Ton van Reen: Het diepste blauw (025). Een roman als feuilleton
Voor het eerst ziet hij angst in de ogen van Tijger. Tijger, die nooit bang is. Tijger, die de zeven levens van een kat heeft. Met angst kijkt hij naar het stuur van zijn fiets, waarvan de rubberen handvatten zijn gesmolten door de blikseminslag.
Het stuur gloeit. Tijger spuwt erop. Het sist. Pas dan laat Tijger de fiets in het gras vallen. Hij voelt aan zijn oren, zijn neus. Alleen het vooruitspringende haar op zijn voorhoofd is wat geschroeid.
`Jezus, jezus’, zegt hij tien keer achter elkaar, alsof Jezus ervoor heeft gezorgd dat hij het er levend van af heeft gebracht.
`Je bent nog heel’, zegt Thija. Blij dat Tijger de inslag heeft overleefd, omarmt ze hem, drukt haar wang tegen zijn wang.
Mels weet niet wat hij moet zeggen, zo verbijsterd is hij nog door het felle licht dat op Tijgers stuur uit elkaar spatte. Verbijsterd door de angst die hij in de ogen van Tijger heeft gezien.
Ton van Reen: Het diepste blauw (025)
Een roman als feuilleton
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van