutste digbundel, Die stilte opgeskort (2014) by Protea Boekhuis verskyn. Die salon wens haar graag as vorige gas geluk met hierdie mooi ontwikkeling. Op die oomblik lyk dit asof hierdie privaat inisiatief een maal per jaar aangebied sal word.

Vanjaar was die hoofgas die Afrikaanse digter Charl-Pierre Naudé.

Literaire Salon in’t Wevershuisje bly getrou aan sy doel om ’n klein en intieme ontmoetingsruimte te skep ter wille van kontak en inspirasie tussen digters, kortverhaal- of kinderboekskrywers uit drie lande: Suid-Afrika, Nederland en België. Tot dusver is nog net digters uitgenooi – vanjaar ses. Tuis by Carina van der Walt en haar man, Geno Spoormans, word méér as voorlesings uit eie werk verwag. Dit is die waarderende deel. In deel twee van die program word daar van die deelnemers verwag om mekaar se werk te vertaal. Dit is die inspirerende deel. Vertalings sal deur die loop van die volgende jaar op hierdie webwerf gepubliseer word en ook in Ambrozijn – ’n Belgiese literêre blad uit Ieper.

weverhuisje201401

        Links Charl-Pierre Naudé en Carina van der Walt. Rechts, zittend, Willy Martin

In kleiner kring is die publikasie van Charl-Pierre Naudé se volgende bundel hier vooruit gevier. Al die lieflike dade (2014) sal in September by uitgewery Tafelberg verskyn. Op die oomblik werk Naudé as as een van die organisasie DAAD se beurshouers in Berlyn. Die Nederlandse gas was K. Michel uit Amsterdam. Albei die digters het gedigte voorgelees wat nog nie in bundels verskyn het nie. Van hierdie gedigte word nou vertaal.

weverhuisje201404

Die derde stadsdigter van Tilburg, Frank van Pamelen, het onderweg terug van sy nuwe uitgewer vinnig ingeval by die Literaire Salon in’t Wevershuisje om ekstra luister daaraan te verleen. Sy ervaring op die podium het na die ander digters toe deurgesyfer en het gesorg vir ’n gemoedelike stemming. Die interessante ooreenkoms tussen Naudé en Van Pamelen is dat albei op die oomblik hulle digterskap uitbrei na ’n ander genre. Naudé werk aan ‘n roman en Van Pamelen se eerste riller sal in die voorjaar van 2015 verskyn.

Digteres Emma Crebolder was vir die tweede agtereenvolgende jaar op besoek by die Literaire Salon in’t Wevershuisje. Nommer drie van haar trilogie Vergeten (2010), Vallen (2012) en nou Verzoening (2014) by uitgewery Nieuw Amsterdam word op 12 September in boekwinkel De Tribune bekend gestel in Maastricht. Uit België was die digter uit Leuven, Willy Martin, ook vir die tweede agtereen voldende jaar op besoek. Nuus vars uit die oond is dat Martin en Van der Walt pas te hore gekry het dat hulle ’n klein, maar bekende uitgewer met ’n goeie reputasie gekry het vir hulle eksperimentele duobundel. Die lang pad wat voorlê is die bevestiging van reeds beloofde borge en redaksionele afronding. Dit demp nie hulle opgewondenheid nie! Webmeester Jef van Kempen uit Tilburg was as waarnemer en as deelnemende digter ook vir ’n tweede maal teenwoordig. Alle vertalings wat voortkom uit Literaire Salon in’t Wevershuisje sal in ’n nuwe stroom publikasies op fleursdumal.nl verskyn.

weverhuisje201403

Laaste maar beslis nie die minste nie was die optrede van Cora van Lierop. As violis reis sy die wêreld rond en is pas terug uit Tsjeggië, waar sy die afgelope agt jaar ’n intensiewe tiendag kursus saam met ander simfonie orkeslede uit Europa gevolg het. Van Lierop het die Literaire Salon in’t Wevershuisje geopen met ’n Siciliaanse dans van Vivaldi. Aan die einde van de middag se eerste deel het Van Lierop en Van der Walt saam twee gedigte onder vioolbegeleiding uitgevoer: Wevershuisje saam met Drobnosti van Antonín Dvořák en Welkom saam met Romanza, ook van Antonín Dvořák.

weverhuisje201405

Dvořák was ’n Tsjeggiese komponis wat Amerika toe geëmmigreer het en lieflike miniature vol heimwee en verlange terug na sy vaderland toe gekomponeer het. Dit het die stemming van die salon pragtig saamgevat. Op 31 Augustus speel Van Lierop as simfonie-orkeslid die nuut gekomponeerde stuk Horses, a gift to mankind. Dit is gekomponeer deur Paul van Gülick na aanleiding van War Horse en die herdenking van die eerste wêreldoorlog. Die uitvoering sal in die Laurentius-kerk in Ulvenhout plaasvind.

