Ton van Reen: Het diepste blauw (079). Een roman als feuilleton
Het schuurtje achter het huis van grootvader Rudolf is een klein oorlogsmuseum. Er staan een paar ingevette geweren van Duitsers en Engelsen. Militaire uitrustingen. Helmen. Blinkend opgepoetste koperen hulzen van granaten.
De helm van vliegenier John Wilkington heeft een apart plaatsje onder een glazen stolp. Daarnaast ligt een handgeschreven vel met de informatie die grootvader over het leven van John Wilkington bij elkaar heeft gezocht. En een carbonkopie van de getypte brief die grootvader naar Engeland heeft gestuurd, waarin hij de laatste weken van het leven van Wilkington heeft beschreven.
Daar heeft hij een dankbrief voor teruggekregen van een majoor Kirk Harlewood, die hem ook het thuisadres van Wilkington heeft gegeven. Waarna zijn schoondochter, Mels’ moeder, bij wie Wilkington in huis was geweest, een brief naar de weduwe heeft gestuurd. Met grootvaders toestemming, omdat hij zelf niet in staat was om emoties op papier te zetten.
Verder bevat het museum veel foto’s in lijstjes. Vooral kiekjes van vrolijke Engelse tommy’s, boven op tanks en in jeeps, met meisjes met opgetrokken rokken op schoot. Door al die vrolijke soldaten en glunderende meisjes lijkt de oorlog vooral op een groot feest.
Bij sommige meisjes heeft grootvader een kruisje op het voorhoofd gezet.
`Waar dient dat kruisje voor?’ vraagt Mels, die de gezichten van de meisjes bestudeert.
`Het is een brandmerk’, zegt grootvader. `Het waren meiden die met Duitse soldaten liepen en later met de tommy’s. Het betekende dat ze voor onze eigen jongens afgeschreven waren. Maar ze trouwden het eerst. Het geheugen van de mensen is kort. De oorlog waren we vlug vergeten.’
`Waarom bewaart u die spullen dan?’
`Omdat ik wil onthouden waar wij angst voor hebben gehad.’
Ton van Reen: Het diepste blauw (079)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van