Or see the index
Hillering Lotgebrand
Over de brieven van Annie M.G. Schmidt
Stel: uw blindedarm moet eruit. U gaat naar het ziekenhuis en neemt plaats op de operatietafel. De chirurg zegt tegen u: deze ingreep heeft geen geneeskundige pretenties. U zet het natuurlijk op een lopen en gaat naar een echte dokter. Maar wat doet u als u in een boek met historische documenten van een literator leest: dit boek heeft geen literair-historische pretenties? Hard weglopen misschien niet, maar mijn advies zou zijn: kritisch lezen en voorzichtig gebruiken.
Het boek waarover ik het wil hebben is Liefs van Annie. De mooiste brieven van Annie M.G. Schmidt, verschenen bij uitgeverij Querido ter gelegenheid van de honderdste verjaring van de geboortedag van de schrijfster, die leefde van 1911 tot 1995. In de inleiding van Schmidt-biografe Annejet van der Zijl staat het: ‘hoewel geprobeerd is Liefs van Annie zo zorgvuldig mogelijk samen te stellen, heeft deze bundel geen wetenschappelijke of literair-historisch pretentie. Het doel was de lezer nog een keer te verrassen, te amuseren en te ontroeren met het veelzijdige talent en de unieke persoonlijkheid van een van Nederlands grootste schrijvers.’ Dat ‘nog een keer’ snap ik niet, want ik geloof niet dat er eerder zo’n brievenboek is verschenen, maar het klopt wel dat het boek veel prachtige en interessante brieven en leuke foto’s bevat, en bovendien facsimile’s van brieven.
Een afbeelding is er bijvoorbeeld van een, op 11 december 1955 geschreven briefje aan Liesbeth en Otto Montagne. We zien een, neem ik aan, verkleinde afbeelding van een vel kladpapier, waarvan een deel is afgescheurd. De brief is met de schrijfmachine geschreven en door Schmidt met een pen ondertekend. De hoofdletter O springt. We zien dat de briefschrijfster vaak voor en na komma’s, punten en andere leestekens een aantal spaties zet. Annie schrijft ook een beetje ouderwets, naar huidige maatstaven gerekend tenminste. De brief gaat over de aanstaande kerstvisite van de ontvangers van het briefje: ‘Komen jullie dus Zaterdag? Daar rekenen we op, tenzij jullie het te lang vindt en bang bent dat je Zondagmorgen al tegen het plafond vliegt van ellende en verveling.’ We zien dus ook dat Schmidt de dagen van de week met een hoofdletter schrijft, en dat kon nog net, want de nieuwe spelling, waardoor dat niet meer moest, werd eind 1955 ingevoerd. Maar ze schrijft vooral leuke zinnen, en dat is wat deze brieven zo aantrekkelijk maakt: ‘Als jullie met de trein komen, zal Dick je met de Citroen komen halen. Als je met de helicopter komt ook.’
Van deze brief hebben we dus een facsimile, maar ook een gedrukte tekst. Hierboven citeerde ik uit de afbeelding, maar in de gedrukte tekst ziet de zin na ‘Komen jullie dus Zaterdag?’ er als volgt uit: ‘Daar rekenen we op, tenzij jullie het te lang vinden en bang zijn dat je zondagmorgen al tegen het plafond vliegen van ellende en verveling.’ Weg dus de karakteristieken die deze brief tot een document van Annie M.G. Schmidt uit de jaren vijftig maken. Ook de ‘helicopter’ moest er aan geloven: die is gemoderniseerd tot ‘helikopter’. Waarom is dit? De ‘Verantwoording’ achterin het boek legt niet uit waarom er zo fors moest worden ingegrepen. Er staat alleen: ‘Gekozen is de brieven aan de huidige spelling aan te passen.’ Maar ‘jullie het te lang vindt’ veranderen in ‘jullie het te lang vinden’ heeft niets met spelling te maken. ‘In de tekst is zo min mogelijk ingegrepen’ noemt de verantwoording dat en gaat vrolijk verder: ‘De opmaak is geüniformeerd, de interpunctie is gecorrigeerd en aangevuld waar nodig (bijvoorbeeld bij het ontbreken van een punt aan het eind van een zin, en het toevoegen van komma’s). De alinea-indeling is zoveel mogelijk gehandhaafd. Schrijf- en typefouten zijn verbeterd, evidente spelfouten zijn gecorrigeerd. De spelling van namen is gelijkgetrokken.’ Zo min mogelijk ingrepen? Maar nog altijd vele malen meer dan een uitgave met literair-historische pretenties zou doen. Want dat doet een wetenschappelijke editie: behoedzaam met de teksten van een auteur omgaan.
