Het diepste blauw (003). Een roman van Ton van Reen
`Wedden dat ik het eerst bij de boot ben?’ roept Tijger.
`Om wat?’ vraagt Mels.
`Wat je geeft. Ik tel af. Eén, twee!’
Bij drie vliegen ze weg, als stenen uit een katapult. Tijger ligt direct voor.
Mels weet dat hij gaat verliezen. Dat hij net als altijd ook nú weer verliest. Maar hij wíl niet verliezen. Deze keer niet.
Hij bijt op zijn tanden en slaat met zijn armen. Hij haalt Tijger in, laat hem niet meer gaan. Verwonderd kijkt Tijger om, heel even. Het is genoeg om een misstap te doen. Hij raakt uit balans en verliest vaart. Mels gaat hem voorbij. Hij ziet alleen nog de boot. Hij hoort de woedende kreet van Tijger.
De teleurstelling die hij uitschreeuwt. Zo heeft hij hem nog nooit horen schreeuwen.
Voorovervallend tikt Mels als eerste de boot aan en plonst in het water.
`Mijn prijs’, hijgt hij, uit het water stappend, druipend als een natte kat.
`Van mij?’ zegt Tijger. `We hadden afgesproken dat jij mij …’
`Als jíj zou winnen. Deze keer moet jij betalen.’
`Wat wil je hebben?’
`Ik weet niet. Thija …’
`Wil je Thija hebben?’
`Thija mag zeggen wat ik heb verdiend.’
Ze heeft het gehoord. Ze stapt van haar fiets en legt hem in het gras.
`Mels mag jouw horloge’, zegt Thija. `Tot jij het terugwint.’
Tijger doet zijn horloge af en geeft het aan Mels.
`Ik win het zo weer terug’, zegt hij zelfverzekerd. `Straks, als we naar huis fietsen, doen we wie het eerst in het dorp is.’
`We zullen zien.’ Mels wil zo lang mogelijk van de overwinning genieten. `Tenslotte is het mijn horloge. Ik heb het gekregen toen ik de plechtige communie deed. Ik win alles terug.’
Ton van Reen: Het diepste blauw (003)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Book Stories, - Het diepste blauw, Archive Q-R, Reen, Ton van