LANDVERBEUREN (52) DOOR TON VAN REEN
Langzaam, als een gans, waggelde Jacob in de richting van Kaffa. Vurig hopend een spelletje mee te mogen doen. Op zijn minst te mogen kijken hoe die gek met het mes werkte. In elk geval niet teruggejaagd te worden. Hij passeerde de kraaien, die moe rond het bed van de jongen hingen. Het kind leek te slapen. Rond zijn mond een lach, of hij zich volkomen tevreden voelde tussen de witte lakens.
Een geluk voor de jongen dat hij nog geen weet had van de dingen die er met hem gingen gebeuren. Zo’n kind had nog geen angst voor de dood. Kaffa zag Jacob op zich afkomen. Hij mikte secuur en gooide het mes in het land van het lieveheersbeestje. In één slag won zijn linkerhand een groot stuk van de rechterhand. Al zijn lef bij elkaar rapend hurkte Jacob bij de landen neer, greep het mes en wierp het krachtig in het land van de libel, waarin het rechtop bleef staan en natrilde. Met de punt van het mes sneed hij een groot stuk van het gebied van de uitgedroogde koning af, ten voordele van het lieveheersbeestje. De koning bleef echter onbedreigd op zijn rug liggen, zijn achttal poten ingekeerd maar krampachtig over zijn borst gevouwen, want het gebied dat Jacob bij zijn volgende worp veroverde, was te klein om van een echte overwinning te spreken. Op zijn beurt won Kaffa een flink stuk terug en voegde dat bij zijn eigen land. Kaffa had weinig moeilijkheden met het spel. Daarom liet hij Jacob maar begaan. In de volgende ronden wist hij zoveel van Jacob te winnen dat diens koning zich nog maar nauwelijks kon handhaven. Voor het lieveheersbeestje zag het er allerberoerdst uit. Het leek te gaan verliezen, hoewel het in de heilzame stralen van de zon lag. En zelfs nog leefde, in tegenstelling tot de libel, die allang dood was.
Plotseling kreeg het lieveheersbeestje hulp van een horde ruiters die, komende vanachter de hak van Kaffa’s voet, het land van de libel binnenviel. Het spel lag stil. Vol spanning wachtte men op wat er ging gebeuren. De kinderen Azurri leefden ademloos met het gebeuren mee. Een gevleugelde mierenkoningin richtte haar wapens op de dode koning. De rest van het leger sloot de koning in en liep hem onder de voet. Met hun poten trapten de paarden het lijk van de libel in de richting van het niemandsland. Even later verdween het leger triomfantelijk met de buit achter de hak van Kaffa’s rechterschoen. Kaffa’s land was stuurloos. Het was of dit Jacob nieuwe kracht gaf. Bij zijn volgende worp wist hij een groot deel van het verspeelde land terug te winnen. Langzaam maar zeker raakte Kaffa het grootste deel van zijn grondgebied kwijt. Verbaasd over het plotselinge herstel van zijn tegenstander raakte Kaffa in de war. Hij aarzelde een moment. Zijn mes viel plat. Jacob sloeg onmiddellijk toe. Op zijn beurt won hij zoveel land van Kaffa dat er geen plaats meer voor diens koning bleef, zo die er nog geweest was. Kaffa had verloren. Door eigen schuld. Een kampioen hoorde zich niet te laten intimideren. Hij had te makkelijk over het spel gedacht nadat het zeker leek dat hij zou winnen.
Ton van Reen: Landverbeuren (52)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van