Or see the index
In memoriam Rutger Kopland (1934-2012)
Dichter en schrijver Rutger Kopland is woensdag 11 juli 2012 overleden. Hij is 77 jaar geworden.
Rutger Kopland is de schrijversnaam van de psychiater R.H. van den Hoofdakker (1934). Van den Hoofdakker was hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als onderzoeker en behandelaar hield hij zich persoonlijk vooral bezig met de betekenis van de slaap en de biologische klok voor het emotionele leven van zowel gezonde als psychisch gestoorde mensen. Daarbij werkte hij ook als psychotherapeut. Behalve artikelen en hoofdstukken in wetenschappelijke tijdschriften en leerboeken schreef hij ook essays over psychiatrie in de algemene maatschappelijke context. Een aantal van deze stukken werd opgenomen in De mens als speelgoed (1995) en in Twee ambachten (2003).
Als Rutger Kopland publiceerde Van den Hoofdakker veertien gedichtenbundels. Hij debuteerde in 1966 met Onder het vee, zijn meest recente bundel is Toen ik dit zag, die verscheen in het najaar van 2008. Kopland schreef daarnaast literaire essays: Het mechaniek van de ontroering (1995) en Mooi, maar dat is het woord niet (1998). Al jaren behoort Kopland tot de meest gelezen dichters in ons land. Bloemlezingen uit zijn werk verschenen in onder meer in Engeland, Finland, Frankrijk, Ierland, Israel, Italië, Noorwegen, Polen en de Verenigde Staten; bundels in het Duits en Italiaans zijn in voorbereiding.
In 1999 en in 2001 ontving Van den Hoofdakker / Kopland eredoctoraten van respectievelijk de Universiteit voor Humanistiek en de Rijksuniversiteit Utrecht, in beide gevallen voor de combinatie van zijn verdiensten op wetenschappelijk en literair gebied. In 1988 ontving de dichter de P.C. Hooftprijs voor zijn oeuvre en de VSB Poëzieprijs 1998 voor zijn bundel Tot het ons loslaat.
In 2006 verschenen zijn Verzamelde gedichten ter markering van zijn veertigjarig dichterschap. Ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag verscheen het boekje met cd Aan het grensland. Geluiden uit het Noorden 2. In 2008 verscheen zijn recentste bundel Toen ik dit zag. Een nieuwe druk van zijn Verzamelde gedichten waarin ook deze laatste bundel opgenomen werd, verscheen in 2010.
Bron: Uitgeverij Van Oorschot
Rutger Kopland (Goor, 4 augustus 1934 – Glimmen, 11 juli 2012)
Ars moriendi
Als het zover is – laat me dan eindelijk
weten hoe je dat kan, sterven
hoe je kan weggaan, weg
zou het iets hebben van wat er in mij
gebeurt wanneer een choraal van Bach klinkt:
er welt een gevoel op, een besef van onontkoombaar
verlies maar het geeft niet, nu even niet
het heeft misschien ook iets van het zien van
een uitzicht over de bergen, die lucht en leegte
en de huiver voor de eenzaamheid die in die verte
op mij wacht, maar het geeft niet, nu even niet
af en toe is er zo’n avond dat er over de wereld
het mooiste licht valt dat er is, laat laag licht
en dat ik denk: dit was het dus
als het zover is – laat me dan eindelijk
weten hoe het is om te zeggen: ik kom
Rutger Kopland overleden
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive K-L, In Memoriam, Kopland, Rutger
Gerrit Komrij overleden
Mede namens de familie laat Uitgeverij De Bezige Bij weten dat gisteravond, na een kort ziekbed, Gerrit Komrij in Amsterdam is overleden.
We verliezen in hem een belangrijk dichter, een veelzijdig schrijver en vertaler, een groot stilist, een scherp polemist en bovenal een lieve vriend. Hij was een inspirator voor generaties dichters, schrijvers en jonge hemelbestormers, en zal dat blijven.