Ingrijpen had een redacteur overigens wel moeten doen in de kromme zinnen in de ‘Verantwoording’, zoals die tussen haakjes in het citaat hiervoor. Nog meer kroms. De manier van annotateren in dit brievenboek wordt met deze zin verklaard: ‘In de noten worden waar dat relevant geacht wordt namen van personen en hun eventuele onderlinge relaties toegelicht, alsmede namen van periodieken, gezelschappen of instanties; persoonlijke en historische gebeurtenissen.’ Wat is de functie van die puntkomma? Een duidelijk verantwoordelijke voor deze rare zinnen is overigens niet aan te wijzen. Inleidster Annejet van der Zijl heeft, zoals uit haar voorwoord blijkt, wel een hand gehad in de keuze van de brieven, maar ‘Eindselectie en annotatie waren in handen van uitgeverij Querido, samen met Flip van Duijn.’ Van Duijn is de zoon van Annie M.G. Schmidt.
Over die annotatie valt het een en ander op te merken. Prettig zijn de vele verhelderende citaten uit brieven die de selectie niet hebben gehaald. Voor een aantal voetnoten is serieus informatie gezocht, voor weer een aantal minder serieus, en voor een ander deel is er met de pet naar gegooid. Minder serieus noem ik de voetnoten die min of meer letterlijk van Wikipedia zijn overgenomen. Op p. 299 van het boek komt ‘professor Sickbock’ voor. De voetnoot hierbij in het boek: ‘Professor Joachim Sickbock is een personage uit Tom Poes, geschreven en getekend door Marten Toonder. Hij is een kwaadaardige professor en een geit.’ Wikipedia zegt: ‘Professor Joachim Sickbock is een stripfiguur uit de Nederlandse stripreeks Tom Poes, […] geschreven en getekend door Marten Toonder. Hij is een kwaadaardige professor en als dierensoort een geit.’ Behalve overgeschreven is dit feitelijk onjuist: Marten Toonder was geen geit.
Op p. 308 wordt het woord ‘hillbilly’ uitgelegd: ‘Met Hillbilly’s werden in de VS armere en lager opgeleide personen uit heuvelachtige plattelandsgebieden aangeduid.’ Wikipedia zegt: ‘Hillbilly is een pejoratieve term waarmee in de Verenigde Staten armere en lager opgeleide personen uit het Appalachengebied werden aangeduid. Later verspreidde de term zich naar een meer algemene aanduiding van arme laag opgeleide personen uit heuvelachtige plattelandsgebieden.’ Op p. 208 wordt Erich Kästner een ‘Duitse schrijver, dichter en cabaretier’ genoemd, net als op de Nederlandse Wikipedia. De Duitse versie daarvan maakt duidelijk dat de informatie daar door de Nederlandstalige wikivuller verkeerd is begrepen: Kästner schreef voor het cabaret. Wat dit soort overschrijverij aangaat: Duitse ministers worden voor dergelijke bronloze overnames de laan uitgestuurd.
Bij veel annotaties in die boek vraag ik me af: voor wie zijn ze eigenlijk geschreven? Wil ik uitgelegd krijgen dat Schmidt met ‘pliessiegent’ politieagent bedoelt? Voor wie is de voetnoot bedoeld dat de NSB een ‘omstreden rechtse’ organisatie was, die ‘in deze crisisjaren grote aanhang verwierf’? En wat moeten we, ook in de categorie nationaal-socialisme, met de mededeling dat een kennis van Schmidt Adolf Hitler beschouwde ‘als de verpersoonlijking van het fascisme dat Europa in de jaren in zijn greep kreeg’? Hebben we hier te maken met de – zelden zo toepasselijke – Jip en Janneke-toon? Denken de voetnotenmakers dat deze brieven én hun voetnoten worden gelezen door de lezertjes van Pluk van de Petteflet? Maar dan moet je die lezertjes ook uitleggen wat ‘mazout’ is en ‘double bill’ en ‘brouille’.
De voetnotenmakers vinden het relevant ons te vertellen dat Louis Davids in 1936 ‘als spil van het Nederlands amusement [gold]’, Simon Carmiggelt ‘gold destijds als een van de populairste schrijvers van Nederland’, Wim Kan en Corrie Vonk waren een ‘[i]n die jaren al heel bekende cabaretier en zijn vrouw’, Piet Muller ‘genoot enige bekendheid als redacteur van Opwaartsche Wegen’ en Adriaan Roland Holst was een ‘bekende dichter’. Bij de meeste andere mensen moet de lezer zelf uitzoeken of ze bekendheid genoten of niet. Wanneer Schmidt in Frankrijk een paardenrace bezoekt lopen daarin twee dieren van ‘Ali Khan’ mee. In de voetnoot krijgen we wel een gecorrigeerde spelling van deze Prins Aly Aga Khan geboden en het feit dat hij getrouwd was met de filmster Rita Hayworth, maar waardoor hij zelf enige bekendheid genoot wordt niet meegedeeld.