Die Literaire Salon in’t Wevershuisje sidder van kreatiewe energie. Van der Walt en Spoormans hoop om in die toekoms hierdie salon én sy besonder inspirerende karakter in stand te kan hou.

fleursdumal.nl magazine

More in: Carina van der Walt, Charl-Pierre Naudé, Crebolder, Emma, Frank van Pamelen, Jef van Kempen, Literaire Salon in 't Wevershuisje, TRANSLATION ARCHIVE, VERTAALVRUCHT, Willy Martin


Carina van der Walt vertaalt Jace van de Ven

jacevandeven2013

Carina van der Walt

vertaalt JACE van de Ven

  Carina van der Walt vertaal Jace van de Ven2

Carina van der Walt vertaalde het gedicht:

Heel in de verte komen de ganzen

van de dichter JACE van de Ven

van de Nederlandse in de Zuid-Afrikaanse taal.

 In de serie Vertaalvrucht  (nr. 6)

    vertaalvruchtlog5

 fleursdumal.nl magazine

More in: Archive U-V, Carina van der Walt, Literaire Salon in 't Wevershuisje, Ven, Jace van de, VERTAALVRUCHT, Walt, Carina van der


Carina van der Walt over Poetry International 2014: “Meisjes zijn het allermooist op aard”

poeintern008

45ste Poetry International 2014

“Meisjes zijn het allermooist op aard”

door Carina van der Walt

2014 – 06 – 17

Woensdag 11 juni was een stralend zonnige dag in Rotterdam. Een dag voor mooie meisjes à la Raymond van het Groenewoud de Belgische zanger. Het was de eerste volle dag bij Poetry International na de Vlaggenparade en Festivalopening de vorige avond. Het dagprogramma werd uitgedeeld met een citaat van Jules Deelder als kop: Hoe langer je leeft / hoe korter het duurt. Jules is zeker het gezicht van de Rotterdamse dichterswereld als nachtburgemeester en na tien deelnames aan Poetry International tussen 1970 en 2000. Hij was ook op deze avond de gast van een programma met dezelfde titel. Daarom was het ook gepast dat de gasten bij binnenkomst direct met deze dichtregel uit zijn hand verwelkomd werden. De meerderheid van de activiteiten was gelokaliseerd in de Rotterdamse Schouwburg. In de stad waren fiets- en kunstroutes die alles te maken hadden met poëzie in de wijdste betekenis. Maar wie op een dag bezoek komt, moest keuzes maken.

In het Douw Egberts Café (DE Café) naast de tramhalte en 150 meter van de gloednieuw gerenoveerde stationshal, gingen we op het eerste programma af. Dit programma is een initiatief van Dean Bowen, die ook als gastheer optrad. De eerste twee gasten om 14:00 waren Véronique Pitollo uit Frankrijk en Antoine de Kom, VSB Poëzieprijswinnaar. We krijgen elk een hand out met een vertaling van Pitollos werk door Rokus Hofstede. Heel handig. Pitollo vertelde tijdens de introductie dat haar voorlezing niet het palet geeft van haar stijl, maar speciaal voor Poetry International geschreven is. Zij las voor uit HET MEISJE EN UTOPIEëN:

p.1

Kinderloze koningen en koninginnen krijgen aan het eind meestal een meisje.

Een meisje!

De kreet van teleurstelling weerklinkt in het hele koninkrijk. Ze zijn teleurgesteld.
Dat kind moet een belofte zijn van geschenken, voorspellingen rond de wieg, een prins en alles wat daaruit volgt. Men schat ziektes in, somt successen op.

Een levensweg, wat is dat? Grote verwachtingen in de lijnen van de hand, ja… Maar verder? Wie de slechte kaart trekt als de rollen van ‘vader, moeder, kind’ worden vergeven, zal het zich heugen.

p.2

Is ze eenmaal tot wasdom gekomen, dan stelt men zich het meisje voor aan de arm van een cavalier. Maar cavaliers gaan voorbij en meisjes blijven… het leven vliegt heen aan het stuur van een cabriolet.

(Geboren worden als meisje is een handicap die erop neerkomt dat je twee keer zo levend bent als een jongen).

p.3

Als zelfbevrijding de droom van de mensheid is, dan maakt het meisje er deel van uit.

Ze maakt deel uit van dat grote voorwaartse streven: die trage overtocht.

