Karel van de Woestijne: Vlaanderen, o welig huis (Gedicht)
Vlaanderen, o welig huis
Vlaandren, o welig huis waar we zijn als genoden
aan rijke taaflen! – daar nu glooiend zijn de weiên
van zomer-granen, die hunne aêmende ebbe breien
naar malvend Ooste’ en statig dagerade-roden,
dewijl de morge’ ontwaakt ten hemel en ter Leië -:
wie kan u weten, en in ‘t harte niet verblijên;
niet danke’ om dagen, schoon als jonge zege-goden,
gelijk een beedlaar dankt om warme tarwe-broden?…
o Vlaandren, blijde van uw gevens-rede handen,
zwaar, daar ge delend gaat, in paarse en gele wade,
der krachten die uw schoot als rodend ooft beladen.
– Vlaandren, wie wéet u en de zomer-dageraden,
en voelt geen rilde liefde in zijne leden branden
‘lijk deze morgen door de veië Leië-landen?
Karel van de Woestijne
(1878 – 1929)
Vlaanderen, o welig huis
Portret van Karel van de Woestijne (1937) door Henri van Straten (1892 – 1944)
• fleursdumal.nl magazine
More in: Archive W-X, Archive W-X, Woestijne, Karel van de