Gerrit Komrij (Winterswijk, 30 maart 1944) debuteerde in 1968 met de poëziebundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten, die meteen de aandacht trok door de oneigentijdse vaste vorm en de grillige humor. Hij zou zijn dichterschap altijd trouw blijven. In totaal publiceerde hij zo’n vijftien bundels, verzameld onder de titel Alle gedichten tot gisteren (2004). De bundel Boemerang had hij op zijn bureau in Portugal klaargelegd om te voltooien en zal dit najaar postuum verschijnen.
Hij was een gedreven criticus en televisierecensent, stelde een aantal spraakmakende Nederlandse en Zuid-Afrikaanse bloemlezingen samen, vertaalde veel literair werk (waaronder toneelstukken van Shakespeare) en schreef toneel, essays en romans.
In 1976 was Gerrit Komrij een jaar lang een scherp televisierecensent voor NRC Handelsblad; deze spraakmakende televisiekritieken werden in 1977 gebundeld in Horen, zien en zwijgen. Als literair recensent voelde hij zich verwant aan de tijdgeest van waarheidsvinding en sarcasme. In de jaren zeventig en tachtig maakte hij vooral naam als essayist, en schuwde in dat genre geen enkel onderwerp, van het feminisme tot aan de architectuur. Zijn venijnige stijl bleek ook hier zijn belangrijkste wapen. De essays werden gebundeld in onder meer Heremijntijd (1978), Papieren tijgers (1978), Averechts (1980), Het boze oog (1983), Humeuren en temperamenten (1989), Met het bloed dat drukinkt heet (1991), Morgen heten we allemaal Ali (2010) en Kunstwonderen (2011).
In 1980 verscheen zijn eerste (autobiografische) roman, Verwoest Arcadië. Later schreef hij de romans Over de bergen (1990), Dubbelster (1993), De klopgeest (2001), Hercules (2004) en De loopjongen (2012).
Bijzonder succesvol en invloedrijk waren zijn bloemlezingen poëzie, met name De Nederlandse poëzie van de 19de en 20ste eeuw in duizend en enige gedichten (1979) en De 21ste eeuw in 185 gedichten (2010). Eigenzinnig en hilarisch is zijn bloemlezing Kakafonie. Encyclopedie van de stront (2006).
Komrij won vele prijzen, waaronder de P.C. Hooftprijs 1993 voor zijn beschouwend proza en De Gouden Uyl 1999 voor In Liefde Bloeyende. In 2000 werd hij geëerd als doctor honoris causa aan de Universiteit van Leiden.
Van 2000 tot 2004 was hij de eerste Dichter des Vaderlands, een rol die hij met grote verve vervulde.
Gerrit Komrij woonde tot 1984 in Amsterdam. Hij verhuisde in dat jaar naar Portugal, waarover hij indrukwekkend verslag deed in Vila Pouca (2008). Het boek werd genomineerd voor de Gouden Uil 2009.
Het literaire landschap is door het tomeloze plezier en de scherpzinnigheid van Gerrit Komrij decennialang in beweging gebracht. Hij heeft het mee veranderd en hij heeft het nu verlaten. ‘Van papier zijt ge en tot papier zult ge wederkeren.’ (Uit: Da Capo, Morgen heten we allemaal Ali).
ALLES BLIJFT
Daar stond een muur die ik heb aangeraakt.
De muur werd afgebroken. Van het puin
Werd verderop een fundament gemaakt.
Ik plantte een fruitboom in mijn oude tuin.
Die werd geasfalteerd. Vijf meter diep
Houdt zich een wortelstronk nog grommend koest.
Vijf eeuwen lang desnoods. De Spaanse griep
Landt ooit op Mars omdat ik heb gehoest.
Er was een vriend aan wie ik heb geschreven,
Een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd.
Je bent een deel van alles bij je leven
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.
(uit: Luchtspiegelingen, 2001)
Amsterdam, 6 juli 2012
Persbericht Uitgeverij De Bezige Bij
Gerrit Komrij (1944-2012)
More in: Archive K-L, In Memoriam
Amputeer acrobaten.
Henk & Ingrid
http://www.henkeningrid.org/
More in: MUSEUM OF PUBLIC PROTEST, The talk of the town
Iedereen kan schilderen.