Voor knappe meisjes met een smalle taille is het makkelijker: volkomen onafhankelijke als ze zijn, worden ze bevoorrecht. Toch is de grond wankel voor een vurig jong ding, toch zijn de muren scheef.

Wat het meisje verklaart, zijn de gemiste treden.

De andere voegen zich bij de onbehoorlijke massa, de zusjes voor de spiegels.
Het is verbijsterend. Voor haar weerschijn grimas het lelijke wicht. Om dat ene mooie meisje te zijn tussen alle andere, moet je bedrog plegen met je spiegelbeeld.

poeintern004In een prozagedicht van veertien pagina’s vertelde Pitollo van alle ongemakken, verwachtingen en teleurstellingen van een koningsdochter. Uit het kleine publiek in DE Café merkte iemand achteraf overeenkomsten en verschillen op in het meisjesperspectief van de poëzie van Kreek Daey Ouwens. Er worden contactgegevens uitgeruild.

De tweede gast was Antoine de Kom. Hij las onder andere zijn gedichten made in honduras en hafez bashar maher voor uit de bekroonde bundel Ritmisch zonder string (2014). Op mijn vraag hoe hij zijn bezoek aan Zuid-Afrika ervoer, antwoordde hij met een lezing uit sea point:

ah tamanrasset zuidwaarts oh dood
geheel absurd ubuntu door de ander levend uwe dood
heeft hier ter hoogte van tamanrassat zijn grote voeten in het zand gelobd
en korstig ook zie ik een heel grote wrat. verder kan ik melden
dat dood luid snurkt. hij kan het niet helpen. tot diep in de nacht
zat hij te mailen en nu plagen hem talloze overlevenden
die hem slapeloos in hun sahara vrezen

klein zusje van dood is een woestijn die soms en langzaamaan sahel
wat groener wordt zodat je voeten zo te zien vanuit de hoogte hier of daar
wat nat wanneer ze aan de oever van een meer of meer rivier.
het mist. en je verwacht hem ieder ogenblik. waaraan herken
je hem? wat is zijn teken of besluit zodat hij aan je komt?
zijn zusje zwijgt. je weet nog wel: dood heeft een smoel
en wie weet is die kaaps in kaapstad
nu wordt dood toerist van alle kleuren thuis

erg druk was het tussen de vissen en heel warm toen de piloot opeens
zei: dat schip zinkt! het zinkt en daalde hij verder naar de haven
verderop. we hebben gevlogen rond de tafelberg de dichtheid van de townships
vastgesteld. na de vlekkeloze landing zagen we de waarheid onder ogen.
geen commissie die het na kan doen: dit is een verdrietig land
waar medemensen als verschrikte vogels uiteenstuiven wanneer
dood als mijn wit van deze bladzij hen te na komt

Het personage dood van dit gedicht van Antoine de Kom is “alive and well” aan de zuidpunt van Afrika. Wat kan ik erop zeggen? Behalve dat ook hierin een meisje voorkomt: het zusje van dood die zwijgt.

poeintern014

Ik ben eigenlijk gegaan voor mijn landgenoot Charl-Pierre Naudé, maar in de schouwburg van Rotterdam was hij nog nergens te zien. Tijdens de Poëziecafe met Daniël Dee (huidige stadsdichter van Rotterdam, maar geboren in Zuid-Afrika) kijk ik even bij De Huisdrukker rond. Zou Naudé ondertussen (na onze laatste ontmoeting in Maastricht) zo een grote snor hebben gekweekt? Ik stap op een man af met dezelfde postuur als Naudé en spreek hem aan. Nee, hij is de Turkse dichter Roni Margulies uit Istanbul. Hij is in NU aan de beurt bij Dee. Ik moet hem excuseren.

Zo leerde ik tijdens zijn zeer dynamische optrede over het programma A View with a Room. De initiatiefnemer is Eric Dullaert. Hij werkte samen met Poetry International. Margulies is nu zes weken “writer in residence” in Rotterdam Zuid. Hij is gefascineerd door thema’s als identiteit, migratie, grenzen, taal en onderdrukking. Hij heeft in deze tijd zeventien gedichten geschreven over het gebied rond de Maas. Voor Poetry International heeft Margulies een prachtig linnen doosje met tien van zijn zeventien gedichten samengesteld. Ik herkende de typische blik en vragen van iemand in de marge van een nieuwe samenleving. Ook Margulies heeft het over meisjes, kassa meisjes, in zijn gedicht Burcu, Yonca en Defne vertaald door Sytske Sötemann.

