Ton van Reen: Het diepste blauw (078). Een roman als feuilleton
Mels herinnert zich het gesprek op het kerkhof als de dag van gisteren.
Nog geen twee dagen later vonden ze grootvader Bernhard dood in zijn stoel. Met de kat op schoot, die misschien niet eens wist dat hij dood was of dat misschien niet wilde weten.
Hij was zo maar ingeslapen, nog geen uur nadat Mels’ moeder bij hem op bezoek was geweest en zijn bed had opgemaakt met schone lakens.
Misschien vond hij het bed te schoon en te wit om erin te sterven en was hij liever in zijn onopgemaakte holletje doodgegaan.
Grootvader Rudolf heeft hem twintig jaar overleefd. Die is bijna honderd geworden. Hij heeft Bernhard zo lang overleefd dat hij zelfs vergeten was dat hij zijn hele leven ruzie met hem had gemaakt. Toen hij stokoud was, sprak hij alleen nog maar over zijn jeugd, over toen hij en Bernhard nog vrienden waren en alles samen deden en voor eeuwig vrienden wilden zijn. De ouderdom zette in het hoofd van grootvader Rudolf alles op zijn kop.
In het jaar dat hij stierf, was zijn lijf net zo uitgewoond als het grijze kostuum dat hij dertig jaar had gedragen en dat hij nooit meer had willen vervangen, maar in zijn hoofd was hij een jongeman van achttien die de hele wereld aankon. Alles wat er na zijn achttiende gebeurd was, was hij vergeten. De nette man was allang dood. Hij riep naar de meiden op straat en was lastig voor de verpleegsters die hem kwamen wassen en aankleden. Na een lang keurig leven bewees hij in zijn dementie dat hij geen haar was veranderd.
Ton van Reen: Het diepste blauw (078)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book News, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van