(Henk & Ingrid)
http://www.henkeningrid.org/ – (de wereld volgens Henk & Ingrid)
More in: MUSEUM OF PUBLIC PROTEST, The talk of the town
Museum De Pont Tilburg
De Witte Nacht
donderdagavond@depont voor één keer op zaterdag!
zaterdag 23 juni 2012, 17.00 – 23.00 uur
Iedereen is uitgenodigd voor de 20e verjaardag van De Pont: De Witte Nacht. Het belooft een waar Tilburgs feest te worden met een expositie van Tilburg CowBoys, muziek van Paul van Kemenade en het Muzekoor onder leiding van Peter van Meel en een speciale editie van Dichter bij de Kunst met stadsdichter Esther Porcelijn en haar collega’s Jeroen Geurts, Daan Taks, Jeroen Kant en Robert Proost. Verder zijn er rondleidingen op zaal en in de tuin (door stadsbioloog Gert Brunnink), workshops, dansoptredens, circusartiesten, singer-songwriters en Tai Chi-demonstraties. Om 17 uur wordt De Witte Nacht op feestelijke wijze geopend, aansluitend speelt Paul van Kemenade en daarna wordt de hele avond gevuld met activiteiten. En vergeet niet: dit is de laatste kans om de tentoonstelling van Ai Weiwei te bekijken!
Het museum is geopend van 11 tot 23 uur en vanaf 17 uur gratis toegankelijk. Het De Pont café, Heet Brood en de Kippenkar zorgen voor lekker eten en drinken. Singer-songwriter Janneke Peeters maakt het verblijf in het museum-cafe nog aangenamer met haar kleine, fijne, soms vieze liedjes.
Tilburg CowBoys hebben een lange geschiedenis met voorwerpen en toegevoegde waardes. Het gaat altijd over de verhalen achter de spullen: dat was het geval bij de Spullenprocessie in 2008 in de wijk Jeruzalem, of bij het Herinneringen Netwerk Brabant, Deel Mee!, tot de sterke verhalen wedstrijd in café De Worm. Voor De Pont hebben ze als Taxateurs Emotionele Waarde een mooie expositie samengesteld uit spullen die op de Meimarkt ingekocht zijn. U kunt de voorwerpen tijdens De Witte Nacht kopen, maar dan wel met de Toegevoegde Waarde van het verhaal, dat achter deze spullen ligt.
Humade: De zussen Gieke en Lotte, beiden vormgever, hebben een oude Japanse techniek aangepast om gebroken serviesgoed met hoge Emotioneel Toegevoegde Waarde weer met goud aan elkaar te lijmen. Neem tijdens De Witte Nacht uw gebroken vaas, of kop en schotel mee en doe mee met de workshop “lijm je herinnering met een gouden randje”.
Paul van Kemenade i.s.m. November Music: Een muzikale held op altsaxofoon. Zijn relatie met Tilburg is intens: Hij heeft hier gestudeerd en stond aan de wieg van Paradox. Op dit moment maakt hij o.a. deel uit van zijn eigen Paul van Kemenade quintet. In 2000 ontving Van Kemenade de prestigieuze Boy Edgar prijs voor zijn bijdrage aan de Nederlandse jazzmuziek.
Dichter bij de kunst: Stadsdichter Esther Porcelijn nodigt Daan Taks, Jeroen Geurts, Robert Proost en Jeroen Kant uit om voor een werk uit de vaste collectie van De Pont een gedicht of lied te maken. Bezie de kunst van De Pont eens door deze poëtische ogen!
Dansgroep Bach 3: Deze studenten van Fontys dansacademie brengen de dansvoorstelling ”Als de man van huis is, dansen de huisvrouwen op tafel”. Het zal u niet verbazen dat deze choreografie zich op en rondom een tafel in de tuin zal afspelen.
Muziektheater: Het Muzekoor (onder leiding van Peter van Meel) heeft speciaal voor De Witte Nacht een stuk gemaakt, De Elementen, met liederen van o.a. Arvo Pärt en Allegri. De Pont heeft dus de primeur!
