Het diepste blauw (010). Een roman van Ton van Reen
Het werk aan de daken werd altijd goed beloond, met kwartjes en dubbeltjes, met emmers fruit en zakken snoep.
Alles hadden ze altijd gedeeld met Thija. Zoals ook Thija alles met hen deelde. Wanneer haar vader thuiskwam van zijn verre reizen, kreeg ze zakken snoep: ulevellen, karamels, zoete drop.
Dat ze wat te delen had, wist hij vaak al van tevoren. Als hij ‘s avonds laat, altijd als het al donker was, een auto in de straat hoorde stoppen en een portier hoorde dichtslaan, schoot hij uit bed om een glimp van haar vader op te vangen. Altijd te laat. De voordeur was al dicht voor hij bij het raam was. Zo snel als Thija’s vader was niemand.
Ton van Reen: Het diepste blauw (010)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van