Er staan ook voetnoten in dit boek die meer vragen oproepen dan beantwoorden. Die over Els Hendrix bijvoorbeeld. Op p. 66 staat deze voetnoot: ‘Els Hendrix was een collega […]. Met haar en haar toekomstige man Dick van Dien zou Annie levenslang bevriend blijven.’ Maar op p. 189 staat: ‘Els en Dick van Dien behoorden nog steeds tot de beste vrienden van Annie’. Dat ‘nog steeds’ maakt me nieuwsgierig: wat is er dan gebeurd, en kwam het desondanks weer goed? Maar dat wordt ons niet verteld. Nog zo’n verwarrende voetnoot: in een brief aan tekenares Fiep Westendorp wordt gerefereerd aan ‘narigheid in Laren’. De uitleg is deze: ‘Margot had een huis in Laren, en er waren problemen met de bewoners, die bij haar afwezigheid de dieren in en rondom haar huis verzorgden.’ Wie Margot is en wat haar relatie is met Fiep moet je onthouden hebben uit een eerdere brief, want een nadere aanduiding of een verwijzing is er niet. Bovendien: hoe zit dat met dat huis? Margot woont blijkbaar in haar eigen huis in Laren, want ze heeft er dieren en is wel eens afwezig. Maar die dieren worden verzorgd door ‘de bewoners’. Wonen die in datzelfde huis? Vanwege die vage voetnoot wil ik het allemaal weten, hoewel het voor de brief, en dus ook voor mij, onbelangrijk is. Heldere annotatie zorgt dat de lezer tevreden is.
Twijfelachtige noten zijn er ook, en die gaan over joden en homo’s. Homo’s komen nogal eens voor in dit boek, en dan zijn het vaak vriendjes of levenspartners van Wim Sonneveld. Maar waarom moet er bij een vriend van Schmidts zoon Flip ook worden vermeld dat hij homoseksueel is, zonder dat dat een rol speelt in de brief? Omdat hij van beroep balletdanser was? Van dezelfde categorie is de typering van het warenhuis Gerzon als een joods warenhuis, terwijl dat in de betreffende brief geen enkele rol speelt. En idem de toelichting bij Shulamith Firestone: een ‘joodse, in Canada geboren, radicale feministe’. Waarom dat ‘joodse’? Omdat het zo’n duidelijk joodse naam is? (En waarom ‘in Canada geboren’? Omdat dat zo op Wikipedia staat.) Gloria Steinem is blijkbaar geen duidelijk joodse naam, want zij is in de voetnoot die aan haar gewijd is gewoon een ‘Amerikaanse feministe’, zonder vermelding van haar joodse achtergrond. Nog een joodse kwestie: in 1933 schrijft Schmidt aan haar moeder dat ze een boek van Siegfried van Praag aan het lezen is (‘een bekend joods schrijver’). ‘In de leeszaal [van de bibliotheek waar Schmidt werkt; JG] komt vaak een broer van hem, zo lelijk, net een aap en een groot mispunt erbij.’ Een zin die wat mij betreft geen enkele aanleiding geeft tot deze voetnoot: ‘Siegfried van Praag was beslist geen lelijke man. Moeten we deze opmerking duiden als “alledaags antisemitisme”? Dat was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog gemeengoed in Nederland.’ Ten eerste: Schmidt vond niet Siegfried van Praag een lelijke man en een mispunt, maar diens broer. En ten tweede: wordt Schmidt hier niet door haar zoon (want die schreef de voetnoot, neem ik aan) beschermd vanwege iets dat ze vermoedelijk niet eens bedoelde?
Voetnoten in alle soorten en maten dus: accurate, twijfelachtige, onduidelijke, gemakzuchtige. Nattevingerwerk zit er ook bij, zoals die over auto’s – en ik geef toe: dat is een persoonlijke hobby van ondergetekende. Van de voetnotenmakers duidelijk niet, maar ze doen wel alsof. De noot bij ‘eend-camionelle’ vermeldt: ‘Flip had een lichtblauwe bestel 2CV (deux-chevaux, in de volksmond “lelijk eendje”).’ Ten eerste wordt ons het merk (Citroën) van dit type onthouden, en bovendien heet zo’n ding een camionette, met t’s, niet met l’s. En een redacteur had wel een streepje tussen ‘bestel’ en ‘2CV’ mogen zetten. Schmidt schreef overigens in 1960 voor Citroën Nederland het liedje ‘Het lelijke eendje’, en dat zou ik er, zeker als ik met de Franse slag voetnoten aan het maken was, zeker bij hebben verteld. Nog meer verkeerde auto’s, nu die van Annie M. G. Schmidt zelf. Ín een brief uit 1969 vermeldt ze een rit naar haar huis in Frankrijk in een ‘Spider’. De voetnoot corrigeert deze Fiat 850 cabriolet ten onrechte in een ‘Spyder’. Drie jaar later, in 1972, is de Fiat ingeruild voor een Peugeot, en wel, zo vertelt de noot, een 306 cabriolet. Maar die kwam, zo is op Wikipedia te vinden, pas in 1994 op de markt. Het zal een 304 zijn geweest. Dit gaat, zal menigeen zeggen, over niks, dus waar maak je je druk om. Maar dan wil ik, als de regel is dat we er bij het maken van een boek met de pet naar mogen gooien als we vinden dat het over niks gaat, die regel ook in de verantwoording zien.