Klassiek zangeres: Anita van de Kamp heeft zich laten inspireren door beeldend werk van Giuseppe Penone. Zij zingt liederen uit de Romantische periode van Bellini. Pianist Ruud Verbunt, begeleidt Anita tijdens haar optredens.
fleursdumal.nl magazine
More in: Ai Weiwei, FDM Art Gallery, The talk of the town
Ellen Deckwitz wint C. Buddingh’-prijs 2012
Dichter, performancekunstenaar en literatuurwetenschapper Ellen Deckwitz wint de C. Buddingh’-prijs 2012. De jury van de vijfentwinstigste editie van de C. Buddingh’-prijs bekroonde haar debuutbundel De steen vreest mij als het beste Nederlandstalige poëziedebuut van het afgelopen jaar. Deckwitz ontving de prijs donderdag 14 juni j.l. tijdens een spannend uitreikingsprogramma op het 43e Poetry International Festival Rotterdam. De jury noemt De steen vreest mij van Deckwitz ‘de bundel die het meest verbluft deed staan en het meest het gevoel gaf niet alleen grote kwaliteit te bekronen maar ook een grote belofte te erkennen en bevestigen.’ Ook de debuten van Max Temmerman, Michaël Vandebril en Jeroen Mettes waren genomineerd. Aan de C. Buddingh’-prijs is een bedrag van € 1.200,- verbonden.
Uit het juryrapport: ‘De steen vreest mij van Ellen Deckwitz is de hechtst gecomponeerde bundel. Een verhaallijn, die we hier niet gaan verklappen, houdt de bundel samen. Op het onheilszwangere begin volgt een uitdieping van de personages, een gezin met een ik, een broer, een moeder en een grootvader. Wanneer dan aan het eind de plot zich ontrolt, geeft die uitdieping hem zijn volle morele complexiteit mee: ‘Ik bleef nog heel lang bij/ de rand. Mijn rug jeukte, ik dacht/ nu komen vast mijn vleugels door.’
Deckwitz houdt van begin tot eind haar taal in de hand. Elk gebruikt beeld is een toevoeging. Beelden worden herhaald, waardoor ze een grotere eenheid bewerkstelligen. We zien de zoektocht van een puber naar een eigen identiteit ontsporen met een taalbeheersing die zelf tot in het laatste detail, tot in de licht kantelende typografie toe, ons als lezer op de rails houdt en ons aan het einde beloont met de nodige morele vragen.’
Hij neemt me op schoot, vertelt
over onze soort, de Hades in de aderen
die alles schoonwoedt. Het gat tussen
zijn ogen dat zich vol met inkt zuigt
dat zich sluit. Ik kruip tegen hem aan,
hij knikt, gelooft niet
dat er in een ballpointpunt
ook een kogel zit.
(Uit: De steen vreest mij)
Ellen Deckwitz (1982) studeerde Literatuur- en Cultuurwetenschap en publiceerde in onder meer Bunker Hill, Dietsche Warande & Belfort en de bloemlezing Ik ben een bijl. In 2009 kreeg ze de Meander Dichtprijs toegekend en won ze het NK Poetry Slam. Deckwitz leeft van haar schrijverschap.
De nieuwe bundel Ha, feest van Ellen Deckwitz verschijnt begin september bij Nijgh & Van Ditmar.
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, Art & Literature News, Poetry International
43e Poetry International Festival Rotterdam
12-17 juni, Schouwburg Rotterdam
“Elk woord verandert als het wordt gesproken”. Het Poetry International Festival Rotterdam is voor het 43e jaar op rij het feestelijke podium voor poëzie uit de hele wereld. De klank van de dichters live, hun gedreven, inspirerende kijk op de actualiteit, het leven en de wereld, de kracht en de schoonheid van de taal en de ontmoeting tussen de vele wereldtalen en culturen zorgen voor een grote rijkdom aan poëzie.