Burcu, Yonca en Defne

Om de dag loop ik de Dortselaan af
en koop bij Albert Hein brood en sigaretten,
en oude Franse kaas, diverse dranken,
en allerlei soorten varkensproducten.

De laatste keer zat Burcu achter de kassa,
daarvoor was het Yonca, een andere keer Defne.
Op hun kraag hebben ze allemaal een naamkaartje.
Ik zeg alleen “Dank je wel.”

Gisteren keek Burca naar de pakjes ham,
ze aarzelde, keek naar mij, twijfelde,
ten slotte was ze ervan overtuigd dat ik Turks was.
“Meneer,” zei ze, “wat u daar heeft gekocht is varken.”

“Dat weet ik,” zei ik, “Wij hebben dat niet,
daarom ben ik het gekocht. Soms heb ik er zin in.”
“Wie zijn wij?” dacht ik later,
toen ik op m’n gemak naar huis liep.

Zou Burca dat ook gedacht hebben,
toen ze me enigszins bezorgd nakeek:
“Hij is duidelijk geen Nederlander, maar
wat dan wel, is een beetje moeilijk te zeggen.”

PoeIntern Naudé & Dorsman01

Uiteindelijk was het de tijd voor de avondprogramma’s. In de Kleine Zaal kwamen vroeg ’s avonds Adam Dickinson (Canada), Alfred Schaffer (Nederland), Charl-Pierre Naudé (Zuid-Afrika) en Habib Tengour (Algerije / Frankrijk) bijeen om elk ongeveer vijftien minuten uit hun werk voor te lezen. Al snel kwam ik zeer onder de indruk van Dickinsons gedichten uit zijn bundel The Polymers. Hij combineerde literatuur en wetenschap. In zijn gedichten onderzoekt hij de structuur en het gedrag van “polymers” of grote moleculen met identieke vormen in verschillende combinaties.

Het poëziepubliek genoot van de virtuositeit van Naudé als dichter. Ze horen half bekende en half vreemde woorden in zijn voordracht; bekende verwijzingen als “Stonehenge” en onbekende verwijzingen als “samekoms-met-handradio’s”. Ik zie voor me een andere Naudé dan bijna twintig jaar geleden. Hij debuteerde toen met Die nomadiese oomblik (1995). Het was een nogal intellectualistische bundel waarvoor hij de Ingrid Jonker Prijs ontving. Hoewel de sociale en politieke toestanden in Zuid-Afrika vaak op een persoonlijk niveau een plaats in zijn gedichten krijgen, is Naudé geen activist. Hij sloot ons dagje Rotterdam af met:

Nawoord

I
Miskien, toentertyd,
was daar tafels gedek
by Stonehedge:

kliptafels
met godewette daarop
’n banket

van smeulende offerandes
wat in geplette bordjes
rondgedra is

in ’n kring van die feromone
– soos popdeuntjies
wat rook uit ’n samekoms-met-handradio’s

van die maagde.
Die windjie slinger
en neurie deur die gras,

soos borduurwerk
met some langs,

en skielik moker
die weerlig alles plat
tot op ’n verpulpte neusbrug,

tot ín die tydlose skerwe
van die erdewerk,

waar argeoloë
duisend jaar later ’n prentjie bymekaar skraap
van ene Pete Townshend,
van The Who.

II
Jy sou skaars dink dié formule
het Afrika toe gehink

oor die tydelike vlaksee –
of was die rigting andersom?

……

Dáár
sien ek die tiara,
die halfsirkel-waterval
Victoria,
wat al hoe dieper in die aarde wegsink,
en skitterend na binne kolk
sonder om iets
koninkliks en verswelgends na buite
uit te vaardig.

PoeIntern Charl-PierreNaudé02

 

Zo was het genoeg voor één dag. De ingeperkte koningsdochter “als verlengstuk van de moeder” (p. 14 in de voordracht van Pitollo eerder op de dag) groeide in Naudés voordracht onbedoeld uit tot een grandioze waterval met de naam Victoria. Mijn verstand zei nog: ga luisteren naar Jules Deelder, maar mijn beker was vol. Die dichters die op deze dag uitkwamen als de lievelingen van de pers waren Naudé en Deelder, elk met een artikel in het NRC Handelsblad. In het najaar van 2014 zal Naudés Al die lieflike dade bij Uitgeverij Tafelberg verschijnen. De laatste bundel van Deelders was Ruisch (De Bezige Bij, 2011).

