Ton van Reen: Het diepste blauw (093). Een roman als feuilleton
Als Mels door de achterdeur binnenkomt hoort hij het direct: het is te stil.
Op zijn tenen loopt hij naar de keuken. Juffrouw Fijnhout zit aan tafel, met haar hoofd op haar armen.
Het is zes uur, tijd om de klok op te winden. Is ze het vergeten? Is ze er te moe voor?
Hij gaat tegenover haar zitten en kijkt naar haar witte haar. De ene helft van haar gezicht. Haar ogen zijn dicht.
Nu pas valt hem de vreemde lucht op. Hij ziet het plasje onder haar stoel.
Kalm gaat hij naar huis.
`Er is iets met juffrouw Fijnhout’, zegt hij tegen zijn moeder.
`Ze is dood’, zegt ze. `Dat zie ik aan je gezicht.’ Ze slaat een kruis. `Dat de Here zich over haar moge ontfermen. Ze heeft een mooie plek in de hemel verdiend. Amen.’
`Ze hield van haar winkel. Denk jij dat ze in de hemel een winkeltje begint?’
`Maar of ze daar ook Hohner-muziekinstrumenten hebben? Haal je tante. We moeten juffrouw Fijnhout gaan verzorgen. En waarschuw de dokter. Ze is niet dood voordat hij het zegt.’
Mels rent naar zijn tante en brengt haar het nieuws. Nog geen vijf minuten later weet iedereen in de buurt over de dood van juffrouw Fijnhout, die zonder veel pijn is overleden. De mensen zijn tevreden. Ze heeft een zachte dood verdiend.
Ton van Reen: Het diepste blauw (093)
wordt vervolgd
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van