LANDVERBEUREN (55) DOOR TON VAN REEN
Toen Elysee bij zijn positieven kwam, kon hij geen stukje van de lucht zien. Alleen benen, over hem gebogen lijven, koppen met grote, op sensatie beluste ogen. Uit zijn mond liep een straaltje bloed. Zijn tanden waren door zijn lip geslagen.
De waarzegger wilde weg van het plein. Terug naar de eenzaamheid van zijn kamertje in Chiles Plaats. Maar hij kon nauwelijks overeind komen. De slager wilde hem wel behulpzaam zijn, pakte hem op bij kop en kont en legde hem dwars over de ezel, zodat het hoofd van de man langs de kop van het dier schommelde. Geen vreemde houding voor Elysee. Als hij dronken was, zag men hem vaker in deze toestand rondrijden. Toen de slager het beest een harde klap op de schoft gaf, ging het ervandoor. Stoof het plein af en verdween tussen de bouwvallen van Chiles Plaats. Iedereen haalde opgelucht adem toen de ezel uit het zicht was. De spanning was voorbij. Het volk droop af. Alleen de kraaien bleven achter, zich verzamelend rond het bed van de jongen. De sensatie van het gevecht leek hen te hebben opgemonterd. Opgewekt wijdden ze zich weer aan hun taak. Ze praatten bijna vrolijk en liepen de hele litanie van alle heiligen nog eens af, onderwijl het lichaam van de jongen nog eens bedekkend met de relikwieën die ze in de loop van de ochtend al hadden gebruikt. Even zag het ernaar uit dat de jongen erbovenop zou komen. Het leek of hij rustig lag te slapen. De rust keerde terug op het plein. Werd alleen verstoord door het gehamer van de timmerman op het kerkdak. De man vervloekte de pastoor die hem dit onzalige karwei had aangesmeerd. Hoe langer het werk duurde, hoe meer hij de pest in kreeg. Al zijn woede in zijn arbeid leggend, hamerde de timmerman er driftig op los en loerde soms naar Kaffa en Jacob Ramesz, die doelloos op het plein stonden. Kaffa was sprakeloos. Langs de stam van de meidoorn zakte hij op zijn hurken. Over de twee landen starend die nog met elkaar in strijd waren, dacht hij na over het gebeurde. Hij had niet willen vechten. Het was de schuld van de waarzegger zelf dat hij gewond was geraakt. Toch voelde Kaffa zich alsof hij een fout had gemaakt. Per slot van rekening waren hij en Elysee twee gelijken. Twee mannen die niet meetelden in dit dorp. Zeker onder de ogen van de mensen hadden ze niet met elkaar mogen vechten. Maar zo was Elysee. Hij joeg altijd iedereen tegen zich in het harnas.
Jacob Ramesz stond beteuterd naast Kaffa en peuterde in zijn neus. Hij wist niet wat hij in deze situatie moest doen. Hoopvol keek hij naar de buizerd. Die kon hem ook niet helpen en hij had het bovendien te druk met zijn eigen verdriet. Jacob vroeg zich af of ze het spelletje landverbeuren nog zouden uitspelen.
Tenslotte had Kaffa zelf om revanche gevraagd. Maar hij leek helemaal uit het lood geslagen. Moest je nou eens zien hoe vreemd hij daar in het zand zat te staren. Langzaam leek Kaffa bij te komen uit zijn verdoving. Hij keek om zich heen, zag zijn mes in het gras liggen. Hij raapte het op en reinigde het met plukjes gras. Veegde daarna de streep uit die door de waarzegger was getrokken, zo de situatie herscheppend zoals die was voordat Elysee was komen opdagen. Kaffa begreep dat Jacob daar nog stond omdat hij verder wilde spelen. Om van hem af te zijn greep hij het mes, mikte secuur en wist in één worp zoveel van het land van Jacob te winnen dat er voor diens koning geen plaats meer was.
Ton van Reen: Landverbeuren (55)
wordt vervolgd
fleursdumal.nl magazine
More in: - Landverbeuren, Reen, Ton van