Azijnpisserij? Zeker. Eén voetnoot gaat zelfs over azijn. In 1950 schrijft Schmidt aan haar nieuwe levenspartner Dick van Duijn: ‘Eigenlijk moest ik in de azijn duiken’, en dat moet natuurlijk worden toegelicht. De voetnotenmakers concludeerden, zo vermoed ik, in een andere, niet-gepubliceerde brief dat het om een receptenboekje ging dat ze samen met Riek Lotgering-Hillebrand voorbereidde. (Een voetnoot over haar had, met dank aan Wikipedia, kunnen luiden: ‘Een destijds enige bekendheid genietende voedingsdeskundige.’) Maar Schmidt noemde Lotgering-Hillebrand in de niet-gepubliceerde brief blijkbaar, omdat ze haar niet kon uitstaan, schertsenderwijs ‘Hillering Lotgebrand’. En de voetnoot en het register noemen deze dame dus: ‘Hillering Lotgebrand’. Geen belletje ging rinkelen bij de voetnotenmakers, geen azijnpisser in de buurt om onraad te ruiken.
Maar het zijn prachtige brieven.
Jan Gielkens
fleursdumal.nl magazine
More in: Annie M.G. Schmidt, Archive S-T, Jan Gielkens, The talk of the town
Harry Muskee, 10 juni 1941 – 26 september 2011
Cuby in concert
De zaal lacht, bruist, suist, op en top hot
verwachtingsvol wachtend op de blues
die weldra ontspruit aan loden strot
van mister blues Cuby Blizzard himself
aren’t we ready to dwell in his hell.
Stem is brul, loeit, beukt zich een weg
naar binnen, niemand ontkomt ook al
zou men nog ergens willen ontkomen
achter de storm ontwaart men nog net
rotsvaste Harry, black t-shirt, black pet.
Diep in het duister zoekt Erwin’s gitaar
gierend, tierend, klierend naar de climax
maar steeds als men denkt dat die komt
dan komt het nog niet, teveel verdriet, zijn
klagende, jagende snaren vinden het niet.
(c)2009 Freda Kamphuis
fleursdumal.nl magazine
More in: In Memoriam, Kamphuis, Freda
Dutch politics
Een Beschouwingsdag
En leuk werd het even toen Wilders ook vriendje Rutte in onvervalst brievenbuspissersjargon begon toe te spreken. De eerste dag had hij volledig gereserveerd voor bashing, vooral van de pvda, mogelijke inspiratie dus voor een eventuele opvolger van Breivik. Nou ja, Wilders is vrijgesproken van belediging en Rutte was een van de eersten om hem daarmee te feliciteren, dus dan heb je ook het volste recht op jou deel van het gezeik, om het zo maar even te formuleren. Het CDA wil niet anders meer, die hebben hun ziel, zaligheid en bestaansrecht al tijdens de formatie aan de meest biedende verkwanseld. En des s’avonds toonden Pauw en Witteman de dambrulboei die het op een schreeuwen zette toen hij de mensenmassa zag die hem de weg versperde naar z’n volgende kroeg. Vrijheid van meningsuiting was z’n verdict, tja, natuurlijk, alles mag gezegd of geschreeuwd worden, potentieel PVV kamerlid schat ik zo snel even in. De politiek commentator van het NRC vond het allemaal ontzettend leuk dat geschreeuw tijdens de dodenherdenking en als er een prijs was voor meest onbenullige uitstraling, dan zou ik hem bij deze willen voordragen voor 2011. Maar al met al was het vooral weer een echt knusse Nederlandse beschouwingsdag met te weinig drank in huis om alle gekneuter door te spoelen. Het is de hoogste tijd voor Europa.
Melseke
fleursdumal.nl magazine
More in: Melseke, Columns, The talk of the town
Do not enter The Netherlands.
Cultural meltdown in progress
Museum of public protest
fleursdumal.nl magazine
More in: MUSEUM OF PUBLIC PROTEST, The talk of the town
Gedichtendag 2012
donderdag 26 januari 2012
Thema 2012
Stroom is ritme, flow, een vloeiende en ongrijpbare beweging van A naar B, dankzij een teveel aan de ene of een tekort aan de andere kant. Stromen kunnen uit woorden bestaan, uit lading, gedachten, uit informatie, stoffen of dingen. Stromen verbinden plekken op deze wereld en brengen mensen bij elkaar. Of juist niet. ‘Stroom’ is er altijd en overal. Daarom biedt het thema volop aanknopingspunten voor poëzieprogramma’s, wedstrijden, poëzielessen en andere Gedichtendagprojecten op donderdag 26 januari 2012.
“ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen”
Remco Campert
Voor ons dagelijks comfort vormt stroom de basis: elektrische stroom verlicht onze huizen en laat onze computers zoemen. Dankzij olie en gas hebben we het warm en drinkwater stroomt onze huizen binnen. Energiestromen gebruiken is goed, ze verspillen niet. Door groeiende ecologische aandacht weten we dat de aarde geen onuitputtelijke energiebron is. Gelukkig zijn water en wind alternatieve bronnen van energie die altijd stromen.