Foto’s: Carina van der Walt

1 – Dichteressen Kreek Daey Ouwens en Emma Crebolder aan de zij van deelnemende dichter Antoine de Kom
2 – De Franse dichteres Veronique Pitollo in gesprek met Dean Bowen in DE Café
3 – De Turkse dichter Roni Margulies vertelt van zijn ervaringen als “writer in residence” de afgelopen zes weken in Rotterdam Zuid.
4 – Charl-Pierre Naudé en zijn vertaler Robert Dorsman.
5 – De Zuid-Afrikaanse dichter Charl-Pierre Naudé op het podium.

Carina van der Walt over Poetry International 2014

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Archive W-X, Art & Literature News, Carina van der Walt, Poetry International, TRANSLATION ARCHIVE, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: gedicht ‘Madiba’

nelsonmandela2

Madiba

 

Mohammad Ali staan kopskud-kopskud

geboë oor die bed van sy ou skermmaat

saam het hulle die fyn voetwerk van die kryt

geleer & die lees van presies die regte tyd

as swaargewigte kon hulle goed mik raak slaan

maar veral wys & strategies ontwyk

dans-dans koes vir die uitklophou van die tyd

 

Gedicht van Carina van der Walt

Naar aanleiding van het overlijden van Nelson Mandela (Madiba)

5 december 2013

 

fleursdumal.nl magazine

More in: Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Haïti hagedisje

fleursdumal 111a

 

Carina van der Walt

Haïti hagedisje

 

als een hagedisje tegen zijn schouder

grote, draaiende, heldere oogjes

stoffig kopje

ingekrompen, zwart, klein lijfje

slappe pootjes, geen geluidje

 

en hij sust haar

en zij slikt maar

stil maar lieverd

thula thula thula thandwa

 

en hij sust haar

en zij slikt maar

meisje stil maar

intombazani thula thula

 

als een levende muur onder dit wezentje straalt

hitte uit de kleine gesloten holte van zijn armen

hij klopt op het kromme rugje

streelt over het grijze kopje

zonder zelf te weten wat of wie

 

en hij sust maar

en zij slikt maar

thula thula thula thandwa

 
Carina van der Walt (1960) werd geboren in Welkom Zuid-Afrika en studeerde Nederlands en Afrikaans. In 2003 kwam zij via een uitwisselingsprogramma op de UVT voor haar master in vergelijkend poëzie (2004). Als dichteres publiceerde zij de bundel Seeverse (2000, in eigen beheer) en Woorden over Beelden  (dec. 2012, Uitgeverij Smit van 1876, Venlo). Haar Ars poetica is gepubliceerd in Literator (april 2012), een gerenommeerd Zuid-Afrikaanse literaire tijdschrift. Vier van haar gedichten waren afgelopen najaar tegelijkertijd tentoongesteld in Tilburg (Twiet Twiet) en Johannesburg (Melville Poetry Festival).  In het voorjaar van 2013 zullen van haar gedichten opgenomen worden in twee bloemlezingen in Zuid-Afrika:  Afrikaanse gedichten in Nuwe Stemme 5 en Nederlandse gedichten in Theater van de Verloren Tijd.

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Vrouestemme oorheers digterswêreld

fdm bookslit06

Carina van der Walt

Bioskets | Biography

Carina van der Walt is in Welkom gebore. In Nederland word sy reëlmatig daaraan herinner hoe spesiaal dit is om op só ’n plek ’n mens se lewe te kon begin. Haar kinderjare het sy redelik sorgvry deurgebring.

Daarna volg wydverspreid oor baie jare ’n akademiese opleiding aan die PUK, later die NWU en ook die Katolieke Universiteit van Brabant in Tilburg. Sy cum in 2004 haar M in ’n vergelykende studie tussen Afrikaanse en Nederlandse poësie. Tussendeur trou sy, word ma, hou skool, gee klas aan die NWU, word weduwee met twee klein kindertjies, en reël wyd en syd vier jaar lank ’n skrywerskompetisie vir die ATKV. SAVN-kongresreëlings in Potchefstroom (2004) en simposium-organiseerder in Tilburg (2009) pas binne haar portefeulje. Sy ontmoet Geno Spoormans tydens navorsingstyd in Nederland. Drie jaar later trou hulle. Carina verplaas begin 2007 haar lewe na Nederland. Hier skryf sy voltyds.

Die appel van haar oog is 25 en woon in Durban. Sy het hom so lief soos die sand en die branders van die see … met die intensiteit van elke volmaakte sewende golf.

Haar hart se punt is ’n 21-jarige student in Stellenbosch. Sy het haar so lief soos die sterre in die Melkweg … en die Suiderkruis wat rigting gee.