Ontdek het wonder van taal:
“Elk woord verandert als het wordt gesproken” (Stanley Moss, Poetry International Festival 1995)
“Over hoe dit gedicht gaat eindigen valt vooralsnog niets te zeggen” (Matei Vis,niec, Poetry International Festival 2005)
Wanneer is poëzie af en wanneer nog niet? Net als Schuberts Unvollendete blijven ook gedichten soms onaf. Ongewild, door de voortijdige dood van de dichter bijvoorbeeld, of met opzet, via een literaire truc. Wat gebeurt er met het onvoltooide gedicht? En is onvoltooid werkelijk onvoltooid? En is het nu de dichter of de lezer die bepaalt wanneer een gedicht af is? Over deze vragen gaat het in de speciale festivalprogramma’s, o.a. aan de hand van de fragmentarisch overgeleverde gedichten van Sappho, het niet-geschreven werk van Friederike Mayröcker, de literaire ruimte van Maurice Blanchot en het laatste gedicht van Samuel Beckett.
Poetry Actief: Zelf schrijven? Hoe te lezen? Vertalen? Poetry International laat het je graag allemaal zelf doen tijdens Masterclasses Poëzie schrijven en Poëzie lezen, in vertaalworkshops, een Rengasessie en doorfluisteringen.
Language & Art Gallery Tour 2012: Sinds 2004 hebben meer dan 150 kunstenaars het poetrypubliek verrast met hun werk op het snijvlak van taal en beeldende kunst. Onder hen Joseph Kosuth, Lawrence Weiner, John Körmeling en Jenny Holzer. De Language & Art Gallery Tour neemt u de hele maand juni mee langs Rotterdamse galeries voor een tocht langs intensieve versmeltingen van taal en kunst. De officiële opening van de Tour vindt op zondag 10 juni om 11.00 uur tijdens een feestelijk ontbijt plaats in het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam.
Festival dichters: Sascha Aurora Akhtar • Vahe Arsen • Najwan Darwish • Dolores Dorantes • Ulrike Draesner • Olli Heikkonen • L.K. Holt • Hédi Kaddour • Marije Langelaar • Jan Lauwereyns • Márcio-André • Chus Pato • Tomaž Šalamun • K. Satchidanandan • K. Schippers • Ron Silliman • Karen Solie • Inuo Taguchi • Umar Timol • B. Zwaal
≡ website poetry international festival 2012
fleursdumal.nl magazine
More in: Art & Literature News, Poetry International, The talk of the town
In Memoriam Anton (Toon) Eijkens
(1920-2012)
Anton Eijkens schreef de Tilburgse historie in 1000 dichtregels
TILBURG – In het verzorgingshuis Koningsvoorde is afgelopen zaterdagochtend Antonius Maria Eijkens overleden. Toon Eijkens heeft diverse boeken op zijn naam staan en schreef ook de Tilburgse rijmkroniek die burgemeester Jan van de Mortel in 1946 bij zijn afscheid aangeboden kreeg van de Tilburgse bevolking. Het beschrijft de geschiedenis van Tilburg in duizend dichtregels.
Eijkens werd in 1920 te Tilburg geboren en volgde het gymnasium op het St. Odulphuslyceum waar hij zich al vroeg ontpopte als een jongeman met talent voor taal en muziek én als dichter. Zijn vader vond een baan voor hem bij Bureau Van Spaendonck. Het stond zijn literaire ambities niet in de weg. Onder de naam Anton Eijkens schreef hij artikelen en verhalen in de bladen Brabantia Nostra en Edele Brabant, waar hij ook in de redactie zat.
In 1946 beleefde Anton Eijkens zijn productiefste jaar. Hij publiceerde toen onder meer de verhalenbundel Rond de toren, de bloemlezing De Sprookjeshoorn en Een handvol verzen. Bovendien schreef hij samen met Jan Naaijkens het scenario en de teksten voor het massale openluchtspel Kruis en Ploeg dat in de zomer van 1946 bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NBC) opgevoerd werd in het Willem II-stadion. Kort erna werd aan burgemeester Van de Mortel het gedenkboek Rijmkroniek van Tilburg, het hart van Brabant aangeboden, een uniek in kalfsleer gebonden boek waarvan de door Eijkens geschreven tekst geheel gekalligrafeerd was door zijn zwager Kees Mandos.
