Samuel Johnson: On the Death of Dr. Robert Levet (vertaling Cornelis W. Schoneveld)
Samuel Johnson
(1709-1784)
On the Death of Dr. Robert Levet,
A Practiser of Physic
Condemned to hope’s delusive mine,
As on we toil from day to day,
By sudden blast, or slow decline,
Our social comforts drop away.
Well tried through many a varying year,
See Levet to the grave descend;
Officious, innocent, sincere,
Of every friendless name the friend.
Yet still he fills affection’s eye,
Obscurely wise, and coarsely kind;
Nor, lettered arrogance, deny
Thy praise to merit unrefined.
When fainting nature called for aid,
And hovering death prepared the blow,
His vig’rous remedy displayed
The power of art without the show.
In misery’s darkest caverns known,
His useful care was ever nigh,
Where hopeless anguish poured his groan,
And lonely want retired to die.
No summons mocked by chill delay,
No petty gain disdained by pride,
The modest wants of every day
The toil of every day supplied.
His virtues walked their narrow round,
Nor made a pause, nor left a void;
And sure th’ Eternal Master found
The single talent well employed.
The busy day, the peaceful night,
Unfelt, uncounted, glided by;
His frame was firm, his powers were bright,
Tho’now his eightieth year was nigh.
Then with no throbbing fiery pain,
No cold gradations of decay,
Death broke at once the vital chain,
And freed his soul the nearest way.
1782
Samuel Johnson
Op de dood van Dr Robert Levet,
Een beoefenaar der geneeskunst
Gedoemd door hoop die leidt tot waan,
In dagelijkse zwoegernij,
Gaat ons eensklaps, of langzaam aan,
‘t Gerief van samenzijn voorbij.
Na vele jaren, goed en slecht,
Daalt Levet, zeer beproefd, in ‘t graf –
Die ijverig, argeloos, oprecht,
Elk eenzaam mens zijn vriendschap gaf.
Nog zien we ‘m met genegenheid,
Ruig minzaam, en verborgen wijs;
Gij die geleerd maar waanwijs zijt,
Stel toch zijn ruw talent op prijs!
Als ‘n zwak gestel zijn hulp verzocht,
Met ‘t toeslaan van de dood nabij,
Dan bleek uit wat zijn hand vermocht
De kracht der kunst, van opsmuk vrij.
In donkere grotten van het leed
Was steeds zijn goede zorg in trek,
Ook bij de hopeloze smartekreet,
En ‘t eenzaam sterven door gebrek.
Geen taak met uitstel kil bespot,
Geen klein gewin door trots veracht,
Maar dagelijks werd de sobere pot
Uit ‘t dagelijks zwoegen opgebracht.
Zijn deugd liep in zijn smalle sfeer,
Zonder gedraal, zonder belet,
En zeker zag de Eeuw’ge Heer
‘t Ene talent goed ingezet.
De drukke dag, de kalme nacht,
Vloeide ongeteld en ongewaar;
Zijn bouw was sterk, vol levenskracht,
Al was hij nu haast tachtig jaar.
Dan, zonder kloppend hete koorts
Of kil verval in zware tijd,
Doofde ineens de levens-toorts,
En werd zijn ziel rechtstreeks bevrijd.
Vertaling Cornelis W. Schoneveld
Uit: Bestorm mijn hart, de beste Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld, tweetalige editie. Rainbow Essentials no. 55, Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2008, 296 pp, € 9,95 ISBN: 9789041740588
Kempis.nl poetry magazine
More in: Archive I-J, More translations