T.T. CLOETE: ORANJERIVIER
Acht vertalingen van gedichten van T.T. Cloete (1924) door Carina van der Walt & Geno Spoormans
T.T. Cloete
Oranjerivier
Hy is oud.
Onuitputlik hou hy stokoud aan
van voor die geskiedenis se ontstaan.
Hy is stoer
en vol nukke is hy geaard.
Dán loop hy met vaart,
dàn is sy gang ’n dun sloer.
Vir wie hom wil bevaar
is hy onvriendelik en ontoeganklik.
Hy loop soos sy likkewaan swik.
Stadig voel-voel mik
hy waggelend na links, na regs, heen en weer,
dán na algulhas en dàn na die ewenaar
se kant.
Hy het die baber en geelvis geleer
om soos hyself stadig te laveer.
Hy tel vaarlandswilgers en fluitjiesriet
op en landerye en vee weerskante.
In hom dra hy son- en maanlig en hy voel diamante
diep uit die aarde se ingewande
uit. Hy poleer die graniet.
Met die uithouvermoë en durf vir langafstand
loop die sleurmaratonatleet dwarsoor die land.
Dwarsoor die kontinent loop
hy dwarstes oop
en alle weerstande,
hy pyl deur ravyne,
gaan deur vlaktes tussen koppies en rante
deur, verby stede en dorpies, oor plase, deur dor woestyne
en neem van alles iets saam, hoe gering ook al,
weste toe, na die diep weste toe, miriadeskere sonder tal,
waar hy saam met sonne die een na die ander afval
sedert genesis, af, af, áf in die diepte voor sy mond,
agter, ágter die see in, in ’n onlesbare dors afgrond.
T.T. Cloete
Oranjerivier*
Hij is oud.
Onuitputtelijk en star houdt hij aan
om de geschiedenis voor te gaan.
Hij is stoer
en vol nukken geaard.
Dán loopt hij in volle vaart
dàn weer als een snoer.
Wie hem ook al bevaart
hij is onvriendelijk en zijn doorgang wrikt.
Hij loopt zoals zijn leguaan zwikt
en langzaam op goed gevoel mikt.
Hij waggelt naar links, naar rechts, heen en weer,
dán naar algulhas en dàn naar de evenaar.
Hij moest de meerval en barbeel leren
om zoals hijzelf bedaard te laveren.
Hij neemt treurwilgen mee en riet
en landerijen en vee van weerskanten.
In zich draagt hij zon- en maanlicht. Hij woelt diamanten
diep uit de ingewanden van de aarde
los. Hij polijst het graniet.
Met een volharding en moed voor de lange afstand
loopt deze sleurmarathonatleet dwars door het land.
Dwars door het continent snijdt
hij door dwarsheid
en alle weerstanden,
hij schiet door ravijnen,
leidt door vlaktes met heuvels aan de randen
voorbij steden en dorpjes, over landerijen, door dorre woestijnen
hij neemt van alles iets mee, hoe gering ook al,
naar het westen, het diepe westen, der duizenden malen zonder tal,
waar hij samen met zonnen ondergaat in verval
sedert genesis, af, af, áf in de diepte voor zijn mond,
ginder, ginder de zee in, in een onlesbaar dorstige afgrond.
*sinds 1996 bekend als de Gariep
T.T. Cloete 8 gedichten: Vertalingen uit het Zuid-Afrikaans door Carina van der Walt & Geno Spoormans, 2010
(wordt vervolgd)
fleursdumal.nl magazine
More in: Archive C-D, T .T. Cloete, Walt & Spoormans