Stroom is meer dan luxe en comfort: het is de kernbeweging die leven mogelijk maakt. Bloed stroomt door onze aderen en voedt lichaam en geest. Met zuurstof bijvoorbeeld, door sapstromen in bomen en planten in de lucht gebracht. Ons brein stuurt ons op zijn beurt met minuscule stroompjes aan en laat uit gedachten stromen van woorden ontstaan.
Woordenstromen en gedachtestromen vloeien samen tot ideeën en principes: stromingen in artistieke, wetenschappelijke of politieke zin. Hele mensenmassa’s brengen ze op de been, of het nu om demonstraties of feestelijkheden gaat. Ze komen samen – of ze botsen.
De poëzie laaft zich aan al deze stromen. Ze drijft erop mee of gaat er met kracht tegenin. Raakt de doorgang versperd, dan loopt de druk op, met een stroomversnelling aan gedichten tot gevolg. Gedichten die de spanning bij de dichter ontladen en de batterij van de lezer opladen. Stroom inspireert. Alles stroomt.
Joke van Leeuwen schrijft Gedichtendagbundel
Bij een nieuwe Gedichtendag hoort traditiegetrouw een nieuwe Gedichtendagbundel. Die komt dit keer van de veelzijdige hand van dichter, schrijfster, illustrator en performer Joke van Leeuwen. De bundel die in grote oplage verschijnt, is op Gedichtendag voor een klein bedrag in de boekhandel te koop. Eerdere Gedichtendagbundels kwamen o.a. van Toon Tellegen, Hugo Claus, Gerrit Kouwenaar, Eva Gerlach, Judith Herzberg, Rutger Kopland en Remco Campert. De Gedichtendagbundel is een uitgave van Querido en Poetry International.
Joke van Leeuwen (Den Haag, 1952) studeerde in Antwerpen en Brussel grafische technieken aan de kunstacademie en geschiedenis aan de universiteit van Brussel. Ze is veelzijdig: ze schrijft proza voor kinderen en volwassenen, poëzie, ze is illustrator, maakt theaterprogramma’s en treedt op als performer.
Ze ontving voor haar werk vele prijzen, waaronder de Theo Thijssenprijs in 2000 voor haar kinderboeken en de C. Buddingh’-prijs voor haar dichtbundel Laatste lezers (1994). Er volgden meer bundels, zoals Vier manieren om op iemand te wachten en Wuif de mussen uit (2007). De laatste bundel werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. In 2002 publiceerde zij de roman Vrije vormen. In de bundel Hoe is ‘t staan de gedichten uit haar tijd als stadsdichter van Antwerpen verzameld. In 2010 ontving Joke van Leeuwen de prestigieuze Gouden Ganzenveer voor haar oeuvre.
≡ Meer info website gedichtendag
fleursdumal.nl magazine
More in: Literary Events, Remco Campert
Rob Riemen op Incubate
in gesprek over
fascisme
Essayist Rob Riemen zal op zaterdag 17 september tijdens het Incubate festival in gesprek gaan met schrijver Joost de Vries. Het gesprek wordt een vervolg op de lezing die Riemen gaf op het Lowlands festival in augustus, en de discussies die daarop volgden.
Rob Riemen (1962) is essayist en oprichter-directeur van het internationaal gerenommeerde en in Tilburg gevestigde Nexus Instituut. In De eeuwige terugkeer van het fascisme schetst Rob Riemen de cultuurgeschiedenis van het fascisme, en houdt de huidige Nederlandse samenleving daarmee een spiegel voor. Het hedendaags fascisme moet namelijk niet vergeleken worden met waar het twintigste-eeuwse fascisme op is uitgelopen, maar met hoe het begon.
Op het Lowlands festival hield Riemen de lezing Waarom zijn we vergeten wat belangrijk is in het leven? over onder meer het fascisme. Hij sloot zijn betoog af met een verwijzing naar Wilders die de generaal is van een groeiend leger aan domme krachten: “De strijd tegen het fascisme begint met de strijd tegen de domheid… in onszelf! Durf te denken, durf kritisch te zijn en koester de kunsten. Verzet je tegen al wat dom is en wees dapper.”
Na afloop van de Lowlands lezing vond een publiek debat plaats binnen diverse media. Wat is de cultuurgeschiedenis van het fascisme en van deze politiek? Moet een culturele organisatie zich engageren? Wat is de rol die intellectuelen en media innemen in deze discussie? In een gesprek met De Groene Amsterdammer redacteur en schrijver Joost de Vries zal Rob Riemen op het Incubate festival dieper op deze thema’s ingaan. De titel van het gesprek luidt Why Deny Fascism?
Het Tilburgse Incubate festival kiest er bewust voor om dit thema uit te lichten. “Dit jaar hebben we als thema We Are Incubate. Dat gaat over nieuwe vormen van samenwerking binnen de culturele sector. “Maar als je open bent, mag je ook wijzen op de gevolgen van uitsluiting,” aldus Joost Heijthuijsen, directielid van Incubate. “Openheid is vertrouwen en creativiteit. Geslotenheid leidt tot angst.” Ook sluit het thema goed aan bij het engagement van de optredende artiesten. Bezoekers van het festival kunnen op dezelfde dag onder andere nog naar een door Steve Ignorant, zanger en spreekbuis van legendarische anti fascistische punkband Crass, samengesteld programma gaan kijken.