Daarom bly haar bande met Suid-Afrika sterk. Die invloed en blootstelling van verskillende Europese lande, kulture, tale en denkwyses is ’n boks Quality Street. Sy deel dit graag. Dit maak haar ’n beter Suid-Afrikaner en wêreldburger.

waltcarinavander-01

carina van der walt

 

Vrouestemme oorheers digterswêreld

Carina van der Walt

2013-02-05

Nasionale Gedigtedag 2013 het vir ’n dubbele verrassing gesorg. Op Donderdagaand 31 Januarie is Anne Vegter (54) aangekondig as die opvolger van Ramsey Nasr. Sy is die eerste vroulike Dichter des Vaderlands. Die vorige aand is Ester Naomi Perquin (33) aangekondig as die wenner van die VSB-poësieprys met haar digbundel Celinspecties. Albei hierdie stemme kom uit Rotterdam. ’n Week vroeër is die Constantijn Huygens-prys (’n oeuvreprys) toegeken aan Joke van Leeuwen. Dis nou die tyd vir die erkenning van uitsonderlike vrouestemme. 

Vegter was uiters verbaas toe sy deur Bas Kwakman, direkteur van Poetry International, gebel is met die vraag of sy vaderlandsdigter wil word: “Ik viel van mijn stoel. Echt. Het was surreëel.”

En saam het haar het omtrent driekwart van die Nederlandse poësiewêreld van hulle stoele afgetuimel, want die persepsie van Vegter se poësie is dat dit nogal onverstaanbaar is. Kreek Daey Ouwens, ’n kollega van Vegter, beskryf haar gedigte as rou en eroties. Fynproewerlesers  ken Vegter veral deur Ongekuiste versies (1994). Dis ’n bundeltjie met erotiese kortverhale. In die inleiding van haar laaste digbundel – Eiland, berg, gletsjer (2011) – staan: “Haar poëzie is heel fysiek, alles is hier lichamelijk en aanraakbaar. … We hebben het hier over erotiek die zo sterk is dat ze overal in doordringt, zeker in haar poëzie waarin ze voortdurend tot uitbarsting komt.”

Die titelgedig, “Eiland, berg, gletsjer”,begin met op elke bladsy twee lang tweereëlige sinne:

Ook als je wakker word boven een sterfgebied en je gespt kinderen vast als gordels: laat mij
eens door een raam kijken of het daar erg is, zie je er niets van want het is een diepteoorlog.

Ook als een doelwit vanaf die grond toch naar je zwaait en je verlangt naar bleke sterren
op zo’n voorhoofdje, taxie je over het oefenveldje van je grimassen en je speelt elk karakter.

                                     *

Ook als haar schacht krimpt en tembaarheid ontsnapt haar rode lassen, wakkert ze
vuur aan dat het stelsel doorwarmt en haar brille ontstolt tot ja! Optimisme, stokt ze.

Ook als haar XXL-geluksmaatje boven de grond komt ‘als een dode kompel’ (eerste tel ik
mijn vrouwen, daarna mijn dagen) weet ze weer de kleine methode van zijn handen.

Vegter se laaste twee bundels was albei genomineer vir die VSB-poësieprys, maar sy het dit nie gekry nie. Dit was Eiland, berg, gletsjer en Spamfighter (2007). Haar oeuvre is relatief klein, met vier digbundels versprei oor twintig jaar. Die stadsdigterskap van Rotterdam het ook nie na haar kant toe gegaan nie – iets waarop sy heimlik gehoop het en waarvoor sy bevoeg genoeg gevoel het. Iets groters het egter op haar gewag: Dichter des Vaderlands, 2013–2017.

y is (anders as haar voorganger, Ramsey Nasr) nie deur die publiek gekies vir hierdie uitsonderlike funksie nie. Sy is daarvoor gevra. Nadat sy herstel het van haar aanvanklike verbasing, was haar reaksie daarop bietjie droog: “Ik ben niet tegen positieve discriminatie. En er zijn veel vrouwelijke dichters, dus er was keuze genoeg.”

Nog verskille met Nasr is dat Vegter nie die podium so benut nie en dat sy waarskynlik nie politieke kommentaar gaan lewer op die Nederlandse samelewing nie. Laasgenoemde is iets waarvoor Nasr beide gerespekteer en gekruisig is. Ondanks die vermoede dat Vegter nie so ‘n groot podiumdigter soos Nasr sal wees nie, het sy haar vinger op die pols van nuwe ontwikkelinge. Haar voornemens vir haar tyd as vaderlandsdigter sluit onder andere gedigte op You Tube-filmpies en digterlike flashmops met minstens 500 mense op ’n slag in.

