Ton van Reen: Het diepste blauw (090). Een roman als feuilleton
Een lange vrachtwagen van Bouwbedrijf Leon van Wijk en Zonen stopt bij de silo. Een kraan takelt bouwmateriaal uit de bak: planken, stalen stutbalken, steigermateriaal, een werkkeet en een bouwlift. Een ploegje arbeiders begint met het bouwen van de steigers.
Met gemengde gevoelens ziet Mels het aan. Als een moederkloek heeft het enorme gebouw altijd het dorp beheerst. Tot zomaar, van de ene op de andere dag, aan de werknemers werd verteld dat het bedrijf verkocht was en de productie werd gestaakt. Terwijl het toch volop winst maakte en er een paar maanden eerder nog een uitbreiding was aangekondigd. De fabriek was ten onder gegaan aan haar eigen succes en was opgekocht door de concurrentie om te worden uitgeschakeld.
De vrachtwagen van het bouwbedrijf vertrekt. De chauffeur steekt een hand op. Mels groet terug.
Even later loopt de opzichter naar het café. Hij staat stil op de brug en kijkt naar het water.
`Viswater?’
`Vroeger zat er forel in’, zegt Mels. `Als jongen heb ik er genoeg gevangen. En aal.’
`Nu niets meer?’
`Ze vangen soms baars. Een enkele snoek.’
`Kom ik zondag eens kijken. Ik gooi graag een hengeltje uit.’
Hij loopt door naar het café en komt even later naar buiten met een pakje shag.
`Wat komt er in de silo?’ vraagt Mels.
`Appartementen.’ De man rolt een sigaret. `Ze worden verkocht als exclusief.’
`Dat ding is toch niet apart?’
`Ze zeggen dat het een monument is. Een dorpsbepalend beeld. Zoiets. Hij moet blijven staan vanwege het historisch belang.’ Hij likt zijn shagje dicht. `Ze hadden er beter een bom op kunnen gooien. Hadden ze plaats gehad voor echte huizen. Mij maakt het niks uit. Wij hebben er een mooie klus aan.’
`Ik wil je wat vragen. Ik zoek iemand om een paar pannen op mijn dak te vervangen.’
`Heb je nog pannen?’
`Genoeg.’
`Ik stuur wel een mannetje. Stop hem maar wat toe. Altijd goed.’
`Dank je.’
De man loopt verder.
`Toch missen we de fabriek’, zegt Mels nog. `We waren eraan gewend. Het lawaai in de maalderij was onbeschrijflijk mooi.’
`Mooi?’
`De een vindt dit mooi, de ander dat.’
`Gelukkig dat we allemaal van andere meisjes houden,’ lacht de man, `anders bleven er veel over.’
Ton van Reen: Het diepste blauw (090)
wordt vervolgd
• fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van