Why Deny Fascism?
Rob Riemen in gesprek met Joost de Vries
Zaterdag 17 sept. van 14:00 tot 15:00 uur
Theaters Tilburg, Audaxzaal
Gratis toegang
Dit gesprek vindt plaats tijdens Incubate, een festival voor independent culture. Het heeft een breed programma met veel muziek, beeldende kunst, debat, film en hedendaagse dans. Gedreven door artistieke vernieuwing brengt Incubate meer dan 200 culturele voorlopers. Zij presenteren zich in een intieme context aan een internationaal publiek. Black metal naast free folk. Verfrissende kunst naast inspirerend debat.
Incubate 2011 is op 12 tot en met 18 september. Zie voor meer informatie kijk op de website www.incubate.org
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Fascism, LITERARY MAGAZINES, Nexus Instituut, The talk of the town
Poëziewedstrijd stad Oostende
loopt nog tot 30 september
De stad Oostende organiseert in 2011 de zevende editie van de Poëziewedstrijd. Wie een stukje poëzie voelt borrelen, kan nog tot 30 september 2011 zijn/haar gedichten insturen naar de dienst Cultuur van de Stad.
De laureaat ontvangt 2.500 euro, de tweede prijs bedraagt 1.250 euro (Prijs van de Provincie West-Vlaanderen) en de derde prijs 625 euro. Deelnemers sturen één of twee ongepubliceerde Nederlandstalige gedichten in met een maximale lengte van een A4-pagina.
De gedichten mogen per post verstuurd worden naar Poëziewedstrijd, dienst Cultuur Oostende, Stadhuis, Vindictivelaan 1, 8400 Oostende. De inzending moet bestaan uit een schutblad – dit blad wordt niet bezorgd aan de jury – met de gegevens van de deelnemer: naam – pseudoniem – geboortedatum – adres – telefoonnummer – e-mailadres. En daarbij één en/of twee gedichten, telkens op een afzonderlijk blad. Men kan ook inzenden via e-mail naar: poeziewedstrijd@oostende.be. De inzending moet dan bestaan uit een e-mailbericht – dit wordt niet bezorgd aan de jury – met de gegevens van de deelnemer: naam – pseudoniem – geboortedatum – adres – telefoonnummer – e-mailadres en één en/of twee gedichten als bijlage. Op elk gedicht moet ook het pseudoniem vermeld worden.
De jury bestaat uit Frank Decerf, Hester Knibbe, Eva Cox, Koen Stassijns, Ivo van Strijtem en Koen Vergeer. De voorzitter van de jury is Geert van Istendael. De Oostendse schepen van cultuur, Nancy Bourgoignie, is ere-voorzitter en mevrouw Martine Meire, directeur-cultuurbeleidscoördinator van Oostende is de secretaris. De jury leest alle gedichten en beraadt zich in december over de laureaten. Op de vooravond van Gedichtendag 2012, op woensdag 25 januari 2012, worden de drie winnaars bekend gemaakt. De proclamatie vindt plaats in de Bibliotheek Kris Lambert in Oostende. De dienst Cultuur geeft naar tweejaarlijkse gewoonte dan ook een rijk geïllustreerde poëziebundel uit met de gedichten van de laureaten.
Het reglement is te verkrijgen bij het Cultuurinfopunt in de Bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7, 8400 Oostende of te downloaden op www.oostendecultuurstad.be.
De Poëziewedstrijd is een organisatie van de dienst Cultuur Oostende i.s.m. de Bibliotheek Kris Lambert.
Meer info? Cultuurinfopunt Bibliotheek Kris Lambert, Wellingtonstraat 7, 8400 Oostende. Telefonisch op het nummer 059/29.51.51 of via mail cultuurinfopunt@oostende.be
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News
Afscheidsgedicht Sara Bidaoui
Op zondag 28 september, tijdens de opening van ‘Boeken rond Het Paleis, droeg Sara Bidaoui (15) haar laatste gedicht voor als Kinderstadsdichter van Tilburg. Ze schreef dit afscheidsgedicht speciaal voor haar opvolgster, Pleun Andriessen, die op 29 augustus het stokje heeft overgenomen. We wensen Sara alle goeds in haar verdere schrijfloopbaan. Want ze belooft te blijven dichten, en we hopen in de toekomst nog veel meer gedichten van haar te lezen.
Afscheid
Heb, althans dat geloof ik,
geprobeerd de straten
ieder hun eigen naam te geven
ik las de talen, verstond deels
wat de stad me te vertellen had
haar op papier zetten bleek achteraf
moeilijker dan verwacht
want ze dijde uit
gonsde en bruiste
speelde en tartte
zwierde en stond niet
stil
.
.
.
.
