Ton van Reen: Het diepste blauw (106). Een roman als feuilleton
`Ken jij dat verhaal nog, over die koopman?’ vraagt Mels. `Het verhaal dat de juf voorlas?’
`Ik ken het nog’, zegt Tijger. `Het verhaal van de man in het zwart, die als een koopman langs de huizen ging. Als de mensen aan de deuren kwamen, lichtte hij zijn hoed, zodat ze de horentjes op zijn hoofd zagen.
Niemand durfde de duivel te weigeren iets van hem te kopen. Maar wat hij te koop aanbood, maakte hen bang. Het waren lege zakken, lege dozen en holle vaten met niks erin. Voor veel geld had je niks gekocht. De duivel verkocht alleen maar lucht. Daar betaalden de mensen voor, uit angst door hem te worden meegenomen. De duivel was de patroon van de kooplui, hun leermeester en hun voorbeeld.’
`Precies, zo ging dat verhaal’, zegt Mels. `Vroeger kende ik het vanbuiten.’
`Daarin was jij beter’, geeft Tijger toe. `Je had een open oor voor verhalen. Maar met sporten was ik beter. Ik heb vaak van je gewonnen.’
`Je kon niet tegen je verlies. Erger was dat je altijd beloond wilde worden. Mijn zakmes, mijn vulpen, jij pikte het allemaal in.’
`Kleine dingen maar. Weet je nog dat we onder de brug door voeren en Lizet op de brug stond. Weet je dat ik je bij de volgende overwinning de kousenband van Lizet had willen vragen?’
`Daar was ik nooit op ingegaan’, zegt Mels een beetje driftig. `Ik kon Lizet niet uitstaan.’
`Je kon je ogen niet van haar afhouden.’
`Hou op.’
`Ik vind het niet gek dat je met haar getrouwd bent.’
`En Thija?’
`Nu denk ik dat het ook een wedstrijd was.’
`Voor jou?’
`Ja, zeker voor mij.’
`En jij zou hebben gewonnen?’
`Ik won toch altijd alles?’
Ton van Reen: Het diepste blauw (106)
wordt vervolgd
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van