Ook in de daarop volgende jaren bleef Eijkens actief als schrijver, zij het vooral van gelegenheidsliederen voor zijn collega’s en van gedenkboeken voor het bedrijfsleven en voor Bureau Van Spaendonck zelf. Daar nam hij in 1984 afscheid als secretaris van diverse werkgeversorganisaties en directeur van de Sector Secretariaten.
Toon Eijkens was getrouwd met Thea Mandos met wie hij zeven kinderen kreeg. In 1982 werd hij geridderd in de Orde van Oranje Nassau.
Anton Eijkens
(1920-2012)
Voor de Beminde
Mijn liederen zijn gering als schaamle kinderen,
die voor een aalmoes komen zingen aan je raam,
als ‘t daglicht in de straat begint te minderen
en aan de avondlucht de eerste sterren staan.
Wie zal mij in mijn schamelheid verhinderen
mijn leed en vreugd te komen zingen aan je raam?
Ik weet: jij kunt het lied van schaamle kinderen
niet zonder mildheid langs je venster laten gaan.
Ontmoeting
Ik had maar de kortste weg genomen,
een weg vol distels en woekerkruid,
want de avond viel dichter in de bomen
en de wind blies langzaam de sterren uit.
Maar aan de rand van een bloeiende tuin,
geurend van appels, pruimen en peren,
blies een bultenaar op zijn kranke bazuin;
“Kunt gij het geluk uw rug toekeren?”
Hoe vreemd: teruggaand heb ik genomen
de langste weg, langs de hoogste bomen.
Anton Eijkens: Twee gedichten
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive E-F, Eijkens, Anton, In Memoriam
Véél gekker moet het niet worden.
Voetbal: EK 2012, Oranjestraat, Goirle.
Panoramafoto Hans Hermans
fleursdumal.nl magazine
More in: Hans Hermans Photos, The talk of the town
Wij houden niet van grapjes over ons.
(Henk & Ingrid)
http://www.henkeningrid.org/ – (de wereld volgens Henk & Ingrid)
More in: MUSEUM OF PUBLIC PROTEST, The talk of the town
Joep Eijkens
In Memoriam Riet van Beurden (1926-2012)
Riet, 29 januari 2003.
Riet samen met haar ‘evacuatievriendin’ Nelleke Wiltingh herinneringen ophalend aan oorlog en bevrijding.
Riet en Adje die ze nog kende van sociaal pension Transvaalplein.
Riet bij mijn jaarlijkse boekenkraam op het Willemsplein in gesprek met dichter Jef van Kempen en fotograaf Wijnand van Lieshout.
Riet en haar buurvrouw Paula met wie ze zoveel lief en leed deelde.
Riet met Lotje 2, het onafscheidelijke poedeltje dat ze zo verwende.
Riet op haar tachtigste verjaardag.
Riet aan de wandel met Lotje 2.
Riet voor haar huis. ‘Verdorie waar blijft onze historie?’ staat er op de poster voor het raam.
Riet bij het portret van Peer de Koning, de boerenknecht die ze in Goirle ‘Pietje de Vuilik’ noemden.
Riet in haar tuin waar ze ook kippen hield.
Riet met Angelique, de vrouw van Gerrit Poels, de Broodpater.
Riet, voorjaar 2010.
Riet met 1ejaars psychologiestudenten die Tilburg verkennen.
Riet met Adje die ook ouder wordt.
Riet tijdens de reünie van oud-bewoners van De Koningswei.
Zo zouden de bijschriften kunnen luiden bij een deel van de foto’s die ik de afgelopen tien jaar bij diverse gelegenheden maakte van Riet van Beurden. Een markante Tilburgse wier naam voor altijd verbonden is met het behoud van Huize Nazareth waar ze tegenover woonde in de Nazarethstraat.