Ach, nu is het tijd dat ik
mijn pen en kroon overdraag
het vangen van de stad
aan iemand anders overlaat
na seizoenen vol met
dwarrelende woorden
Pleun nu laat stoeien
met het ABC
want lieve mensen
ik kap ermee
Sara Bidaoui
Tilburg, 28 augustus 2011
Meer op de website: ≡ www.kinderstadsdichter.nl
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive A-B, Bidaoui, Sara, Kinderstadsdichters / Children City Poets
… hoe Lucretia, door zich een vechthond aan te schaffen, haar aanranding voorkwam; ook genoemd Lucretia Victrix I 2006 I houtskool en potlood 150 x 100
luycks gallery tilburg
ad willemen
8 08 2011 t/m 2 10 2011
controversiële accentueringen
Op 6 april dit jaar bereikte de tussen Tilburg en Saint-Maulvis (Fr) heen en weer pendelende beeldend kunstenaar, graficus en verzamelaar Ad Willemen de respectabele leeftijd van 70 jaar. Dat betekent echter geenszins dat hij op zijn lauweren rust. Integendeel.
zonder titel I potlood I 65 x 50
…over de droom van Aurelius Augustinus, waarin Hadrianus Cornelis Lucretia belemmerde de hand aan zich zelf te slaan, en Tarquinius vertrapte I 2006 I, potlood en houtskool I 150 x 100
De tentoonstelling die van 28 augustus tot en met 1 oktober in Luycks Gallery te zien is, vormt een apotheose van zijn oeuvre tot dusver. Door hem gekoesterde thema’s als het vrouwelijk naakt en de geschiedenis van de beeldende kunsten balt hij samen in een aantal waterverfschilderingen op groot formaat. Hij gaat er de dialoog in aan met grote meesters uit het verleden zoals Piero di Cosimo, Rafael, Goya, Courbet , Picasso en Magritte. Op hoogst originele wijze citeert en approprieert hij om te komen tot een even verrassende als eigenzinnige, kortom typisch willemeneske interpretatie en verbeelding. Al even virtuoos als hij etsnaald en potlood hanteert, bedient hij zich deze keer van het penseel. Spelend met de betekenis van ‘papier peint’ tast Willemen de grenzen van de kunsten en de kunstgeschiedenis af en herdefinieert hij deze tegelijkertijd.
fleursdumal.nl magazine
More in: Ad Willemen, Art & Literature News, Erotic literature, FDM Art Gallery
30ste editie – Nacht van de Poëzie
zaterdag 17 september 2011 om 20:00
Stadsschouwburg Utrecht
In Vlaanderen was men dit jaar pas aan de vijfde toe, maar de Vredenburgse Nacht van de Poëzie beleeft dit jaar zijn dertigste editie. Deze kroonverjaardag wordt, net als vorig jaar, gevierd op locatie: in Stadsschouwburg Utrecht.
Presentatoren Ingmar Heytze en Jeroen van Merwijk bundelen voor de tweede keer hun krachten en loodsen u door de feestelijkste editie die de Nacht van Vredenburg ooit gekend heeft.
De Douwe Egbertszaal is opnieuw het domein van de belangrijkste dichters van dit moment, afgewisseld met daverende entr’actes van o.a. Blaudzun, Blaas of Glory, Mondo Leone, Zapp4 en Reinbert de Leeuw, die Liszt zal spelen.
Tijdens de jubileumeditie van De Nacht van de Poëzie staan drie overleden dichters weer heel even op het podium. De werken van M. Vasalis, Willem Wilmink en Jotie T’ Hooft – de veel te vroeg gestorven Vlaamse dichter – worden geheel in hun geest voorgedragen door respectievelijk actrice Hadwych Minis, cabaretier Herman Finkers en jonge Utrechtse dichter Daniël Vis. Van deze drie namen stond alleen Willem Wilmink eerder op De Nacht. Vasalis droeg haar werk nooit voor en Jotie T’ Hooft overleed in 1977, een paar jaar voor de eerste Nacht.
Deelnemende dichters Nacht van de Poëzie 2011
Ingmar Heytze
Jeroen van Merwijk
Chrétien Breukers
Jana Beranová
Ellen Deckwitz
Jules Deelder
Jo Govaerts
Hester Knibbe
Gerrit Komrij
Herman Finkers
Lieke Marsman
Martin Reints
K. Schippers
Rob Schouten
Vrouwkje Tuinman
e.v.a.
Slam night: In de Blauwe Zaal kunt u getuige zijn van een Poetry Slam voor nieuw talent; de kampioen van de avond zal ver na twaalven het podium van de Douwe Egbertszaal bestijgen. De beste dichters uit Nederland en België verzorgen een nacht lang excellente catering voor lichaam en geest. Kijk bij meer info naar de namen van de deelnemers aan de SLAM NIGHT.
Deelnemers SLAM NIGHT: Najiba Abdellaoui, Sven Ariaans, ACG Vianen, Nanne Nauta, Jolies Heij, Josse Kok, Nienke Esther Grooten, Marein Baas, Sander Koolwijk, Daniël Vis, Martijn den Bakker, Daan Doesborgh, Hanneke van Eijken, Jeroen Naaktgeboren, Kira Wuck, Jürgen Smit, Wibo Kosters, Peter M. van der Linden, Anne Broeksma, Simon Mulder o.v., Peter Knipmeijer, Sander Meij.
