Ton van Reen: Het diepste blauw (057). Een roman als feuilleton
Mels voelt zich te groot voor de draaimolen, maar hij kan er uren bij rondhangen. Hij is gek op orgelmuziek. Het is een mondharmonica in het groot.
Soms mag hij helpen met het verwisselen van de banden, maar het zijn steeds dezelfde deuntjes. `Schneewälzer’, `Holzackerbuben’, `Klatsch’ en `Muss i denn’ zijn de favorieten van de baas, maar Mels weet er soms `Roseanne, hoog te paard’ en `Er waren eens twee koningskinderen’ tussen te krijgen.
‘s Ochtends, voordat het zeil wordt weggehaald, helpt hij met het schoonmaken.
Binnen in de gesloten draaimolen is het een andere wereld, met figuren die hier hun eigen leven leiden. Paarden uit duizend-en-een-nacht. Scheepjes teruggekeerd van verre zeeën. Olifanten en leeuwen uit het oerwoud.
Binnen heerst rust. Midden tussen de kinderen die hij om zich heen op het plein hoort spelen, is hij er alleen. Buiten lijkt ver weg. Dit geheimzinnige wereldje lijkt een beetje op die andere wereld waarover hij zo vaak droomt. Hier is hij al een beetje in China.
Soms wordt de droom verstoord door spiedende ogen die door gaten in het zeil naar binnen gluren.
Ton van Reen: Het diepste blauw (057)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van