Nu ik al die foto’s waar Riet op staat terugzie, vind ik haar er zorgelijker uitzien dan ik me herinner. Misschien vond ze het niet zo leuk om op de foto te gaan. Misschien associeerde ze het op de foto gaan met ernstig kijken, serieus zijn. Bovendien had ze nu eenmaal haar momenten dat ze zich kwaad maakte en dan zag je niet de vrolijke, enthousiaste, levendige vrouw zoals ze toch op de eerste plaats in mij voortleeft.
Waar ze zich druk of kwaad om maakte? Niet op de laatste plaats om mensen die anderen het leven zuur maakten. Riet van Beurden had een groot rechtvaardigheidsgevoel en kwam altijd op voor de mensen die het minder goed getroffen hadden. ‘Ik ben zo blij dat ik sociaal voelende ouders heb gehad’, vertrouwde ze me eens toe. Ze mocht dan wel ooit gezelschapsjuffrouw zijn geweest bij een rijke dame op een kasteel, haar mooiste jaren bracht ze als vrijwilligster door tussen zwervers, junks, daklozen en alleenstaande moeders met kinderen in sociaal pension Transvaalplein.
Wijnand van Lieshout noemde haar ‘een Coba Pulskens-typeke’. Een beetje oneerbiedig? Nee hoor, zo had de Tilburgse kunstenaar het zeker niet bedoeld. Riet van Beurden had in elk geval ook het strijdbare van Tilburgs bekendste verzetsstrijdster.
Ze zal al tegen de zestig gelopen hebben toen ik voor de eerste keer kennis met haar maakte. Ik werkte toen bij het Nieuwsblad van het Zuiden (later: Brabants Dagblad) waar ik onder meer schreef over onderwerpen uit de Tilburgse geschiedenis. Nou, heemkunde en historie waren een kolfje naar Riets hand. En dat liet ze merken. Ik weet niet hoe vaak ik gebeld werd op de krant. En als je ze eenmaal aan de lijn had, was je zomaar niet van haar af. Want Riet had altijd wat meegemaakt en zat vol mooie verhalen. Ik heb haar wel eens gezegd dat ze alles eens op papier moest zetten – maar daar was het de vrouw niet naar. Ze vond het gewoon leuk om te vertellen. Dat zal ik, denk ik, ook het meest missen: gewoon even bij Riet langs, even op de koffie en luisteren. En lachen. Het waren nu eenmaal vaak verhalen van een lach en een traan.
Wél viel me op dat ze de laatste jaren wel eens minder vrolijk gestemd was. Natuurlijk had dat ook te maken met gezondheidsproblemen. Maar werd ze ook niet pessimistischer? Ook de vele krantenartikelen over seksueel misbruik in de katholieke kerk vielen haar zwaar. Zelfs de Fraters van Tilburg bleken erbij betrokken, nota bene van hetzelfde Huize Nazareth dat mede dankzij haar inzet gespaard was gebleven voor de slopershamer. Maar ik geloof dat ze ook wel bleef vinden dat het meeste wat de fraters gedaan hadden voor Tilburg goed was.
De laatste keer dat ik haar fotografeerde was afgelopen najaar tijdens een mooie reünie van oud-bewoners van de roemruchte volkswijk De Koningswei. Het was denk ik al geen goed teken dat ze er maar even haar gezicht liet zien.
Daarna kwam ik haar nog een paar keer tegen op straat met haar onafscheidelijk Lotje 2.
Ja, ik heb nog een paar foto’s van haar gemaakt. Maar dat was op 25 mei j.l. toen ze opgebaard lag in een rouwcentrum.
De dag erna kreeg ze een mooie uitvaartdienst in de Heikese kerk. En vond ze tenslotte een laatste rustplaats op begraafplaats St. Jan te Goirle, naast haar ouders. Het kind is weer thuis. Een mooi kind, een goed mens. Ik ben dankbaar dat ik haar mee heb mogen maken.
In dankbare herinnering aan Riet van Beurden (1926-2012)
Joep Eijkens foto’s & tekst
fleursdumal.nl magazine
More in: In Memoriam, Joep Eijkens Photos, The talk of the town
More in: The Art of Reading, The talk of the town
Thank you for reading Fleurs du Mal - magazine for art & literature