Een begerenswaardige Nachtbundel vormt het blijvend bewijs dat ook deze Nacht meer was dan een levensechte droom.
≡ Website: www.vredenburg.nl/nvdp
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News
Rob Riemen
De eeuwige terugkeer van het fascisme
In De eeuwige terugkeer van het fascisme schetst Rob Riemen de cultuurgeschiedenis van het fascisme, en houdt de huidige Nederlandse samenleving daarmee een spiegel voor. Het hedendaags fascisme moet namelijk niet vergeleken worden met waar het twintigste-eeuwse fascisme op is uitgelopen, maar met hoe het begon.
Riemen betoogt dat dit fenomeen niets anders is dan de logische politieke consequentie van een maatschappij waar wij allen verantwoordelijk voor zijn – ‘… het gevolg van politieke partijen die hun eigen gedachtegoed verloochenen, intellectuelen die een gemakzuchtig nihilisme cultiveren, universiteiten die deze naam niet waardig zijn, de geldzucht van de zakenwereld en de massamedia die liever de buikspreker van dan een kritische spiegel voor het volk zijn. Dit zijn de gecorrumpeerde elites die de geestelijke leegte cultiveren waarin het fascisme weer groot kan worden.’
Het hedendaags fascisme moet niet vergeleken worden met waar het twintigste-eeuwse fascisme op is uitgelopen, maar met hoe het begon. In De eeuwige terugkeer van het fascisme schetst Rob Riemen de cultuurgeschiedenis van die politiek en concludeert hij dat Geert Wilders en zijn beweging een logisch gevolg zijn van een nihilistische massamaatschappij waar wij allen verantwoordelijk voor zijn.
‘Geert Wilders en zijn beweging zijn het prototype van hedendaags fascisme. En daarmee zijn zij niets anders dan de logische politieke consequentie van een maatschappij waar wij allen verantwoordelijk voor zijn. Dit hedendaags fascisme is opnieuw het gevolg van politieke partijen die hun eigen gedachtegoed verloochenen, intellectuelen die een gemakzuchtig nihilisme cultiveren, universiteiten die deze naam niet waardig zijn, de geldzucht van de zakenwereld en de massa media die liever de buikspreker van dan een kritische spiegel voor het volk zijn. Dit zijn de gecorrumpeerde elites die de geestelijke leegte cultiveren waarin het fascisme weer groot kan worden.’
Uitgeverij Atlas
ISBN: 978 90 4501 8560
pagina’s: 64
prijs: € 9,95
fleursdumal.nl magazine
More in: Fascism, Nexus Instituut, REPRESSION OF WRITERS, JOURNALISTS & ARTISTS, The talk of the town
Nexus-Masterclass door
Sherry Turkle
Alone Together
Identity and Digital Culture
Amerikaanse jongeren nemen de telefoon al niet meer op. Communiceren doe je via whatsapp, twitter en Facebook. Elk nieuw bericht trekt onweerstaanbaar de aandacht. Daarom heeft iedereen nu een telefoon in zijn hand: reizigers in de trein, ouders en kinderen op het schoolplein, vrienden in het café, studenten in de collegezaal. Wat zijn de gevolgen van non-stop met elkaar verbonden zijn voor mensen persoonlijk? En voor de samenleving als geheel?
Sherry Turkle pleit voor een digitale ethiek. Hoe moet die eruitzien? Daarover wil zij tijdens de Nexus-masterclass in debat met studenten, volgens onderzoek de meest intensieve gebruikers van sociale media.
Donderdagmiddag 22 september
16:00 – 18:00 uur
Aula Tilburg University
Sherry Turkle (1948) is Abby Rockefeller Mauzé Professor of the Social Studies of Science and Technology in the Program in Science, Technology, and Society at MIT and the founder (2001) and current director of the MIT Initiative on Technology and Self. Professor Turkle received a joint doctorate in sociology and personality psychology from Harvard University and is a licensed clinical psychologist.
Professor Turkle is the author of Psychoanalytic Politics: Jacques Lacan and Freud’s French Revolution (Basic Books, 1978; MIT Press paper, 1981; second revised edition, Guilford Press, 1992); The Second Self: Computers and the Human Spirit (Simon and Schuster, 1984; Touchstone paper, 1985; second revised edition, MIT Press, 2005); Life on the Screen: Identity in the Age of the Internet (Simon and Schuster, 1995; Touchstone paper, 1997); and Simulation and Its Discontents (MIT Press, 2009). She is the editor of three books about things and thinking, all published by the MIT Press: Evocative Objects: Things We Think With (2007); Falling for Science: Objects in Mind (2008); and The Inner History of Devices (2008).Professor Turkle’s most recent book is Alone Together: Why We Expect More from Technology and Less from Each Other, published by Basic Books in January 2011.
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Nexus Instituut, The talk of the town
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature