Het diepste blauw (022). Een roman van Ton van Reen
De eeuwige twijfel heeft hem verlamd. Daardoor is hij nooit uit het dorp weggekomen. Hij had weg moeten gaan toen het nog kon.
Zou hij ergens anders gelukkiger zijn geworden? Of zou hij hebben terugverlangd naar het dorp met de Wijer en de meelfabriek? Waarschijnlijk wel.
Zijn ontevredenheid is ongegrond. Het dorp gaf hem zijn bestaansrecht. En ook zijn onvrede over thuis moet hij van zich afzetten. Hij moet er juist blij om zijn dat hij verzorgd wordt door zijn vrouw en zijn dochter en dat ze hem niet in zijn eigen vuil laten stikken. Of is dat wat ze voor hem doen alleen maar plicht? Je kunt je man en je vader niet laten verkommeren, dat hoort niet in een dorp als dit.
Hier helpen de kinderen hun ouders tot aan het graf. `Zo men doet, zo men ontmoet’, is een spreuk die in alle huizen hangt. Kinderen zijn de verzekering voor de oude dag. De garantie dat je iemand hebt die je uit bed hijst, je rolstoel duwt en je graf verzorgt.
Ton van Reen: Het diepste blauw (022)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van