Die samestelling van die kommissie vir die benoeming van ’n nuwe vaderlandsdigter het die tipe digter weerspieël waarna hulle gesoek het: iemand wat veelsydig is. Die kommissie het uit ses lede bestaan uit die wêrelde van skrywers, televisie, koerant, politiek en poësiekritiek. Vegter ís veelsydig. Haar oeuvre bevat meer prosa as poësie, en selfs toneel. Haar eerste literêre toekenning was die Woutertje Pieterse-prys vir die kinderboek De dame en de neushoorn (1989). In haar oeuvre kry lesers dus die vreemde kombinasie van kinderboeke en volwasse erotiek. Maar hierdie oënskynlik onversoenbare aspekte verbind sy moeiteloos as beweer word dat haar beste werk uit ’n kinderlike blik ontstaan, met: “De gewetensvolle, volwassen blik corrigeert dat weer.”

Vegter se oeuvre het raakpunte met dié van die sestigjarige Joke van Leeuwen. Albei hierdie digteresse skryf ernstige, volwasse werk –  maar óók werk vir kinders. Volgens die jurie van die Constantijn Huygens-prys het Van Leeuwen haar nog altyd verset ten die tweedeling tussen kinderliteratuur en volwasse literatuur. Haar werk verbreek telkens hierdie grens deur met ’n kindperspektief te skryf oor ernstige sake soos byvoorbeeld geweld, mag en rassisme. Met die erkenning van twee sulke prominente digteresse  se veelsydige oeuvres en die sigbare ooreenkomste daarin, kan die noukeurige leser egter vra of alle vrouestemme dan uit ’n kinderperspektief moet kan skryf.

Beide Van Leeuwen en Vegter hou van visuele aspekte by hulle poësie. Eiland, berg, gletsjer is ook deur Vegter geïllustreer met krabbelrige sketsies. Van Leeuwen se agtergrond as grafiese ontwerper het veral gedurende haar tydperk as stadsdigter van Antwerpen konkreet in die stad tot uiting gekom.

Die jurie van die Constantijn Huygens-prys het hulle keuse vir Van Leeuwen onder andere so verwoord:

Haar werk is onconventioneel en verrassend speels. Ze schrijft over innemende wezens, kinderen en volwassenen die hun eigen eigenzinnige gang proberen te gaan. Tedere anarchie is haar handelsmerk. Ze houdt van taal en elk boek getuigt van de tover van 26 letters. Vooral in haar werk voor kinderen, maar ook in dat voor volwassenen gaan woord en beeld een vrolijk gevecht aan, of vallen in elkaars armen.

Van Leeuwen is al ’n bekende in Suid-Afrika – net soos Luuk Gruwes en Menno Wigman, wat albei genomineer was vir die VSB-poësieprys. Hulle genomineerde bundels was onderskeidelik Wijvenheide (Gruwes) en Mijn naam is Legioen (Wigman). Dit was swaar sluk vir Wigman toe Perquin met Celinspecties (2012) die prys voor sy neus weggeraap het, want hy was verreweg as die gunsteling aangekondig in die pers. Ron Rijghard het byvoorbeeld sy artikel in die NRC-Handelsblad op 25 Januarie begin met: “De VSB-Poëzieprijs 2013 moet gaan naar Mijn naam is Legioen van Menno Wigman.” Die oproep waarmee Rijghard sy artikel ook geëindig het, het egter op dowe ore geval. Die jurie roem “de verraderlijk luchtige toon en de onvoorspelbare wendingen” in Perquin se bundel.

Die ander genomineerdes was die 74-jarige HH ter Balkt en die 88-jarige Sybren Polet. Na die aankondiging het die saal gesug. Perquin se bundel is goed, maar sy is nog so jonk. Sy kan dit altyd volgende jaar of die jaar daarna wen. Kon hulle nie maar die ouer manne soos Ter Balkt (wenner van die PC Hoofd-prys in 2003) ’n kans gee nie? Rijghard redeneer selfs dat HH ter Balkt se status die VSB-poësieprys se prestige weer ’n bietjie sou kon herstel, ná die “postmoderne nonpoëzie van Jan Lauwereyns” van die vorige jaar. Die kandidate van die VSB-poësieprys 2013 het een gemene deler gehad: ’n pessimistiese blik op mens en wêreld.

In ’n breër sin was die toekenning aan Perquin se bundel net so ’n verrassingselement soos by Vegter en ook soos die werklike betekenis van die einste bundel se titel. Wat is tog die verborge vermoë van poësie om lesers by Celinspecties eerstens te laat dink aan liggaam- of plantselle? Nee, dis baie blatanter. Hierdie bundel gaan oor die inspeksies in tronkselle uit ’n tyd toe Perquin ’n tronkbewaarder was. Sy is geïnteresseerd in die kwaad. Deur haar taal kry die moordenaars elkeen ’n gloed van ’n poëet. Oor haar gedigte hang ’n skadu van geweld. Celinspecties is haar derde digbundel.

