LANDVERBEUREN (69) DOOR TON VAN REEN
Nu het donkerder werd, zag Kaffa dat de loofvuren op de velden helderder oplichtten. Hun schijnsel reikte tot ver over de daken, zodat sommige stukken hemel vaag verlicht leken. Op andere plaatsen moest het donker zelfs voor het licht wijken. Alle kleuren van de dag losten op in vele tinten grijs.
Zelfs de gloed van de geraniums aan de gevels en de klimrozen in de caféhof bleek te zwak tegen het oprukkende grauw. Soms hoorde Kaffa de onverstaanbare vloek van een van de vier oude mannen die stomdronken tussen de struiken lagen, ruikend naar aarde en rottende bladeren. Een enkele maal probeerden ze dichterbij te sluipen, tot tussen de tafels. Dan kwam de kastelein buiten, pakte hen in de kraag en sleepte hen terug tussen de struiken. Hij zou hen het liefst naar huis jagen, omdat hij aan hen toch niets meer kwijt kon. Hij kende ze. Ze waren zo hardleers en eigenwijs als ezels en wilden nooit voor sluitingstijd oprotten. Ze konden trouwens op eigen kracht niet eens thuiskomen. Moesten wachten totdat iemand die huiswaarts ging, zin had om hen mee te nemen. Het kwam vaak voor dat ze de hele nacht in de caféhof lagen. Niemand in het dorp die zich daaraan stoorde. Men was zo gewend geraakt aan het verschijnsel van de vier oude zuiplappen dat geen mens meer op hun gedrag reageerde.
Kaffa zag dat in een van de vertrekken van Chile licht werd opgestoken. Elysee was er dus nog. De waarzegger had zich in zijn kamertje geïnstalleerd en had, liggend in bed, zijn laatste jenever opgezopen. Zo kon hij de pijn verdragen. Hij maakte zich zorgen. De drank was op en geld had hij niet meer. Hij was overgeleverd aan de goedheid van de dorpsbewoners. Als die hem dan maar niet lieten verrekken. Soms kon men tot op het plein zijn krachtige vloeken horen, als een rat over zijn lijf liep, of een horde kakkerlakken tot aan zijn voetzolen oprukte.
Ton van Reen: Landverbeuren (69)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van