Gesprek

Op straat zegt een man in zijn telefoon nee zegt niet schreeuwt
wie denk je eigenlijk, haalt adem, ziet mij staan,
wie denk je dat je bent

met je goede manieren zogenaamd die rijke vrienden van je
met je vol geplande week je goede baan
zijn stem breekt het toestel open,

die vrouw rolt ineens over straat, half aangekleed, mascara
uitgelopen, krabbelt overeind, staat verbaasd
en hij begint weer opnieuw

wie denk je dat je bent en kijkt naar mij terwijl hij slaat,
blijft kijken tot ik roep dat is genoeg stop ze ligt
al opgerold ze doet je niks man stop

maar hij is nog niet uitgepraat en kijkt naar mij en vraagt
wie denk je blijft maar doorgaan in zijn handpalm
woorden maken, dat je bent
houdt niet meer op.

                              (Uit Celinspecties, 2012)

Met haar gedigte se donker kante en suggesties van gevaar kan Perquin se poësie as hard ervaar word, maar haar seggingskrag sorg vir balans. Sy skryf uit ’n volwasse perspektief. Daardeur onderskei die jonge Perquin haar van beide Vegter en Van Leeuwen. En daarom moet sy fyn dopgehou word.

# Lees Anne Vegter se gedig, Gebed voor iedereen

fleursdumal.nl magazine for art & literature

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Volledig volmaakte oneetbare kersies

fdm poetry04

Carina van der Walt

Volledig volmaakte oneetbare kersies

(vir Gerrit Kouwenaar)

 

hand aan hand dwaal ons

deur galery na galery

langs die Hartbeespoortdam

 

buite stuifreën dit grys

en silwer oumansbaard

nes destyds in Parys

 

’n local se gedempte kersies

kitscherig onder sand en skulp

vasgeskilder ontlok opeens

 

skerpsuur die geur van

              ’n knalrooi kersietert

              in die Champs-Élysées

 

donkersoet die likeur van

              ’n kersenbonbon

              gevoer met die mond

 

Mon Cheri

 

Uit: Nuwe Stemme 5, p.80

Carina van der Walt poetry

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: Luchtalarm

 Carina vd
Walt

 

luchtalarm

plotseling & ook niet
telkens weer opnieuw om 12 uur
stoppen mijn vingers met typen
beginnen hun tippen te prikken

een boos verschrikt geloei
boort door mijn hoofd
van dichtbij, van verder &
van alle kanten uit de stad

Ik wroet in mijn ingewanden:
met een Joods Roodkapje, vluchtend voor de SS-soldaten
met een gloeiend Viëtnamees meisje, naakt voor een napalmbom uit
met een Palestijnse jongen, onderweg naar zijn oma omgekomen in een autobomaanslag
met de onschuld van de kindsoldaten – Kadago – tot wolven getraind in de DR Congo
met Peace & Mpo & Lerato voor de kogels van de angstige heks ApartheidsAfrikaans.

de akelige aanzwellende toon stoot
een klont zuur op tegen mijn tanden
zodat ik moet slikken tegen
de krop in mijn keel

de oproep naar terug in
kelders onthoofdt me
ik word een & al lijf
oogst alleen maar angst

Ik wroet in mijn ingewanden
met een gierende aarde die haar miskende moederschap brullend terugeist:
een hongersnood in Soedan, waar een kindje eerbiedig buigt voor haar gulzige gier
een tsunamigolf, vraatzuchtig met een drijvend groepje Japanse klasgenootjes
een aardbeving, die duizenden Chinese scholiertjes 80 uren stof laat eten –
& dan, onwillig, eentje teruggeeft.

Carina van der Walt
fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, Walt, Carina van der


Carina van der Walt: laaste woorde aan Kevin Carter

kevincarter-vulture 01

photo: Kevin Carter

laaste woorde aan Kevin Carter

 

o god van grond

my uur het gekom

my dae was minder as gras

drie jaar van honger en dors

 

verlatenheid alom

sy wat my gebaar het is geslag

hy wat my verwek het is gejag

bang dag in dag uit en elke nag

 

Anyanya

slang venyn

alles pyn

alles dof

 

o god van grond

ek eet gras en stof

u engel se wraak                               

sy laaste waak                     

 

Carina van der Walt

fleursdumal.nl magazine

More in: Archive W-X, Carina van der Walt, FDM in Africa, Walt, Carina van der


« Newer Entries

Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature